Google
This is a digital copy of a book that was prcscrvod for gcncrations on library shclvcs bcforc it was carcfully scannod by Google as part of a project
to make the world's books discoverablc onlinc.
It has survived long enough for the copyright to cxpirc and the book to enter the public domain. A public domain book is one that was never subject
to copyright or whose legal copyright term has expired. Whether a book is in the public domain may vary country to country. Public domain books
are our gateways to the past, representing a wealth of history, culture and knowledge that's often difficult to discover.
Marks, notations and other marginalia present in the original volume will appear in this file - a reminder of this book's long journey from the
publisher to a library and fmally to you.
Usage guidelines
Google is proud to partner with libraries to digitize public domain materials and make them widely accessible. Public domain books belong to the
public and we are merely their custodians. Nevertheless, this work is expensive, so in order to keep providing this resource, we have taken steps to
prevent abuse by commercial parties, including placing lechnical restrictions on automated querying.
We also ask that you:
+ Make non-commercial use of the files We designed Google Book Search for use by individuals, and we request that you use these files for
personal, non-commercial purposes.
+ Refrainfivm automated querying Do nol send aulomated queries of any sort to Google's system: If you are conducting research on machine
translation, optical character recognition or other areas where access to a laige amount of text is helpful, please contact us. We encourage the
use of public domain materials for these purposes and may be able to help.
+ Maintain attributionTht GoogXt "watermark" you see on each file is essential for informingpeopleabout this project and helping them find
additional materials through Google Book Search. Please do not remove it.
+ Keep it legal Whatever your use, remember that you are responsible for ensuring that what you are doing is legal. Do not assume that just
because we believe a book is in the public domain for users in the United States, that the work is also in the public domain for users in other
countiies. Whether a book is still in copyright varies from country to country, and we can'l offer guidance on whether any specific use of
any specific book is allowed. Please do not assume that a book's appearance in Google Book Search means it can be used in any manner
anywhere in the world. Copyright infringement liabili^ can be quite severe.
About Google Book Search
Google's mission is to organize the world's information and to make it universally accessible and useful. Google Book Search helps readers
discover the world's books while helping authors and publishers reach new audiences. You can search through the full icxi of this book on the web
at |http: //books. google .com/l
Google
Dit is ccn digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliothcckpl anken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat
doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken.
Dit boek is na oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke
domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrecht termijn is verlopen. Het kan per land
verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van
geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn.
Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de
lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u.
Richtlijnen voor gebruik
Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken
uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven
leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op
automaüsch zoeken.
Verder vragen we u het volgende:
+ Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door
individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet -commerciële doeleinden.
+ Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek
doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelhe-
den tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien
hiermee van dienst zijn.
+ Laat de eigendomsverklaring staan Het "watermerk" van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het
project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet.
+ Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er
niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is
voor gebniikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek mst, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval
met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het
eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng.
Informatie over Zoeken naar boeken met Google
Het doel van Google is om alle informaüe wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit
allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en ui tgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken
op het web via |http: //books .google .coml
v-7 tesj
ANDOVER-HAEVARD THEOLOGICAL
LlBRARy
CAMBRIDGE, MASSACHUSETTS
A G 1 A
DER
PROVINCIALE EN PARTIOllLIERK SYNODEN
ACTA
DKK
D
iciAii II pumiUii
)
GEHOUDEN IN DE NOORDELIJKE NEDERLANDEN
GEDURENDE DE JAREN 1572-1620,
VKKZAMEI.O KN UITGKGKVKN UOOll
W\ J. REITSM EN f. S. D. m VEKN.
/.FA'ENr»K I)KKI.:
(IRONIJifigfJ I59r,-|f;20.
TE GRONINGKN BIJ .1. B. WOLTKRS, 1808.
8TOOMDRUKKERIJ VAN J. B. WOLTER8
ANDOVER-HARVARD
"S
VOORBERICHT.
In het noorden van ons vaderland is Groningen het langst voor den
koning van Spanje bewaard gebleven. Wel waren gedurende de jaren , die
er verliepen tusschen den afval van graaf Rennenberg en het beleg in
den zomer van 1594, de Ommelanden het tooneel van een reeks krijgs-
bewegingen, ondervonden vooral de aan Friesland grenzende streken al
de ellenden van den kleinen oorlog, zijn er ook enkele pogingen gedaan
om de stad te vermeesteren, maar de beschikbare legermacht van prins
Maurits werd te zeer in andere oorden bezig gehouden, dan dat een
ernstige en doortastende aanval op dit laatste, allengs geheel geïsoleerde
bolwerk van de Spaansche heerschappij kon worden ondernomen. Omdat
dit niettemin een op den duur onafwendbare noodzakelijkheid was , werd het
plan met des te nauwkeuriger berekening overwogen en voorbereid. Ein-
delijk kwam deze dag, en moest de stad zich overgeven na de ver-
maarde belegering, waaraan prins Maurits en zijn niet minder bekwame
neef, de Friesche stadhouder, al hun krijgsbeleid en zorg hadden besteed.
Toen Stad en Lande alzoo opgenomen waren onder do gewesten der
Unie, werd de reductie, zooals men dat noemde, onmiddellijk gevolgd
door de vestiging der hervorming als heerschende kerk. Onder zulke
lang voorziene omstandigheden was het te verwachten, dat zij in deze
provincie al dadelijk een zeer bepaald karakter zou aannemen , wat betreft
haar inrichting en haar positie. Graaf Willem Lodewijk was een wijs
en zeer ervaren landbestuurder, die oprecht belang in kerkelijke zaken
stelde en te dezen aanzien zijn gevestigde raeening had, zoodat hij de
VI
voorkeur gaf aan een systeem, waarby aan de kerk en haar dienaren
gegund werd, wat haar toekwam zonder verkorting of verdrukking van
de met haar roeping bestaanbare bevoegdheid, doch waarbij voorts aan
de politieke macht en de van oudsher rechthebbenden een betamelijke
invloed op de kerk werd gelaten. Die belangstelling toonde, dat voorne-
men openbaarde liij, toen hij den 11 Mei 1596 o. s. persoonlijk de tweede
synodale vergadering te Groningen opende met een korte toespraak, die
daarna door Doede van Amsweer werd voortgezet. Hij bekrachtigde zelf
met zijn onderteekening de handelingen van deze vergadering, waarin
ook de door hem en de Staten reeds ten vorigen jare gepubliceerde kerk-
orde synodaliter werd aangenomen. Bij de regeling van de kerkelijke
aangelegenheden van stad en gewest had hij zich bediend van de hulp
en voorlichting van den Emder kerkleeraar Menso Alting en van de Fra-
neker professoren Lydius en Lubbertus, die beiden deze Groninger synode
ook hebben bijgewoond, terwql Lydius haar zelfs gepresideerd heeft.
Toen enkele jaren later de Hervormde kerk van Drente tot gevestigde
positie moest worden gebracht, bestond by de toongevende machten het
plan om dat gewest kerkelijk met Groningen te vereenigen. Het „land-
schap" zou op de wijze van een classis bij de provinciale synode Gro-
ningen gevoegd worden. In den jare 1602 verschenen nevens de beide
afgevaardigden van de Zuid- en Noordhollandsche synode ook twee pre-
dikanten uit Drente op de synode in Groningen, dus ongeveer in quali-
teit van synodale correspondenten , zie pag. 41. De proef werd voortgezet
in 1603, en die van het volgende jaar noemde zich zelfs „synodus pro-
vincialis der stadt Groningen, Omlanden unde Drenthe". Maar dit is
slechts eenmaal geschied , want in 1606 werd besloten om den stadhouder
te verzoeken, dat Drente een kerkelijk ressort binnen zijn eigen grenzen
mocht uitmaken , zie pag. 57, 82, 101 en 109. Dit verzoek , door de depu-
taten overgebracht, is ingewilligd.
Volgens art. 23 der provinciale kerkorde van 1595 moesten de synoden
per vices in de hoofdplaatsen der classes gehouden worden. De eerste drie
vergaderingen waren in Groningen belegd , doch toen beproefde men den
voorgeschreven regel te volgen , en zyn er synoden gehouden te Appinge-
VII
dam, Loppersum, Middelstum en Eenrum, echter dadelijk onder protest
van den raad der hoofdstad, „dewile de stadt van Grönningen jummer
vor de halve provincie gerespeetirett moeth werden," pag. 21. Toen zou
naar volgorde de synode te Zuidhom moeten vergaderen. Doch daaraan
is het niet toegekomen. Reeds sinds onheugelijke t^den had de stad zoo-
zeer den voorrang in het gansche gewest bekleed, dat z^ in dit opzicht
haar gezag wilde laten gelden. Bovendien was zij de plaats, waar de
.,domini fratres ock am levesten weren ," pag. 55. En zoo is het gescliied ,
dat van 1602 af de synoden met de grootste regelmatigheid in de Mei-
maand beurtelings te Gtoningen en Appingedam bijeengeroepen werden.
Een blijk van de geregelde orde , die hier ingevoerd werd , kunnen wij
ook opmerken in het bewaard blijven van de volledige reeks der synodale
handelingen. Er ontbreekt geen enkele acte, want al zijn die van 1590
misschien slechts een uittreksel, zij maken in blijkbaar verkorten vorm
toch een geheel uit. Wij hebben echter de origineele handelingen der
oudste synoden van dit gewest niet kunnen opsporen en stellen het
daarom op prigs , dat wij een zoo bruikbaren tekst ter beschikking hadden.
Onze codices dragen de sporen van een prijzenswaardig streven naar
nauwkeurigheid , zoodat zelfs vele karakteristieke eigenaardigheden in spel-
ling, stijl en woordkeuze zijn bewaard gebleven. In de aanteekening op
pag. 30 berichtten de deputaten, dat er b|j het nemen van copie zorg
werd gedragen om zooveel mogelijk „ipsa verba et ipsum idioma , diestijts
gebrujjckiyck" te behouden. Verder is het ons bij vergelijking der hand-
schriften opgevallen, dat er in de acta tot 1613 zoo weinig varianten van
eenige beteekenis voorkomen. Dit brengt op het vermoeden, dat zij alle
vervaardigd kunnen zijn naar hetzelfde exemplaar, doch het is niet moge-
l^k uit te maken, of de schrijvers de origineele acta voor zich gehad
hebben of reeds afschriften.
Wij hebben bij de uitgave van dit doel gebruik gemaakt van de drie
navolgende manuscripten.
XX. Een folioboek , waarvan de hoornen band losgeraakt en een weinig
gehavend is, zonder opschrift of rugtitel, behoorende tot het archief van
VIII
het provinciaal kerkbestuur van Groningen , op den Catal. Janssen vermeld
p. 156 sub I. Dit boek, het eerste deel eener doorloopende serie synodale
acten in negen banden, bevat copie der handelingen van 1595 tot 1(>22.
Tot en met het jaar 1612 zijn deze acta van dezelfde hand afkomstig.
Met uitzondering alleen van een gedeelte der acta van 1599: de grootste
helft van art. 6 al. tot aan het slot is door een ander op drie vermoedelijk in
blanco gelatene bladzijden en dus later bijgeschreven. De daarop betrekke-
lijke aanteekening , zie pag. 30, is in dezen codex gewaarmerkt door de
eigenhandige onderteekening van drie deputaten. Dezelfde aanteekening komt
eveneens woordelqk voor in de beide andere handschriften , doch geheel als
copie. Dit is voldoende om te constateeren , dat onze codex de oudste is en
lang voor 1640 vervaardigd. De beide anderen zijn dus van lateren datum.
Daarna hebben verschillende schrijvers hun aandeel tot dezen codex
geleverd. De afschrijver van de acta der synoden van 1613 en 1614 is
minder nauwkeurig, zoodat hier meer tekstvergelijking moest plaats heb-
ben. Vooral die van 1615 liad veel verbetering noodig, waarvan de aan-
dachtige lezer in een groot getal aanteekeningen de bewijzen zal vinden.
De daarop volgende acta, telkens door een ander afgeschreven, waren
echter weer met grooter zorg behandeld. Al deze bijzonderheden gaven
ons derhalve genoegzaam recht om de keuze van een grondtekst voor de
uitgave op dezen synodalen codex te vestigen.
Bij dit handschrift bevonden zich eenigc losse papieren, blijkbaar tot
een andere verzameling kerkelijke stukken in hetzelfde archief behoorende
en misschien toevallig daarbij gevoegd. De inhoud daarvan had echter
juist betrekking op punten, die door de synode te Groningen in 16 17 en
te Appingedam in Mei 1618 aan de orde waren gesteld en aan de depu-
taten ter uitvoering opgedragen. Wij meenden ze daarom in onze editie
als bijlage tusschen den synodalen tekst te mogen opnemen onder letter
XX*. Het zijn authentieke, door de deputaten gestelde en onderteekende
requosten, remonstranties met officieele apostillen der Staten, rapporten,
alsmede ook het concept eener missive aan de synode van Friesland. Het
archief van het provinciaal bestuur heeft bovendien, doch in afzonderlijke
pakketten, nog een belangrijke verzameling van repertoria , registers , enz.
IX
over synodale en kerkelijke zaken van deze provincie ook uit de eerste
helft der zeventiende eeuw , waarop wij latere onderzoekers bij dozen op-
merkzaam maken.
Daarover zijn wijj echter een mededeeling verschuldigd, die wij hier
bij de beschrijving van onzen tekstcodex plaatsen. De catal. Janssen ver-
meldt op p. 157 sub nO. 11 een pakket „bevattende de notulen van de
synode van Stad en Lande van de jaren 1604—1613, 1614, 1617, 1G21."
Hieruit zou men opmaken, dat dit synodale acta waren, doch het bleek
slechts te bestaan uit een verzameling van synodale besluiten en verzoeken
met de apostillen der Staten, in c^pie, en van het verhandelde in de
vergaderingen der deputaten tot het jaar 1623. Van meer belang is, wat
in denzelfden catal. p. 156 sub nO 2 aangeduid wordt met het woord
„duplicaten", dat aan copien van minder waarde doet denken. Doch onder-
zoek bracht aan het licht, dat het integendeel deugdelijke acta zijn. De
handelingen der synode van 1616 dragen aan het slot de eigenhandige
onderteekening der deputaten Uchtman en Nicasius, die 6 Juli het origi-
neel hadden gecollationeerd. Eveneens die van 1617 dezelfde verklaring,
18 Juni afgelegd door de deputaten Hillenius, Agricola, Homerus en
Schonenborch. De acta van 1618 (vergad. van 7 tot 11 Sept.) zijn niet op
die wijze gewaarmerkt, maar blijkbaar een gelijktijdig afschrift. Wij had-
den deze drie acta dus voor onze uitgave moeten gebruiken , maar ze z^n
te laat in onze handen gekomen, nl. toen de tekst op die jaren reeds
afgedrukt was. Nauwkeurige vergelijking deed ons echter zien, dat ze
nagenoeg geheel gelijkluidend zijn met den codex, dien wij uitgeven.
Het verschil in spelling is niet noemenswaard. Toch ontdekten wij enkele
betere lezingen , die wij onder de corrigenda zullen opnemen , omdat deze
acta, althans die van 1616 en 1617 naar de origineele genomen zijn, zoo-
dat daarmede de geringe schade wordt hersteld.
YT. Een folioboek in hoornen band, goed geconserveerd, behoorende
tot het oud-archief der algemeene synode van de Ned. Hervormde kerk,
op den catal. Janssen p. 68 aangeduid sub n^. 63, I. Het heeft den rug-
titel: ,^cta Synodalia Groning. annorum 1595 — 1628 vol. primum", het
eerste deel eener volledige reeks Groninger synodalia in tien banden. Dit
boek is tot aan de laatste bladzijde dicht beschreven met dezelfde duide-
lijke hand. Een nauwkeurig afschrift, waarin ook alle eigendomraelijk-
heden van spelling en taal bewaard zijn, en dat ons bij de vergelijking
diensten heeft bewezen, die vooral na de acta van 1612 noodig waren.
Wij kimnen deze copie brengen tot het midden van de zeventiende eeuw ,
na 1G40, blijkens de reeds vermelde aanteekening bij de acta van 1599.
ZZ. Een volumen in folio in hoornen band, behoorende tot het oud-
archief van de classis Groningen, zooals ook buitenop vermeld staat.
Opschrift: „Acta der synoden gehouden in de provincie van Stadt Gron.
endc Oml." Van die serie synodalia hebben wij twee deelen gebruikt.
Het eerste deel heeft van binnen op een schutblad den titel : „Acta syno-
dorum provincialium der stadt Groningen ende Omlanden , beginnende met
den jare 1595 ende voorts van jaer tot jaer continuerende", en bevat de
acta van 1595 tot 1614, wijd uiteen met dezelfde hand geschreven. Het
tweede deel heeft hetzelfde opschrift. De titel voorin luidt : „In dit tweede
volumen zqn vervat de synodale acten doser provincie van den jare 10 15
tot den jare 1629 incluis." Maar dit tweede boek ziet er naar zijn inlioud
heel anders uit. De afschrijver, die het eerste deel leverde, heeft zijn
taak op dezelfde wijze voortgezet tot de synode van 1619. Hij moet het-
zelfde scriptum voor zich gehad hebben als de schrijver van XX. Het is
zelfs mogelijk, dat hij dezen codex heeft nageschi*even , want bijna altijd
heeft hq dezelfde tekstafwijkingen , waarin hy zich eveneens onderscheidt
van den codex YY , maar hij is achteloozer in zijn werk dan de schrijver
van onzen tekst, ook ten aanzien van het karakteristieke in de spelling.
Daarop volgen de acta van 1620. Deze zijn echter geschreven met een
hand, die duidelijk de pen voert volgens de schrijfmethode in het laatst
der achttiende eeuw. Ook zijn vóór de acta van deze synode eenige bladen
uit het boek weggesneden. Maar de handelingen, die dan volgen, zijn
afkomstig van schrijvers uit de zeventiende eeuw. Het zijn bovendien
gelijktijdige en zelfs ofBcieele afschriften, want die van 1621, 1622, 1623,
1625, 1626 en 1628 zyn aan het slot met eigenhandige collatie en onder-
XI
teekening der deputaten van die synoden gewaarmerkt. En de laatste acte
van de synode in den jare 1629 te Groningen is zelfs een origineel , want
zij is na afloop der zitting eigenhandig door alle leden der vergadering
bekrachtigd. Bovendien is het papier, waarop al die latere handelingen
geschreven staan, van verschillend formaat en soort, zoodat hieruit ge-
noegzaam blijkt, dat deze documenten als afzonderl^ke stukken vervaar-
digd, in dien toestand lang bewaard en daarna tot óén deel bij elkander
ingebonden zijn. Doch deze acten vallen buiten het bestek van de door
ons ondemomene editie.
Deze codices hebben ons in staat gesteld een voldoende uitgave te be-
zorgen van de handelingen der oudste Groninger synoden. Maar nu nist
op ons de verplichting om terug te komen op een in het voorbericht van
het zesde deel gedane belofte, nl. dat wij in dit deel ook de acta van
Drente zouden geven. Immers, wij hebben onder dezen arbeid alweer de
ervaring opgedaan, hoe moeiel^k het is om den omvang van drukwerk
naar documenten, met velerlei handen en op zoo verschillende wijze ge-
schreven, vooraf reeds te begroeten. Ook kan nooit met juistheid bepaald
worden, hoeveel plaats de aanteekeningen betrekkelijk de varianten zullen
innemen. Nu heeft het manuscript, dat do origineele acta der Drentsche
kerkvergaderingen bevat, voor ons doel 198 klein-folio bladen, meestal
aan beide zqden beschreven. Wij kunnen dus wel zoo ongeveer bereke-
nen , dat dit niet zoovele bladzijden dniks zal vullen als een van de vorige
deelen. Maar omdat er dan ook nog voorbericht en drie registers l>ijko-
raen, moesten wij eindelqk wel besluiten om ons nu te bepalen tot Gro-
ningen, tot een deel van meer gewonen omvang. Met Drente er bij zou
de gepaste maat zeer ver worden overschreden. Daarom zullen w\j wel
een achtste deel tot l>esluit aan onzen arbeid moeten toevoegen, doch wij
hopen ook dat laatste met bekwamen spoed te kimnen aanbieden.
Nog een andere mededeeling zijn wij verschuldigd. Inzonderheid aiin
hen, die de moeite hebben genomen om in onze voorberichten de optel-
ling en beschrijving der in de archieven aanwezige synodale documenten
na te lezen. Het is ons nl. eerst onlangs gebleken, dat wijlen prof.
xn
Acqiioy in zgn bibliotheek een belangrijke verzameling bezat van Zeeuw-
8che synodale codices, meestal copien uit de zeventiende eeuw en zeer
goed bewaard. Uit een daarbg zich bevindende opgave is duidelijk geble-
ken, dat dit de acta en kerkelijke stukken zqn, die weleer in eigendom
behoorden aan mr. Lenshoek, burgemeester van Wolfaartsdgk , en waar-
mede wijlen de heer van der Baan ook bekend was, zie onze Acta V,
voorbericht p. VI en XI. Op een auctie in den Haag omstreeks 1884
werden al deze handschriften aangekocht door den Lieidschen hoogleeraar ,
die echter tot ons leedwezen verzuimd heeft ons daarmede in kennis te
stellen , zoodat wg het bestaan daarvan eerst ontdekten uit den catalogus
der verkooping van zgn nagelatene boeken en manuscripten in het vorige
najaar. Hieraan kunnen wijj voor hen, die nog verder Zeeuwsche kerk-
zaken zullen bestudeeren, het bericht toevoegen, dat deze handschriften
thans voorgoed het einde van hun zwerftocht bereikt hebben : zij bevinden
zich nu in het r^ksarchief te Düddelburg.
Groningen, | j^^. ^^^^ J. Reit«ma
Utrecht, ) S. D. van Veen
iu..
Actaprimae synodi, qude post explosas pontificiorum
superstitiones propitio Nuniine XIV Julij anno MDXCV
coepta Gröningae et XVII mensis praedicti Widem
finita est.
1. Invocato juxta pietatis normara nomine divino , coramunibns fratrnm
siiffragiis praeses electus et designatus est dominus Frtoericus Feito, urbis
Oroninghanae pastor, scriba D. Hijeroj^imtjs Attena, verbi divini minister
in Baffloe.
2. Vocati sunt et comparuenint in hac synodo primura Gronningensis
ecclesiae ministri, uti:
Dominus Fridericus Feito,
Dominus Joachimus Warxerüs,
Dominus Arnoldus üthttsius,
D. EgBERTUS iËRARIUS,
D. Antonius Thomae.
Deinde ruri passim habitantes, ut:
Dominus Joannes Clant, in Beem pastor,
D. RoDOLPHUs Artopaetjs in den Dam,
D. Leo Abeli, pastor in Loppersum,
D. SmoN Philaeus, p. thoth Helm,
D. JoANNEs NiCASius iu Middclstum ,
D. NicoLAUS Clant in üthusen,
D. WiBRANDUS Georgu iu WarfPum,
D. HiERONYMus Attena iii Baffloe,
D. Andreas Allerdi in Enerum,
D. Thomas Stalmannus in Gamwert,
D. Berxhardus THEODORia in Usqwart,
D. Wesselus Rhode in Oldensiel,
D. Theodorüs CLmcTCHAArERUs in Thiamsuer,
D. Regnertjs Adolphi in Westerwijtwart,
D. JoANNES Sprengerus in Husingha ,
D. Hadrianus in Godelinse,
D. SiBRAisT)X7s Adriani in Loesdorp,
D. HiNRicus Bokelmannits in Sawert,
Acta gyn, provinc. VIL 1
D. pATROCLrs BoKELMANNus in Visclifleth,
D. HERMANmjs Christophori in Awert,
D. JoANNEs TER MuLEN in Tinallingha ,
D. Lucas Westerwoldensis in Eppenhnsen ,
D. Gerabdus Wilhelmi in de Soltkamp,
D. N. WuLFGANGus in Delffsiel,
D. JoANXEs Meyer in Noordijck,
D. JoAiNTNES Clettingius in Gerraerwolde ,
D. JoANNES Christophori in Uldenim,
D. JoANNEs N. in Woltersum,
D. Henricüs Petri in Haren,
D. DoMiNicüs TiALLUfGius in Vierhiisen ,
D. Gerardus Weemhoff in Winschot.
3. Aderat et Joannes Conradi in Westernielandt et Joannes Artop.veus ,
quorum neuter in ministerio confirmatus fuit.
4. Praeter hos etiam accersiti sunt, qui antehac in papatn ecelesiis
praefuerunt, de quibus Dammonae et in Loppersum di verso tempore et
loco ceptum examen sed non continuatum fuit, ut:
D. Gerardus Alberti in Serijp,
D. Joannes Laxten in Siddeburen,
D. Joannes Christophori in Jociiuert,
D. Egbertus Mengfjunck in Uthwierda,
D. Hermannus Mullerus in Farmsum,
D. Fhederic^s de Woi^ten in Leermisse,
D. RuDOLPHUs Hemse in Spijck,
D. CoRNELius Rheneman iu Krewerth,
D. Joannes Merwijck de Grafia in Holwierda,
D. Gfj^hardus HiDDiNGn in Stitzwerth,
D. LuDOLPHus Corenpokrt, pastor in Meden.
5. Tandem huie synodo interfuerunt ex dominis ordinum urbis Gro-
ninghanae et agrorum deputatis nobiliss. et amplissimi viri, dominus Dodo
Hamsaver, dominus Petrus Cornelh, plena inclijti collegii potestate instructi
ad diligenter praecavendum , ne quid alienum a re ecclesiastica vel etiam
inordinate in ipsa synodo tractaretur, et ut de singulis possent referre ad
collegium.
6. Post publicam horum nominum recitationem quaestiones moventur
de quibusdam in ministerio versantibus.
Martinus in Hochkerck et Nijekerck, ut ineptus muneri eex;lesiastico et
alioquin homo nefarius, quique se nesciis dominis deputatis et caeteris
3
pastoribus ecclesiae insinuavit, ab officie rejicitur antoritate synodi etordinnm
potestate.
WicHERUs quidam Defoldiaxus, fiirti aliorumque crirainum reus, ad
eandem poenam trahitur.
JoANXEs Artopaeus in Winsum fratriim judicio ab officie suspenditur,
quoad examini satisfecerit.
JoHANNES CoNRADi vocatiir ad examen, in Bafflo quam proxime habondiim.
Querela de Hadriano et Sibr.\ni)0, parente scilicet et filio in Godlinse
et Loesdorp separatim pastoribus, adfertur, ad quam penitius cognoscendani
et e medio (si fieri possit) tollendam ablegantur synodi et ordinum autho-
ritate fratres vicini, videlicet dominus Leo Abeu, past. in Loppersum,
D. RüDOLPHus Artopaeus in den Dam et D. Theodoküs Klinckhameuus,
p. in Tiamsweer.
7. Proposuenmt domini deputati ordinem ecclesiasticum , cui ut subscri-
berent sollicitabantur ministri. Sed cum nemo non hac in eaussa <iuam
maxime gravaretur, decretum est communi consilio respondenduni dominia
deputatis vel scripto vel coram, re bene deliberata, ad proxiumm claasicalem
conventum.
8. Porro singulis mensibus bis classes niri celebrandas omnium suf-
fragiis est statutum.
Classium loca eligendi libertas fratribus relinquitur. Quum tarnen Dam-
mona, Loppersum, Middelstum et Baffloe commodissima majoribus visa
sint et etiamnum maxime pkcejmt, retinebuntur.
De sumptibus ad classicos conventus requisitis D. deputati videbunt,
quos alioquin tenuis ministronim fortuna dissipabit.
9. 15 Juli/. — Examen de praedictis quondam sacrificis coeptmu, qui
se reformatis ecclesiis associari cupivenmt, D. praeses pertexuit. Quo
finito, ordine fratrum de singidis rogatae sunt sententiae. Variantibus hic
primam suffragiis, tandem concluditur admittendos et confirmandos quidein
6886 in ministerio, hac tamen conditione ut testimonium legitimae vooa-
tionis de novo quisque habeat vel ab ista ecclesia , ubi hactenus ministrum
egit, vel ab alia, promittatque et in vitae moribus pietatem et in doctrina
synceritatem et fidelitatem.
Ëxaminis de se habiti testimonium singidis comniunicavit synodus. Cujus
argumentum f uit , etc. i)
1) Na deze twee regel» ih hot gohw^lo foliohlnd opm^olaten. YY laat op ,,t'l('."
volgen: ,,Copia tcHitimoniorum ilosidoratur, ot crat hio siilialma in libro symxlali."
1*
16 Julij.
10. Variae sunt allatae querelae de rebus variis, prout se (|uisque
quam phirimum in suo ministerio gravari sensit. In genere:
de niinosis et inhabitabilibus passim aediflciis pastoralibus ,
de praebendis et vicariatibus, ad profanos usus translatis,
de gliscente indies Anabaptistarum fece,
de blasphemiis sacrificiüonim ,
de custodibus nonnullis, papatui addictis,
de ludimagistris qiiibusdam prorsus ineptis,
de nefanda corporum cominixtura et dira sacri conjiigii profanatione ,
quae ex interitu matrimonialis quibusdam in locis eemitiir,
de quorundam aedituonim fraude, qui bona ecclesiastica dilapidant,
de eodice, in quo reditus templorum annui signantur, singulis singulorum
locorum ministris restituendo.
His et aliis gravaminibus, ut in tempore et quidera ex officio medelam adhi-
beant D. deputati, ne ecclesiae structura impediatur, in synodo decretum est.
11. Movetur quaestio de praesenti quodani ludimagistro , HEitMANNo
DujEö in Freewolt, anne diebus dominicis lectio publica evangelii et
epistolae in templo ipsi concedenda sit, donec minister aliquis ecclesiae
haberi possit. Respondent fratres in universum ad ejusmodi labores non
admittendum esse propter gravissima poricula, tantum ut functione scho-
lastica contentus sit mandant.
12. Duo pastores ex Oldeamptio ostensis testimoniis confirmationem in
ministerio petunt, idque cum applausu senatus urbani. Consentiunt fratres
ea lege, ut se examini censuraeque ecclesiasticae submittant, id quod
libenter facturos spondent.
13. Postulat dominus Patuwlus Bockelm/VNxüs, mendacissimis cujusdam
pessimi nebulonis aspersus calumniis, vitae, moruin ac doctrinae testimo-
nium ad se (ut aequum est) purgandum, id quod synodus ipsi communi-
candum censuit.
14. Tandem omnibus his legitime peractis ad gloriam Dei et ecclesiae
aedificationem , decenter et placide huic synodo finis imponitur. Post vero
gratias Numini supremo actas, de loco et tempore proximae synodi suffragia
coUiguntur. Placet fratribus, ut locum domini deputati designent absque
tarnen ullius classis praejudicio. Tempus vero in ordine ecclesiastico prae-
finitum ratum habetur.
Actum Groningae 16 Julij anno ultimae patientiae Domini 1595.
Dominus FiiiDEracTJS Feito, praeses etc.
D. HiERONYMüs Attena, scriba etc.
o
Acta secundue synodi provincialis,
1. Anno 1596 den 11 Maij is thot Grönningen uth befehl des wolge-
bamen hernn, h. Wilhelm Ludewig, grave tho Nassaw etc, stödtholder
ende capitein generael van Freisslandt, Stadt ende Omlanden van Gro-
ningen onde Drenthe etc, und der hern Gedeputerden Staten van Stadt
ende Ommelanden vörbeschrevenn ein synodus uthgeschreven ende ge-
holden.
Tho demsulvigen sint uth befehl der vorgem. hemn alle predigem ijn
Stadt ende Ommelanden van Groningen genödiget, wo ock Majitinus
LvDros ende Sljbrandus Lubberti, beide professores der hillige schrifFt
tliot Franeker, um gemelten synodum helpen tho dirigeren etc
2. In den ahnfanek deses synodi, welcher ijs geschehen 11 Maij tho
9 uhren vörmiddage, hefft S. Gn. de propositie gedahn, ende helft die
predigem tho einicheit, godtselicheit onde naersticheit vörmjihnet etc
H. Darnha hefft de edle ehrnf. Dodo vann Amsweer, mede Gedepu-
terde State van Stadt end Ommelanden vorsch., die propositie bij S. Gn.
gedahn gecontinuert , ende uth rade van sinen coUegen Martinum Lljditjm
thot einen praesidem gekoren. Egbertus averst und Arnoldus, beijde
deneren tho Grönningen, hebben des scribae ampth tho vorscheidenenn
tiden vörtredenn etc
[4.]!) Darnha hebben alle dieneren des wordes ijn die Ommelanden
voorschr. die kerckenordening , anno 95 van S. Genad. ende den Gede-
puterden Staten van Stadt end Ommelandenn vorsch. gepublicert, mith
ehre handen undergesehreven ende belaveth ijn gemeltem synodo den
eedt gn der ordening begrepen tho donde , ende dat met dessem bedinge.
[5.] Thom ersten, dat de denere den eedt ahn S. Gn. end denn h.
Gedeput. Staten, edder ijn S. Gena. absentie den hern Gedeputerden Staten
alleine dohn sollen, ende ock desulvige h. ijn desulvige qualiteit alse
vorhen de gemelte ordening ter executie stellen solden.
[6.] Dewile ock ijm eede staet, dat nemandt sine kercke, daran he
sich vörbindet, vörlathen sall, is verklaret, dat dar alleine alle vörlating
edder desertie, die indebite sonder offt tegen de wille siner kercken
ende classis geschieth, vörsthan wordt.
[7.] Sovele ock ijn densulvigen eedt van de underholding der statuten
ende gesethen deser landtschap geschreven ijs, sall verstanden worden
van denen, de nit tegen dat uthgedruckede wordt Gades sinl.
1) De nummering van 4 — 13 ontbn'<*kt in onzen cxkIox, is overgenomen uit YY.
G
[s.] 2do. Dewile die dieneren tho erkennen gegexen hebben , dat noch
nit mögelich ijs de orgelpipen afiP tho schaffen, ofTte die diaconatiim und
praesbiteratiim ijn allen dörperen ahn tho stellen , is ijn gemeltem synodo
resolvirt, dat ein jeder dener sin utherste beste dohn sall, dat ijdt ge-
schehn moge, ende so ijdt ijmmer nith mögelick ijs in ein jeder dorp
solches tho vorrichten, dat se dan ijn twe, dree, 4 oder viff dorpern
einen diaconatum ende praesbiteratum , sobalde ijdt geschehn kan, ahn-
stellen willen, beth solange de gudige Godt bether gnade vörlehnet , ende
dat se ock dat avendtmael ijn den voreenigeden dorpen per vices holden
mogen.
[9.] Femers, dewile ock vorgegeven is, dat idt volck landtwerts wa-
nende nit thor kercken kahine, ende danim niet sovele predigen ijn
den dorpen konen geholden werden, alss ijn der ordening bedungen ijs,
so ijs beschloten, dat ein jeder denner sin beste dohn sall dartho te
kahmen, als ijn der ordning beschreven ijs. Ende wen ijdt ijmmer nit
geschehn kahn, sall ydt den deneren nit tho laste gelecht worden.
[10.] Dewile sick de deneren ock beswaren alle weken ehre classicos
conventus to holden, is geresolvirt, dat ijdt gudt wehre desulvige alle
weken to holden, ende dat ijdt ock behördo to geschien. Jedt)ch so se
dorch vorheffliche örsaken nit so vaken to hope kahmen konden, mogen
die classes darin vorsehen, wol verstande dat se iipt minste alle 14 dagen
bieinkahmen moeten. Und soferne jemandt dorch kranckheit offte andere
noedtdringende oersaken nit kahmen konde, sall deselvige (sine orsake
dem classi to erkennen gegeven hebbende) unschuldig wesen.
[11.] Entlich, dewile alle dieneren (Godt bethere ijdt) nit so erfahren
sint, dat se den disputationibus praesideren konen, ijs vor gudt angesienn,
dat de classes nit per ordinem promiscue, sondern de aUergelehrdestenn
ende geschickesten tho praesides disputationum erwehlen , ende ijn anderen
saken andere praesides mith meisten stemmen stellen solden.
[12.] Nha gedahner subscription ijs aver alle dienarenn van Stadt
ende Landen censura morum geholden.
[18.] In dersulvigen censura hebben alle dieneren des landes, de
unstralflich befunden sint, den geboerlichen eedt gedahn. Mith den andern
a verst ijs up dese wise gehandelt.
14. Thom ersten is Petrus Mijlitts um veler missdaden willen van den
dienst geheel vörstoth. Marten Kuper ijs uperlecht, dat he sich des dienstes
entholden sall, ende hebben ehm de h. Gedeputerde Staten 20 dall.
belavet, dat he darmede sin kuperampt wederum dohn moge.
15. JoANNES Artopaeüs ijs belast, dat he sich van nijen examiniren
laihcn sall, ende so he ijn dera examine vitae et doctrinae wol besteith,
mogen de dieneren des classis ehne tholathen. Wo niet, mogen se ehne
mith vorwilliging der hemn mith een schoeldienst vörsien.
IG. JoHANNES Arnoldi end Johannes Bartholomaei solen sich des
deinstes entholden, ende updat se ijn ehreni grawen older neen gebreck
liden mogen, ijs ehnen sub specie eleemosijnae vörgunnet, dat se tho
ehrer liffstund ehre lehnen beholden mogen, mitz dat se den eedt van
getniwicheit dohn ende sick still, fredesaem und fraraelick holden soDen,
ende dat idt ock nit in consequentie sall getagen worden, wolvorstahnde
dat ijdt tho der heren discretie sthan sall , offt se desulvigen mith andern
underholt vorsien ende deneren ahn hore plaetsen stellen willen.
17. Gerhardus HiDDiNGnrs und Hixricus Suitlarensis solen van nijen
van ehrem classe geexaminert werden, ende so se in examine doctrinae
wol besthaen, mogen de denere se continueren. Wo nit, mogen se dohn,
als ydt ehr dunckt ahm stichtelichsten te wesen.
IS. EvERARDUS BoMMELiüs ct JoANNEs Clettingius siut tho 2 macutcn
van ehren deinst, ende tho ein maent van ehrer gagie gesuspendirt.
19. JoHANNES CoNRADi ijs vor ciuc macut van sinen deinst ende gagie
suspendirt.
20. Henricus Bokelmaw ijs vor twe maenden van sinen deinst, ende
vor eine maent van sine gagie suspendirt, ende wordt die executie van
der suspensie van der gagie den classibus ijn de handt gestellet thot
profit der armen.
21. So dese suspensi durende de tidt ehrer suspensie sich stichtelich
end wol dragen, solen se van ehren classibus van nijen (utgenhamen
EvERARDO BoMMELio ct JoANNE Clettingio) cxamincrt werden. Ende so
se ijn examine vitae et doctrinae wol besthaen, mogen se continuert
worden. Wo nit, mogen de classes darin vorsien nha behoren ende nha
luidt der kerckenordening.
22. JoANNES Christophori end Hermannus Curistophori sollen ock
up gelike wise van nijen geexaminert werden , ende darnha entweder ijn
ehren dienst gecontinuert edder suspendirt werden , gelick van den vorigen
suspensis geschreven ijs.
23. Patroclus Bokelmannus sal van Nicasio ende M. Joachimo worden
geexaminert, ende sullen desulvige examinatores vörraahnet sin dat
examen tho scherpen nha ehren besten vermogen, updat de junge man
tho ein unstrafflich levend t end flith ijn studierende gedwungen werde.
24. De nu van desen suspensis ende donuo examinandis , nomlich van
GlUSUARDO HiDDIWGlO, HeNRICO SuITLARENSI , JoANNE CllRlSTOPnOKI , UeK-
8
MANNo Chkistophori et Patroclo Bokelmanno ijn dem examine geapprobirt
worden, sollen ijn ehren classibus de ordening underteickenen, und van
den classibus, darvan se geexaminert sin, literas approbationis ahn S.
Gn. ende de h. Gedeputerden bringen. Ende wen se denn oiok van
gemelte herren geapprobiret worden, sollen se den vorbenom. hemn den
eedt dohn, denwelchen andere dienaren gn dem synodo gedahn hebben.
25. Verners sullen de suspens! et denuo examinandi bavenbenömet S.
graeffliche Gn. ende den h. Gedeputerd. ijn bijwesende aller deneren des
sijnodi belaven, dat se sich femer vor drunkenschop ende andere feilen,
darvan sie vörmahnet sint, wachten willen , ende dese nhafolgende formnl
mith ehrer handt underteickenen:
26. lek N. N. belave S. graffliche Gn. ende den E. E. Gedeputerden
Staten der Stadt ende Ommelanden van Groningen, dat yck mi van
drunckenschop ende andere feilen , darvan qck ijn desem synodo vörmahnet,
wachten und mij nummermehr darmede beschmithenn will, ende soferne
ijck dese mine beloffte nit holde, sondern wethelicken avertuget werden
kahn, dat ijck mi ijn dissen wederum vergrepen hebbe, so wil ijck
dateliken van minem dienste afftreden, ofFte bun thofreden, dat ijck date-
licken van den classibus removirt werde, ende belave als ein man van
ehren, dat ijck S. Gn. ende den h. Gedeput. om ijn miner beroping
gecontinuert tho worden nit wil lastich wesen, welches ijck mith miner
handt hirunder gesethet belove end betuige etc.
ünder dem principale van desen, so ijn dem collegio bij den h. Gedep.
Staten van Stadt end Ommelanden van Groningen ijs benistende, stunden
dese nhavolgende namen mith verscheidenen handen geteickent.
Suspensi: Geuhardüs HinorNGius, E^'ERAIU)us Bommeliüs, Johannes Clet-
TINGIUS, JOHA^S'NES CoNRADI, HeNRICUS BoKELMANXIJS , HeXRICÜS SuITLAREXSIS ,
JoHANNES Christophori , Hermannijs CflRiSTOPHom, Patroclüs Bokelmannus.
27. Dewile ock grothe dachten gehöret worden van Hermajnno, dener
tho Ulderum, so sal de classis, darunder he staeth, scharpe inquisitie
hirvan end censuras institueren, und so he befunden wurde evenso schul-
dich to wesen alss de vifF suspensi ab officie, so sal sie hem evengelick alse
desulve suspenderen ende van een monat gagie privern , etc. Mart. Lydius. i)
28. Idt ijs ock ijn desem synodo beschlaten , dat de classes denjenigen ,
de um ehr quade levendt so removirt werden, nit alleine geene tuchenisse
geven sondern ock densulvigen ijn andere lande nhaschriven sullen. Ende
sullen die classes hirin getruwelick handelen.
1) „Mart. Lydius" outbreekt in YY.
29. Dewile ock dat examen van etzlichen, die thovören presteren ge-
wesenn sint, niet so emstlich geholden ijs, alss ijdt wol behörde, ende
se ook nit so woU geantwordet hebben, als ydt wol behörlicken was, is
beschlaten, dat Johannes Tjaxten, Hermannus Mullerus, Johannes Meer-
wicK ende Egbertüs Menoerinck ijn ehren elassibus van nijen geexami-
neret werden sullen , ende so se yn examine doctrinae et vitae wol besthün ,
mogen se oontinuert worden. Wo nit, moth mith ehnen alss mith den
vorigen suspensis gehandelt werden, wolvörstande dat wen se ijn dem
examine vara classe approbert worden , de kerekenordening underteiekenen
ende literas approbationis a elassibus ahn S. Gn. end den h. Oedeputerden
bringen ende densulvigen hem den gemelten eedt döhn sullen.
30. Idt sall ock ein jeder van denen, de thovören presteren gewesen
sint, ende nit die formulam revocationis, de Antonhis tho Groningen aff-
gelesen hefft, apentlicken ijn ehre kercken gedahn hebben, desulvige noch
ijn ehren elassibus ijnn bijwesent twijer edder drijer carspelluiden vor
allen predigeren des classis afflesen etc.
31. Ahnghaende die deneren des Oldenampts, die noch nit togelathen
sint, alss Ludovicus Lohuis, Henricüs Swarte, Hermannus Borchiel,
Henricüs Deteri ende Jouannes Joh^innis , desulvige mogen van deneren deser
stadt vor disse reise geexaminert worden, so sie dat stichtich fin den.
Ende die van ehnen in examine doctrinae et vitae besthaen konen, solen
de underschriving end den eedt dohn, alse vor vörhalet, ende mogen
alssdan thot den dienst thogelathen werden. Die averst nit wel besthaen
konen, solen nit thot den dienst thogelathenn werden.
32. Und dewile Ludovicus Lohuis ein prester gewesen ijs, sall he nha
gedahne tholatinge de formulam revocationis bovenvorm. öpentlich van den
predigstoel afflesen, welches van gelicken alle presteren, de henforder
thogelathen werden, sonder j enige exceptie dohn sollen.
33. Idt solen ock die anderen deneren ernstlich vörmahnet sin , dat sie
de examina nit perfunctorie , segniter aut negligenter, sondernn ernstlich,
flitich end truwlich dohn, ende gedencken willen, dat ydt bether sij
einen man propter defectum doctrinae et morum up tho holden alse eine
gantze geraeinte tho bedröven etc.
WiLHEiJtf Ludewig , graff zu Nassaw etc. Martinus Lydius , praeses synodi.
JoHAN T. \\ü Starckenborch. ArnoldüsUthusius, ccclesiae Gi'onin-
gens. minister.
Egbertüs Sigkens , minister veibi Dei
in Groninga, scriba.
Ter ordonnantie van S. Gna. ende die h. Gedep. Staeten vorschn.
S. GocKiN(jA etc.
10
Veneris 14 Maij anno 1596.
34. Nha gedahner censnra ijs van S. graffl. Gn. und den h, Gedeput.
Staten van Stadt und Ommelanden van Groningen geresolvert:
1. Ten ersten, dat S. Gn. und de h. Gedeputerden thot erster gelegen-
heit van alle vörfallende sacken eine richtige ordening willen stellen.
2. Desulven belaven ook uppet allerepodigste eine giide ordening tho
stellen umme tho verrichten , dat de kinderen ter dope gebracht worden ,
und de bijeenkurapsten der Wedderdöperen mochten verhindert werden.
3. Ende updat drunckendrinckent , venstemeringe , openbare arbeidenn
alss plögen \md dergelicken, welche under der predigt geschehn, mogen
verhindert worden, solen uth de name van S. Gn. und hem Gedeput.
mandaten vörfordert werden, in conformite der 64 artickel der kercken-
ordeninge.
4. Dewile ock de kerckhoven behoren ehrlick geholden tho werden,
unde nu vele unordening up densulven gescheht, solen de deneren mith
öpentlicke mandaten geauthorisert worden umme alle unordeninge up die-
sulve tho vörhindern.
5. Die kerckvogeden sollen dorch S. Gn. und die hern Gedeputerd.
belastet worden die vörfallene und thobrackene pastorienn unnd kercken-
huisen uppet allerspodigeste wedder tho buwenn unde tho verbeteren.
6. Die boken unde registern vann kerckenguderen sullen den dieneren
tho handert gestellet werden, und sullen die dienaren met den kerckvogeden
die kerckenguderen mede administreren. Idt sullen ock die reckeningen
ijn ein jeder dorp ijn bijwesen des pastens geschehnn etc.
7. Sovele den preesteren, de ijn dem lande wahnen, ahnghaet, is ge-
resolvirt, dat alle preesteren sonder jemandt uth tho nehiuen dor dat
gantze landt sullen ontboden worden umme den eedt van getruwicheith
tho dohn, ijn welchem sie sich verplichten solen, dat se sich still und
rouwsam holden willen unde nichts noch directe noch indirecte te atten-
teren, dat den kerckendienst vörhinderen mochte, ock niet met quade
exempelen ofiPte aifmaninge des volcks , offte nit met einige gebruick vann
papistissche ceremoniën etwas tho dohn, dat de Reformorde relligie ent-
jegen wiesen mochte, ende so se befunden worden solches gedahn te
hebben, dat sie datelick uth dem lande gebannet worden.
8. Die sendinge van den dienaren en sall niet van den herenn Gedepu-
terden sonder vörwieten des classis, mar nha den 13 end 14 artickel der
kerckenordening gescheden.
9. Die unkosten der classicorum conventuum sullen uth die calenden,
indien desulven dar tho bekahmen, genhamen werden etc.
10. Sovele de underholding der dieneren ahnghaet, sall die 56 articul
der kerckenordening achtervolget werden etc.
11
11. Dat anniis gratdae wort den wedewen der dienaren vörgunnet,
mitz dat de classis, darin de dienar gewesenn ijs, den dienst der karcken
vor dat jShr verrichten sall , offte sall ten minsten de 60 artic. der kercken-
ordning achtervolgt worden.
12. Dar ijn ein dorp mehr lehnen sin alss ein , die mith cura animarum
beswaret sint, sullen desulvigen nit geabalieneret noch ad profanos usus
getagen, sondem ad pios usus, dar sie tho gegeven sint, bestedigt werden.
13. Idt ijs ock billich und behöriich, dat van den kerckenguderen , de
niet tho den dienste der kerckon gebruicket werden, enige studenten ad
studium theologiae underholden worden, unde dat framer praedicanten
kinder dese woldadt mede genieten mogen.
14. Die scholen sullen gereformirt werden nha luidt des 57 und 59
articuls der kerckenordeninge. Und solen die schoelmeisteren denn eedt,
ijn dem 70 artic. begrepen, vor hare classe bij provisie doen.
15. So dar noch enige altaren ijn enige kercken deser provinciën be-
fimden worden, desulvige solen datelick dorch het befehl van S. Gn. und
den h. (Jedeputerden affgeschaffet worden.
16. Und dar die deneren ehre besolding nit wol bekahmen konen,
belaven sine Gn. und hem Gedeput. Staten hoer up foechlichste wise und
manere tho helpen, dat sie ahn hare besolding kahmen mogen. Wo se
ock van gelicken belaven den denaren gude audientz tho gunnen und haer
die getruwe handt tho beden ijn allen dingen, die thot befordering der
waren religie deinstlich sin mogen.
17. Entlich belaven ock die hem Gedeput. Staten sul vest ock die
kerckenordening und resolutie up desem synodo gemacket sovele mögelich
tho achtervolgen und handt tho havenn etc.
Wn.KELM LuDFVviü, graif zu Nassaw.
JOHAN VAN StERCKENBORCH CtC.
Acta tertiae synodi provincialis.
1. Anno 1597 den 4 Aprilis stijlo veteri sindt die vullmachten , dienerenn
und olderlingen aller dassen deser provincie , den synodum tho celebrircn
gedeputiert nha inholdt der kerckenordeninge und uthschriving siner Gn.
stadtholder unde der E. E. h. Staten, alhir binnen Groningen noch up
dithmael erschenen, uth örsaken dat het vör disse tidt ijn den Dam, ge-
lick ijn den laest vorgangenen synodo bescldaten was , van wegen periculen
nha gudtduncken S. G. und der h. Gedeputerd. Staten nit kondc geholden
werden etc.
12
2. Sint darbenevenst ock mede iip dem synodo erschenen die E. E.
Philipfüs Meckem^v, State, unde die E. E. Dodo van Hamswer, alse ge-
commithert van wegen S. G. und die E. E. h. Gedepiiterden Staten umme
dem synodo bij tho wahnen und tho helpen dirigern etc.
3. Volgens hefft der E. E. Philippüs Meckema vorgeschreven die pro-
position gedahn mith vörklaringe der orsaken deser synodalissche vörgade-
ringe und geboer eines jeden viülmachten up demsulvige.
4. Daniha hefft D. Arnoldus, diener deser stadt, uth begerte- der
vulmachten dat gebed! gedahn umme einen praesidem und scribam tho
erwehlen. Sulckes gedaen wesende sick gesethet umme die suffragia to
colligeren, is bij den meisten stemmen D. Joannes Bogermannus, alse
pastor ijn den Dam, tho ein praeses synodi, und D. Hieron. Attena, pastor
tho BafFelt, tho ein scriba, und D. Joajjtnes Nicasius, pastor thot Middel-
stum, thom praesidis assessor eligirt.
5. Vörts hefft praeses vorgeschr. dat gebedt gedahn vör de gantze
sake des synodi, und darnha affgeeisschet den vuUmachten des synodi
ehre credentzbrefen.
6. Worden befunden de namen der vullmaehten alss desse:
ex classe Groninghensi : D. Fridericus Ruardi, D. Arnoldus Martini
ÜTHusnis; olderlingenn die E. E. Ludovicüs Hoerenkens, die E. Eilardus
Almha;
ex classe Dammonensi : D. Johannes Bogermannus , D. Rudolphus Arto-
PAEüs, D. SiMON Philaetjs; olderlingh Jaoob Romberts ijn DelfFzihD;
ex classe Loppersumana : D. Leo Abeu, D. Wulfgangus Agiuck)la,
D. SiBRANDüs Adriani; olderlingh Nicolafs Reuthfeldt;
ex classe Aliddelstumana : D. Joannes Nicasius, D. Regnerus Adolphi,
D. WiBRANDus Georgii; olderlingen die E. E. Nicolaus Schafeer, die
E. E. TiVKO Brörssma;
ex classe Enerumana: D. Hier. Attena, D. Andreas Aluart, D. Tomas
Siel^iannuö, D. Joannes Molanus, D. Hermannüs a Besten;
ex classe Oldenampt: D. .Ioannes Sprengerus, D. Joannes Mensing;
olderlingh Luwerth Sebens.
7. Deser dassen credentzbrefen sintgetönet, gelesen und angehnamen.
Is hirmedo de erste session geschlaten. Und heift die E. E. Philippüs
Meckema desulve credentzbreve mith sich genhamen umme den h. Gede-
puterd. in collegio tho tonen.
Sessie 2 antemeridiana 5 Aprilis.
8. Erstlich ijs ahn platz des E. E. hern State Philippi Meckema van
13
dem oollegio der h. Staten gecommitheret und iip dein synodo erschenen
die E. E. Joiian Rengers nefens dem E. E. Dodo Amsweer iimme dem
synodo vordahn bij tho wanen iind helpen dirigeren.
9. Sint damha die acta des vorgangenen synodi gelesen. Und overmitz
swarieheit movert worde bij die sambtliche dieneren deser provinciën up
etzliehe puncten der kerkenordening und des laestvörleden synodi umme
gn allen stucken desulve strictelicken tho underholden, is geresolvirt,
dat sovele mogelich imde stichtelick, ook Oades wordt und die kercken-
ordening der ünierden Provinciën gelickformich desulve solen underliolden
worden etc. Und dewile sich die deneren beklagen, dat die decreta des
vorgangenen synodi nha luidt S. Gn. unde der h. Staten belöfften noch
nit geeffectuirt, wort begeret, dat solches alssnoch moge geschehn etc.
Sessio 3 pomeridiana.
10. Damha up dat anderde gravamen belangende den doep der kin-
deren und copulation der eheluden is beschlaten, dat gehne kindere
gedöpet und ghene eheluden sullen gecopulirt worden, dan alleine nha
gedahner predigt opentlichen yn der kercken.
11. Und wat ahngaeth dat klockenluiden des morgens, middages und
des avendes up den dorpem, sall ein jeder denner soliches affschalfen
soveel mogelich.
12. Belangende die ceremoniën bij de begraffnissen der doden, alse
den process um den kerckhöven, dat sethen der doden ijn der kercken,
sall ein ider diener datsulve tho behinderen sin beste dohn.
13. Ahngaende den lickpredigten sal sich ein ider hebben te reguliren
nha inholt des articuls der kerckenordening darvan meldende etc.
Sessio 4 antemeridiana 6 April.
14. Quaestio gemoveret van den gesanck der kercken vör und nha
der predigte, is geresolvert, dat men in genere sich sal reguleren nha
den artickel der kerckenordening, und wat ahn einem idern platz ahm
stichtelikesten sin mach.
15. Belangende de beroping und sendinge der dienaren wert geresol-
virt, dat hirinne sal gehandelt worden nha luidt des 13, II, 53 articuls
der kerckenordeninge und des lasten synodi genhamene resolution, wol-
thovörstaende dat die beropinge und sending der dieneren van den E. E.
h. Staten und collatom geschehe nit anders dan met adviss der gemeinten
und des classis.
16. Bij die inconvenienten und missbruck der matrimonialsaken und
14
prövestijen ijs besloten, dat bij S. Gn. und de h. Staten solches aflf tho
schaffen sall vörsocht worden.
17. Dat ook sekere judices uth ecclesiasticis und politicis viris in
matrimonialibus caussis mogen gestellet werden.
18. Wat ock ahnghaet den missbniick der praebenden und ecclesias-
ticale guderen, sall bij S. G. und die h. Staten umme ijngeliken darinne
tho remedieren nha luit des 55 und 58 articuls der kerckenordening
vörsocht worden.
19. Up dat ijngebrachte gra vamen des 51 articuls der kerckenordeninge,
belangende den censuram der predigeren, sall desulvige alleine geholden
worden mith den membris ecclesiae, oifte dar gehne membra ecclesiae
sint, mith den gudtgunneren und lieifhebberen der Reformerden relligie,
und nit mit den calumnianten und verachters dersulvigen etc.
Sessie 5 pomeridiana.
20. Wat dat gravamen van de secte der Wedderdöperen ahngaeth, is
geresolvert, dat ehnen beide öpentliche und heimlicke vorgaderinge und
exercitien ehrer religie van der hogen avericheit sal vorhindert worden,
nha luit dat tractat van Stadt unde Ommelanden dessen ahnghaende.
21. Imgelicken ijs besloten, dat alle wedderspenstighe papen, schoel-
mcistem und kosteren, de den loep des h. evangelii verhinderen, und
also tegen ehren gedahnen eedt handelen, van S. G. und den h. Staten
mogen vann ehren diensten unde profiten geprivert und uthgesethet worden.
22. Up dat negende gravamen belangende den dieneren, die ijra paust-
dome gestanden hebben und nijelick gereformirt sint, ijs geresolvirt, dat
die, welcke ijn ehre plaetsen stichtelick befimden worden, sullen mogen
darsulvest continueren, doch nit mehr alss ein platz bedienen. Und so
hiertegens van jemant möchte peccert worden , sal diesul ve der h. Staten
\md des classis straffe underworpen sin etc.
23. Dewile ock ijm latestgeleden synode etliche gereformirde pries-
teren wedderum thom examen geremithert sint, solen de classes desulven
mith dem spodigesten examineren, und de unduchtigen de facto removiren.
24. Vorder ijs geresolvirt, dat bij den h. Staten sall angeholden wor-
den, dat frome kerckvogeden und lieffhebbers der relligion mogen ijn
allen dörpem erwehlet worden, unde dat giene kerckvogeden ahne des
pastens vorwieten und believen mith den kerckenguderen sollen mogen
handelen , nha vormöge der resolution des 6 artickels des kestgeholdenen
synodi.
15
25. Belangende dat gravaraen van die vf5rhnringe der pastorienlanden
wert einem jeden prediger sine lande to vorhnren frijegelathen nha vör-
möge des landtrechtes etc.
26. Dewile schwaricheit vörgefallen, alse wohr men hernhamals die
classes solde holden . so ijs beslaten , dat solches ahn die ordere , da vor-
gangen jahr die byeinkumsten gewest sint, behörde geschehn nha luidt
des 7 articnls der kerckenordeninghe , doch dat die broderen van die
kosten und behuisinge mogen dispensiren nha gelegenheit.
27. Belangende den punct van die vacirende lehnen sal bi sine ön.
und den h. Staten vörsocht werden, dat midlerwile gelichwol die up-
komsten thom kerckendienste ahngewendet werden.
Sessio 6 antemeridiana 7 Aprilis.
28. üp dat gravamen der schoelmeisteren is geresolvirt, dat ein ider
dorp mith ein frame und stichtelike schoelmeister sal vorsehen worden,
dat ock bij den h. Staten sall ahngeholden worden umb bij die landt-
schappe tho vorsöken, dat ock ijn den lande mede etzliche gude scholen
upgerichtet unde middelen dartho mochten gefunden worden desulve
tho underholden, und dat ehn de behusinge moge upgerumet worden,
mitz ock dat herentijegen alle unduchtige, Wedderdopersche, Papistische
und wedderspenstige mogen removirt worden, updat der jögent dat vor-
gifift nit geinstillert ofFte ehre sinne dorch unordentlich levendt vorkehret
werden.
29. Dat gehne eheluden van enige dieneren gecopulirt worden, idt
sq dan dat se bevörn gude attestatie bringen, also dat sie wethelick
sonder vörhindering proclamiret sint up de plaetsenn, dSr solckes tho
geschehn behoerlick ijs, nha luidt des 65 unde 66 artickels der kercken-
ordeninghe etc.
30. Dat nichtes, welches der Reformerden religiën entijegon, offte
enige famose schrifften, ock gehne andere unstichtelicke , lasterlicke
dingen gedrucket ofFte vörkofft mogen werden, oifte wör sodanige boken
offte schrifften gefunden worden, dat desulven van den h. öedeputerd.
Staten geconfiscert worden, und alles nha inholdt des 71 articuls der
kerckenordeninge.
31. Dat ock armenordeninge ijn ein ider dorp nha uthschrivinge dero
h. Staten ijngestellet, unde umme middelen sodaniges tho effectuiren up
den landessdach moge vörsocht worden.
32. Dat gehne dieneren solen enijge bedelaren testimonia passiren,
darmith se imimelopen unde andere luiden nnd kercken beswaren, idt
8^ denne, dat de hoge noidt in.classe erwagen solches eijscliet.
16
33. Dat die missbruik der Sondagen , bedel und vasteldage mith arbeiden ,
plögen, vensteraeringe , gasterijen, vastelaventsbieren , supen und f reten,
spelen und dantzen, ook die profanation der kercken und kerekhoven,
alse ook gansetrecken , haneschmiten unde andere unstichtlicheiden mogen
vörhödet unde gewehret werden.
34. Dat ook de Wedderdoperen mochten geholden werden tho contri-
bueren thot underholding der gemeinen armen.
35. In saken Arnoldi REMBACHn, collegae pastoris tho Bedum, ijs
beschieten, dat twe pastores und olderlinghe uth dem synodo ahn sine
Gn. sollen gesunden werden vor Arnoldo tho intercéderen, dat he van
die importuniteit der collatoren moge befriet werden und ehme sine
underholt gepassieret.
36. Darbenevenst ock mede tho vorsöcken, dat die dieneren ten platten
lande van die extraordinarij schwaricheit alse ock van die contributie
der salveguardi mogen gefrijet werden, datwelckes also in continenti
van desulvigen gecommitherden personen geschehn ijs. Und wedderura
ijngebracht, dat S. Gn. belovet des synodi vörsöck mith allem flithe tho
efFectuem. Und fort des synodi gecoramitterden ahn die G«deputierde
Staten geschicket , updat desulve ock hirinne ehr ampt mochten verrichten.
Hefft ock vorts S. Gn. alle andere decreta synodi ijnt werck tlio stellen
sich erbaden.
Sessie 7 pomeridiana.
37. Petro Scepeutio ijs up sin vörsöck audientz vorgimnet, unde
nha vörhoer siner verklaringe und sekere getugen van dien is bij dem
synodo geresolvirt, dat he den tidt van 3 monaten van sinen dienst sall
gesuspendirt sin van wegen verscheidene enormia vitia, darvan he be-
schuldiget. Solen midlerwile van dem Middelstumana und Baffloana classe
etlicke pastoren dartho gecommitteret die sake grundtlich vornehmen und
ventileren, und forts darinne dohn nha behörenn.
Sessie 8 antemeridiana 8 April.
38. Is van den sambtlichen bröderen vorgegeven, also dat sie nodich
wehren bij ehren kercken wegen des ahnsthaenden Sondages dienst, dat-
welches by den E. E. hem Gedeputerden Staten und dem synodo ijs
gudtgef unden , und up kumstigenn Mandach den 11 Apriüs wedderum tho
erschinen geschloten umme folgens die synodalische saken tho endigen.
39. Wat ahngaet die verteerde kosten, bij AMELiNoroM geschehn ijn
sekere twist tusschen Isubrandum BiLAin)T unde etlichen bröderen des
classis Enerum , wert van dem synodo upgelecht allen dien , de dat erste
17
testimonium, hem gegeven, hebben willen infirmeren und sick ehm
entgegen gesettet, sollen geholden wesen, desulve kosten gelicklich tho
dragen und desulven penningen mith den ersten in handen van Andrea
Alhart over tho leferen , van diewelcke Amelingius sodahne sine kostenn
sall mogen ijnmahnen.
40. Dewile Hermannus Chistophori, gewesener diener ijn Adwert,
beschuldigt und avertuiget ijs van sekere schware sunden alss horerije
und vechten, unde daraver van den h. Staten nha entfangener instructie
van sinem dienste gentzlich geremoviret, so approbiret die synodus die
sententie der h. Staten nha luidt des 50 artickels der kerckenordeninge
und des 27 articuls des laestgeholdenen synodi , van Hermanno als andern
mehr mith eigener handt underteickent, und belastet dem classi Middel-
stumanae umme reden mith Hermanno tho handelen nha vfimi^ge der
disciplin unde kerckenordeninghe etc.
Sessio 9 poraeridiana 11 Aprilis.
41. HefFt einer mith namen Sebastianus Heltt, diener des wordes
uth dem Sticht Uthrecht, alhir sinen dienst gepraesentirt. Is ehm uperlecht
in synodo tho proponiren. Datwelch geschijet sinde, is ehrae vam synodo
geantwordet, dat men sin name solde ahnteickenen und tho gelegener
tidt gedencken.
42. Up die klage des schoelmeisters van Garnewertt, a ver sine kerck-
vogeden gedahn, alse dat sie ehm kosterienlande afftrecken, wert dem
classi uperlecht bij den h. Staten vor ehme tho intercéderen umme ge-
holpen tho worden nha luidt de genhamene resolution des 14 gravaminis.
43. JoHANNES CLETTiNoros wort nha luidt des Middelstumanae classis
gegevene sententie van dem ministerie ijn den Ommelanden gantz gere-
moviert.
44. JoHANNES CoNRADi, beschuldiget sinde van druncken schop , wert
geremittert ad classem umme darsulvest sich tho purgeren.
45. Alexander Tilekingius sall gantzlichen vam ministorio geremovirt
bliven, dewile dat classis ehne vorhen nit hefft thom examen admitteret,
und he gelichwol ijn den dienst contumaciter tegen des classis beleven
vortgefahren , doch dat he van dem classe yrgents thom schoeldienst
mochte verholpen werden umme also tho vörnehmen, ofPte he thora
kercken dienst mochte bequem worden.
4G. Dewile sick eine persone tho Oldenkercke thom dienste hefft ijn-
gedningen, sall by den h. Staten vörsocht worden, dat he mach uthge-
wesen worden.
Ada tyn. provinc. VIL 2
18
Sessio 10 antemeridiana 12 April.
47. ÜARTEir EuPEBS sake sall bij de resolutie ijm latstgeholdenen
synode genhamen vorbliven.
48. Patrocu Bokelmawiq examen wert van dem synodo ijn sinen
werden gelathen , vor sodahne alss ijdt ijs , nha mithbeleven der h. Staten ,
alss ook de underschrivinge des artickels belangende den censur des
laesten synodi van Patroclo geholden. Dith alles umme reden, wowol
Patroclus Bokelmannus sich beklaget, dat he nit wider hebbe under-
schreven, alse sin examen belanget
49. Hefft ock Patroclus Bokelman sine schüldt bekennet wegen dat
schrivent aver dominum Feitonem gedaen, und ehm um vörgiffnisse
gebeden, gelick gescheet.
Sessio 11 pomeridiana.
50. Is geproponiret die frage, offt ock ein mann siner vörstorvenenn
hüssfruwen süster ter ehe nehmen mag, und genhamen hebbende, offt ock
ein diener sodahne luiden sall mogen copuliren etc. Wert van dem synodo
geantwordet : gantzliken neen , unde dat uth krafft des godtlicken wordes
und der gepublicerden eheordeninge der benaberdenn provinciën.
Sessio 12 antemeridiana 13 Aprilis.
51. üp vergeven und schrivent des Antonh Nicolai, alse dat he van
dem classe Middelstumana thom predigerdenste sole thogelathen sin,
hefft dat classis geantwordet solches falsch tho wesen und erdichtet.
Ordelt darum synodus ehne geheel unbequam, \md dat he nit sall tho-
gelathen werden umme reden, den synodum dartho moverende.
52. CoimADüs Dux sall sine sake in classe vorstellen und darsulvest
affhandelen lathen etc.
53. Dewile dat classis tho Enerum sick vorklaret, dat Joannes Berger,
pastor tho Vischfleth, gevoceret umme tho compariren sich geweijert
hefft, wert ehme upgelecht van dem synodo sick vordahn mith dem
negesten classe tho voreinigen und die vorgaderinghen bi tho wahnen
nha luidt dess 8 artickels der kerckenordeninghe. Bij faute van dien sal
dat classis tegens ehm kercklick procederen.
Sessio 18 pomeridiana.
54. Is beschlaten , dat de monnicken und beginen , diewelcke jahrlicke
pension hebben, nit solen mogen bij den andem bliven, sondem uth ehre
kloster und contuberniis van einander scheiden worden unune sekere reden.
55. Wat anlanget dat gra vamen des nationalis synodi, is geresolvirt,
dat 80 enige wider vorschrivinge van die kercke thot Amsterdam mochte
19
kahmen, sollen alssdan die vüllmachtenn der dassen convocirt worden
umme van die gravaminibus communi consilio tho deliberern , tho schluten
und aver tho schriven, alsö sie sullen befinden nutz und nodig tho sin.
56. Belangende die dre platzen, alse dat Westerquartier , Grönningen
und dat Oldeampt mith Wedde, dar bethhero ghene ordinariae classes
geholden sin, is beschieten, dat die dieneren under diesulvige sortirende
nu vordahn ordentliche vorgaderinge solen holden, alse andere nha vör-
möge der kerckenordeninghe.
57. Ock mede bij sin Gn. tho vörsoeken, dat de landtschoppen Drente
mith reformierde predigem vörsehen, und die papistissche dienst und
priestem affgeschaffet unde geremovirt worden.
58. Sovele den platz des kunflftigen synodi belanget, is beschlaten mith
gemeinen stemmen, dat desulvige sall ijn den Dam geholden worden anno
98, up bestemder tidt nha luidt dero kerckenordeninghe.
59. Sint ock uth allen classibus deputati synodi erwehlet. £x classe
Gronningana: dominus Joachimus Warnekus, D. Aknoldus Martini Uthusius ;
ex classe Dammonensi: dominus Johannes Bogermaxnus, D. Theodorus
Clinghamerus ; ex classe Loppersumana: dominus Leo Abeli, dominus
WiTLFGAXGXJS Agricola ; cx classo Middelstumana: dominus Johannes Nicasius,
dominus Reoxerus Adolphi; ex classe Enerumana: dominus Hieronvmus
Attena , dominus Hermaxnts a Besten ; ex classe Suethomiana : D. Thom.vs
Stelmannüs, D. Michael ToxitesI); ex 01damptia2) et Weddensi: D.
Joa>'ne8 Sprengfjius, dominus Joannes Mensln(j. Tho dem ende dat sie
alle vörfallende saken, die yn classibus nit konen affgehandelt worden
van dem classe, alwar die schwaricheit vörfallet, thosamen geropen wor-
den umb diesul ve nha kerckenordeninghe tho vörslichten, und dat vor
den tidt van dith lopende jahr beth up den nahestkamenden synodum.
60. Lestlich sint ock veer vulmachten gedeputieret , alse D. Joannes
BOGERMANNÜS, D. JoANNES NiCASroS, D. LeO AbELI, D. ArNOLDUS MAltTINI
ÜTuusius, umme mith requesten bij S. Gn. und die h. Staten tho vörsöken,
dat die decreta synodi mogen geeffectuirt worden.
Aldus gedahn is die synodus ijn frede mith dancksegginge geendiget
up hüeden den 14 Aprilis anno 1597.
J. BoGERMAN, pastor Dammon., praeses synodi.
JoHANNEs NicAsrcs, assossor.
H. Attena, pastor in Bafflo, synodi scriba.
1) „Toxit€8" YY heoft „Taxites."
2) „ex Oldaniptia" YY heeft „ex clasw Ohlaiiibtina.''
*>*
20
Acta quartae synodi promncialis , binnen Appinga-
dam up den 25 doch Aprilis anno 1598 vörgelopen^
gedecidirt end affgeJiandelt ^ als folget.
Erstlich , dewile up den andern Maendach nha Passchen nha die ordening
van der kercken ende resolutie, up laestgeholdenem synodo genhamen,
die synodua thosamen gekahmen , sin etzliche laet , etliche alss het Wester-
qwartier eflfte classis nit gekahmen. Is die sessie des dages iipgeschoven ,
umdat nemant van enig praejudicio tho beschuldigen hedde.
Sessio 1 antemeridiana 25 Aprilis.
Nha gedahnem gebede van D. Bogermanno , des vörflatenen jahres prae-
side, heflft der edler ehrenf. juncker Johaj^jn Rengers ten Post, welche
mith den E. E. hem Dodo van Amschweer wegen der provinciën gecom-
mitteret, propositie gedahn und dat christliche gebruick umme synodum
tho holden und tho continueren alss nödich end seer profitlich tho erbu-
wing der gemeinte Christi und ahm meisten thot vordering des namens
Gottes gepresen, ock die ahnwesenden broderen vörmahnet umme alle
unordening , die ijn lehre unde levendt mochten ijnrithen , afF tho schaffen
end tho verhinderen. Darup van D. Bogermanno uth name van allen danck-
segging gedahn sinde, is ördentlicher wise in electionem praesidis et
scribae getreden, imd dorch gemeine stenmien end suffragien D. Joan.
NiCAsnjH, praedicant der gemeinte thot Middelstum, in praesidem, ende
D. Leonem Abeli, deener des wordes thot Loppersum, ijn ein scribam ge-
constitüert, welche sich up ehre platsen gesettet. Und hefft D. Nicasius
praeses van een ijglich classe die credentzbrefen aifgeeisschet, welche nha
einander dorch den vorgess. scribam ordentlich vorgelesen, und darnha
sin die classes, die eine vör de ander nha, upgestanden und censuram
vorwachtet. Is up ghene credentzbrefen noch personen, sowol predicanten
alss olderlingen, enige upsage offte vörhindering gefallen.
Die gecommitterden uth ein jeglichen classe sin dese, wo folget:
uth Grönninger:
D. Arnoldus Martini, 1 diener des ƒ Groningen,
D. SmoN Joh. Phileus, ƒ wordes tho [ Harenn,
die edler ehrf. raetsheer Lambertus Hörenkens, senior;
uth Damster:
D. JoANNES BoGERMANNus, | diener des
D. TuEODORXTs Elingkhamerüs , ( wordes in
JoHAN Olghers, olderling;
Dam,
Tiamschweer ,
21
diener tho
}
dienere in
uth Loppersumer :
D. Albebtus Lomeyertjs,
D. Henricüs HoBmoius,
D. Leo Abeli,
uth Middelstumer:
D. JOAXSES NiCASIUS,
D. Albertüs Güilielmi,
Ghale Peterss, olderlinghe;
uth Baffelder classe:
D. Hermannub a Besten,
D. Heeroxymts Attena,
D. Andreas Strateman,
uth Oldeambster:
D. Sebastianus Hermanni,
D. WlOBOLDÜS H03tfERI,
die erbare üpeke Herens, olderlinghe.
Stedum ,
Sandt,
Loppersum ;
ƒ ffiddelstumb,
\ Meden der Uthhüser,
dener ijn
}
diener tho
I
WerfThusen ,
Baffloe ,
Saxenhusen ;
Meden n ,
Midwolde ,
1. Himha ijs erstlich geresolvirt up den 9 artickel des laestgeholdenen
synodi, die dar meldet, dat bij S. Gn. und den h. Staten vörsocht sall
worden umme alle gude ordeningen end resolutien ijn effect tho stellen,
namelich dat bij de h. Staten sall ahngeholden worden, dat dith punct
inede in propositionibus up den landtssdaeh niöge «'Weergegeven werden.
Damha ock dat up den ersten ahnsthaenden landtsdaeh persönlich veer
personen, ein prediger uth Groningen, te wetlien D. M. Joachimus Wer-
NERUS, ein olderiing D. rector übbrts und D. Joannes Nicasiijs end Leo
Abeli, in synode dartho gecommitteret, sullen erschinen und niundtlich
stuekeswise alle gude ordeningen, so rede gemacket und noch gemaket
mochten werden, vorstellen, darup handthaving, promotion und executie
versöcken , dat desulvige ijn effect mochten gestellet worden , wente sonst
sOlen alle gude ordeningen nichtes, vorgeves und idel sinn.
Sessio 2 pomeridiana.
2. Is thom andem van einem der affgesanten hern van Groningen, tho
wethen van dem E. E. radtshern Lambekt Hörentiens, geproponirt worden
last und befehl van dem erbam radt tho hebbende dem synode nit bij
tho wanende, idt sij den dat synodus ynwillige up ahnstanden synode
aver ein jahr nit ijm lande sondem tho Grönningen bijeinkmnpst tho
holden , end also volgents alle twe jahren , dewile de stadt van Grönningen
jummer vor de halve provincie gerespectirett moeth werden. Is geresolvirt,
dat nachdem vorhen van den stenden deser provinciën sekere ordening
der kercken gestellet und ijn deser saken uthdrückliche dispositie geschehn ,
22
die van allen dieneren ook nieth dem eede hebben molen ahngenhamen
werden, van soleher ordening nit konde affgetreden worden, beth dat
bij den provinciën anders darin vörsien mochte werden.
3. Up den 16 und 17 articul ijs geresolvirt, dat ijn desem synodo
Bekere reformatie der prövestijen sall gemacket worden etc.
4. Up den 18 artickel van dem missbrüick der praebenden imd eccle-
siasticke guderen ijs nochmals beschlaten van den gecommitterden des
synodi up den nhaesten landtdach solches tho remonstrem. Also werden
ock gelaten de 20 und 21 artickelen etc.
5. üp den 22 artickel wert einem jedern classi vam synodo uperlecht
densulvigen ijnt werck tho stellen und ehr beste tho döhn.
6. Up den 24 articul des lastgeholden synodi mith noch den 5 end G
articul des synodi anno 9G is geresolvirt , dat desulvige bij den E. E. hem
moge vorsocht werden umb in effect gestellet tho worden , gelich ock dat
die kercken van Wittewijrum, ten Buer, Clösterburen , Adewert, diewelcke
karspelkercken sin, mogen reparirt und upgemaket worden, idt sij van
den rentemeistern dorch generale ordinantzie , offte dat sekere landen thot
der kercken underholt gedisponirt worden, dar korckvogeden aver ge-
stellet worden.
7. Den 27 artickel belangende is geresolvirt, dat bij S. Gn. ende den
h. Staten Gedeput. alssock up den landesdach vorsocht mochte worden,
dat die vacirende pastorien, vicarien, praebenden mogen versien worden
\md vam dienst der kercken, so dartho gehören, nit affgetagen worden.
Sessio 3 antemerid. 2G Aprilis.
8. Nha gedahnem gebede hebben die affgesanten van deme Westerschen
classe van Adewert, die um reden nit ehe hebben konen erschinen, ehre
vuUmacht vortönet, darin genominert: uth Adewerder classe D. Thomas
Stalmannus, diener tho Garnewert, D. Robertus Wifpingius, [diener tho]
Adewertt, de E. E. Jacx)b de Froma, olderlingh. Welcher vulmacht gelesen.
is geresolvirt, dat vorgeschr. personen genoehsam lieff und werdt alss
ledemathen desös synodi ahngenhamen sin. Damha umb absentie dessul vigen
classis sin de acta des vörigen dages vorgelesen. Und alse tho dem 2
articul gekahmen , hefft de E. E. ratsheer nochmals vorsocht bij der vorigen
resolutie gestellet tho werden, dat die gecommitterden mede bij den h.
Staten anholden umb ijn den propositionibus for dem landtssdage dith
stuck, dat de synodus upt komstige jahr ijn Groningen mochte geholden
worden, mede vorsocht. Darüp eindrachtelick geresolvirt, dat ijdt noch bij
die vorige resolutie moste bliven. Die E. E. Joiia^ Renoers und Dodo
23
Amswer averst, repraesenterende dat collegium, hebben güdtwillich ahn-
genhamen ehren medecollegen tho remonstriren und tho vorschafTen, dat
dith punckt in propositionibus mede avergegeven worden.
9. Die 28 artic. van schoeien end 30 artickell wordt in esse gelathen.
10. Up den 31 articul. ijs geresolvirt, dat uth einem jedem classe in
synodo genominert einer, met gude deliberatie des classis und der gemeinte
erst versien , omme sich damha thosamen vorfögen umme met malckandem
eine gude ordeninge der armen tho mlk^ken, um desülvige den h. Staten
imd vam lande tho remonstriren, dat die int landt (gelick airede ijn der
stadt end Oldenampte ahngefangen) mochte ijngeforet werden. Dartho sin
gecommitteret : uth Groninger classe D. Simon Philaeus, uth Damster
D. JoAN. BoGERMAJfNUS , uth Loppcrsumcr dominus Leo Abeli, uth Middel-
stumer classe dominus Joannes Nicasius, uth Saffloer class. D. Hieron.
Attena, uth Adwerder classe D. Robertüs Wippingiüs, uth Oldenampt
D. JoAN Sprenger etc.
11. Die 33, 34, 54 und 57 articulen worden mede geremitterett ahn
die gecommitterden des synodi, umb up dem landessdage mede tho
vörsöcken.
12. Yan ungelickheit der ceremoniën ijs vele gedisputert und entlich
gesloten, dat ein jeder nha der gelickheit sall trachten und vor allen
soecken, wat stichtelick und der kerckenordening conform ijs.
Sessio 4 pomeridiana.
13. Theodoricus Falconius ijs ijn synodo erschenen ende vörsocht
ministerium oflfte dienst der kercken alhir, offte so nit ein ehrlich viaticum,
und darbij ein getücheniss Henrici Antonidis ijngeforet, welckes propria
confessione (nhadem de broderen daran getwivelt) neen avTÓypxCpov^
sondem copia gewest. Darüp geresolvirt, dat he um veelfoldige reden
thot dem dienste der kercken nit konde thogelathen werden yn dese
lande. Sine getruwe dienste belangende, so he vorgifft ijn die 25 jahren
deser pronncien bewesen tho hebben, is gerevoijert thot die provinciën,
dat die solckes behoren tho belohnen , ende darop vermahnet tho werden.
Sine kosten, so alhir van ehme gedahn, sint vam synodo ahngenhamen
tho betalen, und ehme mith einem geringen viatico nha eines jeden
beleven tho begifTtigen belavet.
14. HERMAimus Christophori , gewesener diener ijn Adewert, im
vorgangenen synodo umb wichtige reden van sinem deinste afgesettet, und
van dem Middelstumana classe wedder ahngenhamen nha sekere tuche-
nissen dessulvigen classis, nha dem 40 articül des vorigen synodi, vörsocht
24
hebbende ijn sin beröp dorch consent der hochwis. h. burgemeister und
raedt der stadt Groningen und ock der E. E. h. Gedeput. gesien tho con-
tinueren, is nha veler und langer communicatie geresolvirt, nachdem he
vor dem gantzem synodo mith trahnen sinen vall betuiget unde öpenliche
bekentnisse gedahn, dat he ijn sinem beropenenn denste tho Westerlehe
und Osterlehe thogelathen werde ende darin geconfirmeret thot revocatie,
80 he sich als ein fraem diener ijn lehre und levende uprichtig mochte
dragen (gelich he mith handttastinge belovet), dartho he emstlich vör-
mahnet unde sinem classi die upsicht aver hem neerstelick bevohlen.
15. JoHAWiQ Elingio, vau Bredermoer verdreven, is nha intercessie
des synodi belovet van den E. E. h. Gedeput. tho dem ersten platze, so
vörfallen mochte, te verhelpen etc.
Sessie 5 antemeridiana 27 Aprili«.
16. Na gedahnem gebede ijs collectio viatici des vörgeschr. Falconii
geschehn, und heflft ein jeder uth frijem willen sine gave bijgelecht,
thosamen gemaket de summa van 3 embd. g. , welche thom deele hem,
thom deele siner hüissfruwen thogestelt.
17. Nachdem nha die ordeninge der kercken aUe 14 dagen ten minsten
classes mothen geholden werden umb alle kerckensaeken aff tho handeln
und die exercitien ijn predigen und disputiren tho continueren , und solches
nit sonder kosten geschehn kahn, die armodt averst sommiger prediger
wegen veelfoldiger exactien und dese dure tiden solch nit dragen kan,
is geresolvirt, dat die gecommitterden up dem landtdag solen vörsöcken,
dat darin dispositie gemacket werde tsulve uth der kercken efFte , so dar
gewisse calenden sin , uth densulven mochte genahmen werden effte sunsten.
18. Is noch besloten, dat de heidenschen leeberen offte loofFbieren
mogen van der hogen overicheit nha dem 29 articul der kerckenordening
affgeschaflfet werden, und solches dorch de committerden mede tho vor-
soecken.
19. Dessgelichen ock beschieten dorch desulven gecommitterden up
dem landtsdage tho remonstriren van den mordenaren und dodtslagem,
denen so lichte straffe ijm landtrechte tegen Gotts wordt van oldes
uperlecht und ock lichtferdig geleide gegeven wert, dat daraver umme
die straffe und thorne Gades van deser provincie aff tho wenden andere
statuten (dem worde Gottes conform) mochten gemaket werden.
20. Is noch geresolvirt umb tho vörsöcken bij der provincie, dat die
denere, prediger, scholmeister und kösteren, so sekere pensie van der
landtschop hebben mogen, nit uth handen van rentemeistern sondem
van meijeren desulve gagie entfangen mogen, etc.
25
21. Hermannus Reneman wert thot den classem Loppersiimanam ge-
re vojert um mith hem nha die ordening der kercken tho procediren.
22. JoHANNES Bartholomei , ehrtits pastor tho Underwijrum, ijs gewesen
thot den E. E. h. Gedeput. ineth dese intercessie, dat den E. E. h. wolle
gelieven dem olden manne ba ven sine geringe gagie dre oder 4 koijen
tho hoij end grass tho sin underholding van Thessinger lande begnadigen.
23. Van Alexandro Tilekingio up sin vörsöck umb thom predigampt
thogelathen tho worden is geresolvirt , dat he noch for dithmael ijn sinem
schoeldeinst tho Closterburen sall continueren, und vam synodo by den
E. E. h. Gedeput. an to holden sij, dat he mith einem ehrlichen under-
holdt mochte vörsehen worden, und bij gebreke van deme, dat he mith
einem andern schoeldienst mochte vorsien worden.
24. Up dat overgeven sekere puncten der provestien belangende, van
dem E. E. junckher Rodolff de Mepsche um tho emenderen vorgestellet ,
is geresolvirt, dat men vorerst Godt Allmechtig wol hedde tho dancken,
damha ock sine E. E. vor solchenn christlichen vörsoeck, dat ock airede
eenige articülen van der provestien tho üsquart geconcipijrt , welche denn
stenden deser provinciën up den landessdach vorgestellett sullen worden.
Sessio 6 pomeridiana.
25. üp dat vorsoeck Johan Eijlers van wegen der gemeinte van
Fermsum , dat sie einen getmwen gelerden diener Christi ijn der gemeine
tho Farmsum mochten hebben , und den se ijtzo hebben umme veelfoldige
reden mochte up einen andern platz vörholpen werden, damp geresolvirt,
dat nabenomede personen alss D. Bogermanitüs , D. H. Attena, D. Leo
Abeli van wegen des synodi sich ahn den E. E. junckhem Joachtm
Ripperda sullen vörfögen unde fnmdtlicher wise vörsöken, dat mith
sinem believen ein güdt prediger mochte heropen worden, und de ge-
meinte Christi helpen buwen sovele mögelich etc.
26. Nhadem Joannes Bogermannus, diener Christi van den Dam,
dem synodo vorgestellet, wodat he umb veelfoldige reden sinen dienst
der gemeinte ijn den Dam alse ock dem classi upgesecht, und darnp die
vocatie van Hasselt, dorch einen borgemeister und olderling dersnlven
gemeinte geofferirt, ahngenhamen, sovele ahn ehm wehre, und so ijdt
van siner gemeinte, classe und synodo thogelathen worde, und darup
ahngesocht bij den synodum , dat hirin gedisponirt mochte werden und
he mith gunst dimittirt, und so nit dat dat noidtwendige underholt, so
gespeciflcert und dan verdragen, ijnt gewiss up sekern dach und tidt
tho betalen vörsehen mochte werden, sonderlich dewile de raedt und
26
geraeine van Hasselt ehren secretarium D. Sibrandum Sickema j. utr.
(loctoreni afPgesant, de nu present und emstlich van dem synodo nha
vertoning siner commissie vorsöcht, dat die dimissie raochte geschehn und
die beröp confirmert worden etc. Damp nha langer deliberatie geschlathen ,
dat beide parthien via amicabili mith einander tho vorsönen, und erstlich
den raedt van Dam , olderlingen , kerckvogeden , diaconen imd gemeinte tho
vörmahnen , dat se ehren diener behoren tho beholden umb ehrer gemeinte ,
des classis und gantzen landtschops willen und demsulvigen sine nodtt-
roftig, ehrlich underholt tho rechter tidt tliokahmen lathen, ock nicht
up ein geringes holden tho vörbetheren, dewile he alleine grothen dienst,
möije und arbeidt hedde, damha ock D. Bogermanno vör tho holden, dat
he umb lichtferdige oersaken sine gemeinte nit behöret tho vorlathen noch
sinen classem und vaderlandtt, welches alles einem nha den andem up
verscheiden tiden ijs vorgestellet. Dewile den beide parthien nit hebben
konen vorgelichet werden, so ys de sake beth morgen upgeschörtet etc.
Sessio 7 antemerid. 28 Aprilis.
27. Nha gedahnem gebede ijs ijn vorgeschr. saken geresolvirt, dat de
gemeinte ten Dam mith ehren diener D. Bogerman sich behoren tho vor-
gelichen. Der synodus kan nit anders vörsthaen, alssdat (so mögelich) he
behore tho bliven, doch dewile dese sake der gemeinte end classi vor-
nemlich und ahm ersten belangen ijs, so ijs desulvige dahen geschoven
und solches beiden parthen vorgestellet darin tho dohnde, alss kercklich,
christlich und thor ehren Gades stichtlich sin mag.
28. Die h. secretarius van Hasselt up sin vörsöck ijs gewesen ahn de
gemeinte und consistorium then Dam , ock ahn den classem tho vörsoecken ,
offt vse mith gudem willen und accort sich vörgelichen konden, dan ofPte
se gedachten Booermanistdi tho dimittiren und getucheniss tho vorlehnen.
*J9. Nha D. SiMONis Philei vertoning eniger tuchenissen sommiger lidt-
mathen van Schlochtern unde benaberder predigem van Sidburen und
Schlochter , ock bekentenisse siner schwackheit , so ijn sinem proces mede
undergelopen , gedahn und vorgiffniss, darin gepeccert mochte sin, vorsöcht,
is beslathen, dat D. Simoni van dem classe Dammonensi sin testimonium
mochte gegeven werden.
3Ó. Up der fruwen Wibbe Jacops vörsoeck , dat se van dree oder veer
verscheidenen richtern, wegen dat sie vorlangest Wuert Engelss urn redenen
vorlathen, vor und nha geexactioneert , is geresolvirt, dat solches van ehr
ahn der hogen avericheit remonstrirt möste werden. 1)
Ij Art. 30 ontbi-eekt geheel in YY,
27
31. Die personen , so dith lopende jahr tho deputatos synodi genom inert
sint alss volget: 1. uth Groninger classe D. Arnold. Uthusius; 2. uth
Damster D. Theodorüs Klinckhamerus ; 3. uth Loppersumer D. Albertüs
LoMEUERUs; 4. uth Middelstumer D. Albertus Medanus; 5. uth BafPelder
D. Andreas Stratemannus ; 6. uth Adwerder D. Robertus Wippingius ; uth
Oldearabster D. Sebastianus Hermanni.
32. De post. Is noch geresolvirt, dat bij den E. E. herenn mede vör-
socht sall worden, dat den ungelövigen, deefachtigen heiden dat inkahmen
effte umlopen ijn desem lande ende steden vorbaden mach worden.
33. Item noch geresolvirt, dat kosteren, organisten und kerckendieners
nene krögers konen offte behoren tho sin.
34. Noch geresolvirt, dat up ahnstaenden synodo alle dage van 6 tho
7 uhren uth dem middel der gecommitterden des synodi , so gehne wichtige
reden hebben te weigern, publice solen predigen etc.
35. Also yn Gottes namen nha gedahner dancksegginge deser synodus
ijn güdem frede geendiget den 28 Aprilis anno 1598.
Subscripserunt omnes.
JoHANNES NiCAsius, prcdigcr in Middelstum, praeses synodi.
Leo Abeu ab Equart, diener des wordes Christi tho Lop-
persum , pro tempore synodi scriba , attestor ut supra etc.
Acta quintae synodi provincialis in oppidulo Liyp-
persumano anno 1599 mense Aprili celebratae.
1. Nha gebrüick und inholdt der kerckenordening sint die vullmachten
und deputati van den classibus Dam , Loppersuma , Middelstum , Enerum ,
Overdiep gecompariret umme alle vörfallende dingen und gravamina aif
tho handelen. Und averst die h. bröders van Groningen und Oldeampt
nit praesent sinde , so sint die 5 classes vörgeschr. beth ijn den anderden
dach vörharret. Und beth tho die namiddag des andem dages nichtes
utgerichtet sinde, hebben die viff classes entlich nit gantz den anderden
dach, wesende den 17 hujus Aprilis, geachtet ledig tho tho bringen be-
hörlich tho sin, also dat het synodus, dho ter tidt praesent wesende, hebben
erwehlet suflfragiis fratrum thot praesidem D. Theodorum Clinghamejjum ,
pastom thot Tijamschwerüm, und in scribam Regnerum Empenium, pastoreni
yn Westerwitwert
2. ELirmith hefft D. praeses synodum alssbald cum invoctitiono nominis
divini ahngefongen.
2ft
3. Vorts hebhen die brodere desen namiddage samptlich hare credentz
eflfte vullraachtsbrefen geexhibert und vörtönet, alss Dam, Loppersum,
Middelstum, Enenim, Adewert, welche credentzbrefen alle geacceptirt iind
vör gudt ahngenahmen sintt.
4. Nomina deputatonim classium. Sijnt erschenen:
uth den Dam: D. Theodorus Cunghamerus, die E. Joch. Bilefeldt senior ;
uth dem classe Loppersum: D. Theodorus Ekel, D. Sibrandus Adriani,
de E. E. Reint Alberda, senior;
uth Middelstumb: D. Johajtnes Ausonius, D. Regnerüs Adolphi, D. Ger-
HARDus WiLHEun, loco senioris;
uth Eneruin: D. Dominicüs Tiallinoi, D. Joachimus Strateman;
uth Adewert: D. Hermanntjs Theophiltts, D. Mich. Taxites.
Yan dissen bröderen allen ijs nha oldem gebmiek censura monim ge-
holden, und sint alle van de brodere hujus synodi geacceptiret, up und
ahngenhamen.
5. Den huessluden van Westererabden thot andtwort gegeven is in
synodo geresolvert, dat men van mine edele herren Staten sall begehren,
dewile se principale coUatoren tot Westerembden sint, dat se doch ereter
gelegenheit einen guden bequamen prediger daselvest senden , ofte den se
begeren oder begeret hebben confirmeren wollen.
6. Up ansoecke des rectoris to Damme mit nahme Joachimus Sasfe
Pomeranus ist geresolvirt, dat het synodus wert mit den allerereten den-
selvigen den h. Staten commenderen, dat de h. Staten voorges. rector
alibi wollen promoviren.
7. Item is geresolvirt, dat nafolgende articulen, de all noch nicht
geeffectuirt sint, tandem efPectuirt mogen werden, als vorerst de 6 articul
vom voorledem synodo, dat f rome kerckvooghden und liefhebbere der
religie in alle dorperen erwehlet werden, und dat gene kerckvoghden
ahne des pastori s verweten t mit der kerckengudem sullen na er egen wille
handelen.
8. Item geresolviret , dat de kerspelkercken als Wittewijrum , Klooster-
buren, Obergum, Vierhnsen, Bur ende andere kerepelkercken meer met
den eereten moogen gerepareert werden.
9. Belangende de vicarien ende vacirende leenen ist geresol veert , dat
sij van den kerckendenst nicht afgetagen behoren to werden.
10. Item dat de heidensche, unnutte leedbieren moogen mit den aller-
eeraten afgedaen werden.
29
11. Dat de articulen ofte reformatien der prawestien mogen angestiftet
werden.
12. Dat 3 «ijt den synodo tot den edlen eerenvesten junckherrn Rippekda
to Farmsum hovelinck gaen, als dn. Lfo, dn. Theod. KLiycKiLVM., dn. Si-
BRA5DÜS Adriani om sijjn edelh. to vermanen, dat he doch einen anderen
bequaemen prediger, weil ith ein seer groote gemeinte is, te beroepen
mit den allereersten sich beflijtigen und jegenwoordigen mit ein ander
platz vorsien woUe.
13. Item geresol veert , dat nae luit het tractaet van Stadt und Omlanden ,
de secte der Wederdooper beide opentlijcke unde heimelijcke exercitie unde
vergaederinge in tempore magh verhindert worden.
14. Noch geresolveert , dat ein gude ordnung belangend de armen dorch
vorgangen jahrs deputatis magh gestellet worden nae in holt des lU artickels
van voorleden jaer, unde henforder in de classibus hiervan widers Xe
deliberiren und consultiren.
15. Dat de Sondage nicht mit knechtlichen arbeide niugen misbruijcket
werden.
16. Resolviret to vorsoken bij de edl. h., dat de rechtdagen nicht in
herbergen geholden werden , damit arme luiden so jammerlijck nicht utge-
schattet und ihre gudt unnuttelijck alldaer verteeret werde.
17. Dat de dienaren, die nicht von ihrem lehne leven konnen, uth de
vacirende lehnen, daer sowoll animanim cura up fallet alss op de pastorien,
moogen verbetert werden.
18. Dat de 51 art nae der kerckenordnung in singulis classibus ernstlich
achterfolget werde.
19. Dat die predigers in ider dorp eine gemeinte nae haer vermoegent
sollen vergaderen, und da solches versumet wurde, sall classis daerin
ernstlich procediren und vortfahren.
20. Achtet dat synodus seer goet, dat twee predigers mit einem older-
lingk nae Woltersum gesonden to werden um van den pastoor eene proeve-
predige te hoeren.
21. Dat de vaceerende pastoorien mit pastooren mogen becleedt und
vorsehen werden.
22. Umme desse dinge op den landdagh aver te geven sint deputiert:
uth Dam Joh. Laxtenius, uth Loppersum Sibrajsdus Adwajst, uth Middel-
stum OcBHARDUB WiLHELMi , uth Encrum JoAcniM Strateman , uth Adewert
MiCH. TOXITES.
30
Deputati per futunim annum erunt: Theodorits Ekel Wirdumanns,
ex Dam Joh. Laxtenius , ex Middelstum Joh. Aüsonius , ex Enerum Doiu-
Nicüs Tjallingi, ex Adewert Hermannus Theophil.
Hiermit hebben de broders deses synodi dessen synodum geconcludeert
und sindt cum gratiarum actione in pace von einander gescheiden, und
tot meerder sekerheit sindt desse acten von alle vollmachten des synodi
bestedigt und bevestiget mit de undertekung erer handen.
Onderstondt: vera copia ex principaH sive originali extracta testor ego
Regj!«:rus Adolphi, scriba synodi, m. propria. i)
Acta sextae synodi provincialis in vico MiddeUtuma
die 23 Junii anno 1600 communibm fratrum suffragiis
collecta , praesentibus nohiliss. D. commissariis , domino
Philippo k Meckama et domino üodone ab Amswer,
praeside vero synodi D. Johanne Nicasio et I). An-
drea Stratemanno, scriba.
Sessio prima pomeridiana.
1. Is ijn den ersten nha anroping des namens Gotts des h. geeligert
in praesidem D. Joas^. Nicasius und ijn scribam D. Andheas Strateman.
2. Is gelesen die commissie der E. E. h. Staten , quae mirifice placuit.
3. Sint die credentzbriefen van den classibus dar |)raesent sinde, als
het Oldeampt, Loppersum, Dam, Middelstumb, Baffelt, Adewert und
Groningen gelesen und sin vör güdt erkandt. Sijndt erschenen uth dese
respective classen then ersten:
e Gronningana classe: D. Joachjmus Wernertjs, D. Bernhardus Theotx)rici;
e Dammonensi classe: Joaknes Sprexgerus, D. Albertus Hammonius,
nob. D. Co2(radus a Rensen, senior;
Loppersumana : D. Egbertus Stael, Eilardus Ludowici;
Middelstumana : D. Johannes Nicasius, Wesselus Rhoden, Wibrandus
Georgd ;
1) Op dit slot volgt in beide codices: „N.B. Dewijie dat begin deser acte alleen
ailhier ingeschreven was, hebben de deputati synodi 1G40 eene gehcele copia daervan
gevonden in classe Suythormmana ende uijt deselve de reste hierbij to lx)ecke ge-
teickent , houdende soveel mooglijck ipsa verba et ipsuni idioma , diestijts gebruijck-
lijck. Ende is dese overteikeninge bij ons ondergeschr. met de copia cl. Su^'thorrumana
gecollationeert ende bevonden met deselve te accordeeren. Johannes Martinus, p. t.
syn. deputatus, Guaiterus Picardus, p. t. syn. dep., Henr. k Freden, dep. syn. p. t."
31
BafPoltana: D. Hermannüs k Besten, Andreab Stoateman, Troo Daxtet.ir
Cnipensib;
Adwerdana: D. Robertus Wippmoius, Henricus Alphonstos;
Oldamptt: D. Sebastiaiojs Hermaxni, Johannes Egberti.
4. Is met gemeine stemmen geresolvirt, dat D. Joachimüs Werneri und
D. Bernhardfs THEODORia dem synodo sollen end ock wollen bijwahnen,
hare vota definitiva tho hebben tho gemeinem wolstande der kercklicken
saken, unangesehn dat sie van harem classe gehn credentzbrielf gehat,
alse behörett hedde, doch dörch enige reden vörhindert, die het synodus
genöch tho sin geachtet hefft vor dith mael.
5. Is gudtgefunden , dat die 3 artickel van die probstie des synodi
Dammonensis um geeffectuirt tho worden sal noch bq S. Genade und den
h. Staten eflPte anderswör versocht werden, welverstaende dat nha die
articulen, in Dammonensi synodo gemaket, die probst sijn dienst sall
bedienen und vollbringen.
6. Is beschieten, dat ein jegelick classis sall twe amandieren ahn die
praepositos nomine synodi, dat se willen haer ampt gebruicken und be-
dienen in conformiteit der Gereformirden relligie, alse hunluiden dat van
dem synodo articülswise sall vorgestellett worden.
7. Die 18 articüll des Dammonensis synodi, die ecclesiasticken guderen
belangende, sall bij die E. h. Staten angeholdenn worden umb ijnt effect
tho stellen nha die resolutie, bij de E. E. h. Staten genhamen ijn dato
den 5 Junii ijnt collegio, nha achterfolge des artickels van die kercken-
gnderen, gestellet in synodo tho Groningen den 14 Maij anno 96 gecon-
dpieret und van sjjne G. und den hem Staten underschreven.
8. üp het 20 gravamen des synodi ijn den Dam belangende die Wed-
derdopersche secte ijs beschieten , dat men noch bij S. Gn. und die E. E.
h. Staten sall anholden, ock hen thogemöthe foren, dat den Wedderdoperen
moge geweret worden nit enige öpentliche effte heimliche harer secten
exercitie te gebruicken, angesien noch wij noch avericheit unse ampt vör
Godt anders sullen recht konen bedienenn unnd reckenschüp darvan geven.
9. Noch wert gedolirt nha alss vör, dat die olde papen tegens hare
belofPten den loep des h. evangelii beletten, und ys besloten, datt ein
jegelick classis under hoer den heren sall ahndienen, dat men vürsöke,
dat hirinne moge geremediert worden.
10. Op het 22 artickel des Dammonensis synodi ijs beschloten, dat
gene oombinatie sall mogen geschieden sine cognitione classis, ecclesiae
et ooUatorum consensu idque approbantibus d. ordinibus.
32
Sessio secunda antemeridiana 24 Jun|j.
11. Nha gedahnem gebede ijs geresolvirt up die questie, hoe ein diener
sinen platz sall mogen ordentlich muteren, nhamlick dat dar gefordert
worde consensus ecclesiae et coUatorum, cognitie classis und approbatie
dominonim ordinum, wolverstaende dat des classis und der gemeinte
stemmen, so het vörtreck stridich mochte gefunden worden, alletidt
praevalieren und vörgan sullen.
12. Is geresolvirt up den 24, 25 etc. thot den 36 artickel tho des
Dammonensis synodi, dat alssnoch sall angeholden worden bij die E. E.
h. Staten umme geeffectuirt te worden, hirinne begrepen sinde die 54
und 55, und wat sonsten in generalibus beschlaten ijs.
13. Is beschieten, dat ein iglich classis sall geholden sin haer clasvsicael
boeck in synodis mede tho bringen, wolvcFstaende dat niet curiose alle
dingen sullen rimeret und sciiitiert worden , sondern darup principael gelettet
sall worden , offt ock alle dingen ordentlich in classibus gehandelt worden ,
censurae morum geholden, classicales conventus celebrirt, und ock unanimiter
contluieren umme alle dingen stichtüch afFgehandelt tho worden, etc.
14. Up die questie offte dassen mogen tüchenisse geven einem diener
sijner lehre, diewelcke sines unordentlichen levendes halven van sinem
dienste ijs aifgesettet, is bij dem synodo geresolvirt, dat die dassen niet
mogen alleine testimonium doctrinae geven einem diener omissa vitae
ratione, sondern desulve sall anrören.
Sessio tertia pomeridiana 24 Junij.
15. Up het gravamen, so die diener thot Farmesum vorgestelt helft,
alssoffte he ijn sinem classe achter rügge vorklaget wehre , is geresolvirt ,
dat uth den synodale broderen sullen twe effte drie verordinet worden
umme nha Farmsum te schicken , die plenariam potestatem hebben aff tho
handelen die sake bij der gemeinte, dem jiinckheren etc. bester wise und
forma alse mögelich ijs, hetsy tho bliven und reconcilieren offte aff te
doen, so genochsame reden dar sijn, doch dat ijn dem valle van remotiön
sal het referiret worden tho de deputaten des synodi. Sint a verst hirtho
gedeputirt D. Egbertus Stael, D. HiNRirus Alphonsus und D. Joannes
NlCASIUS.
16. Up den breeff, so uth Hollandt des Gravenhagen van D. Johanne
WTH DEN BoEMGART ad synodum ijs gesunden, is geresolvirt, dat men be-
höret hoerlüden tho dancken for haren guden iver tho uperbuwing des
rikes J. Christi ende hen frundtlich antworden , mitz verklarende dat uns
for dithmael umme sekere reden nit mögelich, nochdans henluiden frij-
staende, dat sie thot uns tho haer believen kamen mogen, etc.
k.
17. Ahngaende de twede punct van die bibel , so die her van S. Adel-
GONDE ahngefangen uth het ebreisch aver tho setten, und sekere personen
in Holland t dartho gedesignirt om het underlathen werck te vnllenbringen ,
so ijs geresolvirt, dat die benömede predigeren thot Delfft uns unbekant
sin , und so sie van henlüiden dar ^ifficiant tho geachtet worden , kan het
synodus wol liden. Ock geresolvirt , dat die E. E. hern Staten deser pro-
vincie benevens die broderen des synodi wol solden wunschen, dat die
Heidelbergische Catechismus und westersohe psalmboken up die ostersche
sprake aversettet wehren, ahngesien die westersche sprake hier nit ge-
brüicklich, ock met gehne stichtinge ijn die unseren kercken alhir kan
gebruicket werden.
18. üp die questie offte ein prediger ein schattbörer sin moge, is ge-
resolvirt: geenssins, ahngesien het ministerium den gehelen minsche eisschet.
19. Is van dem synode beschieten , dat men by S. Genade sal anholden ,
dat yn die klösteren Werffum, Wittewiert und Drapel mogen predigers
gestellet worden.
20. Thom latesten sint gedeputeret uth einem jegelichenn classe ein
vuUmacht umme vörfallende swaricheiden aff to handelen, und ijs also
met dancksegging des Heren namen ijn gudem frede und einicheit die
synodus den 24 Junij geendiget.
ünde sint gedeputiert uth jederem classe nhabeschrevene personen:
e Gröningana classe D. Joachimus Wernekus, e Middelstumana I). Wy-
BRAJNDUS Georou, Lopporsumaua D. EfiBEKTus Stael, Dammonensi D.
JoHANNEB Spkexgerüs, uth het Oldeampt D. Sebasttanus Hfj<manni, ex
Baffolthana D. Andreas Stratemannus , ex Adwerdana dominus Henrkus
ALPHONSrüB.
Sequitur subscriptio fratrum.
Johannes Nicasius, prediger ijn Middelstum, praeses synodi.
Ajtdreas Stratemannus, synodi scriba.
E(}BERTUS Stael, ecclesiae Stedumanae minister, propria manu subscripsit.
JoHAXNEs Sprenuerüs, dccner des godtlichen wordes ijn Appingadam.
Sebastiaïtüs Hermajjott, minister verbi d. up die Meden ijm Oldenampt,
WiBRANDüs Georgd, ecclcsiae minister in Werffüm.
ROBERTÜS WiPPINGrüS.
Wesselüs Rhode, minister ecclesiae in Oldensyel.
Troo Danielis Cnipensis, ecclesiastes in Bafloe.
Albertüs Hammo, apud Zidburanos minister.
JoHANNES Egberti, ecclesiac Ostwoldanae pastor.
Henricus Alfhonbius, verbi d. m. in Vischtleeth.
EiLARDüs LuDOvicus, vcrbi d. m. in Gamierwolda. Finis.
Acta fyn. provinc, VIL
32
Sessio secunda antemeridiana 24 Junij.
11. Nha gedahnem gebede ijs geresolvirt up die questie, hoe ein diener
sinen platz sall mogen ordentlich muteren, nhamlick dat dar gefordert
worde consensus ecclesiae et collatorum, cognitio classis und approbatio
dominonim ordinum, wolverstaende dat des classis und der gemeinte
stemmen, so het vörtreck stridich mochte gefunden worden, alletidt
praevalieren und vörgSn sullen.
12. Is geresolvirt up den 24, 25 etc. thot den 36 artickel tho des
Dammonensis synodi, dat alssnoch sall angeholden worden bij die E. E.
h. Staten umme geeffectuirt te worden, hirinne begrepen sinde die 54
und 55, und wat sonsten in generalibus beschlaten ijs.
13. Is beschieten, dat ein iglich classis sall geholden sin haer classicfiel
boeck in synodis mede tho bringen, wolverstaende dat niet curiose allo
dingen sullen rimeret und scriitiert worden, sondern darup principael gelettet
sall worden , offt ock alle dingen ordentlich in classibus gehandelt worden ,
censurae monim geholden, classicales conventus celebrirt, und ock unaniniiter
confluieren umme alle dingen stichtlich affgehandelt tho worden, etc.
14. Up die questie offte dassen mogen tüchenisse geven einem diener
sijner lehre, diewelcke sines unordentlichen levendes halven van sinein
dienste ijs aifgesettet, is bij dem synodo geresolvirt, dat die dassen niet
mogen alleine testimonium doctrinae geven einem diener omissa vitao
ratione, sondern desulve sall anrören.
Sessio tertia pomeridiana 24 Junij.
15. Up het gravamen, so die diener thot Farmesum vorgestelt hefft,
alssoffte he ijn sinem classe achter nigge vorklaget wehre, is geresolvirt ,
dat uth den synodale broderen sullen twe effte drie verordinet wordon
umme nha Farmsum te schicken, die plenariam potestatem hebben aff tho
handelen die sake bij der gemeinte, dem junckheren etc. bester wise und
forma alse mögelich ijs, hetsy tho bliven und reconcilieren olTte alT to
doen, so genochsame reden dar sijn, doch dat ijn dem valle van remotiön
sal het referiret worden tho de deputaten des synodi. Sint averst hirtho
gedeputirt D. Eobertus Stael, D. Hinricus Alphoxsus und D. Joannk-s
NiCASIUS.
16. Up den breeff, so uth Hollandt des Gravenhagen van D. Joilvnnk
WTH DEN BoEMOART ad synoduui ijs gesunden, is geresolvirt, dat mon bo-
höret hoerlüden tho dancken for haren guden iver tho uperbuwing des
rikes J. Christi ende hen frundtlich antworden , mitz verklarende dat uns
for dithmael umme sekere reden nit mögelich, nochdans henluiden frij-
staende, dat sie thot uns tho haer believen kamen mogen, etc.
35
üp den synodum tho trecken thot Enerilm ijn die Mama vörschreven,
sehen die heren van een erbar raet vör güet ahn , dewilen nha der kercken-
ordenantzie die gravamina, darop tho deliberieren staet, een maent be-
vorens (der gebör nha) niett overgesonden , ende die synodi wol behorden
in der stadt und landen altemis vicibus ofFte bij boerten gecelebrirt und
geholden te werden etc, waervan der stadt prediger hierbevörens up
synodis ijn den lande vorclaring gedahn, dat daromme die h. predigern
in der stadt wo ijnssgeliken ijn dem Oldenampte sich des voerss. synodi
vör dithmael sullen hebben t' onthelden.
Auth. sent. J. Julsing 4. 20. 1601.
Hirup sint die acta synodi praecedentis anni gelesenn wurden neven st
de resolutie van sijne Gn. und die heren Gedeputeerden Staten.
1. ünd dewilen erstlich ijn die resolutie melding gedaen, warum ijn
den synodis nha inholt der kerekenordening gene olderlinge medegenhamen ,
so hefft darüp die synodus sich vorclaret, dat enige dassen personen ge-
nömet hadden, dewelcke sich mith eenander geexcusert und also tho
erschinen sich beswaret befunden, andere die ijn die platze van die older-
linge einen dener medegenhamen , hebben vor reden vorclaret gehne older-
ling te hebben, die sie vör dese tidt wegen sekere reden bequam dartho
gebrüicken konden, vermodende gepatzeret te können werden, overmitz
het also geschiet.
2. Folgentz ijs van dem synodo vör behörlich geachtet, na begerent S.
Gn. und der h. Staten, die articulen, so uth den verscheidenen synodis
bij re«j[uesten den h. Staten sijn ahngemeldet worden, offte vorgestellet
mogen worden, datsul vige nit alleine bij numero, dan mit korte vormeldinge
des inholts behöret tho geschehn.
3. Belangende den praeposituren wert van dem synodo vör gudt ahn-
gesien, dat by den E. E. hem Staten mochte angeholden werden, dat
alsolche praeposituren ad aedificationem ecclesiae ijnt werck gesteliet und
die vaderenden ock bekleidet mogen werden.
4. Anlangend der h. Staten schrivendt ahn die seraptiichen dassen
hujus provinciae wegen der kerckengudere , vicarien und praebenden daer-
van informatie und richtige reckening te dohn, effte se ock recht angewendet
und gebrüicket werden edder nicht, hefft die synodus vor guet ahngesien,
dat die classes ahn die heren versöken sullen, dat sie dorch sekere per-
sonen alss commissarien datsul vige willen lathen beschehn ten minsten
hadtl) vör die predigers.
1) „hadt." YY heeft „haedt."
u
Ada septimae synodi provincialis , so bijnnen Enerüm
up den 21, 22 umul 23 Aprilis anno 1601 vorgefallen^
decidert und affgehandelt worden sintt.
Nhadem vörmöge der iipgerichter kerckenordening denn anderen Maen-
dage nha Passchen den synodum provincialem to celebriren constitiiert und
verordenet ijs, so sin dersulvigen ordening nha die edelen iind ehrenfesten
h. Gerdt Hörenkens, Gedeputirder State, und Dodo van Amsgits^tier aJss
geoommitterde hujus provinciae, sampt den gedeputierdenn etzlicher dassen
binnen Enerüra ahngekahmen omme alsulchchem synodo bij tho wanen,
densulven nha christlichem gebniick tho holden und tho continueren.
ünd offt wol der stadt Grönningen, Damme und Oldenampt dassen
gehne gecommitterden compariret und erschenen sijn, so ijs dennoch juxta
ordinationem ecclesiasticam van den ahnwesenden darinne geprocidirt und
f ortgefahren , und folgendes dages denn einundtwintigsten hujus nha
gedahnem gebede ad electionem praesidis et scribae getreden, und sint
communibus sufFragiis und stemmen Wolfoangus Agricola , praedicant der
gemeinte Christi tho Garsshusen, pro praeside und HERiLVNNus Theopiiilus,
diener des wordes tho Hoich imd Leechkercken , pro scriba constitüert und
erwehlet wordenn.
Darüp beroerter praeses van jeder dassen afFgeeisschet credentzbriefe ,
desulven per scribam nha einander vorgelesen worden, und sint die ahn-
wesenden der dassen nha einander upgestanden und ijs censura daraver
geholden. ünd gene vörhindemisse darinne vörgefallen, sint sie geadmit-
teret und thogelathen worden.
Die gecommitterden der dassen sintt alss folget:
ex classe Loppersumana : Wulffgangus Agri(X)la, Tueodorus Ekel,
Daniël Thomae;
ex classe Middelstümana : Albertus Gthuielmi, Lucas Westerwoldensis,
Gerhardus HEDDmcaus;
ex Enerümana: Dominicüs Tialingi, Johannes Molants, Bernhardus
Danieus ;
ex Süithormiana : Thomas Stalmannus, Hermannus Theopiiilus, Herman
Valcke senior.
Die deputati der dassen Groningensis , Dammonensis unde Oldeampt
sint nit praesent gewesen. Die entschiildiging der diener der dassen van
der stadt und Oldeampt ijs van einem erbaren rade van Groningen ge-
schehen mit nhafolgenden worden:
Maend. 20 April. 1601. üpt andienenn wegen der vrunden vani consistorie,
alse dat unse predigeren diflBculterden sunder consente van een erbar raet
37
sodaniges moge affgedahn und gentzlich affgeschaffet werden, besonderlich
dat liggen und herumghaen op den kerckhaven under der predicatie.
15. Belangend die 16 resolutie ijs oick vam synodo nödich geachtet
omme bq die heren ahn tho holden, dat die predigers mochten geautorisert
worden umme bequame personen bij vörkesinge tho kerckvogeden to deno-
mineren und ehnen tho remonstriren , vor wat overicheit sie haren eedt
und juramentum behoren te dohn.
16. Up die armenordening ijs geresolvirt, dat deputati hujus synodi
bij S. Gn. und die heren Staten anholden , dat desiilve ordening ynt werck
moge dirigert und die unbeschaemde frembde offte inlandissche bedelerie
gestueret und gewehret worden.
17. Imgelichen dat ock den E. E. heren beleven w^olde die prediger tho
autoriseren umme duchtige dispensatores der annengilder tho denomineren
und requireren.
18. Und sin also hirmith aUe resolutien bij sine Grn. und die heren
Qedeputerden Staten van anno 1600 synodaliter geapprobiret und afFgedaen.
Sessio antemeridiana 22 Aprilis.
19. Ist dem hem Dodo vann Amsweer hoichlich vam svnodo bedancket
worden wegen sin veelfoldig und trüwhertich arbeitt und flith in vör-
scheidene intercessorial schrivent ahn S. Excellentz und h. Generaell Staten ,
belangende die bedrucktheit und swaricheit des rainisterii und kercken
hujus provinciae ahngewendet.
20. Folgentz ijs die frage des praesidis gewesen, wat up D. Johannis
üTH DEN BooART schrivent, dem h. Amswer thogeschickt, belangend dat
request des ministerii hujus provinciae, tho antworden sij.
21. Ist geresolvirt, dat het synodus begeret van h. Am8>^t=:ro, dat he
nomine totius synodi ahn D. Johannem uth den Bogart schriven wille , dat
solch sin schrivent dem synodo gelesen, ehme danckende und folgentz bij
ehme anholden, dat he hare saken beforderen w^ille, mits dat synodus
sulvest ahn densulven Uth den Bogart tho schriven , to betugen solches van
h. Amswero begeret tho hebben.
Gravamina.
22. A classe Middelstumana pro gravamine proponieret worden, dat
jegen die kerckenordening sij, dat dies festi geholden, dat ock lijke ijn die
kercken gesettet und daraver gesungen werde, hirup resolutionem be-
gerende. Is vam synodo vör giidt ahngesien, dat alle classes ehre beste
fürwenden sollen omme datsulve aff tho schaffen , gelick ock ijn vörgaenden
lil
38
synodis ordinirt ijs worden. In fall averst ein diener datsulve nit erholden
konde, sall be die kercken mogen thoschluten etc.
23. De festis bacchanalibus et floralibus alsse vastelavents und me^-
aventsspeelen to gebruicken ijs im synodo geresolvirt, dat darum die h.
Staten tho ersoecken sin solliches diireh mandaten afF tho schaffende, etc.
24. Daraha ijs der edelen und veeldögentricken wedewen Emerentianae
VAN Senoij 1) anders Manninga missive , belangende eine combinatie van twe
kercken ahn den synodum gesonden, gelesen worden, warop die synodus
sich erkleret, dat die aiticul des vorgangenen synodi alse oick die reso-
lutie der heren Staten van die combinatien ahngeseen und achterfolget
solen werden.
Sessio pomeridiana 22 April.
25. üp des predigers van Winsum ersoeck omme eine interoession ahn
die h. hövetmannen sine sake in judicio an to seen und to gudem affscheide
to verhelpen hefft synodus angenhamen solches tho wilferdigen.
2G. De religionis hostibus, offte diesulven pastorijen effte kerckenlanden
bewanenn konnen, is geresolviret , dat ein ider deener vor sine persene
darnha sij, dat solches raöge vörhödet werden und nitt geschehen.
27. Dewilen oick ijm ersten (vel rectius) secunda synodo tho Grönningen
van sijn Gn. und denn h. Staten geordinert ijs, dat die calenden landen
thot die classicalen kosten angewendet werden , so hefft het synodus dith
ijn acht tho nehmende imd bij die h. Staten datsulvige geeffectuirt to werden
beforderen for güedt ahngesien.
28. Is ock gef raget worden , offt ein prediger ock ungedöpede personen
copuliren moge. Resolutum, «|uod minime fieri debeat, etc.
29. Folgendts oft wol ijn vörigen synodis van ehesaken und kindöpe
tractieret worden, so hefft die synodus vör dithmael for gudt angesien
ahn die h. Staten to versoeken , dat sie dorch mandaten die versehing doen
wollen, dat die, so unechtlick tosamcn leven, thom ehestandt compellirt
werden, dat ock die kindere, so lange tidt ungedöpet vörbleven, dorch die
dope der geraeinte Christi ijngelivet werden.
30. Item bij den h. Staten ahn tho holden, dat die heren believen
wolle dorch mandaten den schattbörers tho inhiberen , dat sie gene schatting
\ör noch under die predicatie entfangen sollen, dat ock gene executie
offte gemeine reckeninge ijn berörter tidt mogen geholden worden.
31. Aiso ock enige personen uth den Dam und tho Baffelt gecopuliret
1; „Senoij", YY heeft „Sevoij."
39
sin sollen, die ijn andern platzen nit hebben konen thogelaten worden,
hefft synodus decerniret , dat die naeste classis bij den Dam alse Lopper-
sum den diener der platze wol scheri)lichen nomine synodi sin excess
underwisen solle, wie ijmgelichon tho beschehen van de dasse van Mid-
delstumb ahn die classe van Ënerum.
32. Belangende des ministerii jjns Gravenhagen schrivendt, warinne sie
nha vermelding des h. Ams^t^ri begeren synodaliter veradvertiret to werden
van unse raeininge tho ehre synodes te kahmen, hefft ock synodus vor
dithmael demsulven ministerie frijgestellet nha belevent tho uns to kahmen.
Alse averst die h. Staten resolutelick for gfidt angesien , dat ock iith dese
onse provincie enige tho ehre syno&os gesunden sollen werden, stellet
synodus datsulve alss to discretie wolgemelter heren.
33. Belangende dat versoeck des dieners to Yeerhusen wegen der inter-
ceasie an die heren te doen, dat ehre Edelheith wolle beleven dorch
mandaten die kerckvoigten aldaer belastenn umme die noidtwendige reparatie
van die pastorienhusinge vör tho nehmen und vulfören, item die kerck-
vogeden to autoriseren umme die kerckenrenten und upcomsten te entfangen
unde to solche noidtwendige reparatie an to wenden, item den kercken-
meijers befehlen die kerckenhuire ijn niemandts anders handen to bringen
den ijn des kerckvogedes , oick dem hövelinge aldar Sicke Pantjkr to
befehlen datt kerckenboick ijn den handen des predigers tho leeferen , nha
inholt des 36 articuls des s>Tiodi Gronninganae geholden anno 1596, hefft
ock dat synodus for güdt angesien datsulve vann die E. E. hem Staten
tho vörsöcken, dat oick solches ijnn andern plaetsen, dar gelick gebreck
ijs, geremediert mochte werden.
Sessie antemeri diana 23 April.
34. Mith dem synode up wat tidt desulve ahm beqwaemsten tho holden
sij , hefft synodus for dithmael vör guedt angeseen to ordineren , dat die-
sülve vordahn up beleven van die h. Staten den nahesten Maendach nha
Pingsten solle geholden imd celebriret worden.
35. Die plaetze averst belangende umme den synodum to holden, hefft
deser tidt synodus for gudt angesien to achterfolgen den 2 articul synodi
Dammonensis, nömlich die kerckenordening offte andere dispositie der
provinciën anseende.
36. Vermitz dat ock Groningana classis dolert, dat haer niet gravamina
sin thogesondenn worden , hefft die synodus vor guet angesien die classes
to vormahnen, dat se tho tiden ehre gravamina die eine dem andern
thoschicken vörmöge der kerckenordening, datwelcke classi Groninganae
geinsinueret solle werden, dat se ock sulvest behoren te döhnde.
40
37. Belangend dat uthebliven der dassen Dam unde Oldeampt hefft
synodus for behörlich angesien , dat sie haer quota der synodalen uncosten
mede dragen sollen unde den E. E. hern Staten hare reden wegen ehres
utheblivens verclaren sullen, gemercket dat sie nevenst anderen classen
der kerckenordening mith gelicker ahnlöffte underworpen sijn.
38. Femer vörclaret sich die synodus oick up datt uthebliven der diener
van der stadt, dat sie datsulve niet approbieren, idt wehre dan dat sie be-
tuigen konden, dat sie höre magistraet getruwlich und flitich informeret
hadden nitt alleine de vero fine synodorum , dan oick van ehrer eigene appro-
batie der kerckenordnung, anno etc. 1596 in synodo tho Groningen gescheen.
39. Naest desem allen ijs censura morum geholden, unnd sijn pro depu-
tatis sijnodi gedenominiret worden: ex classe Loppersumana Wolffoangus
Agricola, ex Middelstumana Albertus Guilielmi, ex Enerumana Dominicüs
TiALLLNGi, ex Suithormiana Thomas Stallmannus.
40. Schlütelick unde endtlich sint van dem synodo twe diener er-
wehlet, alse dominus WuLiOANous Agricola imde D. Thomas Stalmanïtus ,
diewelche datjenige, darvan die h. Staten to ersöken in synodo vor guet
ahngesien, expediëren unde vörrichten sollen.
Unde ys also deser synodus ijn Gades des Heren name ijn guder einicheit
unde frede finijrt unde geendiget worden etc.
Also nha schluting van desem synodo ein kerckvaget van Veerhusen
ijn die vuile vergadering des synodi clagten vörgestellet , dat die hoeve-
lingk aldaer Sicke Pantzer sich understhae die reparatie der kercken tho
besteden buten wetenschop und beleven des edelen unnd ehrentfesten
Ec'bart Lewen alss medecol latoren , wie ock des pastoris unde kerck\ ogeden
derer platzen, so hefft synodus datsulve geconsiderert unde for güdt an-
gCvsien, dat datsulve den h. Staten angedenet werde, mith bidde dat die
E. E. heren darinne anders vorseen wollen etc.
Actum in plena synodo den 23 anno otc. 1601.
Sequitur subscriptio fratrum.
WiTLFFGANGüs Agrkxjla , pastor in Garshusen, praeses.
Hermannxis Theophilus, scriba.
Ai.BERTus GuiLHELMi, m. V. iu Mcdis.
Thomas Stalmannus, minist. in Gamewert.
Theodorus Ekel, p. Wiridumanus.
Dajstfx Thomae, m. in Zerijp.
Lucas Westerwold, m. in Eppingenhüson.
JoHANNEs MoLANTJS, p. Tinaldiugcnsis.
Bernharüus Danieus, p. in Wetzing.
Gerhardus Hiddinoius, p. in Stitzwert.
Dominicüs Tialtngi, p. in Vijrhusen etc.
41
Acta octavae synodi provincialis in urbe Groninga
dedibusque provincide post reductionem nove comparatis
anno a partu virginis 1602 in gloriam Dei patriaeque
utilitatem celebratae.
Sessio prima pomeridiana pridie Calendarum Junii.
Also tho befordering der kerckenordening die E. E. heren Gedeputerden
der stadt Groningen und Omlandenn dorch ein mandaet hebben döhn
convociren und uthschriven einen allgemeinen provinciaal sijnodum för dese
tidt thoe holden yn der stadt Grunningen, so sint die predigers samtlich
dem mandaet gehörsara gewest nha die kerckenordninge ende uth ein
jeder classe drie gecompariret, alse twe predigers ende ein olderlingk,
off te ahn platze des olderlinges ein prediger. ünde van wegen der E. E.
hem Gedeputerden sint die E. E. Gerdt Börenkens ende Dodo van Amswewi
urn dem synodo bij tho wanen , densul ven tho dirigeren und einen guden
ende to bringen gecommitteret praesent gewesenn.
Ten ersten ijs des Heren name angeropen , ende damha uth het middel
van allen dorch suffragia geeligeret dominus Johannes Acronius, minister
ecclesiae Gronning., in praesidem end Antonius Stromberoius , pastor Rottu-
manus, in scribam synodi.
Then anderen sint gelesen die credentzbriefen der dassen, alse tho
weten Gronningen, Dam, Loppersura, Middelstum, Enenim, Adüwert,
derwelcker credentz gudtbefunden. Die namen der gedeputerden thot desem
synodo sint alss volgen:
uth Groninger classe : nobil. Lambertus Hörenkens , D. Joann1':8 Acronius ,
D. Wilhelmus Joannis;
Oldeampt: D. Wigboldus Homeri, D. Johannes Joannis, D. Johannes
Mentzengius ;
Damm: Joannes Sprengerus, D. Tkeodor. KlinctvHamerus, Johannes
Bilevelt ;
Loppersüm: D. Leo Abeli, D. HENRicnjs Hobingius, nobil. Reint Alberiu;
uth Middelstümb: Joannes Nicasius, D. Antonius Strömbergiüs , Cornelius
EVERHARDI ;
Enerumb: Tido Danielis, D. Hermannus a Besten, Andreas Alhart;
Adüwert: Iesreei. Vinckeijus, D. Sicco Abeli, Hindrick Lemexs, senior.
üth Hollandt : D. Bernardus la Fai je ex Haga , deputatus SuithoUandiae ,
D. Joannes Walesius vann Karspel deputat. Nörtholl. ;
Drenthe: D. Henrictts Assweri, pastor Emmensis, .Joachemus Zoor, pastor
in Anlöe.
Dese alle sint erschenen in synodo mith behörlicke credentzbrieifen.
42
Damp censura monim over vorgeschrevene personen alle geholden , ende
sint vör duchtig ende gudt omme desem christlichen synodo bij tho wanen
ende session tho hebben erkandt. Insonderheit ijs deliberiret, efft die pre-
diger nth Hollant suffragia ijn desem synodo sullen hebben, ende ys
verclaret, dat höre suffragia up desem synodo alleine deliberativa non
deliiiitiva sin sollen nha haer eigen begeren.
Hirnha ijs gelesen des wolgebornen grafFen und heren h. Wilhelm von
Nassaw missive ijn saken Simonis Philei, omme diesel ven vor die handt
tho nehmen ende nha ripen rade ijn der saken decretiren, decideren und
ahn S. G. te refereren, wat darinne gehandelt.
Damha ijs disquirert , of ft ock die ahnwesenden f remden mit güde erbare
hospitiis versien, und sint die hospitia, darinnen sich die gedeputerden
begeven, güdt befunden.
Sessio secunda antemeridiana 1 Junij.
Fusis ad Deum precibus lecta sunt acta synodalia Enerumana, welcher
synodus anno etc. praeterlapso 1601 geholden.
Die erste artic. synodi Enerumanae , tho weten van olderlinge mede ijn
synodum to bringen, is vörklaret, dat behörlick sij. Soferne averst ijn die
gehele classe geen qualificeerde olderlinck to linden, vörclaret synodus,
datt ein prediger sall mogen ahn platze eines olderlinges erschinen und
dat allewege sollen nije gedeputerde in synodum kahmen, wolverstaende
dat doch ein van den olden, so des vorigen jahres synodo bygewanet,
sall mothen mede erschinen umme gehne ignorantie to hebben vant vor-
leden jahr ijn tho wenden.
Articulus secundus est approbatus.
Articulus B ys voi*claret, dat die praeposituren sollenn blivenn mogen,
soals ijn vörgaendem synodo decretiret, mitz datter güde ordening ge-
stellet werde, darnha sie sick hebben to regiiliren.
Articulus quartus wort uthgestellet , thotdat die gravamina geexaminert
worden.
Articulus quintus, G, 7, 8, 9, 10 sunt approbati etc.
Articulus 11 is geapprobeert , nömelich dat classicael böken ijn synodo
sollen vörtönet worden.
Articulus offt ein prediger ock mach schattbörder sijnn, is gantz niet
for gudt erkandt, dewile het tegen landtrecht ijs ende mith den vorigen
resolutionibus synodorum stridich.
Articulus 16 angaende die arinenordeninge is geapprobiret ende wordt
vörclaret, dat die vortsettinge der executien over dese und andere arti-
culen, ui> dem Jandtzdage beschieten, sall bij den hem Staten durch
sekere deputatos synodi versocht worden.
43
Articulus 17 is geapprobiret ende wort wider vörclaret, dat die predigers
nit alleine dan mit thodönde eniger dartho erwehlet uth der gemeinte
sullen curatores der armen stellen.
Ende ijs hirnha geinquirert, offt ook die gereformierde lehre pur und
rein yn unsere kercken vorblive. Darup verdaren die broderen saraptlick,
dat sie van gehne nye secten noch vörfalschingen weten.
Sessio tertia pomeridiana.
Post invocationem noininis divini venit ad synodum M. Hermannus
Rennecheküs petens subsidium aliquod a synodo , die hem dan eine recom-
mendatie ahn die (Jedeputierden te geven belovet ende gedaen hebben.
Damha ijs gelesen eine missive der E. E. hem Gedeputerd. der landt-
schop Drenthe, darinne sie vorclaren, dat enige predigeren uth Drentia
solen erschinen umme hoere saken tegens Sy^monem Piuleüm ijn synodo
uth tho foren.
Warup femer erfolget ys lectio ommium gravaminum, so ijn eine schrifft
dorch sekere deputatos gebracht sinde ijm synodo alTgedaen sullen werden
etc, under welchen articulen der erste ijs, offt nit sekere gedieputierde a
synodo sullen gestellet worden, die bij den E. E. hern Gedeput. omme
datelick to executiren sekere puncten solen anholden. Vörclaret synodus,
dat uth desem synodo sullen sekere gedeputeret, denwelcken ock alle
noidtwendige puncten omme to effectuiren in collegio sullen proponirt
worden.
Articulus secundus gravaminum, inholdende offt men söle mogen bij
dem magistrat anholden, dat desülve mochte ein edictum ijn den Om-
landen tegen die exercitia Anabaptistarum publiceren, darüp vörclaret
synodus, dat bij dem collegio sole angeholden werden, dat het collegium
des 8 articul. resolutionem over die articulen des synodi ijn I^liddelstumb,
anno 1600 den 25 Junij geschehen, wolden effectuiren.
Articulus gravaminum tertius, offt ock kinderen sullen mogen extra
ordinarium et publicum con ven turn gedöpet werden. Resolvirt synodus,
dat die kinderdöp behöret to geschehen in dem ordentlicken kerckendienste,
welverstaende wen se anders sülde geschehen, dat alssdan die olderen
erstüch van alle superstitien affgemanet ende van die rechten gebniick der
dope underwiset sinde, sall die dope ijn eine vergaderinge framer ehrlicher
luiden conformlich der kerckenordeninge bedienet werden.
Articul. 4 belangende die begreffnisse der doden wordt verclaret, dat
by den begreffenissen alle missbniicken , oick dat die doden ijn die kercken
gebracht werden omme vor der begrefnisse ein gebedt ende predicatie
daraver te doende, sullen affgeschaffet werden.
Articul. 5 gravam. offt nit güdt, dat die Heidelbergissche Catechismus
44
overall ijn deser provincie gelehret werde, ende dat ock geschehe ijn deser
unser tale , darinne sie nu tho Grönningen gedrücket sall worden. Resolv.
synodus seer güdt tho sin, dat die Catechismus volgeschreven ijn deser
unser sprUcke overall gelehret werde , ende dat unbehörlich sij , dat schoel-
meisteren ende kosteren krögers ofFte schattbörders sin, ende sall hirinne
van denn E. E. heren executie versocht worden.
Articulus 6 gravaminum , ofFt ock vörbede vor de doden geschehn soUe.
Resolvirt synodus solches unchristlich ende unbehörlick te sin, ende sal
hirinne aver die vörigen resolutiones executie versocht worden.
ArticuL 7 van misbrüick der sonn, f est ende bedeldagen wert vorclaret,
dat die afFschaffing dessen saD effectueret worden bij dem magistrat.
Artic. 8 ofFt nit geradenn , dat in gene van dese provinciën Davd) Joris
boecken gedruckt end mehr verkoft werden. Wort vorklaret, dat van dem
magistrat söle versocht worden, dat sie wolle güde upsicht dragen, dat
ijn deser provincie gehne gadeslasterlicke vorvonssche boken gedrücket
effte verköfTt sullen werden.
Articul. 9 van abusen ende discorder der predigers deser provincie ijs
questie movirt, ofFt die deputati classium solen die vitia ministrorum höres
classis sovele haer bewust dem synodo entdecken, diewile sie doch in
classe gecensurirt worden. Resolvirt ende verclaret synodus , dat sie sulches
to doende schuldig, ja noch darenboven geholden sin sullen dem synodo
tho nomineren, welcke predigers under harem classe sortirendo einen
imordentlichen , unstichtlichen wandell geföret hebben ende noch foren,
ende sich niet nha velen vörmaningen gebeteret hebben etc.
Sessio 4 et quinta 2 Junij.
Kecitatis precibus hefFt synodus uth befehl van S. graffl. G. die saeke
SiMONis JoANxis Philei cndc alles dai-tho dcnende inquirert und undersocht,
ock pro et contra van clegem, Simone Joannis Philei vorg. ende beclagten
predigem des cl?issis to Beilen in Drente laten disputeren, up alle ende
jedere puncten der clagen und antworden wol emstliek lettende, wo solches
alles withlöpich uth dem principael ligger tho Grönningen ijs tho sehende.
Sessio 6 antemeridiana 3 Junij.
Initio facto a precibus lecta sunt acta praecedentia, et in caussa Simonis
Philei votis fratnim collectis pronunciata est se<]uens sententia synodi:
Ahngaende die qwestie, gesthaen tusschen Simonem Phileum ter einer
ende den predigers van Drente ter ander sij den , die synodus folgend hare
laste, so sie van S. Gn. hefftt entfangen, alle die stucken overgelecht
hebbende, die bij partien ahn beiden siden sin ingebracht ende darbi noch
de novo hare verbalen gehörett , sampt noch andere stucken gesehen , heift
entlich ijn die frese des Heren nha ripe deliberatie ijn bijwesende der
45
gedeputerden van den synodis in Süet ende Nordthollandtt vörklarett nnnde
uithgesprackenn , verklaren ende sprecken uth mith desen:
Ten ersten wat ahngaet Simonim Jo^vnnis, dat he niet geheel schinet
unschüldig to wesen van enige heiftige worden gespraken te hebben tegens
sine ahnklagers offte predigers van Drente vorgeschr., angesien hie hem
niet en hefft konen entholden ijn dese ehristliche vergadering sonder
noet den name des Heren uppet högeste an tho ropenn ende met un-
ehristliche worden die vörbenomede gedeputerden vam classe to Beilen
gesehabbiert enden entehret, waraver he Ijs ijn dese ehristliche vergadering
gestraffet ende censureert gewest Nochtans bekent synodus, dat hie woU
imd mit rechtferdige orsaken geappelleret ende heropen van vörgemelte
sententie.
Ten andem belangende die vörgemelte sententie vorclaren die broderen
in dieselve die kerckenordening nit gefolget te sin, noch ock up enige
faste fundamenten ende bewissreden tho stoenen , mith welcke men dieselve
mochte vörantworden , angesien nit en bliket van enige vorgaende treppen
vann censura, die man ijn desem nae dem worde Oottes schuldig ijs tho
holden, gelick die strengicheit van dieselve sententz genöchsam bewiset,
dat die prediger nit gantz frij van alle affecten sin gewesen, ende dat
gheen kerckenpersonenn tho en kumpt jemande mulctam pecuniariam up
tho leggen , veel te min tho arbitrale correctie to condemniren , ende hadden
behoren meer gedaen to hebben in fa voer Simonis ehres medebröders, alss
sie mehr befunden worden up de sijde van sine beschuldigers gewest to
syn , vorbggaende die ehrlicken attestatien Simonls , hem van siner gemeente
medegedeelet , darijegen ahnnehmende tanquam probata, tgene die twelff
mannen van Meppel simplick mochten hebben geklaget offt ock schrifftlich
averg^;even sonder enige documenten.
Derohalven verklaren die broderen, dat die vörgemelte sententie van
null ende van imwerden ijs toe holden, ende stellen bij deser harer sententie
uth krafft van authoriteit, haer verlehnet the desen bovengementionert,
SiMONEM voorg. in sin geheel omme overall, dar die Here liem sall be-
lieven te heropen, hetsq buthen effte binnen die Drente to mogen den
predigstoel te betreden, nha luidt der christlichen ordening der kercken
van desenn lande, nochtans datt ten ansien, dat die van Meppel nu tegen-
wordich mith einen erbaren, f ramen, godtsaligen man versien sint, ende he
SniON nu toe Delmuden bekleidet den dienst, nit weder en sall mogen
kehren thot Meppel.
Ordelen wider die broderen , dat die sententie , ijnt protocoll thot Beilen
registreret, gecancelliret ende vornichtiget sall worden. End umme reden
desen synodum moverende wort vor gudtt angesien , dat die predigers
sollen aff holden van classicaele vörgaderinge , tliotdat S. Gn. unse here stadt-
46
houder van desen vorwittiget sall sin ende breder door sine lettem sall
hebben disponeret, etc.
Ende willen die broderen deser vörgaderinge Simonem woU hebben ge-
beden ende wall emstlich vermahnet, ten ansien hie ein bedaget man ijs
end ein olden [kerekendienaer] l), acht tho nehmen op sin selffs ende sines
dienstes, ende hem vortahn te wachten vor alle frembde bemoijinge, sinen
kop wat matigen , ende niemandt gene occasion toe geven van uproer effte
moijete ijn kercken ende policyen. Ordineren vorder die broderen die par-
tijen hinc inde onderlinge te versönen ende umme Christi willen alles ijnt
vüer der liefFde tho lathen vortehren. Actum to Gronniiigen op den 4 Junij
anno etc. 1602.
Die gedeputerde dieneren ende olderlingen aller classen der stadt Grön-
ningen end Umnielanden synodaliter vörgadert sinde, onss praesent ende
uth name des synodi Johannes Acronius , praeses synodi , Antonius Strom-
BERG, scriba.
Dese sententia ijs partijen vorgelesen , darvan sie up dithmael niet hebben
protesteret, dan begeren schlichtlick copie, die haer ys geaccordiret ende
gegeven.
Ock ijs S. Gn. unser gnediger here stadtholder van desen dingen allen
ende wat darto gehöret nha der lenge dorch twe missiven nha het begeren
van S. Gn. vorg. berichtet ende vorwittiget worden, wo ydt nth dem
ligger toe Groningen toe sehende.
Den edelen heren Gedeputerden Staten van Drente ys ock up hare
missive ad synodum geantwordet ende bericht gedaen van der sake Simonis
Philei ende der predigers van Drenthe.
Widers ijs Udo van Doessberch erschenen ijn desem synodo klagende
up ende tegens het classis ijnt Oldeampt, dat se ehm in classe nit wolden
acceptiren unde tho einen prediger ijn die Berta ahnnehraen etc. Darup dese
christliche synodus nha verhör der partijen beijdersits up alle ende jedere
stücken flitich lettende, hefft volgents decretum passieret ende uthge-
spraken.
Belangende Udonis Doessborchs sake, dewile dem synodo kundtbaer ende
ock uth sinen eigenen tüchenissen blicket, datt he noch for weinich tidt
der ubiquitistischen lehre hefftig angchangen, und alleine vam classe in
Drente angenhamen, die nha resolution deses synodi solcke ahnnehrainge
niet genochsam hebben bewehret, item dewile Udo nijelick nha siner
ahnnehminge is befimden mith dnmckenschop ende vechten sich vergrepen
to hebben, ende darvan ijn synodo sich ock niet hefft konen genochsam
1) „[kerekendienaer]" verbeterd naar YY. In onzen cod. staat „kerckender.*'
47
purgieren, is nit allein sine beröping ijn der Beerta van nüll und gener
weerden, sondem ock hie thom ministerio nha vörmöge der kerckenordening
inhabil erkandt, solange anders kan van hem erwiset werden.
Und ijs hierenbaven der synodus van einem erbaren rade der stadt
Ghröningen dorch den secretarium Julsdtck geaviseert , dat van wolgemeltem
erbaren rade upgedachter üdo ijn den kerckendienst hörer jurisdiction
omme reden nit köne geduldett werden. Welches glichsfals van einem
anderen, genömet Nioolaus van Stelungweri-t , item up de Meden be-
röpen , dorch upgemelten h. secretarium uth befehl van einem erbaren rade
ahngedenet ijs, damha sick sowol die gemeinte ijn der Beerta und up
die Meeden alse ock die classis ijnt Oldeampt hefft tho richten. Act. in
synodo Groning. 3 Junij.
Van deser sententie hebben die gedeputerden des classis int Oldeampt
copie begeret, diewelcke ehnen geaccordiret ende gegeven ijs.
Sessio 7 pomeridiana 3 Junij.
Invocato nomine divino venit in synodum Nioolaus Johannis, minister
verbi qn Grijphskercken , conquerens sibi deesse stipendium unde vivat
ibidem. Warop synodus resolvirt, dat die deputati synodi dem collegio
NicoLAi saken solen ahndenen umb underholt tho erlangen, ende hie ijn
Ghijpskercke gecontinueret moge werden.
Nha desem is ijn synodo erschenen Wibrandus, pastor in Werffenburen,
begerende synodus wolde hem assistentie dohn, dat hem wedderum etzliche
achterstellige costen refundiret mochten werden, hetghene he wegen die
verteerde kosten im namen van alle dassen bij Ameling Jansen erst hebbe
mothen betalen. Ende hebben solckes die classes ahnwesende te doende
ahngenhamen, sovele hare quota belangende.
Hiemha sint ijn desem synodo erschenen die edelen ehrentfesten junck-
heren Johan Rengers ten Poste , Albert Gaijkoma ende Alhardus Jensema
onder anderen medecollatores van der pastorie thot Oldenhave ter einer,
ende Theodorictus Petri, pastor darsulvest, geassociert sinde mith dem
edelen ehrentfesten her Broersma ock niedecollatore onder anderen van
die pastorien vorgeschr. ter ander sijden. Und hebben die vorgesch. jünck-
heren alss clegers vörsocht van desem synodo , dat hie Tueodoricus bij des
synodi authoriteit mochte geremoviert werden van dem dienst der pastorien ,
die Theodoricüs tegenwordich bedienet tho Oldenhave. Ock reden vorge-
wendet, dat Theodoricüs solde alleine up i) bij provisie ahngenhamen sin
ende sie nu befunden, dat darenbaven die vorgm. pastor mith siner schuldt
gn moijjete ende swaricheit hebbe gestanden enige jahren lanck toe CoUum,
1) „up" hierna volgt eenige opene ruinite, in YY
48
also dat die sake hefiPt ein tidtlanck |jnt hoff van Friesslandt gehangen,
dat ook die procuroer generael des vorgs. höves tegen den pasteer ge-
procedieret ende ock sententie thot nadeel van die pastor geobtineret.
Seggende forder, dat die pasteer ock ter platze siner tegen wordigen wahning
solde moijete ende uproer ahngerichtet hebben. Hijrtegen helft die pastor
mith sine geassocierde medecollator vortönet sekere acten van sententien
des hofes vorgm., nehmende nha het verclaren van drie eflFte vier advocaten ,
dat sie nit en ijs thot sinen nhadeel denende, alss hie oick hefFt vertönet
verscheiden getuichenissen sines lehrens ende levendes van dem classe
ende dieneren tho Doccüm, mitzgaders oick getuicheniss van twen personen
uth dem classe Doccüm, hier ijn synode erschenen, alse ock de gemeinte
höre luiden hir gehatt, dat sie mith dem pastor wel thofreden ende thot
hem geneigt sint , ock betuiget wordt , dat het gehoer thot Oldenhave sehr
groet ijs, ende tho freesen staet, dat so die pasteer alduss geremovirt
würde, perickel wehre van grothe schöringe.
Sententia : die synodus dese bedrovede sake ijn den vreese des Heren wol
overleggende vörclaret vör hare sententie, dat die pastor nit rechtlicken
kan van haer geordelt • worden inliabel te sinn offte unbequaem thot den
kerckendienste, noch ock sehuldich for dithmael van Oldenhave to trecken,
mar also sie raercket, dat he mith freden aldar nit en sall konen bliven,
ende mit bewilligen der edelfesten junckeren niet kan vorkregen worden
provisionale continuatie, so ijs het synodus van advijs, dat die prediger
aldar vör so langen tidt sall werden continueret, alse hie eine andere
beropinge sulde mogen bekahmen. Actum Groning. 3 Juni] anno 1602.
Die gedeputerde der dassen synodaliter vergadert sinde.
Van deser sententie hebben parthen beide copiam begeret, dewelcke
hoer is geaccordiret end gegeven.
Sessie octava antemeridiana 4 Junij.
Precibus ad Deum fusis sint geexamineret etzliche lasterschrifften Simonis
PHn.Fj ende sommiger prediger van Drente, so sie onderlinge op malc-
kander gedahn, ende desem synode avergegeven ende sick onderworpen
darin to sententieren ende te dohn nha advijs des synodi , sofeme de sake
also vördragen ende hengelecht kende werden, dat partijen beidersitz bij
hebbende ehre mochten bliven dese faerarörige i) schrifften tho annulleren.
Sint sufTragia coUigeret ende ijs güdtbefunden partijen tho vörmahnen
ernstlich to reconciliatie. Vermanet sijnde hebben eine den anderen um
vörgiffniss gebeden, alles vörgeven ende onderlinge mett handttastinge
angelavet te holden.
1} ,^aeiurörige", YY heeft „faeniroovige."
49
Volgens np klage des kosters toe Beilen contra Henrictim Petri, sinen pasto-
ren aldaer, ter einer ende HzNRia vorgem. , sinejegenvörantwerdinge ter ander
siden, beide ijm synodo praesent zinde, is decretum ergangen ad articulum
gravam. 10, dat geen pastor sall mogen die upkumsten van kosterigenn ende
schoelmeisterien boren effte to sich trecken, noch all veleminder schoel-
meisteren offte kostern up ende aifsetten, dan sal dese macht staen b^
dem pastor ende gemeinte samptlich, ijn genöchsamen reden fundirt sinde.
Nha desen ijs D. praeses mith advijs des synodi weder thot die gravamina
getreden, ende reserverende articulum praecedentem de censura morum
hefft geproponeret:
Artie, 10 grava, — Articulum decimum , offt pastoren ock mogen koste-
rqen tho sich trecken ende vor einen seker lohn ahn andere overdragen
ende die rest vor haer genethen etc. Resolvert synodus, dat solches
unbehörlich ende ock nit sall mogen geschehen.
Artic. 11 grava. — Articul 1 1 , dat die predigers , so van der provincie
gesolariseert ende uth handen der rentemeistem betalet werden, mogen
up genochsame meijem overgewiset werden. Darup vörklaret synodus,
dat de deputati synodi solen mede by de E. E. hem Gedeput. der stadt
Or5ningenn end Ummelanden anholden umme höre resolution, darvan airede
gedaen over die decreta synodi Middelstumanae, tho achtervolgen und ijn
effect te stellen.
12. — Articul. 12 gravaminum, offt nit die predigers mogen van die
extraordinarie lasten deser provinciën ontladen ende f rij worden. Vorclaret
synodus, dat tho dem ende ein request ahn die E. heren Staten Generaell
solle gestellet end gesonden worden, ende bi hand D. Bernhardi la Fau.lie
doer JoANNEH van den Boegart ahn die vörgemelten heren övergeliefert werden.
13. — Artic. 13, offt niet guet, dat alle vacierende cloesteren met
predigem versehen werden. Yerclaret synodus , dat die classes solen erkun-
digen, offt ock die predigers ^n den cloesteren frucht schaffen, ende darvan
ahn die edlen h. Gedeputierden relatieren.
14. — Artic. 14 de abusu juris patronatus, offt deselvige abeuss niet
moge affgeschaffet werden. Referert synodus ad generalem synodum.
15. — Articulus 15, offt kerckvogeden , kosteren end schoelmeisteren
sollen membra ecclesiae sijn. "Vorclaret synodus, dattet behörlich ijs, ende
begeren die edele h. Gedeputierden willen hirinne höre resolutie achter-
folgen, der kerckenordening gemethe sinde.
Himha |js gelesen eine missive des pastoris van Hollwijerda, welches
sake dese synodus ahn die E. E. heren Gedeputerden refereret.
Sessio nona pomeridiana 4 Junij.
Oratione ad Deum habita is mith den predigem vann Drente wider ge-
Ada gtfn, protinc. VIL 4
handelt, Offt sie solden nha vörmöge höre credentz session in synodo
hebben. Die synodus sie gecensurirt hebbende, helft umme reden Henricx)
BocKEL^LVifNO ende Hexiucx) Assweri ende Joachimo Zoer diesulve togestaen.
Und ijs nha desenn D. praeses wedder thot die gravamina gekahmen, alse
folget.
16. — Articul. 16, offt men oick mag kercken combineren. Vörklaret
synodus, dat solches niet mag geschehn, soferne die kercken vor sick
konen elck einen eigenen pastoren nnderholden nha luidt der kercken-
ordening articulo quinquagesimo sexto , ende soferne beider kercken gemeinte
so with van einander gelegen, dat sie nit en konen tho ein kercke tho-
samende kahmen.
17. — Articulus 17 van rechters ijn ehesaken, dat darine besonder
gestellet worden, offt thot ein provest cum assessoribus sullen mogen
gebracht worden. Referert synodus thot dem articulo de praepositura.
IS. — Articul. 18 , dat geen copulation geschehe sonder drie vorghaende
proclamatien ende tüchenissen der plaetze, gelick rede geresolvirt ijs etc.
Vörclaret synodus, dat deputati synodi sullen bij dem collegio anholden,
dat die kerckenordening hirinne achterfolget werde.
19. — Articul. 19 , dat die unördening van brüeden ter kercken ghaen ,
alss blakeren, scheten, schencken, lueden, heidensche warschoppen aff-
geschaffet mogen worden. Vörklaret darup synodus alss up den vorigen.
20. — Articulus 20, offt olde misspapen mogen redgers sinn. Wordt
vörklaret, dat solches niet behörlich, ehe und bevör sie gereformiret sijn
ende den eidt van getruwicheit gediihn hebben, ende dat alle redgerss,
80 ehrtidts misspapen gewest ende noch fiende der lehre sin , sollen mogen
up den landsdach resigneret worden dorch vormahnen der h. Gedeputerdenn.
21. — Articul. 21 , offt niet solde guet sin einen liberum coetum binnen
Groningen ahn to stifften end tho holden. Hefft synodus gudtgef unden ,
ende sall in effect gestellet worden.
22. — Articul. 22, belangende het protest des classis van Suethorm
omme den synodum daer te holden etc. Resol. Wort tho kentnisz van S. G.
gestellet.
23. — Art. 23, offt niet geraden sy synodum ijn der stadt Groningen
te holden oft ten minsten alternatim in stadt ende Omlanden. Resol. dat
sall mogen vortahn propter loei commoditatem synodus alternatim ijn stadt
end Omlanden geholden worden, datter nha ock ahn S. G. end den h.
Gedeput. sal gerefereret worden thot haror discretie.
End ijs ock decretiret, dat synodus ten respect van andere provinciën
in deser provincie vorthan sal up den ersten Maendach nha Meijdach nha
den olden st^jl geholden werdenn, etc.
51
Sessio 10 antemeridiana 5 Junij.
Finitis precibus hebben die prediger van Drenthe horen entliken affscheidt
by desen synodo genhamenn.
Damha hefft dominus Wallesiüb, depiitatus NorthoUandiae, desem synodo
to bedencken gegeven, offt niet geraden waer ein gemein synodael boeck
te holden in deser provincie gelich ijn Hollandt. Danip synodus resolviret,
dat het gudt sij, ende sole uth gemeinen kosten ein sijnodael boeck be-
reidet, und die vorige synodael acta darin pure geschreven worden.
Ten tweden efft nit gudt, dat die classis, daer synodus geholden wordt,
ordinere den deputatis classium bequame herbergen , also dat twe dassen
mith eine herberge versehen werden. Vörklaret synodus gudt tho sin, dat
dese ordinantie vördahn geholden werde.
Ten derden efft nit güdt den synodum met eine predige tho beginnen
ende to endigen, wörvan sijnodus gelicke vorclaringe gedahn, dat het
vördahn sole geobserveret worden.
Then veerden offt nit güdt, dat twe prediger uth jederen classe geordineret
worden tho visiteren die anderen, ijn harem classe sorterende, ende van
horen und der gemeinten thostandt und progressu in classe ende synodo
te relateren. Is hirup resolutie genhamen bij dem synodo juxta articulum
51 der kerckenordening, mitz dat j^hrlichs nije personen in synodo solen
genomineret worden.
Und sint dith jahr genomineret:
in Groninger classe : dominus Joannes Acronius , D. Bernhardus TnEODoraa
und nobil. Tiahbertüs Horenkens;
in Damster classe : D. Joannes Sprexgerus , D. Theodorus Klinckhamerus ,
JOHAJETNES BiLEVELDT;
in Loppersumer classe: Dominus Leo Abeli, D. Henricüs Hobingius,
nobil. Rsmr Alberda;
uth Middelstumer classe: D. Johanxes Nicasius, D. Wibrandus Georgh,
nobiL Taco Broersha;
uth Enerumer classe: D. Andreas Aliiart, D. Tido Danielis, D. Her-
MANNUS a Besten;
uth Aduwerder classe: D. Robertus Wippingius, D. Jesreel Vinckelixjs ,
Hiin)RiGK Lewertt;
uth Oldeambster classe: D. Wigboldus Homerus, D. Joannes Joannis,
D. JoAimEs Meittzinqiüs.
Sessio undecima 14 Junij.
Recitatis precibus is censura morum geholden aver etzliche geciterde
prediger, darmith dese sessio ijs geendiget, mitz dat synodus decretiret,
dat alle classes solen geholden sin, fiitiger dan vörhen geschehn, alle
censuren unde acten tho teickenen.
4*
52
Sessio duodecima 15 Junij.
Nhadat des H. name was ahngeropen mith ein devotiges gebedt, is
gedecretiret , dat die predigers, so ijn desem synodo der censur mogen
undergestellet worden, sick solen dem ordeel des synodi oder des classis
gehörsamlick , bescheidentlick ende fredesamlick underwerpen, und dess-
halven gene private personen, insonderheit der classium deputatos, ijn
generley wise mith worden noch mitli wercken sullen besch weren, sub
poena suspensionis aut si necesse remotionis.
Nha desem sint die gravamina wedder for de handt genahmen, wonnne
folget:
24, — Articul. 24, offt niet nödich ordening te raUcken, wen pastoren
versterven binnenjahres , die der pastorien gebniicket hebben, wannehr
dat nhajahr behoret ahn te ghaen. Resolv. synodus, dat sie het lathen
vörbliven bij der resolutie synodi Groningensis anno etc. 96 articul. 11, van
sine graffl. Gnade selffs underteickenet.
25, — Dat alle predigere end schoelmeisteren met behörlike under-
holding mogen vorsehen werden , darmede alle bequame dieneren erholden
ende den unbequamen gewehret moge werden. Is geresolviret , dat die
dagenden solen bij hoeren classem vorsoecken umme recommendatie und
remonstrantie tho döhn nha behoren, etc.
26\ — Artic. 26 , offt behörlich , dat van Mennisten offte anderen einige
husinge up pastorien ende schoelmeisterslanden sonder weder aff tho
breeken gebuwet mogen worden, ende so gebuwet nit behoren affgebroken
tho worden, updat die vorigen landen nit wurden bekörtet. Resolviret
synodus, dat sie het laten sthaen by die resolutie des synodi tho Enerum
articulo 26, stellende die executie van dien ahn die magistraet ter causa
van der Wedderdoper lasteren ende importuniteit der predigers.
Sessio 13 etc. 15 Junij.
Post preces is dominus praeses vortgefahren in gravaminibus , alse folget:
27, — Articulus 27, dat die ordeninge, die pröfstien belangende, ijn den
Dam uth den olden gecorrigeret , moge revideret, approberet und in effect
gestellet worden etc. Resolvirt synodus , dat die deputati deses synodi die
olde ende ijm Dambster synodo geemendeerde articulen, die provestien
belangende, examineren ende verbeteren, end also nha bestem vermogen
gude ordening aver de pröestien toe verfaten ende den heren Gedepu-
terden toe executiren.
28, — Articul. 28, diewile so grothe ergemisse ende lasteren wegen
der clösterguderen gehörett, dat denen niet betamet vaecken stipendia
gegeven, rechte armen geweigert, anderss darin bij de provincie versien
moge werden, stellet synodus ahn die E. E. heren Gedeputerden van
53
wegen die velen gesehreijen so ijn stadt iind landen tho remedieren nha
vermogen.
29. — Artic. 29 , dat die vicarien ende praebenden recht gebrüket ende
imploijret mogen worden etc. Is gedecreteret, dat dar wider sall up ange-
liolden werden by den E. E. hem Gedeputeerden.
30, — Articul. 30, dat die praebendarii binnenlandes studerende alle
jahren van die pastoren ter piatze ofiFte ter classe geexamineret raögen
worden. Is geresolvirt, dat deputati synodi sullen anholden ijra collegio
urame darinne tho ordineren , dat solches pastor loei effte die classis effec-
tueren moge.
3L — Articul. 31, offt behöret uth ein ander classe ein diener einen
ledigen dienst eines andem classis, de van diesul ve bedienet köne worden,
bedienen mogen etc. Is geresolviret, dat die deputati synodi sullen den
E. E. h. Gedeputerden ahndienen, dat sie dem cloester Draepel einen
eigenen prediger, ende die beiden klösteren Wytwart ende WarflPum ock
einen eigenen prediger stellen, omme dereulvigen hare superstition gantz-
lich uth tho dohn und soleke prediger tho horende ernstlich ahnbefehlen
wolden. Wo glichsfals dem commenduer tho Osterwerum worde uperlecht,
dat hie des pastoris behusing gelick ock die kercke gebörlick upbuwen,
end dem pastor die thogeordenten 50 daler ahne moijte solle thokahmcn
lathen , etc. Desgelicken dat die E. E. heren Gedeput. wolden vorschafTen ,
dat die beginen tho Tesinga mochten van einander und darmith also uth
haer superstitie gebracht worden.
32. — Articul. 32, offt wol recht gedahn sij, dat einige personen un-
gedöpet ijn frembde plaetsen gecopuliret werden , dar hoer soleke copulatie
van hoer praedicant was geweyert, gelick einer gedaen, Akxoldus Aettts
genömet etc. Is geresolviret , dat ungedöpede niet sullen gecopuliret worden ,
WO ock neen pastoren frembde luide solen copuliren , die gehne getüiche-
nisse van ehre proclamatie und dope hebben. End sall Arnoldus Aetitjs
darum ernstlich gestraffet werden, dat hie twe ungedöpede ende unge-
proclamirde hefftt gecopuliret.
33. — Articulus 33, offt ock armengelden, bij testament gegeven,
behoren ahn handen der Mennisten tho kahmen, omme buten diaconatschop
der Gereformerdenn kercken van den Mennisten te administreret ende
iithgedeelet te worden, alse sie sich ahnmetigen. Vörklaret synodus,
dat almissen bij testamente gegeven sollen van niemandts entfangen offte
uthgedeleth werden alse dorch ordinarie predigers ende diaconen des
ordts, etc.
34. — Art. 34, dat die synodus bij S. Gn. unsem wolgebamen grafen
und h. wolde anholden , dat van S. Gn. ahn den drosten van Wedda mochte
geschreven werden umme die underdahnen van Westerwolde dahen tho
54
holden, dat sie dem classe, hore jurisdictie concemierende, ijn relligions-
saken nba satz ende ordeninge der kercken in alles gehoersamen , ende van
dem classe geropen compareeren mochten nullis obstantibus contradictionibus,
addendo dat der vorgedachter herrligheit kerckendienaren hare geboerlicke
synodale ende classicale unkosten uijt der kercken goederen darthoe ge-
bruijcken.
Sessio decimaquarta 16 Junij.
Nha dem gebede hefft der edelfeste Lambert Hörenkens dem synode
referiret, dat ein erbar raedt geaccordieret die costen, so verleden jahr
gedaen tho Enerum , sullen uth den kercken des Oldenambster classis sine
praejudicio genhamen werdenn nha hoer quota.
35. Himha hefft dominus Leo Abeli, pastor qn Loppersumb, diesem
synode proponiret, dat he eine persene, so lasterworden ende lögentale
over hem uthgesprenget, hebbe rechtlick ijn die iser setten und schluten
lathen, unde begeret des synodi ad vijs ende guden raedt, hoe hie mith
dersulven personen offte höresgelicken solle wider mogen procidiren.
Vörklaret synodus, dat dominus Leo genesweges die geapprehendierde
offt ock die anderen höresgeliken ende belijden sal met slechter revocation
doen dimitteren, dan sal die sake tho rechte emstlich dorchdriven ende
het darhen bringen, dat ahn sodanigen lasterers ein apentlick exempel
moge gestatuert wordenn, addendo dat sinodi deputati dar nodich D. Leoni
sullen beforderlich sin ijn rechtmetigen saken.
Sessio 15 etc. 16 Junij.
Recitatis precibus examinata sunt acta synodalia, et constituti sunt
deputati, qui referrent ad collegium, dominus Johannes Acronius, D. Joannes
NicAsius, dominus Leo Abeli, D. Wioboldüs Homerus.
Hirin ys geschlaten, dat die deputati bij dem collegio sullen anholden ,
dat die heren Oedeputerden wolden mandata passieren lathen in genere,
dat gehne lickpredigten sullen geschehn, aleher die dode ter erden be-
stedigt ijs.
Deputati synodi sunt constituti : D. Jo.vnnes Acronius, D. Joannes Nicasius,
D. Joannes Sprenoerus, D. Andreas Alhart, D. Jesreel Vinckelius,
D. Leo Abeli, D. Wigboldus Homerus etc.
Van den unkosten blifft bij dem olden gebruick.
Sessio 16 etc. 17 Junij etc.
Nha dem gebede ijs gedecreteret, dat niemandt van den predigem sich
sall verfoideren enige dingen to elimineren, die sowol qn den synodis
alse classibus belangende censuram morum, wc ock wat sonst nit behöret
55
geelimineret tho werden , vorhandelet worden , idque sub poena suspensionis
ab officio etc.
In saken Johanxis Wmicini, prediger ijn ToUbert, contra secretariura
Ekexss clegem hefft synodus geresolviret, dat uth dem classe des Wester-
qwartiers ein prediger, ende uth twen den nahesten classibns ock jeder
einer sollen gedeputiret worden, de sick samptlich ijn Fredewolt sollen
erkundigen ende gründtliche informatie deser saeken nehmen ende darvan
ad classem relateren, die met desen gedeputerden sollen tosamen dohn
nhae behoren.
Hiemha hefft ein ehrbar raedt der stadt Grönningen desen synodum
met 15 daler vorehret omrae darvan eine maeltidt tho holden.
Deputati in Johanxis Wirichii sake sint D. Bernhardus Theod. , minister
Gröning., dominus Hermannts Besten, D. Robertus Witpin'gius.
Sessio 17 etc. 17 .lunij pomeridiana.
Finitis precibus is ijn saeken D. Bernhardi Da>telis, pastoris in Wet-
zinga, gedecretiret Diewile verscheiden questio ende missverstandt tusschen
den e. e. junckheren Albert Starckexborch tho Wetzingen ende sine huiss-
fruwe mitsampt weinigen der gemeinte ter einore , und den wordigen end
wolgelerden Bernhardum Daniells, pastoren tho Wetzingen ter andem
sidenn, is geresolviret, wowol synodus niet befindet vör dithmael erheff-
liche orsaken, warummo he solde van sin dienst ende plaetz aldaer vörsettet
worden , dennoch umme alle widere moijete ende unerbuwing der kercken
tho vormiden, suhet ydt synodus vor gudt ahn, ja erbudt sich ock tho
beflitigen, dat D. Bernhardus up ein anderen platz thot mehrder sticliting
und der kercken Christi erbuwing erster gelegenheit heropen ende trans-
feriret mach worden, mitz desen dat D. Bernuaroüs sall henforder als
ein fraem diener J. Christi sich holden ende dragen ende die gelidtraathen,
60 geoffendiret, mith sick versönen. Actum Gröning. 16 Junij anno 1602
synodaliter.
Is ock hirnha geresolviret , dat die decreta deses sj'nodi , so den classibus
tho exequiren geboren , sollen ijn jedem classe getruwelick ende emstlich
achterfolget werden , und so enige classis hirinne nhalatich befunden , sall
in synodo proxima danimme angesien ende nha geboir gecensuriret werden.
Wo ock femer synodus resolviret anghaende die platze dess kunfTtigen
synodi, dat die ahnwesenden domini fratres samptlichen wol ahm be-
qwamesten achten und ahm levesten wehren in der stadt Groningen,
idoch stellen solches den E. E. hem Gedeputerden heim omme darin to
disponiren, alss sie best achten etc. Die dach ijs wo vorg. die erste Maendach
nha Meijdach etc.
Die gedeputerden deses synodi nhafolgende gecensureret ende ^jn lehro
56
nnd levendt gadtbefonden sinde, hebben dese acta met höre eigen handen
iindeiigeteickent
Nobil. La3cbertus Horeneens.
Dominns Joanxes Acroniüs, praeses synodi.
Antoniüs Stroembekgiüs , p. in Rottum, scriba synodi.
JoAXNTS NiCASirs, pastor in Middelstum.
JoASKES Sprengerus, p. in Appingadam.
Theodorus Klisckhamerüs , p. in Tjamsweer etc.
JoHAN V. BuLEVELT, oldcrling qm Dam.
Leo Abeu, pastor in Loppersüm.
Henricus HoBmoiüs, p. in Sandis.
Andreas Alhart, p. in Enerum.
Hermanitus Besten, p. in Werflfhüsen.
TiDO Danielis, p. in Baffloe.
Sdctus Abeli, p. in Esing.
Jesreel VmcxELiüs, p. ijn Grotegast
JoHANNES JoHANNK, p. in Wagcnborch.
JoHAiïNES Mentzingius, p. in ünstwedda.
WiGBOLDXTS Homerus, p. in Midwolda.
Wilhelmus Joanttis, p. in Wolda.
Finis.
Fer Jesu nobis indigentibus salutem etc.
Acta nonae synodi provincialis urbis Groningae et
Omlandiae, also die schrifftlich heropen ys hy die
gedeputerden der E. E. hem Staten derselven provincie,
angefangen ende geholden yn der stadt Groningen upt
proviiicienhUis 2 May anno etc. 1603^ ten overstdn
van haer E. E. gedeput. die E. h. Philippus Meckema
und RoELEFF Battinga und die E. E. Dodo vann
Amsweer etc.
1. Nha voerghande anropinge des namen Ghottes synn verkahren com-
munibus suffragiis tot ein praesidem dominus Joannes Sprengerus , tot ein
assessorem dominus Joannes Acronius ende tot scribam D. Wigboldus
Homerus.
2. Die gecommitterden der respectieve dassen deses synodi hebben
overgegeven ende vörtönet hare credentzbrieven, ende nhadat sie gelesen
57
sint, ijs censura daraver geholden und alle samptlick session vergunnet,
naemlick :
ex classe Groningensi: D. Joannes Acronius, D. Bernhardus TnEODORia,
D. Egqericts Eggens, senior;
ex classe Dammonensi: D. Joannes Sprejtgerus, D. Tiieodoricüs Kunck-
HAMERUS, D. WiLKE Tiio Nansum, senior;
ex classe Loppersumana : D. Henricüs Hobingits, D. Daniel Thom.ve,
D. EiLARDus LuDOvia loco senioris;
ex classe Middelsturaana : D. Albertus Wilhelmi, D. Arxoldus Aetius,
D. Egbertüs Sickens loco senioris;
ex classe Enerumana: D. Tydo Danteus, D. Andreas Stratemanntjs ,
D. DoMiNicus TiALLiNGius loco scnioris ;
ex classe Adwerdiana: D. Jesreel VmcKEUus, D. Thomas Stalmannus,
D. Popoo Helprich, senior;
ex Yeteri Praefectura: D. Wigboldus Hojieri, D. Sebastiantjs Hermanni,
D. Hermannüs Borgelius loco senioris.
3. Sint erschenen ijn dese vorgaderinge D. Casparus Grevinchovtüs,
diener tho Rotterdam, und D. Johajtnes Wallesius, diener tho Boven-
caspell, mith credentz van die respective synoden ijn Süet end Nordt-
hollandt thot nnderholding van die ahngefangene correspondentz , die sie
uth die name alssvoren frundtlichen hebben vörsocht ahn dese vergade-
ring te continuerende, twelck dese synodus angenamen, und hoer uth die
name alssvoren sessie vergundt hefft.
4. Vorder sint die deneren des godtlichen wordes der landtschop Drente
erschenen ijn deser vergadering, ünd sint gewesen mith namen : D. Ever-
hardus JoANNis, prediger binnen Meppel, D. Joachimus Zoer, p. tho Anloe,
D. Hermannus Bredewech, prediger tho Schoenebeck, und hebben hare
credentzbrefen, inholdende umme van wegen de kercken vorges. bij provisie
und for eine tidt van twe jahren desem synode bij tho wanen sonder
praejudicio van des vorsch. landts vrijeheit, vertönet volgende de resolutie,
bij die landtschap genhamen. So ysset dat dese synodus diesel ve kercken
und dieneren alss leden dessul ven synodi in forma alss vorg. erkent,
entfengt und vorklaret, und ijs gudtgefunden und geresolviret aen E. E.
heren regierders der landtschop Drenthe tho vörsöken ende tho bidden
ock neffens den h. gedieputerden, van wegen der provincie van Gron-
ningen und Omlanden yn den synode gecompariret unde medegepraesideret,
einen gequalificerden und der christlichen gereformerden reb'gie professie
doende persene uth het midden van ehr E. E. Gedeputerden jürlichs te
committeren umme ijn gelicker forma und nefens den h. vorg. die ver-
gadering deses synodi bi tho wahnen, dat ock dem classi van Drente
58
geloven sall, ist mogelicken, ten minsten twe dieneren bq provisie uth
ijdtlicken classibus to senden und hirvan ijn ehren dassibus report döhn.
Sessio secunda pomeridiana.
5. Dewile vele verscheidene personen ijm sijnodo erschinen und sick
mede ter maeltidt vörfögen, resolvirt die synodus, dat ein jeder classis
nha desem mael sal dragen die kosten van die personen, so iinder sin
classe sortiren. Die kosten der andem gemeinen personen sollen thot ge-
meine lasten des synodi sthaen.
Resumptie der articulen des vörigen synodi.
6. Die ersto artiekel synodi Gröningensis vorgangen jahr geholden
umme einen olderlinck up den synodo mede to bringen wort allnoch be-
krefftiget, iind sint deputati classium vormanet, dat sie ijnkurapstig hirup
güde regart willen nehraen.
7. Die ander artic. umme die puncten ijnt korte tho vorfeten, so ahn
die E. E. Gedeputerden sollen avergegeven worden, imd bi numero to
stellen wort mede geapproberet.
8. Artic. 3 angaende die praeposituren , darin rede bij S. Gn. und die
h. Gedeputerden thom dele gedaen ijs, und up den landtdach noch enige
swaricheit gemoviret, aviseret synodus van noden to sin alnoch up den landes-
dach ahn to holden, unde dat um vele erheffliche orsaken, van grote abusen
und missbniecken , so qn die pmeposituren gespöret imd gesehen werden.
9. Die 8 articul synodi Enerumanae belangen die Wedderdoperen , hare
conventiculen und ekercitien und specialiken mede die echtschoppen , so
bij ehnen geschehn, alsock die echtscheding dersulven Wedderdoperen,
also men seker ijs, dat bij S. Gnade und die heren Gedeputerden tho
dele resolutie darup genamen qs, und ock up den landtsdach van de ge-
comniitterden des synodi vörleden jahres ijs angeholden, und dan noch tot
noch tho nichtes ijs erfolget, achtet die synodus hoch van noden, dat die
predigers alle abusen und schandtliche missbrücken der Wedderdöperschen
lehre flitich inquireren, umme up kunfftigen landtdach tho remonstreren
und emstlichen anholdcn, dat darinne sovele mögelicken mag remediert
worden. Dartho den folgende predigero uth desem synodo erwehlet sint,
alse namptlicken: D. Johajïnes Sprengertjs , praeses , D. Joannes Agrontos,
D. Hexricus Houbingius, D. Albertus Wilhelmi, Andreas Stratemanntjs ,
Sebastianus Hermanni, Jesreel Vinckelius.
10. Articul. 7 praeteritae synodi, dat ghene predigers, kosters effte
schoelmeisters schadtbörers behoren to sin, diewelcke dhomals besloten
und van die E. E. hem Gedeputerden mit apenlickem edicto bestediget,
59
und dannooh vorsthaen wert enige vörbenömede personen tho sin, die
datsul ve gebrücken, alss wort den classibus allnoch befahlen van synode
tegenwordich umme darin güde npsicht te dragen ende sovele mögelich
to remedieren, ünd bij faute van dien solen die classes, so hirin haren
devoer nit döhn werden, in proxima synodo vori) angesien werden. Hirbij
gefoget dat predigers gehn advocaten , procnroren , compromissarien umme
geldt tho vordenende sin raogenn etc.
11. Dewile dar klachten yn synodo vörgefallen, datter enige schöel-
meisteren sin , die haer erste gelovesfundamenta niet en wethenn und seer
unbequam sin tho dem schoeldienste , resolviret synodus, dat die classes
die schoelmeistem mogen ende solen ijn die hövetstücken der christlichen
religie flitich imdersoecken ende nha die kerckenordening laten under-
teickenen. Unde so sie sick darinne unwillich dragen, sollen sie der
avericheit angedienet und affgesettet werden.
12. Imglichen wordt geklaget, dat up sommige plaetsen kosters und
schoelmeisters sin sollen noch frembdt van die reine lehre , ja fianden der-
sidven, die met grothe ergemisse ter plütsenn sthaen und dannoch van
die profiten der kercken leven etc. Wordt derhalven den classibus uper-
lecht up solche personen güde upsicht te dragen, und sovele mögelich
desulven mit die kercken to verenigen, offte bij die E. E. heren Gedeputerd.
an tho holden, dat sie haer diensten removiret worden.
13. Die 8 articul., datter gehne lasterlicke böker gedrilcket werden
ende die gedruckeden te supprimiren, wort alssnoch ratificert ende be-
slaten, dat men ook bQ die magistr&t umme tselve nit te mogen geschien
anholden sall. Und sinnen ock die ahnwesenden dieneren uth Hollandt
versocht omme an to holdende, dat ^mgelicken in hare provincie mag
geschehen, dewile men befindet, dat vele alsolcke lasterliche böker aldaer
gedrucket und allenthalven uthgespreidet werden.
14. Articulus 9 van die censura der dieneren up dem synodo yn to
bringen, so vorgangen jahr beschieten, wordt alssnoch bekreftiget mith
desem bescheide, dat het eigentlick van die censura der classium selver
tho vorsthan sy, dar die classes haer officium nit doehn ynt censureren,
visiteren ende anders. Unde so dar enige personen gefunden worden,
darmede die classis nit tho rechte kahmen kan , solen desulven ad censurain
synodi gefordert werden. Und sinnen volgents die classes alle nha einander
gecensurert, hare prothocoUen visiteret ende van allen saken gude recken-
schop gefordert.
1) „vor", hier ontbreekt in onze codd. een woord, bijv. censurabel.
60
15. Articul. 10 van het missbniick der beroping der dieneren. Sinnen
van desem synodo geeonstitueret D. Joanxes Acroxius , D. Herman Stech-
MANNUs, D. Leo Abeu, und hefft belavet die E. E. Dodo van Amsweher
haer met sine praesentie bij to wahnenn om me eine richtige ordeninge
van den rechten gebrüick der beroping to concipiëren end te stellen , die-
welcke den deputatis synodi ten handen gestellet sall worden umme van
haer gevisiteret und nha behoren darmede gedahn to worden. Midlertidt
ijs güdtgefunden by dem synodo, dat men iip dem landttdach bij reqneste
sall versöcken , dat haer E. E. L. will beleven einige geqiialificerde personen ,
welcker der Reformirden relligie vorwandt sinnen, uth het middel van
haer van Stadt end Landen hirtho mede deputieren. Welckes ock geschehen,
doch ^s damp nichts erfolget.
16. Articulus 11 gravam. is van die E. E. h. Gedeput. danip geresolviret,
dat die dieneren , so van die provincie salariseret worden , haer contingent
ijn redem gelde uth des rentemeisters handen sullen mogen entfangen.
Und so darumme jemant tho klagen hedde, die sall dat bQ den Oedepu-
terden ahndienenn, die alssden darin vorsehen willen.
17. Die 15 articul. dat kerckvogeden , kosters ende schoelmeisters
membra ecclesiae sin sollen effte ten minsten fautores, is van die E. E. heren
ratificeret , und wordt derhalven allen classibus befahlen hirup gucdt regaert
tho nehmen und de personen, so hirin gebrecklich sinnen, den deputatis
synodi aver to geven imime also doer autoriteit der overicheit diesulven
van haren dienst to removiren.
18. Die 16 articul. van die combinatie der kercken ^n vörgaendem
synodo vörbaden wert allsnoch, sovele jummer mögelich ^*s, tho effec-
tueren besloten. Unde wordt krafft deses dem classi Dammonensi belastet
de upkumsten des pastoris oft pastorien tho Medthusen tho underförschen,
und so sie vörstaet, dat diesel ve genöchsam sij tho underholding eines
dieners, sall die classis mith die gemeinte tho Medthusen vorsorgen, dat
da ein diener mag verkoren worden.
Die combinatie van Upwirda wordt ock nha dith tegenwordige jahr bq
D. Klinckhamero affgesthaen und vörlathen , b^ sofeme het karspell einen
diener underholden kan. Item die combinatie van Suetwolde end Wester-
w^twart achtet die synodus ock tegen die vorige resolutie des synodi tho
striden , unde wordt derhalven metzdesen verbaden. Belangend die andere
combinatien wert uthgestellet, und sollen die deputati synodi die gemeinte
Suitwolde vörmahnen umb hare beroping tho döhn nha die kerckenordening.
19. Artic. 17, angliaende die ehelicke saken wordt vörwachtet, wat
up desen landach darinne mach gadaen worden.
61
20. Artic. 18 dat men gehne personen iiith anderen earspeln, so sick
willen qn den ehestandt begeven , Ball copiilieren , tensij dat sie getuche-
nisse vertonen van haer ordentliehe proclamatie, wort allnoch bestedigt
nnd den classibus befahlen, dat dieselvigen allen mogelicken flith willen
ahnwenden, dat dese artickel mag achtervolget werden und also grote
inconvenientie vorhindert
21. Die 19 artic. van die unordening der warschoppen, item van blakeren
und anders qs bij die E. E. Gedeputer. vörbodt geschehn, und sollen die
classes alsolcke fauten end gebreken ahn die E. E. Oedeputerd. lathen
gelangen umme darin gedaen te mogen worden nha behoren.
22. Die 20 artic. van die redgem, so argerlich sinnen, dat die mogen
affgesettet worden, sall up desen landtdach angeholden worden, dat der
E. E. h. Gedep. resolutie darvan mag geeffectuiret worden.
23. Articul. 30 synodi Groningensis van die praebendariis tho exami-
niren etc. is by die h. Gedeput. vor gudt mede angesien , dat solckes sall
geschehn nha luidt der vörigen resolutie, ünd wordt den classibus belastet
tho erforschen, woer alsolcke studenten sin mogen, und desulven thom
examen forderen und darvan gildt report dohn.
Dewile bij deser handeling der praeses und 2 dassen up Maendach des
wedder ahnghaenden synodi absent gewest, is geresolveret, dat der assessor
ijnmiddelst praesideren, und men \jn der action fortfahren, und wat ge-
schloten bundig wesen sall.
Demnach alss HmKiccs Hoübingius, classis Loppersumanae deputatus,
wegen livesswackheit hefft nha huis mothen reisen, is D. Leo Abeu ge-
ropen, und dorch gemeine stemmen des synodi ahn HENRia plaetz vörordinet
^n allen plene alss ein deputatus mede to handelen end to schluten.
Nu folgen die gravamina deses tegenwordigen synodi.
1. Umme güde ordening to stellen ijn die beropinge der dieneren, beide
ijn kercken und scholen, sinnen dartho sekere personen genömet hiebevoren
ijn den 15 artickel.
2. Umme eine richtige ordening te mllcken, wSmha men alle jahren
de visitation der kercken sall vörrichten, so ijs thot den ende dese nha-
folgende wise van desen synodo vorgestelt, approberet ende sovele moge-
licken nha tho kahmende angenhamen.
8. Dat alle jahren die visitatores van dem synodo mit die mehesten
stemmen verkoren ende gestellet sullen worden , also dat allewegen einer
van des vorigen jahres visitatoren sall continuiret worden, etc.
G2
Project van die maniere der kereklicken Tisitation, volgende
den 40 artieul synodi nationalis Hagae unde der kerckcn-
ordeninge etc.
Die visitatores classium, alle jahre qn die synodale vergaderinge ver-
karen end gestellet sinde mith den meisten stemmen, sullen ein jeglick
gn sin classe die kercken des classis visiteren und besöken , in forma als
volget:
1. Ten ersten sullen sie sick lathen finden ijn den praedicatien der
pastoren, mitz van thovören den pastoribus tho lathen weten, umme ehre
predikinge idtsij des Sondages offt binnen der weken an to horen, iind
uth diesel ve to nehmen orsake den pastoren ijn tghene , dat te vörbeteren
is, to vermahnen, exhorteren und guden moet te geven.
2. So averst die visitatores des Sondages des pastoris predigt nichten
konden anhören, dartho se sich nochtans benerstigen sollen, sovele möge-
licken wesen saU, solde men qn die classibus konen ordineren und holden
die b^enkumpst der classen tho beginnen mith ein proposition uth den
Catechismo, densul ven achterfolgende bij gebörten, nit langer dan den
tidt van ein halff uhre , und dem pastori ahngewesen werde , wat bij ehne
to vörbeteren wesen sall, umme also die visitationes ock gn der weke te
mogen doen.
3. Angehöret hebbende und geendiget sinde die praedicatie ende dienst
des pastoris, so die gedahn wordt, sullen sie underfragen den pastom
ijnt besunder und den kerckenraedt, olderlingen, diaconenijnt besonder, und
dar geen presbij terium noch nit en ijs, enigen van den vömemesten, die
thom gehoer des wordes kahmen, van denwelcken sie sich erkundigen
solen umme ten wedersiden te imderfragen, wo ijdt mith den pastoren,
dessgelicken mith dem presbiterio offte den vornemsten thohorderen, frome
luiden und der relligie nit fiendt wesende, ^n saken der kercken gelegen
sij, sonder den einen oift den anderen to soecken tho beschamen efft ijn
sine authoriteit tho verkleineren , averst velemehr dat die visitatores ehren
plicht volbringen, und nichtemin de jungere pastoren den olden ehre ge-
borlicke ehre geven unde alse vaders ahnspreken ende vörmahnen.
4. Die visitatores sullen ock selifs nit meinen, alssofft sie van der
visitation mith ehren kercken den tidt ehrer visitatien geduirende solden
f r^ wesen , sondem qdt sollen dieselve die eine den anderen vorgeselschapt
mith einem olderlinck oift diener des classis reciproce sine kercken so-
wol visiteren alsse alle die anderen und darvan \jn dem negstfolgenden
synodo reckenschop geven.
5. Den pastoren in loco sullen se vor ijdt erste alleine vör sick be-
scheiden und ehme afdragen, wat authoren he lese und mith ehme van
der lehre conferiren , item wat scandalen oifte ergernissen gn der gemeine
63
effte volcke nmghaen, wo sick die olderlingen und diaconen ijn ehre be-
dieninge dragen, oift sie ock ehme qn der stifftinge der kercken behulps&m
8in mith allem llith, und die bijeinkumsten des praesb^jterii waemehmen
und up die gelidtmathen der gemeinte tniwe tosicht hebben , desulve mith
ehme ehrem pastore sampt und besonder visiteren, und offt die diaconen
ock güde YÖrsörge up den armen nehmen, und so die pastor ychteswat
hefft, den olderlingen und diaconen vormahnen und underrichten.
6. Damha sullen sie alleine die olderlingen end diakonen ock bij sich
bescheiden und underfragen van ehren pastore , wo dat he sick drage ^n
lehre und levende, und forder ijnt besöcken der lidtmathen der gemeine
und der krancken, unde so ychteswat befunden wordt, dat vörmahnens
werdich sij, dem pastori die olderlingen und diaconen ein qegelick mith
sine te exhortiren und vormahnen etc.
7. In plaetsen, dar gehne Gereformerde gemeine noch nit en ^s, sullen
und konen die visitatores sich erkundigen bij frömesten der thohörem
des wordes, und so sie ijchteswat finden effte horen, sick wol erkun-
digen, efft ^dt ock also s\j, unde nicht lichtelick accusationes tegen den
pastoren ahnnehmen, idtsq den dat redenen und orsaken darbij vorklaret
worden und einen schin end ock ahnsehent der waerheit hebben, dat sie
den pastoren darüp horen, und indien ychteswat beunden wordt, ehnen
nha behoren censureren und tho betering vormahnen, und so ijdt nicht
heipet effte eine schware saecke ijs, desulve mith den deputerden synodi
oommimiceren und raetplegen, und entlich den pastoren imd ijdt volck
emstlickeni) umme dat avendtmael des h. Ohristi tho holden, und eine
formam van eine gemeine mith hulpe des classis, dartho enige depu-
terende olderlingen und diakenen te vorkesen, ahnrichten. Und sali
hirtho dienen und nutte wesen, dat die pastor sich sul vest tho deni
avendttmahle des Heren ijn der negester gemeine begeve unde solckes
ock nha der erster vörmaning primae^) suspensionis nit nha en lathe,
und dat he begere ahn der negestgesethene Gereformerde gemeinte mith
ehren pastore tho siner plaetse oft perioche^) to kahmen omme dat
avendtmhael des Heren mith ehme tho holden, und enige qn sine perioche 3)
dartho an tho leiden umme also tho hebben, uth denwelcken hie older-
lingen und diakenen verkesen möghe mith raet und hillpe des classis.
8. Die visitatores himha mith dem presb^terio vorsamlet wesende,
sullen dem pastori sampt den olderlingen und diaconen affragen , offt ock
1) „emstlicken.'' Hier is blijkbaar een woord overgeslagen in onze beide codices.
In het origineel heeft vermoedelijk gestaan : ,,em8tlicken vormahnen'' of iets dergelijks.
2) Vóór „priraae" is doorgeschrapt „und." YY heeft „und primae."
8) „perioche." YY'^ heeft „parochie."
64
nha ehren besten beduncken die suivere lehre mit frucht unde sti£Ftinge
der gemeine iind der thohörern gedreven werde, unde so ^chteswat
qs bij einen der ledemathen efiFte thohorem werdig verbetert tho werden ,
solckes to kennen te geven umme diesnlven to vennahnen iind ahn tho
sprecken offte to underriehten. Item offt sie ook het aventmael des Heren
holden , und so nit tho arbeiden damha , dat qdt thom negesten geschehn
móge und b^ der pastoren schuldt nit nhagelathen werde. Item offt sie
oick onderlinge und ahn der gemeine die christliche disciplinam mith
censureren und vörmahningen volgende Oades wordt und die kercken-
ordening oefene. Item offt sie ook ein kerekenboeck hebben, presbiteria
underholden imd ehre acta flitig upschriven und die boken die visitato-
ribus sehen lathen. Item wat forma qn ceremoniën van prediken, doepe,
aventmhael des Heren tho bedenen, disciplinam to exerceren und den
eohtenstandt tho solenniseren bij ehnen geholden werde etc. Item offt
sie ock den Catechismum Heidelbergensem lehren und driven, und
entlich offt sie ock eine kerckenordening qn ehrem consistorie hebben
umme sick damha qn ehren actiën te regulieren. Item offt sie oick stridt
hebben mith Papisten, Wedderdoperen und anderen secten, und entlich
WO sich ehre thohörer dragen, updat also alle ataxia und wat femer
tho vörbeteren ijs, gebethert werde thot wechnehminge der overgeblevenen
superstitien und roecklosicheit des levendes etc.
9. Sie solen ock erfrosschen, wo ^dt mith den kerckvogeden sij, unde
WO up wat wise die kerckenguderen geadministreret werden, alsemede
tho undersoecken van den praebenden, vicarijen und anderen guderen, ad
curam animarum gefundiret, item die richters und andere wesende in
officiis ehres amptes int bisonder vormahnen und frundtlich anspreken,
vormahnende einen jeglichen sines arapts umme die boesheit tho wehren
und besonder de drunckenschop und dantzerien.
10. Van den scholen suUen die visitatores ock undersoecken, wo sich die
schoelmeisteren , inssgelicken die köstem holden ijn vörsingen, vörlesen
und bedenstigkeit in der kercken, in lehrend und underwisen der junck-
heid mith flith und neerstigheit, item offt sie ock gude und der christ-
licker gereformerder relligie boeken alse ^dt Nie Testament, Catechismus,
psalmenboecken und dergelicken der junckheit lehren lathen , offt sie ock
lidtmathen der gemeinte sin, und so nicht sick erstesdages met dem
pastore dartho begeven, und sie vermahnen ijn tgehne, wat forder hares
ampts wesen sall , alssock die kerckenordening volgende desulve tho under-
schriven, etc.
11. Die visitatores sullen van alles flitich anteickenen, unde ydtghene
ehnen deenlick ^s verbeteren, und wat sie nit betheren konen, sonder-
linge wannehr ydt sin sware saecken, desülve thot den classem brengen
;f>
und mith den gedeput. des synodi raetsplegen und van alles ahn den
classem und synodiun report doehn \ind censiirara underholden.
12. Sollen ook die visitatores ehre actie mith dem gebede beginnen
und mith der dancksegginge vullenenden.
13. Entlick sall ydt wesen der visitatoren ampt tho vörhöden und
vör tho kahmen bij den kerckvogeden und desulven vorraahnen ghene
unkosten te döhn, den alleine einen thor nödttrofftt wat vörsetten und
andern gehn qüaet exempel van een grothe maeltidt, ook lange tho sitten
aver taffel te geven etc.
14. Die visitatores sollen ock flitich inquireren und upteickenen umme
erster gelegenheit ahn die deput. synodi aver to senden die unordentliche
handel, so by den Wedderdopern im lande begangen, darmit die remon-
strantie, so desshalven ahn de hoge övericheit sall gelanget worden,
guden stoff moge gegeven worden etc.
In achterfolge die vorige ordinantzie sinnen vör dissen jahre mith
gemeine stemmen verkoren, umme die visitatien alssvören tho vönïchten,
uth jeder classe, als folget:
ex classe Groningensi : D. BERiraARDUs Theodorici , D. Arnoldus üthti-
sros, nob. Lodovick Horenkens, senior;
ex classe Dammonensi: D. Joannes Sprengerus, praeses, D. Hiddo
Laüberti, JoHAir BiLEFELDT, oldcrlinck ;
ex classe Loppersumana : D. Leo Abeli , D. Henricus Hobingiüs , nobil.
Reint Alberda;
ex classe Middelstumana : D. Joannes Nicasius , D. Wibrandüs Georgii ,
D. NicoLAUS Clantt;
ex classe Enenlmana : D. Andreas Stratemanihjs , D. Dominicus Thial-
LINGIU8, D. Andreas Allert;
ex Adwerdiana: D. Robertüs Wippingius, D. Albertus Lomeuerus,
Lubbert Jansz, olderlingk;
ex Veten Praefectura: D. Sebastiantjs Hermanni, D. Gerhardtjs Wiem-
HOFF, D. Heino Verlagius.
3. Van die combinatie Middelstüm und Domewert resolviret dese
synodus, dat die deputati synodi mith ock dem classe aldar sampt die
E. E. Dodo van Amsweer sollen undersoecken , offt dat carspell Domi-
wert kan ein prediger underholden, umme also mith die gemeinte aldar
einen diener helpen tho heropen, und sall damp D. Nicastüs van die
combinatie affsthan.
In gelicker gestalten alsvören wort van desem synodo gestellet die
combinatie tho Werffilm imd Breda mith dem classe und D. Amsweer
tho doen, soals sie finden sollen tho behoren.
Aekt «yn. provinc, VII, o
66
Item die combinatie van Baffelt nnd Nandell wort ock tho vörgesch.
personen removert.
ünde ijs forder int generael gudtbefunden , geresolvert und by den
synodo dem gedeputerden des synodi mith hülpe nobiüs domini Amsweri
und des classis upgelecht, dat se sullen undersöcken und uthfinden sovele
mögelicken, dat de parochien, die middelen genöch hebben ijn redelicher
mathe, selffs mith einen eigenen pastore vorsien und die combinatie, die
nu bij provisie noch enigen thogelaten werden, aif tho dohn und allen
frauden ijn den kerckenguderen tho verboden, ock den un willigen, die
sodahnige kerckenguderen ijnnehebben, dorch S. Gn. unde Gedeputerden
des landes te constringeren.
4. Belangende hett gravamen van die beropinge, examinatie offte
aifsettinge der dieneren thot den synodum tho lathen gelangen um dar-
van gude wetenschap to dragen etc., resolvirt synodus, dat datsülve ver-
bliven sall bq die ordeninge, die dar gestellet sall worden van die
beropinge der dienaren.
5. Het viflfte gravamen ijs, offt tho undersoeken, offt ock ijn alle
dorpen het avendtmael des Heren uthgedelet wordt. Is vam synodo den
visitatoribus belastet darinne to dohnde na hare instructie, hirvoren per
capita gestellet.
Idt wort ock den deputatis belastet gude acht tho nemen up die
bedeninge der guderen tho BiUingewehr, item tho vörsoecken b^ die
E. E. Gedeput., dat die jahrlicke karmissen tho Wittwert mogen affge-
schafFet worden.
6. ümme die gravamina , so up den synodis vörhandelt sullen worden ,
bij tides aver tho senden sullen die classes vörmahnett ende geholden
wesen sös weken vör den synodis ein jeder ijn sin classe ehre gravamina
ijn schrifften te stellen.
7. De classes sullen vörmahnet \md geholden wesen vor den synodo
ein jeder ijnt sine ehre gravamina ijn schriffte to steUen und die ijn
tidts ahn den classem, die dartho genomineret sall worden, over te senden,
updat diesul ve ijn ordere bij malckander gestellet und ahn den classem
ten minsten drie weken vor dem synodo overgesunden mogen worden,
updat die classes up dieselven gravamina mogen delibereren und adviseren
imd ehren gedeputerden, die up den synodum ghaen sullen, darvan
instructie nefens hare credentzie medegeven. SaU ock dieselve classis die
thogesonden gravamina in scriptis bewahren, updat ijn dem synodo mag
gesehen worden, uth welchem classe dith effte dat gravamen uthgeschreven
sy. Sall ock midlertidt den dassen fr^sthan, indien ijet vor den synodo
67
mochte vörfallen, warinne sie des synodi raet und hiilpe van doehnde
hedden, idtselfte up den synodo in forma van partic. questien vör tho
stellen.
8. Ingelicken ook sullen deputati versoken , dat die vicarie tho Nordt-
wolde thot profit des pastoris mag angewendet werden etc.
9. Belangende die kerckenreckeninge und die grote kosten , so daraver
gedahn werden, sollen die, so daraver klagen, bq die E. E. Gedeput.
anholden, dat nha die vorige resolutie darinne vörsehen mag werden.
10. Wat die swaricheit der kercken tho Vqssflöth anghaet van ein
seker persene, so sonsten ijnt levendt und wandell fraem und godtselich
vam avendtmael des Heren aifgeholden wert, ummedat hie opsicht
drage op die uthf arenden guderen, dem olderman van Grönningen con-
cemerende, resolviret synodus, dat solcke affholdinge van den diener
tho Vissfleeth unbehörlieh ijs ende tegens die regel van Gottes wordt,
indien die persön anders unstrafilich ijs, gelick alhier ijn synodo verhaelt
qs. ünd sall die kercke van Fischfleet hirvan vermahnet werden.
11. Die deputati synodi sollen flitich letten ende undersöken up alle pas-
torren, vicarien ende andere geistlichen guderen, die tot curam aniraarum
gehören, dat die recht mogen imploijert worden und nit in alienos usus
gebruket sonder consent der avericheit etc. Item up die executie van
alle andere synodale resolutien, item omme te beletten die mandaten,
executien van schattingen, horengelde und anders, so op Sondage und
bededage geschehn, mochten nhagelaten worden etc, item umme de
stereken bedelaren uth den lande te wehren sullen sie bij die E. E. heren
anholden etc.
Idt sall ock den deputatis synodi angedienet werden, waer vorfallene
kerckenhüser oifte kercken sinnen, umme an tho holden b^ dem collegio,
dat diesel ve erbuwet worden. Und ^nsondorheit sollen sie anholden umme
die reparatie van die vorfallene kercke tho Veerhusen ende thot Otterdam.
12. Van het nhajhaer der wede wen der predigem vorblift bij die
kerckenordeninge artic. 60, und die resolutie synodi Groningens. art. 4.
ünd sollen die gedeputerd. synodi bij de E. E. h. Gedep. anholden, dat
solckes, dar het van noden ijs, mag geeifectuiret worden.
13. Die 3 artickel synodi Gronningens. vorgangenes jahr , gestellet van
die kinderdope to bedenen, wort alssnoch mitz desen bestediget, also
dat gheen prediger sonder wichtige ende erhefiliche oersaken sal mogen
dopen buthen dem ordentlicken kerckendienst , effte ten minsten ijn einen
apentlicken platze mith vorghaende vormaninge geschehn sall. Ende wort
5*
68
also dese artickel gestellet in conformiteit mith de resolutie, genamen in
synodo generali in Hagis art. 50 etc.
14. Idt solen ock die classes offt die speciale predigern in classibns
den deputatis ahndenen die lasteren ende calumnien , darmede enige lede-
mathe der gemeine, alse dat se mith gelde thom gebrüick des avendtraahles
gekofft wehren, geschmehet worden, umme dor authoriteit der avericheit
darinne vorsehen tho werden nha behoren.
15. Men sall ock den deputatis synodi andenen alle ungelickheitt ^*n
die ceremoniën der kerckendiensten umme sovele mögelick gelickformich
darinne to stellen. Dat ock ein prediger gestellett worde tho Wetzinga,
sollen deputati bq dem collegio versocken.
16. Sovele anghaet die platze des synodi \jnkumpstich laten die broderen
vorbliven b\j die vorige resolutie artic. 23 synodi Groningens. sup. ünd
solen die deputerden synodi versorgen, dat die vorige resolutie van die
gravaminibus in tides over to senden mag achterfolget werden.
17. Die deputerden sollen bij dem collegio vörsöcken, dat die wir-
seggersche up den Ham mag gebannet werden up poena bij haer E. E.
to statueren, item to üithhusen, die die krancken mith worden wil ge-
nesen, item die abbet tho Teesinga, de wijewater ummedeelet
18. Ein synodale boeck sall bestellet worden und die acta darinne
geteickenet up kosten der kercken, und tselve boeck bewaret worden bij
den classe synodi, die tselve ock geholden sall sin up den synoduin te
bringen.
19. Is ock geresolveret, dat men up den landtdach sall anholden umme
einen nationalem synodum und dartho gequalificerde personen tho senden
mith behörliche credentzien ende instructien.
20. Den legerdienst tho vörsorgen sin die classen vörmanet unde enige
vörgeslagen, und ys geordineret Tobias Susmoius, diener tho Delffziel.
21. Acta synodi sullen die van Süethollandt dorch deputerden, die
nha Nördthollandt ghan , thogesonden worden mith den schrifften , domino
AcRONio gelehnet.
22. Dewile \jn summige classibus enige predigern lichtlich thogelaten
worden thot den kerckendienst , is bQ dem synodo nhafolgende ordeninge
vorgestellet umme den classibus tho remonstreren ende ijn kumstigen synodo
darinne to resolviren.
69
Yan examinatie eines pastorie ad deliberationem classium
gestellet etc.
1. Ein pastor, die noch vorenhen ^n dem ministerio nit gewesen qs,
sall geexamineret worden unde tho ijdt ministerium thogelaten worden,
also dat die classes wol wat tides van te voren nha ehren gudtduncken
alsolck einen mogen van enige hövetpuncten der religiën praeexamineren
und uth ehme to vörsthaen ein specimen siner beqnemheit tho dem mi-
nisterio unde ehme tholathen sick nicht alleine in propositionibus vor dem
classe und presbiterio sondern ock publice coram populo tho öfenen,
welverstaende dat ein prediger darby sij , und hie die bediening der sacra-
menten sich nit underwinde, unde belove sich gantzlich dem ministerio
te consecriren etc.
2. Wanner nu solck ein ahnkahmende pastor eine beroping vörkriget,
und nicht eher, so sall die classis ehme te kennen geven unde stellen
einen sekeren tidt sines vullenkahmenen examinis. Und updat alle ogeluic-
kinge, dissimulatie, gimste, affecten unde compacten, mith wien dat ijdt
ock sin mochte, umme sick ijn tho dringen tho worden vörhödet worde, so
sall die classis nemandt vörtan, ijdt sij ock wo gelehret und bequaem he
mochte wesen, examineren dan ten överstSn van twen gedeputerden des
synodi ^n die vörgadering des classis, und sollen die gedeputerd. vörsch.
dör den classem 14 dagen van toevoren dartho beschreven worden. Des
sullen diesulve gedeputerd. des synodi den examinandum mede mogen
examineren nevens den examinator, van dem classe dartho erwehlet, wo
ijdt den ock den andem pastoren des classis frystaedt dem examinando
nu und den enige quaestiones vör tho stellen.
3. Entlich alse ijdt examen gedurende ydtselfde nit boven einen vör
und einen naraiddach offt weinich daraver gedaen ijs, sullen die gedeputerd.
mith dem classe ordelen van die beiiuaemheit ofFte unbequaemheit exami-
nati. Unde bequaem befunden sinde, sullen die gedeputerden des synodi
mith dem classe ehme eine gude vörmaninge döhn und ehme van wegen
des synodi oifte gemeinen kercken congratuleren und geluckwunschen
und mith ydt geven de rechter handt ehme upnehmen , wolvörstaende dat
die classis forder nha kerckenordoning den examinatum tho dem dienste
proraovire und nha vorgaende praesentatie , approbatie, unde wat sonsten
hiertho gerequireret wordt, doer einen pastoren uth namen des classis
und praesbiterii, nhadat se 14 dagen der gemeinte sal vörgestellet sijn,
mith upleggen der handen vör dem volcke confirmere.
Wanner averst jemandt geexamineret imbeqüaem judicio deputatorum
synodi oift des classis befunden wordt, sal diesulve upgeholden und ehme
einen bequamen tidt gestellet und underwising gegeven worden uuimc sick
wedderum examini vor die classe und denn gedeputierden te sisteren. Und
70
findet men ehm bequaem, so sall men ehm tholathen, alsz vorss. ^s,
offte requireren ofFte noch upholden vor einen tidt, nha gelegenheit und
ordeel des classis und gedeputerden.
[IIIL] 1) Entlichen sollen die examinanden geholden wesen van 2) den classe
imd gedeputerd. des synodi eine propositie tho döhn vör offte nha ijdt
examen, so dem classi guetduncket, unde sall die classis dem examinando
dartho ach te dagen tevoren einen text geven, denwelchen hie vörklaren sall.
Dienaren, pastoren, die uth platzen, die in caussa religionis suspect sijn,
kahmen sullen und den kercken deses synodi sullen versöcken te denen,
en sullen b^ den classem nitt entfangen worden, all hebben sie schoen
gude testimonia, idt en sij den, dat die gedieputerd. des synodi desulve
erst gehöret und mith densulven de relligione confereret und ehnen breven
ahn den classem gegeven hebben. Und sin ijdt alsolcke, die uth dat pawst-
dohm offte uth den Ubiquitisten offte anderen secten kahmen, sall men
diesel ve wall examineren und erst undersöken und beproven , ehe men sie
tholathe.
23. Updat die deputeerden synodi , so jahrlichs verkoren mogen worden ,
wethen, warnhae sie hare doendt behoren ende sullen ahnstellen , ijs nha-
folgende ordening ijngestellet.
Van den gedeputerden des synodi etc.
[I.]3) Sullen alle jahren ijn den synodo verkoren worden gedeput
dessul ven , twe uth der stadt und classe van Grönningenn cum annexis un J
twe uth den Umblanden, insgelicken ock twe bij provisie und vor einen
tidt ^n der Drenthe umme die saecken der kercken van wegen des synodi
tho beforderen. Unde averst updat hierinne alle praeeminentzie und her-
schinge des einen aver den anderen vörhodot werde, sullen dieselve
gedeputerd. alle jahre ijn dem synodo vörandert worden und den halven
deel affghaen, und andere bequame \md geqiialificerde pastoren ijn ehro
platze deputeren, und höre bedeninge nit langer den twe jahren geduren.
[II.] Die gedeputerden des synodi sullen gelastet sin inspectie te nehmen
aver den dassen ehres synodi , unde sullen derhalven , die classes hebbende
enige swaricheiden , desulve bij sick mogen beschriven ijn tidts, wo dan
ock die gedeputerden sülvest, twe und tw^e jSrlicks ehren last doelende,
eiiunael ijn den classibus sullen mogen vorscliinen umme inspectie tho
nehmen van wegen des synodi, offt ock die classes doehn, tgene ehnen
upgelecht ^s, und flitichlick die visitationes underholden, und watfemer
mehr yn den classibus tho doen ^s, ock so wannehr sie vörhören van
1) Het nummer van dit artikel is ontleend aan YY.
2) „van", YY heeft „vor."
^) De nummers van deze instructie zijn ontleend aan YY.
71
enige swaricheit qn einem classe, dat sie densul ven classem vonnahnen,
und beduncket ijdt ehnen radtsara, bij dem classe erschinen alss voren
und ^n tides die swaricheiden vorslichten und dempen.
[in.] Sullen ook die gedeputerden des synodi wesen actores des synodi
umme bij den hogen und underovericheiden die saeken, ehnen qn dem
synodo uperlecht, und die ^n dem synodo sint opensthande bleven, be-
vorderen und expediëren , sorge dragende dat die resolutiones synodi mochten
geeffectuirett worden. Und sullen geholden sin jahrlicks so mundtlich als
b^ geschrifFten van alles qn den negstkunfftigen synodo report tho dohn
und ehre kesinge, binnen den jahr gedaen, in scriptis vorfathet aver-
leferen umme by den synodo vörwaret te werden.
[im.] Wannehr die gedeputerden des synodi yn der Drenthe den guden
raedt der gedeputerden des synodi van Stadt end Omlanden van döhnde
hebben , sullen sie mith ehnen mogen commimiceren , ock die gedeputerden
vörsch. van Stadt und Omlanden mith die van die Drenthe, und einen offte twe
respect! velickcn ijn fall des nodts bij sich beschriven thot ehrer hulpe etc.
[V.] Die gedeputerden des synodi sullen die namen derjenenn, die
geexaminert sin, ahnteickenen und tho dem synodo bringen, updat die-
selven qn einem sekeren boke des synodi angeteickenet worden , wanneer,
wör und tho wiens overstaen der gedeputerd. des synodi dieselve tho-
gelathen sin.
[VI.] Onkosten thot üthföringe der saecken der kercken dorch de
gedeputerden jahrlicks tho mogen hebben sal men anholden bij S. G. offt
den Gedeput. van den lande umme, wo dan geschiet ijn anderen provinciën,
dem synodo jaerlicks eniges tho tho leggen ende ordineren, waervan die
gedeput des synodi jaerlicks ijn proxima synodo reckening und reliqua
döhn sollen, imd qdt overschott den classibus ex aequo distribueren.
24. Idt sinnen oick communibus suffragiis qn desem synodo verkoren
thot deputatos deses tegenwordigen jahres, als nömptlichen D. Joannes
AcRONTüs, D. Leo Abeu, D. Sebastianus Hermanni.
25. Thot den synodum ijn SuethoUandt vör dith jahr sinnen verkoren
dominus Joachimus Wernerüs uude dominus Leo Abeu.
26. Dewile ijdt christlicken ende thot stifftinge denende ijs, dat die
synoden mith eine korte predigt beginnen und ijnsgelicken geendiget
worden, findet die synodus guet, dat jaerlicks ijn die vergadering des
synodi twe dassen bij geboorte thom ende vörgsch. hirto sullen genömet
worden, ünd sullen die dassen elck qn sin classe mith die meisten stemmen
einen diener vörkiesen, die de eine vor ende die ander nha ijn den synodo
eine vörmaninge doen, sunder dat aver diesul ve vörmaning censura sall
72
geholden worden, mul dartho dan ein text nchmende, die thor sake
dienlich qs.
27. Dewile ock geklaget, dat die synoden korter mogen geholden werden
nnd thot minder kosten, resolviret die synodus, dat die dassen solen
vormahnet worden mith allerley gravaminibus, so hiher nit eigentüch
geboren, ad synodum nit tho kehmen.
[28.] Is ock eensura morum der deneren deses synodi geholden nha
gedahner verhandeling, und ijs nemandt gefunden, darup tho seggen ge-
fallen.
Idt wert ock den deputatis synodi belastet iimme nefens die respective
dassen gude upsicht tho dragen up den schöldensten , und wör mangel
befimden mag worden, sovele mogelich tho emenderen.
Belangende die eliminatie der censur des vörgangenen synodi van classe
Middelstumana, alse gra vamen ijngegeven, vörklarct synodus, dat sulcke
artic. impertinent befunden, und wen die classis dcssfals hedde up jemandt
tho spreken gehadt , solde se densul ven specialiter nha Qottes wordt hebben
ahngespraken. Und dewile ock gehn bewiss der saken vorgebracht, achtet
synodus den gepungerden unschuldig und unbillig beschweret, derhalven
de articul decreto synodi uth den gravaminibus geroijert.
Henricus Meinardi ijs bij dem synodo erschenen qn den dienst der
kercken tho N^evehne ijn der Drente unwettelicken ijngekahmen wesende,
und vorsöcht geexamineret und ijn den kerckendienst alssnu befestiget
toe worden. Und \js befunden , dat hie vele verschil s ^n Friesslandt mith
dem classe \md synodo gehatt hebbe , worvan hie vormahnet sinde tselve
imwerdelick genhamen und mith vele upstuvende worden und proposten
ehm selfst gesocht hefft tho entschuldigen. Averst went befunden ijs nit
alleine ijnt vörghaende, sondern ock dat hie bij dem synodo van West-
friesslandt alss unwerdig und nit bestaende in examine van den kercken-
dienst gedestitueret was, so ^sset dat ock dese synodus tho Groningen
ehm destitueret van sinen dienst vörbsch., dat he dar van sall affsthaen
und ehm selven mith dem synodo van Westfriesslandt vörsönen, wartho
hem copie van dese acte sall gegeven worden um die tho vörtönen , mitz
dat liie hem ijn alle stillicheit sall di*agen, end sin underholt beth up
den synodum van Westfriesslandt genethen und bescheit van dem synodo
ijnbringen. Und brengende getttchenisse van sine reconciliatie, sal mith
ehm gehandelt worden nha Gades wordt ende ordere der kercken, wol-
vöi-stande dat midleilidt die kercke thot Niowevehen mith einem andern
diener ofFte pastore mag vorsien worden. Actum in dem synodo tho
73
Groning. 4 Maij anno 1603. Doch diewile vörsthan wordt, dat die synodus
geholden was, ijs he geadresseret ahn die deputatos dessul ven synodi etc.
Also JoHANNES Meranus, tegen wordigo kerckendiener tho Coldervhene,
alhir avergegeven eine sekere acte van sin examen, ijn dem classe tho
Meppel geschiet den 26 April deses jahres 1603, sonder nochtans enige
getüchenisse sines levendes und wandels vörtönende , twelcke schinet nitt
al tho prisslick tho sin ijn demodicheit, eerbarheit nha den eisch van dem
worde öades , ende vöreocht , dat he sinen dienst raöge wedder ahnfangen ,
van welchem he gesuspendirt ijs gewest iimme sekere clagten, so van
sine persone dem classi sin vörgekahmen, die broderen des synodi alles
vörsthaen hebbende, wat in examine der kercken up Drente van die ge-
committerden van S. G. gestellet, mitzgaders wat bij dem classe tho
Meppel mith hem ijs gehandelt, hebben vor güdt ijngesehn ende beslaten,
dat he bij provisie sall mogen wedder ahnfangen sin vörlathen dienst
ende ijn lehre end levendt hem schicken nha die regel van Ghides wordt
ende die ordinantzie der kercken deser landen, hem vörmanendo, dat he
vordahn alle occasien end suspicien van upsprake sal miden, hem alss
vor die ogen Gottes dragende sonder quaetspreken , honicheit ende andere
berispelicke manieren tho dragen ijnt gemein und besonder tegen die
dassen end die kercken , tegen die binnen ende buthen sin , sunder hem-
sulven tho wreken mith gekifF, wrackgiricheit oifte ungunst tot sinen
negesten ijn tgene, dar hem duncket van jemandt vörkortet tho wesen.
Wall expresselick hirbij vegende, so wanner alss hie sall befunden worden
ijn levende ofFte lehre sick tho vörlopen tegen die ordeninge der kercken
gnt gemein ofFte particulier, wordt de classis vann Meppel uth krafft
van desen geauthoriseret den Johannem Meranum vorbenömet tho cen-
sureren nha befindiging van saeken hetsij mith suspensie effte destitutie.
Averst ijn gefall hie Meranus volgens sine belöfften hem beflitiget ijn
lehre end levendt, alss ein christlick lehrer behöret, und darinne conti-
nueret, sal die continuatie ijn sin dienst worden gefordert thot afFdohn
van die provisie ten ordeel des synodi.
Van Daihele Thoma sint deputati classis Loppersumanae gefraget van
haer commissie, ijn sine saken ehnenn gegeven etc. Unde vorklaret, dat
sie nha die vörmaninge, Danieli ijn classe gedahn, hares wethens nicht had-
den gehöret, dat he mith dninckenschop und anders sick wedden im solde
vörlopen hebben. Seden ock forders, dat sie in visitatione flitich nha sine
beschulding, jungst ijn synodo gedahn, sick erforscht hadden, averst nit
anders konen befinden noch vörsthaen, denn dat het merae calumniao
gewest sin, geUck hetsulve oick ijn hare classicael boeck ijs geregistreret.
Und hefft derohalven dese synodus ijn achterfolg die vorklaringe der gede-
74
puterden des classis vörbenömpt van Daniele geinelt geresohïrt, dat he
vör dithinael in synodo ad sessionem thogelaten mach worden, wolver-
staende dat belangende sine beschuldigung van drunckenschop he sick
darvan folgens scherpelick wachten sall, gelick die depiiterden vorklaret
hebben, dat hie dith vorghaende jahr gedahn hadde, ofFte anders nha
resolution, ijn vorigen synodo genhamen, mith hem geprocediret sall
worden. Unde ahngaende die andere beschuldiginge , daran sick enige
lidtmathen solden ergern, ijs classis belastet worden sovele mögelicken
dieselve ergernisse wech tho nehmen. Is Daniel vorbesch. ock triiwelick
vörmanet alle ergemisse fortahn [thoe] miden, twelck hie belövet und
ahngenahmen helft.
Zach^vrias Wtjlffius is gecompariret ijn desem synodo umme orsake,
dat he hadde vorsthaen, dat dese vorgaderinge was aver sine persene
doer brieven van S. Gn. unsem h. stadtholder geaviseret, und dat nu
openbaer geworden was, gelick he ock tselve apenbaer heflFt bekennet,
dat he vor dese tidt hadde gelevet up suspecte plaetsen, ende ock mede
dat hie alhir was tho lande gekehmen sunder enige getüichenisse sines
levendes ende sines gelovens, welckes van allen christen thot anderen
kercken vörtreckende wert vereischt, veeltomin medebrengende brefe
sines examinis ende ordentlicker tholating tho dem dfenste, twelcke van
allen predigem deses landes erfordert wordt. Ende dat mehr ijs, heift he
sick laten ijndringenn ijn die kerckendienst tho Emmen dör den jimcker
JoHAx VAN Steei^wk'k, niettegcnsthacnde dat hem güde waerschouwinge
hirvan sin gedahn. So ysset dat hem de praeses synodi sine grave fauten
und excessen hefft vorgeholden, diewelcke hie bekendt hefFt hem leidt
tho sin, vörsökende dat hem solckes moge vergeven werden, thomeer
dat hie klagede yn desen handel van den juncker vorieidet ende bedrogen
te sin.
Synodus up alle saeken wol lettende ende ijn die frese des Heren
overwegende die schrifFten van die persen, levendt, lehre und handeling
WoLFu vorgesch., hefft gudtgefunden und geresolvirett , alss volget, nöm-
lick dat Zacil^jiias Wulfius sall gantz nit thogelaten worden tho den dienste
tho Emmen. Ende ijn gefalle he ergensins sick thot den kerckendienst
wolde vorfögen , sall he sick mith güde getüchenissen sines levendes ende
geloves vörsehen van dem classe Embden eflFte andere gereformirde plaetsen ,
ende also doer ein ordentlick examen thot den kerckendienst ijntreden.
Is ock mede gudtgefimden tsulve over tho schriven ahn den E. E. juncker
JoHAN van SiEEifwicK ummc sine praesentatie erstesdages tho dohnde nha
kerckenordening.
Also ijn saken Heniuci BoKEUfAioa laestleden ijn classe, geholden in
75
Drentia, besloten was, dat D. Everhardus Johannis , prodiger tho Meppel ,
iind D. MELauoR Arnueih, prediger tho Byjdensteen, solden inqiiireren
bij die gemeinte tho Ruinen belangende Bokelmanni lehre und levendt
aldaer und dar van ijn negesten synode Groningensi alssnu ehren wedder-
fahren ijn tho biïngen umb aldan folgents mith dem classe Enenimana
und dem synode offte ministerio vorsönet te mogen worden, und dan die
upgemelte broderen desem synode gude getuichenisse van des vorgeschr.
Bokelmanni lehre unde marckliche betering des levendes vörtönet end vor-
klaret hebbenn, dat oick Bokelmannus van sine vorige missbruicken end
excessen so ijnt gemein als ijnt besonder sine schüldt vor den heren van
desem synode ehme van herten leidt tho sin bekent, und he uprechte
beteringe vortan belavet, ehme sulven der censuren der kereken, classen
und synoden underwerpende, so hebben die broderen des classis Eneini-
manae alhir ijn synode tegen wordig wesende, die hirup gefraget sint,
geantwordet, dat sie hem sine excessen, so hie aldar enigsins bij haer
begangen, van herten tho gude holden und hem ver einen medebroder
geme erkennen wolden. Also wart Henricus Bokelilvnnus bij desem synode
van alle sine swaricheiden geabsolveret ende ijn sinen kerckendienst be-
stediget , mitz dat hie vörmahnet sall sin sick volgents ijn sin levendt ock
also tho holden end tho dragen, alss ein diener godtlichs wordes schuldig
ys, glich he van herten tho dohnde belavet hefFt.
Uppet vörsouck Arnoldi Aetd, predicant thot Usqüart, umme den
kerckendienst tho Wijttwert tho bedienen, und dat van wegen sin sobere
underholding end anders, so hie dem synode hefFt vorged ragen, aviseret
die synodus und erkent Arnoldi vorgesz. sin versoeck qn groten reden
tho besthaen, und wort derhalven bij provisie vor ein tidt ijn sin dienst
tho Wijtwert gecontinueret, mitz nochtans dat liirmith gehn praejudicium
den resolutien van die combinatien, bij die E. E. Gedeputerd. genhamen,
geschehen sall etc.
Gerhardus Hedingtüs, pastor tho Stitzwert, qs vann wegen sin dantzen,
drunckendrinckent , und dat he mith unwaerheit die censur deses synodi
entghan hefft willen, van sinem dienste gesuspendiret , thotdat hie ware
tekenen der bote bewesen sall hebben, und also durch ein offte twe die-
neren des classis de gegevene argemisse wechgenhamen worden. Und sall
die classis van 14 dagen thot 14 dagen die kerckendiensten tho Stitzwart
vorsorgen.
Johannes Schroderus, heropen tho Beijlen qn Drente, ijs vor dese reise
alhir binnen Grönningen geexaminert , diewile die classis aldar ijn Drente
noch swack ijs, diewelcke nhamals van ehre gerechticheit , die synodus
76
vörsteith den classibus tho behoren, hirdoreh nit sall vörkortet wesen. Cnde
sinnen vam synodo tho desem examen mede begeret ende gedeputeret
D. JoACHDirs Werxerüs, D. Arnoldus Uthusius, D. Everhardus Joanats,
D. JoACHiMüs Zoor.
Nha gedahnem examine hebben upgemelte deputati dem synodo inge-
bracht, dat D. SciniODERUs dem examini genoechgedaen hadde. Danip he
vam synodo thogelaten und sin testimonium bekamen hefft etc.
Dewile Nicolaus CiiRisroPHora , bokebinder binnen Grönningen , van dem
classe Middelstumana geexamineret is, unde dem s^Tiodo vorgekahmen
sint enige quade geruchten van hem in Hollandt geschehn , wert vorgesch.
examen gesuspenderet ende upgeholden, ter tidt Nicolaus darvan sick
sall hebben purgiret
Lucas Westerwolpaxus , diener tho Eppingenhusen unde heropen van
die gemeinte tho Cantes, ordelt de christliche synodus, diewile he noch
stcith under die c^nsura des vorledenen synodi, dat die classis gene
wichtige reden hebben sall sinen beröp tho approbieren, sondernn dat he
um vornemüke orsaken bij sine vörbenömede gemeine vor dithmael bliven
sall.
Nhademniale die pastor up Delffziel sick der censurae classis et
synodi nit wil understellen , uth orsaken dat he van die provincie van
Westfriesslandt wort gesalariseret und also gehn membrum deser pro-
vincie ijs, wordt den deputatis classis Dammonensis belastet den pastor
vor sich tho bescheiden und van hem eintlicken to vörsthaen, wat he
darinne gesinnet ijs tho dohn edder nit, ende damha den gedeputerden
synodi van tselve tho advertii*en ummc dan forder darin bq die magistraet
to dohn nha behoren. Idt siil de pastor coram deputatis sick vorantworden ,
viui tgene hie up den synodum van vorgangen [jalir] mach gespraken
hebben.
Adwerdianao classi wert van desem synodo befahlenn, dat sio gude
upsicht dragen solen up enige predigem under harem classe, so mith
(^uade geruchten van dnmckenschop bedacht werden.
Die sake Jomannis Herwagu, pavStoris tho Termunten, wort tho den
classom rjnt Oldeampt gewesen umme darinne tho dohnde nha uthwisent
Gadcs wordt und die kerckenordeninge etc.
Des pastoris sake thot Fermsumb ahnghaende die vörsöninge, wort aver-
nuihls dem classi befahlen haren devoer darin tho dohnde sovele moge-
licken, wo ock gude upsicht to dragen up die pastor tho Krewert und
Wytwert, 80 van drunckenschop beruchtigett worden.
^7
Also dese synodus vörsthaen helTt, dat die pastorien und vorscheidene
vicariengudere ijn den Dam, darvan die dieneren des g. w. behoren un-
derholden tho worden, mith andere kercken offte politiqiie giideren
vörmenget werden, findet synodus hoch van noden tho sin, dat die
vorgesch. guderen mogen worden underscheiden ende thot haren eigent-
liken ende geimploqeret.
Deputati classis Middelstumanae solen gude informatie nehmen up den
koster tho Uthhusermeden , wat he gedahn ende gesecht solde hebben tho
Leenss ijn den kroech in praesentia des redgers, und folgens daiinne
dohen, soalse sie befinden to behoren.
Classis Groningensis deputati vorklaren van ein oldt prediger ijn harem
classe, die inhabel sij thot dem kerckendienste und derhalven van haer
affgesettet. Iss deselve persene dem classi vam synodo recommenderet ,
dat he mith middelen van underholdt vorsien mach worden nha lüdt der
kerckenordeni ng , bij soferne die middelen van sekere grasen landes und
ijdt hüs nit en sullen mogen folgen unde vörkregen worden, warvan die
gedeput. vorsch. hebben te kennen geven etc.
Is ock vörhalet van classe Groningensi van enige missbrüick ende un-
ordeninge ijn die copulatie van eheluiden, so alhier sonder getuchenissen
van proclamatien des ordes, dar sie sortiren ende wahnen, t€gens die
kerckenordening worden copuliret, unde also mede ungedöpede personen
thosamengegeven worden, darup de classis vorgesch. geantwordet hefft,
dat dese sake alhier nit classicael sij , sondem willen solckes haere magistrat
remonstriren , datter qn versehen mach worden.
Sovele ahngaet die overgrote lasten und swaricheiden der dienaren deser
landtschop, solen die gedeputerden thot den synodura ijn Süit und Nordt-
hollandt mede averbringen ende anwisenn die geringen upkuiusten van
enige pastorien ijn desen landen und daryegen die grothe lasten , die darvan
ghaen mothen, umme also mith radt ende hulpe van den synodis vorbesch.
dar femers ijn tho dohn, soalss best sal wesen.
In die sake van Gerhardo Heddingio, pastor tho Stitzwert, ys bij dem
synodo beslaten, dat hie van wegen sin dantzen, drinckent und mith
unwUrheit die oensura synodi entghaen gesuspenderet sall worden in forma
als folget:
Werde und woUeve thohurders ijn den Heren. Die synodus der kercken-
dieneren van Grönningen , Omlanden end Drente heflFt vörsthan van sekere
vörlöp und gegeven ergernissen , gedaen bij Gerhakdtjm Hedlngium , pastor
deser gemeinte, dor sine dantzerije und lichtferdicheit , dor den drunck,
78
end vorts gesocht sick sulvest te verschonen iind die behörlicke censur des
synodi tho entgh^n, iind dat nochtans dese saecke der gegevenen ergernissen
bij Gerhardum Heding. vorsch. nichtbar nit alleine, averst ock warachtig
befunden gs, so en hefft die synodus vörbenömet nit kónen nhalathen den
vOrbenömeden Gerhard. Heding., pastoren deser gemeinte, aver alsolcke
sine gegevene ergernissen tho wechnehming dersulven iinde anderen thom
exempel van sinen dienst vor wat tijdes te suspenderen effte up tho
schorten, thor tidt und wilen he hem gebethert unde beröw van siner
misshandelinge betönet sall hebben, dat ock den vömömeden pastor, also
sine gegevene argemissen vor veelen geschiet end nichtbar geworden,
nha vidending des tidts siner suspensie ter discretie der pastoren und
dienaren, bij dem synodo hirtho gelastet, gestellet van diesel ve qnt anschin
siner gemeinte sine openbare schultbekentnisse , und dat ydt ehm leidt sij ,
dragen und bekennen sall und ehme alssdan wederum van sine suspensie
entschlahn. Actum Groning. in synodo, etc.
Also der E. E. Phhip vax Meckema vorgestellet , dat D. Joannes Spren-
GERus ijn sin dienst ijn den Dam gantz ahne vörsoeck der E. E. junckeren,
80 dasulvest alse hoveling nha deses landes gebruick jus gladii hebben,
soU ijngestellet sin, waerdorch upgemelte jimckhem enigermaten sick ijn
ehrem rechte gepraejudicert tho sin vörmeinenn, und hirijegen dominus
Sprengerus ijnbrachte nha het seggentt dier van den Dam, dat die van
den Dam dem upgemelten jimckeren gehne gerechticheit ijn bestelling
ehrer dienem gestaen sondem daraver aUnoch ijn stridt sinnen, also datt
die van Dam ehme Sprengero vorbaden, alss he secht, gene der upge-
melten junckeren belangende die inwillinge ofte approbatie sines beroping
tho vorsöken, so vorsteith synodus, dat sie hirin nit konen ordelen, sondem
befehlet die sake dem competente gerichte, dar dan ein jeder part sine
gerechticheit mag thoerkandt werden , mitz dat ock hinnith offte mith itziger
beroping D. Sprengeri enigem parte ijn sinem hebbenden rechte nit moge
gepraejudicert werden. Vorstaet die synodus, dat die vörstanders der ge-
meinte ijn den Dam den E. E. Meckei^la. alse hövelinck van olden tiden
und medecollator, hebbende ydt jus gladii terselver platsen, umme alle rust
ende frede willen behöret hedden tho erkennen , gelick nha alle kercklicke
ordere die overicheit ijn die beroping der kerckendienaren erkandt wart,
ende oversolckes ijs tho vörmahnen umme ijn thokamenden tiden sich
hirinne tho quiten, idt wahre den dat die kercke van den Dam wichtige
reden und orsaken hadden , warum sie gantzlichen hirinne nicht geholden
was. Entschuldigen wol D. Sprengerum in siner inkahmenen beroping uth
reden van ignorantia, und dat he nithemin sunder praejudicie van die eine
offt die ander parthie behöret sonder vörbodt frijgelathen tho worden imd
79
sin fryheit tho beholden, ter tidt die quaestiose sake sall mogen gede-
cidert sin.
Belangend het bovengeschreven advys bedancket minheer Meckealv desen
synodo. Dan ijn die dimission D. Sprengeri findet sich der E. E. Meckema
beswarett und begeret, dat hem sine gerechticheit darinne unvörkortet
mag bliven.
In het undersoeken van die articul. der kercklicke visitatien, verleden
jahr in synodo angestellet, is hett classis van Middelstura befunden haer
ampt niet gedahn te hebben, vertonende ein extract uth haer classicael
boeck van dem 1 Novembris vorledenen jahres, in welchem besloten ijs
ob certas et gravissimas caussas eo anno visitationes non esse recipiendas
etc. Reden sin dese : then ersten ummedat sie vörstunden , dat die visitatien
alleine over die dienem und nit over die kercken ghan solden ; ten 2 dat
ock die visitator sidvest nit wolde gevisiteret sin, menende dat dardorch
die kercken solden geschouwet werden; tho mehr dat se ock seden, dat
die visitatien nit conform sijn den andem Unierden Provinciën, alsock
stridich tegen den 2^«° synodura Groningens. art. 3, so sie seggen.
Synodus vorklaret, dat dese reden nit mogen besthaen und ungefunderet
sin ende hore nalating der censura waerdich , ergerlick ende mali exempli
bq enigen. Verklarende f order, dat classis sick vordahn sall reguliren nha
dese ordening, vörgangen jahr gedecretiret ende tegenwordich noch be-
festiget, belastende den deputerden synodi upsicht to dragen, dat die
visitatien bq den classe van Middelstüm mag geeffectueret worden, ünd
ijs thot desen ende eine sekere forma van visitatien by desen synodo ge-
arresteret sup. art. 2 gravaminum.
JoHANNEs WnucHius, iu synodo gecompariret , gs hem die sententia,
tusschen hem ende sin partijen tho Tolbert van dem classe gegeven und
van den deputerden synodi nha befestiget, vorgelesen, denwelcken he oick
angenhamen hefPt tho achtervolgen , darup he den gelick van den kercken-
dienst vör dithmael aflfgesettet und van sine gemeinte tho vörtrecken
belastet, thor tidt dat men ware bete van hem siende hie nha Gades
wordt und der kerckenordeninge thom kerckendienst weder mag thogelaten
worden. Und wort dem classi befahlen , dat sie die gemeinte sullen tselve
ahndienen und vörmahnen umb einen diener wedder tho heropen. Daren-
tusschen nochtans sall die classis die gemeinte ahndenen , dat des pastori s
koijen tho Pinxtem aldar solen mogen ijn die weijde vorbliven etc.
Dewile die E. E. Allert Galickema und Allert Jensema, hovelingen
etc., in vorgangenen jahres synodo hebben geklaget aver Theodorictim
Petri, tho Oldenhove pastor, vörsokende dat he bij dem synodo van sin
HJ»
deenst mochte geremoveret worJen , und die srnodus dhomals opgemelten
TuKóK, als noch nge inkomende und gn de?ein knde onbekant. nit helft
kónen ordelen inhabel offie unbe^^uaem totten dienst offte ook schuldig rur
datmael van Oldenhove tho vortreeken, §<*ndern alleine in anseh^it aner
twist inith den iipgemelten junckeren ehme geraden up beqname tidt sick
nmme ein ander dienst tho bewerven etc, und dan upgemelten junckeien
aveniials ijn syn^xlo ijtzundes ersc-henen, vorbringende verscheidene nije
klachten und beschuMingen aver Themkiricum als van dninekenschop ,
wrevel, lasterent, rechten und dergelicken, und hijerjegen Theooor. in
siner vörantwordinge glickfals sick aver die junckeren van verscheidene
unfrundtliche und bittere ahnmoding sick beklaget, so hefift die synodus,
dese argerlicke und beswaerlicke saecke dorch flitige erkimdigung beidersitz
innehmende und yn den fnichten Gades erwegende, nha ripe deliberatie
hirin, alss kerckliken behóret, gudtgefunden end uthgesprakenn , alse
folget :
Erstlich hefFt synodus gehn gefallent daran gedragen, dat die uj^melte
E. E. junckeren, up andere plaetsen wanende, dannoch mith gedachtem
pastore tho Oldenhove so withlopigenn hader und stridt geövet, da doch
enige andere collatoren jegen densulven sick fredelick holden, und der-
lialven die E. E. junckeren christlick und bescheidenlick vormahnet, dat
sie ehre jus collationis aver den prediger nicht tho widt trecken, sondem
alss membra ecclesiae refonuatae nha luidt Gades wordt und die kercken-
ordening andem collatoren thora guden exempel gebruicken wolden.
Itzundes averst die s^-nodus hebbende vorstanden ende erfahren, dat
TuKoi^narus Pctki dit negstvorlopende jahr over noch qn withlufftiger
twist mith upgedachten junckeren geraden, und darenbaven qn sinem levende
mith drunckenheit ende veelfoldige moijten mith vorscheidenen luiden der
gemeine Christi fast grotlie ergernisse gegeven, so erkennet und vorklaret
synodus ijn sine sake, dat nhadem he der kercken lüda nit stichtelick,
ho TiiKoiH>K. dcHslialven van sin dienst to Oldenhove cum annexis datelicken
affstha \uu\ octk wider ijnt gemein a ministerio gesuspenderet bliven sall
lK3th ho ijn sinen gebreken beterschop bewiset, unde darup ordentlick tho
einen anderen dienst weder thogelaten werde, idoch mith desen uthdnlck-
licken vorl)eholdt, dat nhademe hie tho Oldenhove ahn diken, plogen und
sonsten helTtt unkosten gedahn , so sal he darvan mith upgedachten
jüncikern sick ijn frundtschop olTte nha discretie der E. E. hem Gedeput.
(les(ïH landes erscheiden und ijnmiddels, solange solcke entscheiding nit
g(5Hchchn, ijn sinen possess tho Oldenhove und sonsten (jedoch sonder
kcn.'kendionst) vörbliven, vorsokende die synodus die E. E. h. Gedeput.
dese synodale uthspracko handthaven und ratificeren wolden und den
gomclten Theodoric. tho sinen rec;htmetigen competent van unkosten vor-
Hl
helpen, und wen den Theodoricus affgescheiden , sall tho Oldenhove ein
ander pastor nha der kerckenordening wedder heropen worden.
Is dese sententia partijen vorgelesen, und sint darup vörmahnet thot
vorgifi&iisse hinc inde van alle vorlopene seheltworden nnd twisten, so
tusschen beiden mochten verlopen wesen , datwelck sie dan ahngenhanien
und belavet hebben.
Die sake Adolphi van Besten und siner wederpai-tije is bij dem synode
erwagen und genochsam vörsthaen, datt ter einer ende ter ander siden
hinc inde affecten unde passien tusschen beiden gelopen sin , und kan die
synodus nit befinden die orsaken, de bij de parthie Adolpui vorss. tus-
schen ehme vörgewendet sin , sülcke te wesen , dat sie van wegenn desulve
ArvoLPHUM ex jure solden hebben van sinen dienst tho deporteren , dat ijdt
ock also gelegen ijs mith Adolpho ahn sine siden, dat die synodus ehne
sonder eine gude censur to geven nit helft konen vorbrjghan lathen. Unde
ijs derohalven güdtbefunden Adolpho tho raden , gemerck die synodus wel
siet, dat hie ijn sin plaetz tho Heherhusenl) nit wol mit ruste ende stich-
tinge sal konen vorbliven, dat hie darum selfs uthsehe nha ein ander
platze, dar he mith mehrder ruste ende stifftinge moge dem Eieren und
siner gemeinte denen, tusschen dessen und S. MichaeUs, mitz genetende
die halve früchten van dith lopende jahr, belastende den gedeputerd. des
synodi mith dem classe up hem thosicht tho nemende, updat hem vor
dem classe ein ehrlick affscheidt und attestation medegegeven worde,
gelick ock die synodus die manere van döhn der wederpartije Adolphi
tegens hem, ehren diener, nit en konen prisen. Ende vörsöket het synodus
van den E. E. Gedeput. van den landen dese resolution te ratificeren und
approbiren, ofFte solcken ordere stellen, als haer gedeputerden andersins
sullen befinden te behoren. Actum Groningen ijn dem synode desen 12
Ma^ anno 1603.
Desen semptlichen acten hujus synodi hebben wij semptlichen gecom-
mitterden predigere ende olderlinge thot befestenisse mith eigen handen
nnderteickent , als folget:
JoHANNES Sprengerus, syuodi praeses.
JoHANNEs AcRONius, assossor in synode.
WioBOLDUs HoMEm, scriba synodi.
Theodoricus Klincxhamerus , verbi divini minister in Tiamswehr.
Daniel Thomae, v. d. minister in Zerijp.
WnxacE THO Nansum, senior.
Eilardus Lodowicüs, V. d. minister in Garmerwolde.
1) „Heherhiwen." YY ht^^ft ,JIohrrhiiijs4'n."
Aeta mfn, provinc. VIL 6
82
Albertüs Öwilhelmi, pastor in AEedis, deput. classis Middelst.
Leo Abeli ab Equart, verbi filii Dei minister, in locum HoBmon vocatus
subscripsi.
Arnoldus Aetius, V. d. minister in Usqnart, deputatus classis Middel-
stumanae.
TiDO Danielis Cnipexsis, pastor in Bafflo, nomine classis Enerumanae.
DoMiNicüs TiALUNGius, pastOF in Veerhusen, deputates classis Enerüm.
Jesreel VmcKELros, diener ijn Groetgast, nomine classis in Adwert.
Thomas Stalmannus, pastor in Garnüwert, nomine classis Adwerdianae.
Sebastianus Hermanni, pastor ijn die Eexta.
Hermannus Borgell, pastor in Süetbroick, nomine classis Veteris Temtorii.
JoACHBïus Zoor, ecclesiastes in Anloe, nomine classis Roldensis.
Hermannus Bredewech, prediger ijn Schönebeeck, nomine classis Emmensis.
Finis etc.
Acta decimae synodi provincialis der stadt Gro-
ningen, Omlanden unde Brefife^ gelick die schrifft-
lick ys heropen bij die Gedeputerden der E. E. hem
Staten derselver provincie^ angefangen end geholden
yn der stede Ajypingadam yn der pastorienhues den
8 May anno 1604 ten overstaen der E. E. Gede-
puterden RoLOFF (jRuiss ende Johan Clandtï.
Sessio prima antemeridiana.
1. Nha warachtige anropinge des namens Gottes sinnen communibus
suflFragiis eligert in praesidem dominus Everardus Joantos, pastor tho
Meppel, und tho einen assessorem dominus Johannes Sprengerus, thot
einenn scribam D. Joannes Lölingius.
2. Die gecommitterden der respective dassen hebben overgegeven
ehre credentzbreven , imd nhadat sie gelesen sin, ijs censura daraver ge-
holden und allen session gegunnet.
üth dem classe Gröningensi: D. Bernhardus Theodorici, D. HENraous
Creveliüs, D. 1) Takens, senior;
Dammonensi : D. Joannes Sprengerüs , D. Johannes Laxtenius , Joran
Aggens, senior;
1) Tusschen D. en Takens is in beide codd. ruimte opengelaten voor den
voornaam.
83
Loppersiiraana: D. Leo Abeli ab Equart, D. Wulffoan(}U8 A.gricola,
Tammo Popkens, senior;
Middelstümana : D. Joannes Nicasius, D. Albertüs Gwilhelmt, D. An-
TONius Strombergius loco senioris ;
Enerümana: D. Andre^vs Alhart, D. Joaxnes Molanus, D. Hermaxxus
Bunicenus loco senioris;
Adwerdiana : D. Robertus Wippinoiüs, D. Thomas Stalmannits, D. Her-
M.vr^'us Theophilus loco senioris;
Oldenampt: D. Gerhardus Weemhoff, D. Joannes LoLiNoros, Popko
Uauf^s senior;
Drentina classe Meppel: D. Everardus Joannis, D. Lucas Lanoius;
ex classe Roldensi : D. Joannes ScirRODERUs , D. Joannes Wirichitts.
Tertia classis Emmensis abfuit.
3. Alss die credentzbrefen der respective dassen gelesen sin und ock
van dem synodo geapprobiret , ijs van dem synodo vör gudt ijngesehen,
dat die E. E. hem gecommiterdenn sall gelieven henfemers ock ehre
credentzbriefen up den synodo vörtönen, welches ock ijn achtervolge de
heren gecommitterden to dohn hebben angenhamen.
Sinnen ock erschenen die gecommitterde predigers nth Sueth ende
Nordthollandt ijn desem synodo, alss D. Caspartjs Grevinckhovius, minister
in Rotterdam, D. Johannes Roggius, verbi minister in Horen. Und nhadem
ehre credentzbreven vorgelesen, sinnen sie hochlich van dem synodo
bedancket , dat sie sodahne lasten up sich genhamen , und ijs ehnen sessio
vorgunnet.
Resumptie der articulen des vörigen synodi.
4. Belangende den articul van die praeposituren wert geresolviret , dat
men damha sal vomehmen, wat darinne bij die E. E. hem Gedeputt.
der stadt end Umlanden gedaen ijs und henf order gedahn noch sal worden ,
respecterende den 8 articul. des synodi tho Enerum.
5. Anghaende die conventiculen der Wedderdöperen , dewile up den
gemeinen landessdach die E. E. heren sinnen angesocht umme den Men-
nisten ehre bijeinkumsten unde exercitien tho verbieden, und sie solckes
dan tho dohnde belovet, doch biss hertho nit damp erfolget, resolvert
synodus , dat die vörgenomde gecommitterden uth ein jeder classe sulckes
weddemm bq die heren vorsoeken, dat den Wedderdöperen ehre exer-
citien einsdeels vörbaden , anderdeels rigerose executie bij die ungehorsamen
mochte geschien. Is ock vor güdt ijngesehn, dat die gecommitterden
enige schrecklicke exempelen, so leider hier und daer bij die Döperen
geschien, den E. hern sollen vorstellen, dardorch sie mochten gejudiciret
6*
84
worden omme ehre ampt getruwlich te dohn, welches ock die E. E. h.
gecommitterden belovett.
6. Is geresolviret , dat men bij die E. E. hem Gedeputerd. der landt-
schap Drente sall anhoiden umme jaeriicken einen uth hoer midden tho
committeren nefens den gedeputerden predigern der dree dassen, diewelcke
dera synodo mede bij wanende, sinde der kercken lidtmathe, umme hen-
femer die gnde correspondentie und combinatie tho underholden.
7. Resolviret synodns, dat ein prediger sal upsicht dragen, dat die
schoehneistem mogen gude fimdamenta der reügion hebben, darmith
die jögent niet moge gefrauderet werden und der wahren religiën
scandael worde angedaen.
Sessie 2 pomeridiana.
8. Belangende het drucken van allerleij lasterliche und kettersche
boken hebben die dienaren uth Hollandt report gedahn, dat sie bereet
bij hoer allen mogelickenn flith hebben ahngewendet umme tho vörhoden ,
dat se nit gednicket, und die gedrucket supprimeret worden, beloven
oick ijn dien ferner flith ahn tho wenden. Inglichen besloten , dat sodanige
druckeryen sovele mogelick ijn desen provinciën solen vorhödet werden etc.
9. Die classes gefraget sinde, offt ock enige dienaren in censura ock
in visitatione gefunden sin, die dersulven rebelleren und sick nit willen
submitteren, is sunderlick darvan nitt vorgebracht, dan alleine het classis
Dammonensis geklagt over einen schoelmeister tho Weijwert, genömet
Ai.BERTüs Matthei. Darup resolvirt het synodus, diewile he mith sin
gemeinte qn twedracht levet, dat hie vor desen synodum sall worden
citiret, umme nha ingenhamene saken darinne tho vorsien.
10. Angaende het boeck, dorch D. J. Acronium uthgegeven, dewile
enige worden vörgefallen , dat solckes tegen het decretum des vorgangenen
geholden sjiiodi solde geschehn sin, resolvirt synodus, dat D. Acrontus
ijn synodo moet compareren umme dessul vigen genochsame reden to geven.
Alss he nu aldar erschenen, ijsset klagen van einem gewest, dat die
collatoren ijn dem boke to hart gestralfet, darvan he reden tho geven
sich hefft erbaden, den men hefft sie nit begeret tho horen.
11. Belangende den diener tho Westerborck in Drente mith namen
Gerhardüs Geokgu , so ijn dem synodo erschenen , begerende literas dimis-
sionis, sick ock beklagende, dat he ijn sin underholt wort bekortet,
resolviret synodus, dat men alm het classem, danmder he sortiret, sal
schriven uuib hem testimonium doctrinae et vitae mith tho delen, ock
bq de E. E. hern Gedeputerden dorch interc€Ssionael schriflFten an tho
85
holden, dat sie hem solange thot sin vortreck ock behiilplich sin ijn sin
underholt, dat he nha behoor miige geneten, als he na tijt sijnes dienstes
magh eisschen. Beloven ock die membra hujus synodi, sovele alss ahn
hoer ijs, mögelicken flith ahn tho wenden, dat vorgem. Gerhakdus tnsschen
dith und Miehaelis mochte up anderen platze voceret worden.
12. Belangende den 17 articul. des verleden synodi, dat die kosteren
end se hoelmei stern membra ecclesiae sin solen, und ock die kerckvoge-
den, dar idt geschehn kan, ten minsten fautores.
13. Dewile genochsame knndtschop vörgebracht nha luet dess 16
articuls des vörledenen synodi ahngaende die combinatie der pastorien,
dat de van Midthusen toe deser tidt gehnen diener hebbende einen egenen
dienar konen underholden, resolvirt synodus, dat men güdtlick sall
schriven ahn den E. E. jünckeren Johax RipreRDA, dat sin E. L. als ein
collator dersulven kercken die vorsehing wolle doehn, dat binnenkort
ein diener aldar mach worden heropen.
14. Belangende de kercke üpwijrda ijn bedenen wei-t noch vor dith
jahr ijn solcker forma van dem synodo geapproberet , alss begint ijs.
15. Avermahls grote abusen werden gesporet ijn die echtschoppen
nha ahnwising des 17 artic. des vorgiingen synodi, tho wethen dat enige
lichtferdig sonder vörghaende truw^e bij einander und van einander lopen ,
etliche a verst ijn vorbadenen graden contraheren etc., dith tho vörhriden
ijs ijn synodo resolviret, dat men bij die E. E. h. anholde, dat sekere
personen mochten constitueret worden over Stadt end Omlanden, die up
sodahne scandalen end missbruicken upsicht nehmen und die overtreders
sonder conniventie strafen.
16. Dat ock mith beleven t und ad vijs der E. E. heren mochte gestellet
worden eine sekere eheordening und graden, hoeferne die conjugia
mogen gecontrahert werden ende geschehn, waemha die commissarien
van Stadt unde Omlanden sick ijn der straffe w^ethen to reguleren.
Dewile 1) clagto in synodo ijs angebracht, dat hir solde tegen christliche
ordeninge und decretura synodale ungedöpte i)er8onon copulert, den-
welcken die copulatie van anderen predigern gewoyert ijs, sonder gosien
hebbende die vörghaende proclamationgetüchenisse der platzen, dar sie
wohnen, is decrotiret, dat sie 2) classis die saeke sall erforschen und
darin döhn.
1) „Dewile". Hierv(K)r plaatst YY het cijfer 17, waardoor in het vervolg de
cijfers opschuiven. Veruioedelijk in het juist om bij „dewile" een nieuw art. te laten
beginnen en den voorgaanden volzin bij art. 15 als tweede lid te voegen.
2) „ide" YY heeft terecht „die".
S6
17. Angaende dat vele redgem sin, de vianden der waren relligion
sint, is resolvirt, dat men b^ die provincie anholde omme darinne cor-
rectie te dohnde und christlick remediere.
IS. Die articul van den praebendarien tho examineren wert noch
geapprobert und jedem classi injungeret.
19. Angaende die formam van die visitation, yn den vorigenn synodo
decretert, wert noch henfemer gudtgeachtet te continueren etc,
Sessio 3 antemeridiana.
20. Die visitatores angelanget sinde under ein jeder classis nmme
relaes te dohn van ehre geholdene visitatie, erstlich die van Grfmningen
und Loppersum gefraget sinde, hebben gehne beswaring vörgewendet, die
sie sulvest bij hoer nitt hebben konen corrigeren. Imgelicken oick die
visitatoren des classis Middelstum, Enerum und Adewertt
21. Die visitatoren des classis Oldenampt hebben vorgebracht, dat
noch ijn Westerwoldingerlande ijn die megesten kercken die altaren und
ock sacramentshüsen sthaen, wardorch nit wenig superstition qn der
simpelen luiden herten ijs blivende. Resolveret synodus, dat men solckes
schrifftlick sall lathen gelangen ahn den E. E. Jacop Entens, drosten
darsulvest , diesul ve will als ein submagistraet dessul ven ordes verschaffen ,
dat die altaren binnen korten eraderet und gentzlich removert werden.
22. Die visitatoren dess classis Dammonensis hebben vorgebracht, dat
die dener up den DelfPziel ehr in visitatione wreedt ende imbehoerlick
beijegent, vormeinende dat hie den classibus deser provincie nit solde
subject sijnn ijn enige visitation , sick oick eximerende van classicael cori-
vcrsation. Resolv. synodus, dat obgemelter dioner, mith namen Tobias
SusiNuius, in synodum sall worden vocirct umme van hem toe vörstaen
reden , die hem dartho moveren , und benevens hom twe van die oldesten
derselven kercken. So die dener averst nit praesent, solen doch die twe
oldesten vor dem synodo compareren umme van ehr den thostandt ehres
dieners toe in(iuireren.
23. Ingeliken vorgebracht van den koster tho Weijwertt, welcker sick
mith sine gemeintc unbehörlick drage , is geresolviret , dat he in synodum
nefens sin pastor und hussluiden citeret werde, darvan ock in den 9
artic. mentie geschiet.
24. Anghaende die combinatie van Middelstum und Dornwert wert noch
geapprobert ijn don grMt, alss bissher geholden, doch bij provisie biss so
lange, alse die vann Domewert sulvest einen diener underholden konen.
87
25. Van die combinatie van WerfFum und Breda, diewile die vörge-
nömeden committerde predigers geen knndtschop qngenhamen, wert
gecontinneret tot nhafolgende visitatie. Ingelick wert ook uithgestellet
bess lip atinkumstige visitation van Bafüoe und ander.
26. Resolviret synodus, dat alle jahren twe uth denn deputatis synodi,
80 die visitation gedaen, up den sijnodo sullen erschinen und mithbrengen
schrifFtlicke acta, so up der visitation vörgefallen ijs etc.
27. Angaende dat report, so die visitatoren classium hebben gedaen,
ofTt ock dat nachtmael ijn allen plaetsen worde uthgedelet, dat einem
jedem classi worde belastet umrae ijn ehren classe gude upsicht te
dragen insonderheit durch die visitatoren, dat ijn alle plaetsen solckes
mochte angefangen werden, insonderheit ock gelickheit qn die ceremoniën.
Wort ock güdtgeachtet , dat die formula, so achter ijn dem Catechismo
gesettet, vor und nha die bedening gelesen worde.
28. Belangende die kerckmisse tho Wqttwert, so Pinxtermaendach
geholden wert, ock einsdeels die predigen impediert, anderdeels dorch
overflodige drunckenschop vele sunden geschehen, suhet synodus vor
güdt bij die E. E. heren ahn to holden , dat sodahne karmissen gantzelick
vörbaden und opentliek van den predigstoel gepubliceret , offt ten minsten
up ein ander dach geholden worde.
29. Angaende den articul van innehming der gravaminum vor den
synodo uth ein jeder classe resolvirt synodus, dat men sick darin sall
regulieren, tho weten nha den 6 und 7 artic. des vorgaenden synodi,
adderende dat ijdt classis, dar die synodus laest ijs geholden, ses weken
for dem synodo bij die andere classes sall anholden umme ehre gravaraina
bij den classe tho senden. Dat classis die hebbende, sall sie qn gilde
ordening vorfathen und den anderen copiam tosenden etc.
30. Up den 11 articul des vorledenen synodi, tho wethen dat gene
mandaten van executie up Sondagen, fest und bedeldagen solen gesche-
hen, ock gehne pachterijen generalick to boren, is geresolvirt by den
E. E. heren an to holden , dat se darinne wollen vörsehen. Die E. E. hern
Gedeput. ock belavet sodahnes afF tho schaffen, dar sie mochten sin.
Sessio 4 antemeridiana.
31. Dewile ock enige (^üestie ijs vörgefallen van den tidt der nhajahr
oflFt gratiaejahr, so der vörstorvenen prediger wedewen und weisen l)
genethen, wennehr dat jahr horen anfanck und ende sall nehmen, resol-
1) Op den rand voor dezen regel staat in beide codd. N.B. met geteekende band.
88
viret s^mKlus , nadem nha landtrechte die jahren haren anfang up Gregorii l)
nehmen, da tüsschen Gregorii ein prediger stervet, desulve profiten tsij
geldt oifte landtgebrfück den prediger und sijnen nhakömelingen ex debito
thokahmen, wat ijn tselvige jahr mochte vorfallen. ünd folgens salt
nhajahr moten beginnen van den lesten Gregorii vurstrecken beth up den
ersten nhafolgende. Dese genhamene synodale resolution umme valideret
te worden suhet men for giiet ahn, dat men die hoge overicheit im-
plorire umme sodahne vOrklaring te confirmeren.
32. Belangend den artic. van die dope der kinderen wert alsnoch van
dem synodo approbiret volgende den Th) articul synodi Hagensis, so
ludende: het vörbundt Gades sall an der christenkindern mith der dope,
so haest alse men die bedeninge hebben kan, vorsegelt worden und dat
ijn die apenbare vórsamlinge, aLse Gades wordt geprediget wort. Doch ter
platze, dar nit sovele gepre<liget wordt, sall men einen sekeren dach
ordineren umme den doep extraordinarie to bedienen, so nochtans dat
ijdt niet sonder praedicatie geschehe.
33. Angaende die kercklieke gesangen verklaret synodus , dat die oster-
schen und nederlandisschen promiscue mogen continueret worden thot
den toekamenden generalem synodum. So dan enich missvOrstandt ofFte
unenichcit tho geschehen mochte befunden worden , sall darin remedieret
werden nha behoren.
34. Gelick ock ijs geresolviret van die predige up stillen Fryedach,
dat die mag einem jedern frijsthaen thot up den thokamenden generalem
synodum te continueren. Doch dar ein prediger sihet, dat dese dach bij
sinen thohördern superstitiös ijs. sall he darinnc weten tho remedieren
und desen dach up einen anderen tranferircn. Is ock resohiret, dat die
gcbede vor ende nha der predigt nha der forma Catechismi sall geschehen.
35. Üiewile die waerseggersche up den Ham noch mit waerseggen
procediret, is rcsol viret, dat men allnoch bij die E. E. heren anhr)lde,
dat se uth dem lande gebannet werde.
3(3. Umme gude ordeningc toe conservircn for dese imde thokah mende
tiden resolviret synodus, dat men ein synodale bocck offt protocol sall
hebben, warinne alle acten der vorgaiigen synoden mogen upgeteickent
worden. Und wort dem classi Dammonensi uperlecht tegen kumpstichen
synodum sodanich prothocoll to vörferdigen und alle acten darinne tho
vorteickenen , und dat up generale kosten der dassen.
^) S. GregoriuB is 12 Maart.
89
37. Item die 10 artic. van einem generali synodo wordt geapprobiret,
wolvörstande by die E. B. heren an tho holden umme in effect to stellen.
38. Belangende den 20 articiil des vorledenen synodi einen prediger
iith desen synodo to ordineren iimme het veltleger tho bedienen, wert
uthgestellet , beth het weder requireret wordt, und dan die deputati
synodi mith den classibiis toe consulteren.
39. De 21 artic. wort approbiret umme femer tho continueren, nö-
melick die acta synodalia uth Hollandt und dese provincie reciprocei)
malcanderen over te senden.
Sessio 5 antemeridiana.
40. Die saken Tidonis Danieus, diener thot Bafflo, den synodum an-
gesocht orame den diener tho Hoherhusen, mit namen Everhaiu)US Arnoldi,
ijn sinen ahngefangen dienste aldar tho mogen continueren , hinip synodus
vör8taende2) hebbende van beiden dassen tho Enerum und Middelstum
deser saken unde ock des dieners standt und gelegenheit, kortelick resol-
virt, dat vörgemelte diener, nhadem openbar, dat hie ein laicus nit gantz
ijn den dienst sall thogelaten worden , sondem ter plaetz vorgescli. solange
sall mogen ijn dienste persevereren, dat die deputati synodi, so dartho
solen worden eligiret , sick ter platze unde dat erster gelegenheit vörfogen
umme mith vörgemelten diener ijn bijwesen des classis Enerum coramit-
terden van die vömemestcn puncten religionis, orsake nhemende uth
die proposition, die hie doen sall, toe conferiren. Sülckes gedaen sinde,
unde sine bequaemheit effte unbequaeniheit vömehmende, solen ijn der
saken widers döhn , als christelick , stichtelick ende nutte sall sin , adderende
80 gemelter diener enichsins mochte bequaem gefimden worden, sall ter
platze toe minsten ein jaer to bliven mogen thogelaten worden.
41. üppet versoeck der kerkvogeden toe Woldendorp umme bij die
E. E. heren vör hoer to intercediren , dat se tho upbuwing ehrer kercken ,
ock underholt eines dieners mochten assistentie bekahmen, belavet synodus,
dat die deputati deses synodi desshalven by den E. heren börgermeistem
und radt ehr beste sullen döhn.
42. Nachdem tüsschen enige deneren des classis Enerum questie olTte
disput gefallen wegen eniger calendenlanden upkumsten , soals dat genomet
wert, so sinnen van dem synodo deputeii; D. Leo Abeli, Wulfgangus
Agriüola, Rübertüs Wippin(}ius, diewelcke vörgemelte dieneren hirinne
solen entscheiden ende reconci lieren , twelcks dan ock geschiet ijs.
1) „redproce" YY heeft „promiscue" en daarboven „reciproce'\
2) „vörstaende" YY heeft „vörsthaen".
90
Van examine der deneren.
48. 1. Belangende die forma der examination der dieneren, diewile ijm
vorgangen synodo den classibus vörgestellet enige ordening, effte ock
emandt nuttelick achtede etwas tho vöranderen , adderen eifte imminueren
van dien, so yn die kerckenordening hirvan gestellet ijs, hinip hebl)en
die semj)tlichen classen sick referiret tho desiilve kerckenordeninge , guet-
achtende sodahne forma achtervolget tho werden.
44. 2. Adderende so ijemandt wehre, die sick \jn predigen begerde
somwilen tho exerceren, sal diesulve ijn ein praeexamen undersocht
sinde, imde soferne giide hupening van ehm gespörot, sall hem vergunt
worden tho exerceren , beth he mochte heropen werden. Und sal sodahne
plenarium examen niet werden ahngefangen mith densitlven, ehe und
bevör he eine viülenkahmene beropinge hefft nha der kerckenordeninge.
45. 3. Sall ock geen classis geholden sin einen to examineren offte
behooren to examineren, die bij hoer gene beroping mach hebben, effte
ock nit wethen hem platz to geven.
46. 4. Die articul van die frombdelinge suspect sinde in die religie
niet toe admitteren, eher dat sie van den deputatie synodi ahn den
classem commendiret werden, approbatur.
Sessie 6 pomeridiana.
Van den deputatis synodi.
47. 1. Belangende die deputerden der synoden blivet ijn solcker
gestalt imd forma, alss ijn vorgangen synodo gestellet ijs.
48. 2. Is ock güedtgefunden tho achterfolgen den articul des vör-
ledenon synodi, van die imkosten ver die deputerdenn der synoden i).
In sessione 7, 1 articul 2).
1. 40. Nadem in synodo vorgebracht, dat koster und schoelmeister
up Uthhuscrmeden geene membra ecclesiae sijn, darbenevenst die koster
ock eines unrichtigen levendes wert beschuldiget , resolveret synodus
dat, ofTtwol billick na luidt der kerckenordening sunder enich gehoer
sie behörenn ab oflBcio gantzlich reraoviret worden, doch dorch milda-
digcheit desulve in synodum citeren urn me van hoerlueden vörsthaende
hebben daimha christlich darinne te döhn.
2. 5(1. Die pastor ijn Oterdum in synodo erschenen, begerende eine
1) Ter zijde staat onder dit art. 48: „Hic wxiiiitur sess. 7 pag. tertia ab hac'*,
uindat bij liet afschrijven die bladzijden overgesl.igen waren.
2) In mag. staat; ,,()innia liafv iisquc ad sess. 8 praeponeoda sunt illis, quae
duab. paginis praee<'deutibuK extaut , et statini inserenda post sese. 6". Wij hebben
in onze uitgave de goede volgorde Iw^rsteld.
91
intercessionschriift vör haer gemeinte ahn die E. hern Staten der provin-
cie umme assistentie toe dohn, dat ehre kereke, de schier deradiret,
wedderum to repariren, hetwelcke die synodiis toe doen belovett helTt.
3. 51. Nhadem vele iind schware clagten vorgefallen van die senipt-
licke predigern over die grote beswaernissen , darmit sic gelick andere
huisslüden alss schattinge, imposten und dergelicken beswaret werden,
sihet synodiis vor giiet ahn, dat die deputati, so kumpstiglich an den
synodum Süithollandiae sollen worden affgeferdiget , darto praepariret
worden, dat se ijn der reise und werck fort nha den Hage mogen
trecken umme ehre beswaernisse bij die E. E. hern Generale Staten vör
tho wenden, dat also van die hoge avericheit raitlidich und gudtdadich
darin moge gedaen worden, darmit die predigern enige relevatie ehrer
lasten mogen entfangen.
Sessio 7 pomeridiana.
52. Die gemeinten van Nijekercke, Floetdorp unde Uidrum, versocht
hebbende umme ehre kercke mith einen getruwen diener toe versorgen ,
sick beklagende, dat se nu eine gerume tidt sunder diener gewest und
also vorsümot worden, verklaret synodus, (Jat men ahn den E. E. jün-
ckeren Johan Lea^'ens sall lathen gelangen umb binnenkort dieselve
kercken alss Ulderum, Nijekerck und Flodtdorp alss ein collator mith
twe prediger tho versorgen, overmitz sie darto genöchsame middelen
hebben, imd ock die vorige diener wegen erhefïliche orsake gantzelick
van dem synodo ab officie hirmit wert und ijs removiret. Ock van dem
synode dem classi, wanmder vörgemelte kercken sortiren, injungeret,
dat sie desshalven ehren flith mede bij dem vorgemelten coUatore und
sonsten willen ahnwenden. In fall solckes ijn tidt nit worde geschehen,
sall yn dem gedaehn worden nha behoren.
53. Nhadem die synodus erforschet, vorsthaen hefFt und loefwerdig
berichtet van het imordentlicke und hose levcndt Alberti Matthei, schoel-
meister tho Weijwert, ja also gestelt, dat het ahn eine privatpersone nit
alleine mith worden sonder ock mith der daedt tho straffen, geschwigen
dat sie solden ahn ein schoelmeister , welcker der jögent mith gudem
exempel solde vörghaen, imd kerckendiener gediildet worden etc, resol-
viret synodus, dat obgemelter schoelmeister gantzelick van sin dienst
hirmit sall removirt sin. Ock achtet güdt, dat men bij den E. E. jüncker
JocHiM RipPEBDA sall anholdcu , dat sin E. L. wil vorschafFen , dat hie ock
der platze alda mochte wijkenn om me vör toe kahmen und verhoeden
alle inconvenientien und bösheit, so dorch sine residentie und vorblivent
dar ter platz mochte entsthaen, wolverstaende dat vorg. Albertus sin
guedt thot sin beste verdeel mach gebruicken.
92
Sessio 8 antemeridiana.
54. 4. Is ock nödich geachtet, dat die deputati synodi bij die lioge
avericheidt anholden, dat verleden synodi resolutiones ter executie ge-
stellet worden, die classes oick vormahnet, dat sie in puncten, die qn
hoer macht sthaen, haer devoer doehn. Wort ock den deputatis synodi
last geven inspectie te doen folgende die leste acta.
55. 5. Belangende den coetum toe Grröningen toe continuerende wert
ijn vöriger qualiteit approberet, mitz dat die synodi deputati bij den
heren Deputerden anholden, sie willen die kosten darto vergunnen.
56. G. Angaende eines schoelmeistere tho Rottum salarium achtet
synodus giiet, dat het classis nevenst den deputatis synodi bij den E. E.
hem gecommitterden solckes vorsoecken.
57. 7. Belangende die bedieninge mith predigen des closters Drai)el
resolviret synodus, dat men sall schriven ahn den olden prior Joanxkm
Emmen, dat he einen prediger aldar bestelle, olTte sulvest sich ad examen
submittere imd den kerckendienst aldar ahnfange. ünde sall het classis
Oldeampt iipsicht hebben , wat he darinne doet , und den deputatis synodi
darvan doen adverteren.
58. Deputati synodi sullen wol upsicht nehmen, dat die closteren,
dar vele volckes wahnet, mogen mith kerckendiensto versorget werden.
59. 8. Item dat deputerden des synodi willen anholden bij den E.
hem , dat die unordeninge ijn werschoppen , blackeren , schencken , brüde-
gams-slahen solde mogen vörboden worden bij poena.
60. Dewile die van Wetzinga nu eine gerume tidt sunder diener ge-
wesen, wardorch vele unheils entsthaen, alss datsulvige van alle godt-
saligen lichtlich kan betrachtet worden, resolvert synodus, dat sie sullen
advertiret worden umme 6 weken einen toe heropen, offt bij mangel
van dien sal classis bij die E. E. heren anholden, dat sie einen beq[ua-
men diener ijnstellon. Dar sie averst mochten canseren, dat sie gehn
diener wusten to bekahmen, sall elmen ein diener van dem classe, dar-
under sic sortiren, worden vorgestellctt.
61. Dewile die schoelmeister tho Nordtwolde nha die kerckenordeninge
geen lidtmathe ijs der gemeine, ock undttchtig toe dem officie, und also
tegens der gemeintcn wille alda resideret, r[esol\irt] synodus, dat men
bi die E. E. heren Deputerden sall anholden umme densullven vandaer
toe schaffen.
62. Dat die deputati synodi wider wegen hett misbruick der geist-
93
lichen güderen bij die E. E. heren Gedeputerden anholden , dat darinne
worde vorsien.
Sessio 9 pomeridiana.
63. Nachdera die E. E. Eppo Heringha, jimcker und hovelinck toe
Sfddtwolde, vor sick und enige andere collatoren alhir ijn aynodo ersche-
nen, Rockende dat sie ehres pastoris Theodori Petri, die van hoerluiden
nit wettelick beropen, dan van der övericheit ijngestellet, und alao weinig
fnicht konde schaffen, mochten entleddiget werden, resolviret synodus,
nhadem die synodus die missiven der E. E. h. Gredeputerd. vor wettelick
achtet, und gehne genochsame reden ijngebracht sin, worumme he
TnEODORicüs behöre van die plaetze affgestellet worden , dat vorgenömeder
diener alssnoch ijm dienste continuere. Doch willen midlerwile die h.
gecoramitterden ehren flith ahnwenden, dat he up einen andern plaetz
toe bester gelegenheit moge beropen worden, dar hie mehrder stichting
und vordeel moge doehn, alse liie felichte dar ter plaetze schaffen kahn,
offte mith die collatoren und gemeinte versönet worde etc.
64. De edele und ehrenf ester jnncker Re&[mer van Berum undc Eno
EiJsiNOHA, wanachtig toe Holweerda, begerende des synodi adviss von
enige guderen, so bij testamente den armen aldar gegeven, offt diosulve
behoren ock die armen alldar tho geneten , und w^ol die dispensatie aldar
thostaet. Aviseret synodus , dat sodahne guderen thot gehn ander gebruick
alss tot die armen behoret ahngewendet tho wordenn , unde dorch nemandt
anders alss die ordentlicke diaconen daer ter plaetze ijn Holwijerda sall
distribüeret worden.
Sessio 10 antemeridiana.
65. Also desem synodo vörgekahmen ijs vant uthgeven des bokes domini
JoAiVNis Acronii, ehme und an<ient diéneren dés godtlicken wordos up-
gelecht, anghaende die beropinge der kerckendieneren , wodanich und
durch wehne desulvige geschehn sall, und f order de jure patronatus tho
stellen, und dat enige sick lieten vornehmen und meineden, alssoft bij D.
AcRONiuM ijnt uthgeven dessul ven bokes der sake wat tho vele gcdaehn
wehre, so hefft die synodus hirup D. Acronium gehoret imd uth ehme
vorsthaen, dat he sine vorgen. bock wol nit egentlick achtervolgende die
acta des vorganden synodi ijn alles, om reden die he den synodo vor-
klaret hefft, en hadde uthgegeven dorch den druck, dat he dannoch
desulven mith vorscheiden kerckendieneren, sowol sommige siner mede-
gedeputeerden alss andern binnen und buthen deser provincie, ock per-
sonen hoges standes gecommunic^ret , und diesel ve sinen arbeidt sich
hadden laten gef allen, vörklarende darbi, dat solches genssinss thot
94
jemandes vörkleinering und veleminder thot achterdeel van frame und
godtsalige collatoren, patronen, edel und unedel, bij hem gedahn was,
den alleine in communi ecclesiarum caussa an to wisende jegens den
qwaetwilligen ehr ungelick und missbruicken , ten ende bij S. Gnade
und den E. E. h. Staten deser provincie ijn dieselve mochte ordere
gestellet werden , dat he ock wol obiter und in genere van missbruicken ,
die aver ijdt examen unde tholating der predigem tho dem kercklicken
ministerium wat gestelt und geschreven hedde, doch dat he darmede
niemande, ydtsij classes ofFte kerckendeneren , binnen effte buiten desen
provincie, int particulier dan alleine den schuldigen in genere gemeint
hebbe umme die vorfallene missbruicken, die hirinne mochten ock igno-
ranter, nochtans naemals thot unehre des ministerii und schade der kercken
vorstreckende , te beteren, wSrinne ock dese synodus, sovele deser tidt
doenlick gewes^ omme solckes to verboden vortan gestellet heflft; mathe i)
und ordere bij den predigern und dassen te underholden, und dat dar-
umme ock dominus Acronius wolgem[elt] de namen der gedeligerden
predigem des synodi der stadt Groningen, Omlanden unde Drenthe
gebruket hadde yn der vörrede an S. Gn. sampt den gedeputerd. des
landes, averst also dat ydt eigentlick sin werck sinde, under sinen namen
hetselifde hebben lathen uthghan in gude meininge und iver vor die
gemeine sake der kercken. So ijsset dat dese synodus sick mith dese
verklaring domini Acronu gecontenteret und vomöget holdet, wowol dat
sie hier und dar ijn dem boke vomimpt sehr grothe vehementie (wortho
dominus Acron. vorgen. sick leth beduncken doroh die velerhande und
beth nochtho nit gebeterde abusen verörsaket tho sin), die se nit ge-
bruket tho sin gewunschet hadden, und lathen derhalven dat bock alss
ein eigen werck D. Acronu ungeordelt, also het ys, vorbliven in faster
hopen, dat S. graffl. Gn. wedderum ijut land gekahmen sinde, mith die
E. E. heren Staten und Gedeputerd. des landes ein güdt middel beramen
unde güde ordening in alles tho befördering eines jegelicken yn sinen
guden rechte, welck hie sall mogen befunden worden te hebben, und
bevörns tho Gades ehre imd befördering der kercken stellen sall , wartho
Godt almechtig sinen segen ende gnade vorlehne. Aldus gedaen ijn dem
synodo, geholden thot Appingedam.
Ein antwordt uppet schriven des synodi van Franckrick.
Die predigem unde olderlingen des particuleren synodi van Grönnigen,
Umblanden und Drenthe, geholden thot Appingadam, gesehen und wol
overwegen hebbende ydt christlicke und wolgefunderde schrivenn der
1) „mathe" ontbr. iu YY.
95
gemeine Gereformerden kercken yn Franckrick, gedaen ijn dersiilven
nationale synodo, geholden tho Vapencij i) in Delfynaet, versökende
thom ersten:
1. dat die Nederlandisschen Gereformerden kercken nefens andem
Gerefonnerten kercken ijn Duitslandtt, Schwitzerlandt , Engellandt unde
Schottlandt die gelovesbekenteniss der Gereformerder kercken des ko-
ninckrickes van Franckrick beleve tho iinderschriven , und ijndien sie
\jchte8wat yn dersulven bekentenisse , ten ende vorgesch. ahn desen syno-
dum gesonden iind dorch die predigem uth HoUandt gedirigeert, solden
mogen ahnmerken, welckes vorbetering hen mocht« beduncken tho ver-
eisschen , ijdtsulve ahn to teickenen unde schriiftelick ahn die kercke tho
Rupellen 2) tho vörwittigen , alssock mede dat die kercken vorgesch. deser
Nederlanden den kercken van Franckrick ock ehre confessionen gelieven
wille over to senden umme inssgelicken dieselve doer to sehen, und also
beidersitt gelovesbekentniss ten wedersiden tho underechriven, und eine
christlicke ooncordiara ijn der lehre des gelofs tegen alle wedersprekerenn
der waerheit up to richten und toe beforderen.
Entlick dat ock die Reformorde kercken van Franckrick befunden
hadden bij D. Piscatorem enige puncten der lehren und besonder ijn
poinct der reehtferdigmakinge gedreven te worden, die see achten tho
sin unsuijver, und vömemlick dat hie de gantze gehörsamheit Christi
nha inholdent des gesettes, Gade sinen vader beth tho den dodt des
criltzes vor dat minschliche geslecht bewesen, uth den artickel van unse
rechtferdigmackinge alleine dorch den geloven was uthslutende, vör-
sokende dat die kercken deser Nederlanden D. Piscatorem bröderlicken
geleven wolle hirinne te vörmahnen und beflitigen, dat solckes ijn hem
mochte gebethert worden, so ijsset dat dese synodus ripelick up dese
saken lettende gudtgefunden und geresolviret hefftt:
Erstlich also die kercken deses synodi nichtes en wethen noch befinden
konen, dat ychteswat ijn den Gereformerden karcken van Franckrick
geleret offte ijn dersulven gelo vensbeken teniss vörfathet und begrepen sy ,
het welckes tegen Gades wordt unde waerheit solde striden, unde sint
derhalven die kercken deses synodi overbOdich und willich tho allen
tiden tho imderschriven, imd nefens andem Gereformerden kercken deser
und anderer köninckricken und landen te subscriberen, und mith
den Gereformerden kercken in Franckrick ock anderer koninckricken imd
landen eine christliche concordiam ijn saeken des gelofes und lehre der
waerheit ahn to gaen und up te richten. Sijn ock die kercken deses
*) „Vapencij" is Vapincum, t«'g<>nw. Gap in Dauphin^^.
2) „Rupellen" Y Y heeft „Kuxellen" , d. i. la Roebelle.
96
synodi giidtwillich ende thofreden, dat die Bekentenisse des gelovens der
Nedderlandisschen Gereformerde kercken , vörfatet ijn 37 articiilen (welcke
artickels und bekentenisse die kercken deses synodi bekennen mede ehre
bekentenisse te sin) ahn den kercken van Franckrick avergesonden werde
um diesul ve doer to sien, iinde wat ehnen beduncket gebrecklick te
wesen (welckes die kercken deses synodi nit en achten, dat ichteswat
ijn (lieselve ehre bekentenisse gefonden sall worden) den Gereformerden
kercken deser landen broderlick an to wisen umb tselvige to verbeteren,
und dat die kercken van Franckrick folgende derselver versoeck und
angeven verder gelieve tho uprichtinge der christliker concordien ijn den
Gereformerden kercken deselve bekentenisse der Reformerden kercken
deser landen i) mede tho underschriven unde , wat ferner tho güde cor-
respondentie und einicheit sall nutte wesen, beforderen.
Unde entlick belangende D. Piscatorem ijnt poinct van der justificatie
des minschen, und wat siner mehr sal mogen concemeren, hefft dese
synodus guetgef unden , dat D. Piscator vorgen. van wegen der gemeinen
Gereformeerden kercken der Vöreinigeden Nederlanden bröderlich und
fnmdtlick, alse christlich und recht ijs, vörmahnet werde bij sekerem
sendebrieff dartho te stellen , unde ehme vörsöken nefens eine bijgefogede
beciuame underrichting to dem ende, dat ehne gelieven wille thot stich-
tinge und einicheit der lehre ijnn den Gereformerden kercken ijni chris-
tenrick , und thot wechneming aller upsprake und calumnien der fienden
der waerheit, ja thot vörhoding alles strides ijn der lehre ijn Gades
kercke sick breder tho verklarende, und die n^e gevatede2) opinie, die
noch bij den olden noch bij den nijen scribenten (bij weten deses synodi)
jewerle'"^) gedreven ijs, te laten fallen unnde mith eine openbare schrifft
dor den druck den uprechten orthodoxen gnmdt, alletidts ijn Gades kercke
van die rechtferdichmakinge imd ock also ijn den Gereformerden kercken
deser Nederlanden gedreven, mitz ijnschlutende die vuUenkamene gehör-
samheitt Jesu Christi, ijn dieselven sick selven openbaer mScken und
tho erkennen geven umme nicht tho schinen enigerhande frombde lehre
ijn Gades kercke te '^^^llen ijnbringen, dienende alles to Gades ehre,
vörtplantinge der godtlichen waerheit unde stichtinge der kercken unsers
heren Jesu Christi, wartho Godt die Here sinen segen und geist gne-
dichliken ehm und ims allen will vorlehnen. Aldus gedahn yn unsem
synodo, geholden qn Appingadam desen 11 May anno 1604.
1) ,,(l(»8«^lvc — landen" onlbr. in YY.
-) „gt'vatcxle" YY hiHjft „genia<»cke(lf".
3) „jewerle" zoo staat in beide cnxid.
97
65. 3. Angaende die confession uth Franckrick, dorch die gedeputerde
predigere uth HollaDdt ahn desen synodum ijngegeven , is ijn dem gantzen
synodo opentlick vorgelesen, und van dem synodo giietgefunden wider
einem jedem classi deser provinciën aver to senden, umme dan nha ge-
nr>chsame ponderatioen ehre resolutie te duhn.
66. 4. ümme alnoch femers vör tho kahmen die abusen und frau-
datie, so die gemeinten dorch dat jus patronatus överkahmen, resolvirt
sijnodus, ein jcder classis sall tegens die wedderkumpst van S. Gr. die
abusen dessulven, dar sie mochten sin, schrifftlick stellen imd den
deputatis synodi toesenden omme ahn S. G. over te geven, sine G.
wille darinne sovele raögelick ijs correctie doen.
67. 5. Nachdem die koster und schoei meister up üthusermeden ,
gehne membra ecclesiae sinde, bavendat sick ock unordentlick dragen,
und ijn synodo citeret sinde gelickergestalt contumaces befunden und
niet erschenen, is geresolveret, dat die gedeput. des synodi bq den E. E.
heren solen anholden , dat sie ab oflBcio werden removiret etc. Ock diewile
vangelicken up mehr andem plaetzen befunden, dat vele gasthuis vogeden,
ock kerck vogeden , gelick ock die sclioel meister tho Nordtwolde Papisten
offte Mennisten sin, dat die deputati willen anholden bij die E. E. hern
tho vorsien. Ock die synodus believe to schriven ahn die E. E. h. Staten
up Drente, se wollen bi hoer ock sodahne unordening vörhöden und
corrigeren.
68. 6. Wordt ock belastet, dat deputati synodi by den E. heren
anholden, dat die wedewen der praedicanten mochten gehand thavett
worden, gelick ijn Westerlandt ende HoUandt geschiett.
69. 7. Wort vor güdt ijngesehn, dat ijn ein jeder classe moge orde-
ning gem^ket worden umme van ein jeder prediger jaerlicken ein pundt-
grote up toe bringen, hetwelcke thot profit van die wedewen, die dar
mochten kahmen dorch affstervent der predigern, mochte [ahngelecht
worden , umme welcke ordeninge an to fangen die prediger uth Hollandt
hebben belovet eine ordeninge alhir den classibus toe handen tho stellen.
70. Angaende die olden predigern , die olderdoemshalven thom dienste
unbequaem sindt, is geresolveret, dat die deputati bij den E. E. h. Staten
solen anholden, dat sodanigen dieneren moge underholdt geschaffet werden.
71. Is geresolviret , dat nemandt sine kercken lichtferdig sal vörlaten
sonder wethen und wille der dassen. Und so ijemandt daraver wurde
dohn, sall ab officie gesuspenderet worden etc.
Actn gyn, prociiie, VIL 7
98
72. Dowile befunden wort, dat Exoelbertus, die olde pastor toe
Rottiim, vele lasterworden up die Reformerde relligie is spreckende,
blickende darvan gelöffwerdige getuichenisseD , is den deputatis belastet,
se willen mith die getuchenisse bij den E. E. heren anholden, dat hie
nha unser hem gudtfinden gestraffet werde.
73. In gefalle die gemeinte tho Bedum elirem diener sin underholt
nith thostellen, solen die deputati synodi derhalven bij die h. Staten
vor hem intercediren.
74. Resolveret synodus , dat gene idioten solen thom dienste thogelaten
worden, tsq dat sie sonderlinge gaven hebben, offte ock die noet mochte
forderen.
75. Resolviret ock synodus, dat gehnen predigem sall angedrungen
worden sick qn enige vörmunderschop der pupillen , so hem nit bewandt ,
\jn to stellen.
76. Belangende die forma visitationis wert ijn die qualiteit approberet ,
alse ijn desen vörgangen synodo ijs gestellet anno 1603.
77. Yolgents sint tho deputatos synodi coramunibus sufFragiis erwehlet
nhafolgende predigere: D, Johaxnes Acuoxius, D. Leo Abeu, D. Wui.ff-
GANOUS Agriooi^, D. Ai.bertus Lomeyerüs.
78. Tho gedeputerden ad synodum Hollandieam tho vorreisen sint
coramunibus fratnim sufFragiis erwehlett: D. »1oaciumus Werxerüs, D.
JoiIANNES NiCASIÜS.
79. Tho visitatores classium sinnen mith gemeine stemmen gestelt
deselvige ordentlich toe vürricliten in forma alss bevarens geschehen:
ex classe Grönningana: D. Arnoli >U8 Uthusiüs, D. nERM.vNNU8 Stech-
MANNUs, Engelbertus From, soiiior;
ex classe Appingadamcnsi : D. Joannes Sprencjer, D. Theodorus Klinck-
iiAMERus, JoRAN Aggf:s, scnior ;
ex classe Loppersumana : D. Henricus Hobingius, D. Wulfgangus
AoRicoLA, Tammo Popkexs, senior;
ex classe Middelstumana: D. Wibr.vm)us Georoii, D. Nicolaus Clax-
Tixjs, D. Wesselus Rode, loco senioris^
ex Enenimana : D. Andreas Alhert , D. Arxoldüs Wdttzemiüs , D. Her-
MANmrs Besten, loco senioris;
ex Adwcrdiana classe: D. Robertüs Whtixgius, D. Thomas Stalmaxxts,
D. Hermanxtjs Theophilus, loco senioris;
ex classe Oldeampt: D. ÖERHAm)us Womhoff, D. Wtqboldus HoMEra,
PoPKO Haeuess, senior.
99
80. üppet versoeck van D. Joanne Wirichh, prediger tho Süetlahren,
umme ehm eine Yörschrifft ahn die E. E. h. Staten der landtschop Drenthe
tho vörlehnen umme thot spödigeste expeditie hem nha gerechticheit
vort to helpen yn die questiose sake wegen der vicarien dasulvest, is
geapproberet.
81. Darnha ijs censura morum geholden und ^s niett vorgef allen,
warinne ijjemandt behöret beschuldigt worden.
82. Is endtlick hoechnddich geachtet, dat deputati synodi bij die E.
E. heren anholden , dat ein andere ordere up die synodale kosten mochten
gestellet worden, unde ein jederem classi wordt frygestelt tho tehren,
waer ijdt umme die minsten kosten geschien kan etc.
Aldus gedahn hebben die ahnwesende predigeren und olderlingen deses
christlichen synodi dese acta underteickent :
EvERHAKDUS JoANxis Campius, synodi praeses.
JoAN'NEs LouNGius, syuodi scriba.
JoHANNEs SrRENüERUs , syuodi assessor.
Bernhardus Tiieodorici Nordaxüs, ecclesiae Groninganae minister.
JoHANNES NicAsius, miuistor verbi Dei in Middelstum.
Leo Abeli ab Eqü^uit, verbi filii Dei minister in Loppersum.
Tammo Popkens, senior ministerii in Loppersum.
Albertüs Güilhklmüs, pastor in Medis.
Airroxius STROMBERGros , prediger in Rottum.
SüETT Takens, olderlinck.
WüLFGAifGUs AoRicoLA, deputat. minister in Garshusen.
Johan'nes Molanüs, t. p.
JoHANNES Laxten, in Holwijerda verbi Dei minister.
JoHANNES Aggens, oldcrlinck qn Holwierda etc.
Henricus Cre\t.lïus, deputatus ex classe Groning.
JoHANXEs ScHRODERUs, prcdigcr tho Beijlen.
Gerhardus Weemuoff, prediger tho Wijnschote ijn den Oldenampte.
Hermannus Bünicexus, tho Lehenss p.
Lucas X Langen, diener Christi ijn dem evangelie tlio Dieveren etc.
Johannes Wirichius, V. minister in Süetlahren.
IIermannus Theoi'huxs, minister verbi in Hoech und Leechkercke etc.
Finis.
-*
100
Acta tindecimae synodi provincialis, so van den E,
E, liochtvisen hem Gedeputerd. Staten van stadt Gro-
ningen end JJmhlanden nthgeschreven tho hold^^n up
den 6 Maij deses jahres 1605 binnen der stadt
Grmingen^ ten overstaen tind bywesen der E, E.
Iwchwis, lieren Egkick P^ggens ende Gerrijtt Krabbe,
mede Gedepiderde Staten end van deni collegio daerto
gecofmnitteret etc.
Then erstenn is dese synodus van domino Arnoldo üthusio, ministro
Groningensi, mith -dem gebede begunnen. Darnha ijs mith gemeinen
stemmen thot praesidem gckoren dominiis Arnoldus, thot scribara dominus
WuLFGANGUs Agrioola, prediger thott Loesdorff.
Voerts hebben die predigers, so thot desen synodo erschenen sint,
hoere credentzbrieven overgclefert alss folget:
uth dem classe van Groningen: Arnoldus Utehusius, minister Gronin-
gensis, die E. E. raetsheer Lambertt Hörenkeks, Hinricts Creveluüs,
pastor in Middelbert;
uth dem classe Oldamptt: JoH.\>fNEs Lolinüiüs, pastor toe Noertbröek,
Henriccs Asswerus, p. in Beertha, Joannes Mexsingius, p. tho Onst wedde,
loco senioris;
uth dem classe Appingadam: Johaxnes Sprengertts, prediger aldaer,
JoANXEs Laxten, pastoF in Holwijrda, Joannes Bulvelt, borger end
olderlinck ton Dam;
uth dem c. Loppersüm: Egrertus Stael, pastor tho Stcdum, Wulf-
GANGus Agricx)la , p. tho Locsdorp , Jon annes Egberti , pastor tlio Leermis ,
loco senioris;
uth dem classe Middelstüm: Johannes Nicasius, pastor toe Middelstumb,
WiBRANDUS Georoiijs, p. tho WcrfFum, TnEonomcus Petri, p. in Süetwolda,
loco senioris;
uth den classe van Enerum : Hermanntjs van Besten , pastor toe Werff-
husen, Joilannes Conradi, p. tho Sawert, absent, den E. E. Seirop
Elama, senior;
uth dem classe Suethorm: Hermannus Tueopiulus, pastor in Hochkerck,
SiXTüs Abeli, pastor toe Esingha, Peter Johansen, olderlinge.
Dese credentzbrefen sint gelcsen ende geapprobiret worden, avermitz
nits befunden tegens die kerckenordeninge ende decreten vorgaendcr
synodorum toe striden.
101
1. Naest desen hefft Borchardus Heuwagius, schoelrneistor too Nordt-
woldo, gudo attestatie, underteickent van den collatoi-cn und carspolluiden ,
van sin deenst und levcndt dem synodo vörtönet. Is geapproberet iinde
vorts for gudt angesien, dat he up die kosterije tho Middelbert gepro-
moveret worde.
2. Is by dem synodo guet und behorlick geachtet, dat henferner
gene politike personen qn dem synodo session sullen hebben, diewelcke
geene membra ecclesiae sinnen.
3. Hefft synodus guetgeachtet , dat den classibus geordineret und
uperleeht sall worden, dat ellick classis ahn den gedeput des synodi
sullen toschriven, wat sie sunderlinges van unordenlichen doende der Wed-
derdoperen vor seker hebben ende weten, um darvan ahn die heren der
provincie relaet tho dohnde.
Himha sint die acta synodi proxime praecedentis vorgenhamen unde
gereviseret
4. Belangende den 4 articul van praeposituren achtet synodus nodich ,
dat deputati synodi bij den heren der provincie willen anholden, dat
einmael eine richtigkeit gestellet ende gemaket mochte worden.
5. Anghaende die correspondentie van wegen der prediger der landt-
schop Drente tho dem synodo deser provincie wert ahn sine grafïl.
Onaden gestellet, ofFt se raith dem synodo dezer provincie vöreiniget
sullen bliven efFte niett.
6. Belangende den 13 articul prioris synodi, concemerende die kercke
van Midthusen, leth synodus bliven bij die resolutie desselven synodia, als
vor nödich achtende dat sie einen egenen diener mogen hebben.
Sessio secunda 7 Maij vörnüddage.
7. Angaende den 19 articul. belangende visitatioen classicael achtet
synodus, dat desulve up ahnstaende volgende jahr tusschen desen und
folgenden synodum um rede gemoveret naebliven sülle mengen, und nit
praecise in allen geholden , vülbracht behoret tho worden , dan alleine dar
classis befinden sall die noedt end stichting te ereischen.
8. Angaende den 23 articul angaende den koster to Weijwert, dewile
desulve van vorgaenden sj'nodo um merckliche reden van sinen dienst
geremoviret, und thot nochtoe keine attestatie noch van classo noch van
sinen carspelluiden van beterschop van ehm vorgekahmen ijs, leth het
synodus alsnoch by ijdt advis des vürgangenen synodi vorbliven, ehm
thott deinst unbe<|uaem und unwerdich achtende.
102
9. Anghaende den 28 artic. belangend die karmisse tho Wijttwert,
achtet synodus alsnoch te behoren entweder affgesehaflFet oflFt up ein
ander tidt gestellet te worden.
10. Den 29 articul. angaende die vörforderinge ende recapitulatie
gravaminum classium approbiret synodus alsnoch.
11. Ingeliken den 30 articul van den mandaten der hövetl uiden ende
andere, item pachterijen, deenst ende liandel up Sondagen nit behoren
bedienet te worden, approbiret synodus.
12. Achtet synodus, dat up die clagten der predigers vant Oldeampt ,
dat noch geen sekere ordeninge vant naeqahr der wedewen van vörstorven
predigers gestellet sin, achtet synodus, dat die gedeputerd. synodi bij
die magistraet der stadt anholden sullen umme darin vörsien te worden
13. Synodus achtet vör behörich, dat historia passionis jahrlix yn
den dorpen vörklaret worde.
14. Angaende den 40 artickel belangend Everhardum Arnoldi, vör-
meinten prediger to Homhusen , van den deputatis synodi end dem classe
inhabel befunden und'affgesettet, end hie nochtans vortgefahren , resol-
virt synodus, dat gemelter Everardus vam classe censuriret solle und
behöi*et te worden wegen sine continuatie , ende so hie versoeken wert van
nijen gehörett und underfraget te worden, dat hetsulve ijn siner kercke
in praesentie twe offte drie des classis van Enerum und Middelstum,
dartoe gecoramitteret, vorgunnet unde darhna qn der saeke gedahn sal
worden , alss sick stichtelick end behörlick befinden sall , mitz dat die clas-
ses van Middelstum und Enerüm reciproce vorkesen , die hem underfragen
sullen , und dith alles upt versoeck des collatoris und karspelluiden aldar.
15. Angaende den 48 prioris synodi, belangende die unkosten der
synoden end gedeputerden des synodi, achtet synodus, dat deputati
synodi sullen bij den hern Staten end gecomraitterden van die geistliche
gnderen voersoeken etwes assistentie van den cloesterguderen toe den
vörbenömeden costen.
IG. Anghaende den 56 articul. prioris synodi wort den gedeputierden
synodi belastet ahn die E. E. hem Staten to vörsoeken, dat dem sclioel-
raeister tho Rottura bij den comraeldüir tho Werffmn enich underholt
geprocuriret moge worden.
17. Ahngaende die abusen by den kerckganck van brüdt ende brödegam
als blaken, schencken, brudigam tho schlahcn, item dat blaken up Meij-
avendt und andere tidt, item die heidensche vastelaventsspelen wertt
103
den gedeputerden synodi belastet up die hovetkamer tho vorsokcn man-
daten ahn die redgers umme sölcke dingen aff tho schaffen.
18. Anghaende den artieiil van gebreck unde armoedt der wedewen
der vörstorvenen predigers, aehtet synodiis, dat deputati synodi umme
alimentatie bij denn heren Staten anholden sollen, sonderlicken vor die
wedewen der vörstorvenen prediger tho Farmsum, Usqwert, Sandtweer,
Tinallinga, siendc up den 60 articul der kerckenordeninge.
Sessie 3 pomeridiana 7 Maij etc.
Gravamina.
1. Classis van Groningen doleret, dat die dope minus reverentialiter
bedienet wert Resolviret synodus, dat hirinne die kerckenordening achter-
folget söle werden.
2. Angaende die classicalo kosten approberct synodus alsnoch decretum
praecedentium synodorum van vier dalers, uth den kercklicken middelen
jarlix daruth geordineret.
3. Classis vant Oldeampt hefft tho kennen gegeven, dat die droste
tlio Wedda den predigers ijn die herlicheit tho Wedde wille besperen dat
pachtkom offt, so he secht, datt misskom tho entfangen. Aehtet synodus
sulckes dondt des drosten unbehörlich tho sin und ordelen , dat dieselvige
predigers aldar dat kome wol mogen entfangen, besunderen diewile ydt
ehre middelen van underholdt sin.
Ten tweden dat die droste solde eischen investurgeldt vann den pre-
digers te entfangen, welcke dönde synodus ock vor unbillick aehtet.
Classis Dammonensis.
1. Classis van den Dam doleret, dat het classis van Loppersum solde
sick unrecht vörferdiget hebben die sijnodale kosten van Schermer to
eisschen. Classis van Loppersum secht contrarie. Und refereren sich beide
classes tho decisie der heren Gedeputerd., twelcke die gedeputerden
synodi den hem vorstellen solen.
2. Hefft classis gementioneret , alssdat Oldecloester mith unbehoer
an Berum gecombineret solde worden. Leth dorhalven synodus noch vör
dithmael bij provisie Oldeclöster bij Holwijerda gecombineret.
3. Classis intercederet vor den prediger van Oterdum umme vörbede
ahn den commendiler van Osterwerum, item vor einen schoelmeister tho
Borckschweer ende omliggende plaetsen, dat gemelte commelduer beijde
den prediger ettwas augmente stipendii wille tokahmen laten, item vor
ein schoelmeister underholt ordineren wille, dewile he Osterwerum
mede bedenet.
104
4. Voersocht ock, dat den prediger van Schermer sin stipendium
vorbetert mochte worden dorch anfordering deputatonim synodi.
Classis van Grote Adewertt klaget alssnoch, gelick alle andere classes
dohn, dat geen eheordeninge gestellet wort.
Loppersnmer classis.
1. Is ijn questie gestellet, olfte ein schoelmeister dat zedelschriven
van mölenpachten sall mogen bedenen. Resolvert synodus, dat die kosters,
so vor sich themelick underholt hebben, tselve niet bedienen solen, be-
sunders so die predigers ahn ehren schoelmeister niet voersthaen end
approberen konen.
2. Up die questie gemoviret, offt die coUatoren solen mogen enen
diener up een caspelen senden ofFte stellen sonder enich vörgaende vör-
standt offte underreding mith der gemeinten, besunders dar ledematen
und olderlingen sint, rcsolviret synodus, dat ijn desen die kerckenorde-
ninge also ock die landtrechten behöre achtervolget tho worden.
i\. Uppet voersoeck des edlen ehrenf. hem Dodo van Aaischweer luidt
sine overgege venen schrifft, vorklaret synodus, dat die gedeputerden des
synodi die sake sal befahlen zin umnie mith den E. E. hem Staten tho
vörhandelen etc.
5. Also vor domino Kuxc^KHAMERo , prediger tho Tjamsweer , ijn synodo
gespraken ijs, dat sin underholt klein solde sin, und dat he niet vorgeves
veelfoldige clagten in classe gedahn , so tindet synodus güet , dat deputati
synodi umme de vicarie bij den h. Staten vörsöken ende procureren willen.
0. Imgelicken hefft D. Henricüs Crevelius, prediger thoe Middelbert,
aver sin underholt geklaget. Hefft die E. E. Lambert Hörenkens, raetsheer
und amptman vantt Geerecht, angcnhamen etwas verbetering te willen
vorschafFen.
7. Also ock vorgestellet, dat unbehörlick ein diener uth ene classe ijn
ein ander classem kamen solde sonder des classis, darunder he sortieret,
attestatie hefft, so achtet synodus alsnoch tselve nit te behoren to ge-
schien end ordineren, dattet selve vörhödet soUe worden, end yn dienst
niemandt treden sunder ad vijs des classis, dar hie bij kumpt.
8. Diewile ock Petrus Scepelitzius , prediger tho Wedda, in synodo
erschenen und tho vorsthan gegeven, dat classis die approbation siner
beroping ahnt synodum gestellet hebbe, so hefft synodus die beroping
bij provisie approbiret, mitz hem vormahnende sin ampt und levendt ijn
gilde achting te nehmen, unde forts dem classi yn Oldemampte tho in-
jungeren gude upsicht up hem tho willen holden.
105
9. Tho deputerden deses synodi sint vör dithmael men twe iimme
reden mith gemeine stemmen gekaren omme die acten by die heren ^n
effecten tho bearbeiden, alse mith namen: uth der stadt D. Beunuakdus
THEODORia, prediger yn der stadt Gronningen, D. Johannes Sprengekus,
prediger yn den Dam, wegen der Omlanden.
10. Entlick ijs censura monim geholdeu aver die ahnwesende und
bijwaners deses synodi, und (Godt loff) nicht vörgekahmen noch befunden,
dat strafFbaer geordelt behöret to worden.
Is also synodus geendigot mith underteicking van eicken prediger und
oiderlinck, gelick himha folget.
De post.
Is noch dem synodo to kennen gegeven, dat die pastor tho Baiiloe
dorch eine lanckwirige kranckheit van sestein weken ijn benautheit ge-
raket Intercederet synodus vör hem, mits den gedeput. synodi belastende
solcke intercessie bij den Gedeputerd. Staten end h. gecommitterden , dat
hem enig subsidium uth den elosterguderen bestellet moge worden, die-
wile he ein hüs vuil kleine kinder hefft.
Aliud.
Sint erschenen dorainus Johankes Acroniüs, BEiiNHARnrs ende Joannes
Stechmannus, ministri Grönningenses , mith der wedewe van salige Ro-
DOLPHi Stjtoris, pastorcu up die Meden, vorclarende den bedroveden tho-
standt der gemelten wedewen und vörsokende , dat enige uth den middel
genömet mochten werden, diewelcke bij den erbaren raedt deser stadt
willen anholden, dat sie die vuile upkumpst van ein nhajaer, gelick ijn
die Umblanden gebrücklich, genethen mochte. Hefft synodus dartho ge-
nomineret und belastet tsulve te döhn D. Johannem Sprengekum, D. Jo-
HAXÏfEM LOUNGITJM UUd D. WüLFGANGUM AgKICX)LAM.
Aliud.
Doliatio gevallen, dat classis ijm Oldenampte den olden Nicolaum
Stelling WERFFiuM togelathen hebben up die pastorije up die Meden buten
wetenschup des magistraets van Groningen, welck ijn vörigen tidcn ge-
melten person niet hebben willen tolathen, so kent het synodus, dat
deputati classis praedictae praepostere gedacn hebben, ende noch i-eden
darum tho geven sullen behoren.
Aliud.
Van Hfjïmanxo Wokms, fiscael, vorsocht sinde vörstandt des synodi
toe hebben mogen, offt men jus canonicum sall mógen toelathen ijn
defensie van geestlicke guderen, antwordet s^niodus tselve to mogen
sthaen, sofeme diesel vo leges daruth citeret offte allegeret niet striden
tegens der kercken Christi stichtingo und fundament ott'te vöi-standt der
106
hilligen schrifft, noch ock tegens den behoerlicken gebmick dersiilven
guderen, yn pios usus gedestineret.
Aldus gedaen und christelicken geendiget hebbende alles, wat ijn desem
synodo ijs vörgefallenn , so hebben die tegen wordige pastoren ende older-
lingen dese vörgesehrevene aeten underteickent.
Arnoldus Martini Uthtsius, minister ecclesiae Groning., praeses hiijus
synodi.
JoHANXES Nicvsms, prediger in Middelstum, assessor.
Lambertüs Horenkens, senior.
JoHAXNES Sprenger, ministCF ecclesiae Appingedamensis.
Hexricüs Crevelius, p. tho Middelbortt.
Wülföangus Agricola, p. tho Loesdorff, nomine classis Loppersumanae.
Hexricüs Asswerüs, minister in Bertha.
JoHANXEs LoiJXGiüs, m. in Nörtbroick.
Hebmaxxts THEonuLi, p. in Höch end Leechkercken.
JoHANXES Laxten, m. V. in Holwierda.
Serep Elama, olderlinge.
Peter Jaxsex, olderlinge.
JoiiAxxES Egberti, pastoF Lerraensis.
JoHAX VAX Bulevelt, oldcrling ijm Dam.
Egbertüs Stael tho Stedem, Loppersumanae classis deputatus.
Theodoricus Petri, pastor tho Suetwolde.
WiBRAXDüs Georgii, pastoF to Werfum.
Hermaxxus Bestex, p. toe Warfhüsen.
Finis.
Ada diiodecimae synodi provindalis , alsoe van
den welgebarnen heren ende graven , graf en Wilhelm
LuDEWiG stadthoMer^ mitsgaders van den E. E. ende
seer discreten Gedeputerden h. Staten van die stadt
Groningen ende Umhlanden vor dese reise ys utge-
schreven worden umme densülven tip hüden den 6
Maij deses lopenden jahres 1606 bynnen die tw-
meerde stadt Grönningen tJio houden^ so ys desülve
utligeschrevene synodus nu tegenwordich door des
Heren gratie ynt werck gestellett warden, int over-
107
staen van die E. E. Roloff Batting ende Eknst
IssELMUDEN ols commüterden vant collegio umme
desen synodum mede dirigerende thot einen guden
ende hringen.
Sessio prima hora O antemeridiana.
Is derhal ven dese tegenwordiger synodus van D. Aiinoldo ML\rtini,
ministro ecclesiae Groninganae , y nt vorledene jahr ende synodo verkörne
praeses gewest synde, mith dem christlicken gebede begunnen ende do
name des H. tot gttde successie van desen löffliken synodo met oedtmo-
digen herten ende iver angeropen etc.
Na desen sint mith gemeinen siiffragien der broderen, desen synodo
ynt beginsel bijwahnende, vercoren ende eligeret thot praesidem D. Joaxnes
AcRONirs , ende thot assessorem verordineret D. Joiiannks Nioasius , diener
des godtlicken wordes thot Middelstum, ende ten latsten tot scribam
synodi verkoren Toblvs Seusingius, diener des godtlicken wordes binnen
den forteresse Delphesiel.
Neflfens desen sint iip desem synodo gecompareret ende erschenen desso
nhafolgende classen ofFte gecommitterde uth densulven:
I. classis Gröningana: D. Joiiannf» Acrontus, minister verbi divini,
D. Arnoldus Martini, minister v. d. , Wiliifxm Barxda , raetsheer, senior;
IL classis Dammonensis: D. Joannes Sprenger, pastor in Dam, D.
ToBiAS Seusingius, p. in Delphsiel, D. Theodorus Klinckhamerus , p to
Jamswehr, loco senioris;
III. classis Loppersumana : D. Egbertus Stael, prediger to Stedum,
D. WuLi-TOANGUs Agiucoi.a, p. toc Locsdörp, D. Joaxnes Schroderüs, p. thoe
Westerembden , loco senioris;
IV. classis Middelstmnana : D. Joiiannes Nioasius, prediger toe Mid-
delstum, D. Albektus Wilhelmi, p. toe Uthhüsermeden , D. Wesselus
Rhodius, p. in Cantes, loco senioris;
V. classis Baffoldana: D. Axdreas Stilvetman, pastor in Saxcnhuscn,
D. Hermanxus a Besten, p. in Werffhuisen , E. juncker Allert Gaijkema,
loco senioris;
YI. classis van Awertt: D. Robertus Wippikgius, prediger tho Süet-
horm, D. Albertus Lomeijerüs, p. toe Groet Awert, D. Herm^vnnüs The-
oPHiLus, p. ijn Hoech ende Leechkercke, loco senioris.
Insgelicken ijs van desen classen allen die credentzbreven vörtönet,
diewelcke alle vör güdt sin gekent ende gerespectirett worden, ende
sunderling hen allen sessio gcgunnet.
Damp ijs gecompariret uth NordthoUandt D. Petrus Coioeui, diener
108
des godtlicken wordes binnen Enckhiiisen, exhiberende sin behoerlick
credentiebreven , warüp hem ock behoirliche sessie gegunnet worden
thot vorsekeringe ende underholdinge van guder correspondentie.
Eintlick sint mith gemeinen stemmen des synodi verordineret worden
D. WuLFGANors Agricola, prediger vann Loosdorp, ende Hermannus
Theophilus, prediger toe Hoch ende Leechkerck, uinme die gravamina
elassicalia ijn ein corpus integrum te redigeren, darmede den tidt te
gewinnen end ock thot andere salutaria te treden.
Hirtip sint die acta synodalia praecedentis anni et synodi met gemeinen
advis ende stemmen der samptlichen broderen resumendo vörgelesen
worden, alss folget.
1. Belangende den 2 articul des vorledenen synodi, toe weten offtter
vortsahn politiqiie personen, wel tot desen ende andem sijnoden gecom-
mitteret sinde, nochdans gene membra ecclesiae, ock geene credentzbriefe
vörtoenende, sullen ijn den synodum tot sessie tögelaten worden, so
approbiret synodus noch densulven ijn sodahno kracht te sthaen, also
geresolviret , welvorsthaende dat vor dese rcise solcks noch stillschwigent
sall vorbijgepasseret worden, ende nochtans darüp die deputati synodi
sollen geholden sin, dat dese articul thokumstig vulkameliek mag under-
holden werden.
2. Van den 3 der sijnodalen acten anni 1605 angaende die Wedder-
doperen is geresolviret uthstall to nehmen, thotdat die gravamina ge-
colligeret, warinne dan behoerlick sall gedahn worden.
3. Up den articull van den praeposituren wert beschieten , dat synodus
so nae als vom ijn dith stücke sall klachtig bliven, met vorklaringe dat
vortsan solckes iveriger bij het collegium ende op den landssdach gedreven
worde van dien personen, iith denn dassen darthoe genomineret sinde,
mit gelicker belastinge dat sie niet allenich die gravamina offte abuisen
van praeposituren in harer classe met allen flithe ende neersticheit sullen
colligeren , rnHr ock dieselve gecolligerdc abusen schrifftelick op toekomen-
den landssdach te rcmonstriren. Belangende dan die kosten van dien sin
dieselve synodael. Hiertoe sin uth elcken classe genomineret ende genoch-
sam geauthoriseret met judicio ende siifFragiis deses christlichen synodi:
D. JoA(miMUS Waiinerus, m. iith dem classe van Groningen, D. Johaxxes
SpREXGFJtrs uth dem cl. van Dam, D. Wut.fgangüs Agiucoia uth dem c.
Loppersum , D. Wesselfs Rjiodfcs uth dem class. Middelstum , D. Axdreas
Stratem.v^' uih het c. Enerüm , D. Albertus Lomeyerüs uth idt clas. Oroet
Awertt, D. WKiBOLDus Homerus uth den classe Oldeampt.
109
Sessio secunda pomeridiana hora secunda.
Nae gedanen gebede ^s van desen nafolgenden articiilis des vürledcnen
synodi getracteret worden.
4. Angaende den 5 artic. van die correspondentie der prediger van
der landtschop Drente , damp belastet synodus den deputatis synodi , dat
sie hen sullen bij S. G. addresseren, oedtmodigen vörsokende dat S. G.
geleve te schriven ahn die landtschop van Drenthe, dat hare predigers
ende dassen mogen vöreiniget sinde end bliven, alss tevoren gewest.
5. Belangende den 7 artikel van die visitatioen classicael, door die
deputatos synodi geschehn, findet synodus vör raetsam, dat wol die
visitationes classium ijn sin in esse bliven sullen , nochdans thot vörmidung
grother kosten sullen dieselve jaerlicx niet praecise , maer nha gelegenheit
van tidt ende saeke gedahn worden.
6. Die 8 articull van de müdtwillige continuatie des schoelmeisters
toe Weijwert, genömet Albertus Matthaei, noch ijn sin dienst tegen s
classicale ende synodale resolution aldar thot leetwesen veler guder herten
residerende, sin dese drie brodere, alss dominus Joannes Acronius, do-
minus Albertus Wilhelmi ende dominus Robertus Wippinoius gecom-
mitteret umme thot denn edelen jüncker Ripperda toe Farmsum, hoveling,
sich toe verfögen, hem noch ter conclusie versoeckende , dat hie den
koster van Weijwart niet langer wil handthaven, maer densul ven nha
inholdt veler resolutien so classicael als synodael will affschaifen.
7. Up den 9 articul van die karmisse van Wijttwert resolviret synodus,
dat die gedeputerden des synodi sullen gehouden sin hen te addresseren
bq den h. Gedeputerden Staten vant collegio, begerende dat hen gelieve
solckes mede ijn een artikel te verfaten, ock ijn die propositie up den
landach te insinueren, dat dese kannisse ten minsten up enen andem
dach moge vorlecht worden.
8. Die 11 articul alse doen die grote abusen, diewelcke dickwils so
under hillegen, fest offte bededagen ijn drunckenschop , spelen ende
andem lichtferdigen dingen bedreven worden, achtet synodus alsnoch
vör raetsam, dat men sich referire up den articul van praeposituer.
9. Van den 12 articul, belangende het nayahr der wedewen van de
vörstorvene predigers, ys yn desem synodo gedecreteret , dat die predi-
gem yn den Omblanden desen articul staen lathen', gelick alss hie ge-
sehloten. Maer die predigers uth den Oldonampt mogen haer annum gratiao
particulariter bq den magistraet van deser stadt Groningen versöken.
110
10. In den 14 artikel thoweten van Everhardo Arnoldi, predigem
tho Hoorhusen, alse tot het predigampt inhabel sinde, is met einhelliger
stem beschieten, dat die classis vann Bafïlo den vorgeschr. Everhardo
sall andienen flitich te studieren ende hem tegens den sommer te prae-
pariren ummo de novo geexamineret te worden, ende yndien hie Ever-
HARDUS ijn densulven exaniine niet behörlick sal responderen, van sin
officie te removeren.
11. Die 25 articul van den pastor te Oterdum belangende die kercke
aldaer , damp resolviret synodus , dat deputati synodi dese sake gerecom-
mendiret holdende mede up den landach driven sullen.
Sessie 3 septime Ma^ hora 7 antemeridiana.
Sint die christlicken gebeden door D. Acronitjm praesidem gedaen , ook
die nomina classium affgelesen, warop folgens dith gehandelt worden.
Int erste hebben dominus Acronfcs, D. Albertus Wilhelmi ende D.
RoBERTus WippmGiTJs, also gecommitterden ijn die saeke van den scheel-
meister tho Wey wert, blikende bij den 6 articul deser vörhergaende synodale
resolution, raportieret ende yngebracht hetgeene, wat sie nomine synodi
bij den edelen jüncker Ripperda versöcht hebben, warup synodus aldus
resolviret.
Ten ersten, offtwol yn enigen vorledenen synoden dem carspel Medt-
huisen, dessen nödich sijnde ock selven thot diverse tidenbegeret hebbende,
ein eigene prediger thogeeigenet , vann den welcken sie mochten behoerlicken
bedienet worden, so hefft nochtans dese christlike synodus op dithmael
vör raetsam gefonden, dat Hiddo Lamberti, prediger toe Farmsum, die
gemeinte van Meedthusen bij provisie sall bedienen van dith jahr, waer-
inne synodus sonderling angesien hefft niet alleine die gude vörschrifften,
so van liet carspel Farmsum alse ock ene vocationsbrieff van het carspel
Medthüsen selven , frundelick begerende den voorschr. Hiddonem tot einen
bediener des godtlicken wördes yn haren carspel te hebben, maer ock
principalick thot dien fine geschehen, dat ter gilde frede ende einicheit
ijn die kercke Christi underhouden worde, mitz dat die pastor van die
pastorienlanden sovele sall lathen , dat darvan ein bequamer schoelmeistor
kan underholden worden, darnha sie erstesdages sullen trachten.
Ten tweden vorklaren die vorsch. gecommitterde fratres, dat hem die
E. juncker Ripperda ynt stück van die affschaffinge des schoelmeisters
van Weijwert seer discretelick ende bescheidentlick vörtönet , wel geneiget
sinde die synodale resolutien over den vorgeschr. schoelmeistor in executie
te stellen ende aff te setten, allene hefft die edele juncker vorklaret,
dat die pastor toe Weijwart meer censurabel ende vörwerpellck, ock der
lU
gemeinte iinangenehmer soude sin alse die schoei molster, darüp die
synodas behoerlick sall letten.
Ten latesten overmitz ook die vorsch. drie broders den hovelinck Rip-
FERDA ahngespraken ende nomine synodi seer frundelicken vörsocht hebben
Tan wegen der unbehoerlicken ende unchristlicken bedeninge der diaconen
oflfte armen te Farmsum, dariip vörklaren vorts die fratres, dat die vor-
gesch. juncker Ripperda sick praesenteret christelick ende behörlick dar-
inne te dohn willen ende nae sin auctoriteit te vorsien, alse dese jegen-
wordige synodus sülckes sehrifftelick ahn hem begehren sall, waertoe
synodus promitteret sin devoir te praesteren.
Hirup sint die gecolligerde nije gravamina classium, so generalia als speei-
alia, vor die handt genamen worden, warvan deze nhafolgende gehandelt
Van den generalibus classium gravaminibus.
1 Artic. — Wert vorgestellet eine gemeine klachte aller classium, dat
tegens het accört der reductie der stadt allerhand secterien thot behin-
deringe der stichtinge van die kercke Christi gepassieret ende ijn dese
provincie noch togelaten worden. Darup resolviret synodus ende belastiget
den gecommitterden deses synodi , diewelcke die sake van die praeposituer
up den landtdach sullen handelen, darvan boven articulo 3, dat sie van
hare sortirende broders einige puncten van abusen der Mennonijsterie endo
anderen secterien gelick ock alle unordere ijn ehesaken, sabbathsentliil-
ligingen ende anderen sullen schrifFtelick afforderen ende dan dieselven
abuisen mede up den landtdach remonstreren , biddende dat up dith stuck
gantz iverich ende neerstich gelettet, ock darinnen thot eintlicke affwe-
ringe veler inconvenienten geremedieret worde.
2 Art. yrav. — Datter noch vele vacirende plaetsen so ynt Wester-
qwartier alse anders unbesettet bliven, sonderling Noorthorm, Oryps-
kercke ende noch 5 kercken ijn Yreewolde, darop ijs van die samptlicko
broders deses sijnodi geconcludiret , dat sick die delegati synodi sullen
vorfögen thot die heren Gedeputcrden vant coUegic, bij dieselven vör-
sokende die collatoren van Grijpskercke , Sebaldebttiren ende Oldekercko
dor ein generale mandaet te vörschriven umme mith hen te verhandelen
die begunnene sake van desen, ende damp nha befindinge dersulven
voorts hetsy per modum inductionis offte sonsten te disponiren. Endo
diewile die collatoren niet alle praesent zinde up die vorschr. plaetsen,
sollen hare meijers geholden sin van dith stücke hare landtheren te ad-
vertiren ende andienen.
Belangende den Nordthorm so beloven die heren gecommitterden vant
collegio, dat sie upt vorsoeck der deputaten synodi ynsgelicken door
mandaten darinne vorsien wollen.
112
Noch sullen die (X)llatoren van die kercke van Esingen frundelick vör-
socht worden nomine synodi, dat hem gelieve den tidt van 6 weken te
heropen einen f ramen ende godtsaligen prediger, diewelcker die gemeinte
van het carspel Esingen met aller getrouwicheit ende diligentie solde
konen bedienen. Bq fauten van dien sall synodus darinne doehn nha
behoren.
Noch findet synodus vör raetsam, dat Ferwert ende Franzum provi-
sionaliter sullen combineret worden, waervan die classis sall andienen
den collatoren umme ijn diesel ve vaderende plaetze einen diener tho
heropen.
Insgelicken sullenn die delegati synodi noch forder bij den heren Staten
anholden van wegen der vicarien to Loppersum umme dieselve ad pios
usus te transferiren.
Ock sullen die delegati synodi tegelick informatie nehmen van die
vicarie van Spiecke.
Ock mede geresolviret ijs, dat Nyelandt ende Oldensiel, in de classe
Middelstum gelegen, sullen combineret bliven, als tevoren gewest ys.
Sessio quarta pomeridiana ejusdem diei.
Sint die behoerlicke preces geschien door den praesidem hujus synodi
ende die nomina der dassen affgelesen, doch die deputati classis Baffol-
tanae absentiren hen in hac sessione ex venia sijnodi.
Damp in lectione gravaminum generalium pergeret worden.
3 et 4 Art, — Tho wethen van die eheordeninge ende irregulariteten
des gemeinen volckes up den Sondagen ende andem hilligendagen sall
mede yn den articul der praeposituer uthgestellet worden.
5 Artic. — Yan die provinciale stipendien vor die kinderen der pre-
digeren dcser provincie befehlet synodus der tidt.
(J Artic. — Van het najaer der wedewen der vörstorvenen predigern
deser provincie ys hirbaven vörklaret.
7 Artic, — Offt dn prediger sall mogen ungedöpede personen copuleren,
darup ys des synodi wel sin express decretum , datter gehne ungedöpede
personen mogen ende sullen kercklich copuleret worden.
8 Artic, — Offt het behörliken sij , dat deputati synodi up haren eigen
buidel sullen ende mogen yn haren commissien trecken ende teeren , darup
ijs des synodi resolutie, datt ein jeder classis sine synodale kosten aff-
gereckent hebbende, sall dan met den deputatis synodi ock affrekenen
die kosten, diewelcke sic ijnt vorledene jahr gedaen hebben, ende ein
jedor classis sin quota up hen nehmende bij die synodale kosten leggen.
113
9 Art, — Yan die heidensche irregulariteten, alse van den vastelavent,
Me^enavent etc. sall mede ign den articul vann die praepositur boven-
yerhalet sinde referiret worden.
10 Art — Van die lickpredigten , so up papistissche wise aver die vör-
störvenen, die gn die kercke gedragen werden, geschien, ys affgedaen,
warumme nochtans die prediger van Leens Hermanntjs BumcENus , under
den classem van Baillo sortierende, sal van dem classe censureret wor-
den per poenam suspensionis , soferne hie nit darvan wil affsthaen.
11 Artic, — OfFt ein prediger den kinderen van Wedderdoperen sal
mogen weigeren die bedening der proclamatie ende copulatie, hirvan sal
himha ein sonderlicher artickel gestellet worden.
12 Art, — Van eine collecte, streckende ten besten vör nodttrofftige
wedewen ende weseken der predigem , wert sölckes den classe f rijgestelt
omme darinne te dohnde, alse hen mögelicken sin sall.
Volgen die resolutien up die specialia gravamina.
/ Art, — Belangende den 1 articel van den söne der wedewen tho
Fermsum omme hen ijnt fraterhuis te vörforderen, hirüp vorklaret syno-
dus, dat vör dese reise darinnen niet kan gedahn worden.
2 Art, — Den 2 artickel ahngaende het augment des stipendii van
Adolpho Retïneri, predigem to Beem, wert den deputatis synodi mits-
desen belastiget hen nochmaels bij den h. Gedeputerden Staten vant collegie
te addresseren end vörsöken, dat de vorgesch. Adolph. Reoneri ein
ehrlich underholt uth den twen vicarien terselven platze bekamen moge.
3 Artic, — Versocht Albertus Wilhelmi, prediger yn Uthhusermeden,
van dera synodo assistentie, dat hie der vicarie aldaer moge mechtig
werden die upkumston te genieten, dewile hie den dienst, so damp fait,
vorrichtot. Darup ys dominus Arnoldus Martini ende Albertus Lomeyerus
gecommitteret ahn den jüncker Johan Sickinoa, nu ter tidt ijn der stadt
sinde, te gaen urn me hen^) te versoecken van wegen der vicarie, sonder-
ling dat diesel ve moge den vorgesch. pastor Alberto thogesthaen worden ,
overmitz die pastor den dienst der kercken , die alternatim up die kercke
fait, bedienet, ock enen soen van IS jahren ten studie mith groten kosten
holdt. Sofeme de vörsch. pastor bij den vorgeschr. jünckeren niet kan
gefordert worden , sall hie hem met den deputatis synodi an het collegio
addresseren bij hen die sake ^verich te driven.
1) „hen" YY heeft „hem".
Aeta fttfn, provinc, VIL
lU
Sessio quinta antemeridiana 8 Maij hora 9 finita concione
depntati HoUandici.
Die christlicken gebeden sint gedahn, nha denwelcken foertsahn aldas
gehandelt worden.
4 Artit, — Hefft versöcht ^okxsses Feitoxis, prediger ten Bner, dat
die irouwe, qnt provindehiiis aldaer nu ter tidt residerende, mochte
daruth gestellet worden, overmits dieselve fniwe eine Yörsamlinge der
Wedderdoperen ahnsteUet, waerdoer dat gehor des godtlichen wordes
belettet wort. Hirop ijs bq den synodo vor giidt gefunden worden, dat
hie by den heren gecommitterden van die elosteren dor den deputatis
synodi wil anholden umme dieselve frouwe nth heth provinciehuis dön
te vortrecken.
.'7 Art. — Dar wert vörgesteDet, dat Theodorus Scheppebüs, prediger
toe Hanum, nu een olde bedagede person sij, waerdoer hie met der tidt
gantz unbequaem worden saU lenger dem hilligen predigeampt vör to
sthaen. Is synodus door sonderlinge medelijden moveret worden yn des
vorgesch. pastors saeke aldus te resolviren:
Ten ersten in specie, dat die delegati synodi hen sullen begeven thot
den Gedeputerden vant coUegie ende sie vörmögen umme den commen-
duer van Wittwert te vörsoecken, dat hie den pastor Tueodorxjm met sin
f ruwe yn het closter ende convent nehme, hen den tidt sines levendes
te underholden van wegen siner gedaenten diensten ende swackheit sines
lichaems.
Ende ten tweden in genere, dat die heren Gedeputerden vant coDegie
den vorgesch. predicanten mith sodanigen beneficio, alss genomineret,
vörsiende hebben, dat carspel Ranum wedderum met einen anderen pre-
diger vorsien willen.
Vörts belangende die combinatie van Enerum ende Menskeweer laet
synodus vör dese reise, doch bij provisie vor ein jahr lang noch yn
sin esse.
Noch ijs den deputatis synodi uperlecht, dat sie by den heren der
provincie vörsoecken hen te geliven einsen die combinatien der pastenen
deser provincie voor die handt te nehmen, omme fortsahn die verordi-
neren, dat die plaetzen, welcke einen prediger underholden konen, be-
hoirlicken met bedieners des godtlicken wordes vörsien worden.
Item hefft dominus Ackonius nomine synodi angenhamen met den
vüllmachten ende kerckvogeden van Woldendorp by den erbaren magi-
straet van deser stadt Groningen in meliori forma te handelen, dat het
carspel Woldendorp wederum gelick alse tevoren meth einen gequalifi-
115
eerden prediger vörsien werde, darmede sie nit langer gnt wilde sonder
troest van Qades hillige wordt leven mogen.
Ook sullen die deputati synodi thot erster gelegener tidt thoe den
juncker Onno Tamminoa friendtlick ahnsprecken, wat het doch ver eine
gelegenheit hebbe mith den kerckenlanden ende guderen thoe Bellinge-
weer, updat nha diligente vörförschinge van dien darinne moge gedaehn
worden, twelcke sie darnha ant collegie suUen brengen.
Sessio sexta pomeridiana hora secunda.
Initio facto a precibus sequentia haec sunt tractata.
6 Articulus gravam. — Die staedt van die kercke van Godelens qs
dem synodo vörgestellet worden, to wethen hoe diesel ve pastor terselven
kercken, Adriaiojs Sibrandi, nha verlöp der tidt algeheel unbequaem wort
langer ten rechten ende met stichtinge den kerckendienst te bedienen.
Waerop die ehrenfeste secretarius Kemfo Adrjani, sinde die soone van
den vörschr. pastor Adriani Sibr., door frundelick versoeck des synodi
ijn dese synodale vörgaderinge vörschenen, sick christlick verklarende,
dat des synodi meininge gudt ende up reden stunde, tho weten dat die
gemeine toe Gadelens einen pastoren mochte hebben, ende bekende dat
sin vader olderdohmes ende swackheit halven numehr nit lenger dienen
konne, dat hie derhalven wel thofreden was, dat desülve mith die
vicarie effte sonst mith ein underholdt thot sin leven lanck underholden
worde. Dewile nochtans van wegen der vorschr. vicarie die beiden juffers ,
die dochters van jüncker I^Iaioiel i) noch swaricheit darvan vorstellen,
sick vendicerende het jus der collation, sonderlinge noch enige commu-
nicatie onder malckander dürvan houden willen ende dan wedderum
christelicken bescheit te geven , so hefftt synodus dese sake tho last geleit
ende dartoe gecommitteret D. Johannem Sprengerum, D. Robertum Wip-
pmoiuM ende D. Albertüm Wilhelmi omme dese swaricheit bij die juffers
aff to leggen, sie ten rechten van die gelegenheit ende toestaet der
vicarien te induceren, ende vorts weder yn to brengen ende raport te
doehn.
De rapoert ys, dat die jufferen sick under malckander van dese vor-
gevinge der vicarien ahn den oldenn pastor Adrianum willen ten besten
bespreken, welcke sake die deputati synodi voertsan sullen uthfören.
7 Art, — Diewiele dem synode klachtig vorgebracht worden die dage-
lichsche drunckenschop Ai.berti Hammonu, predigers tho Berum, ock
solck vitium ten deel mith getuchenissen wertt bevestiget, ten deel
notorium iys, so belastiget metsdesen de synodus den classem, dat sie
1) „Maneel" YY hoeft „Manniel".
116
hen Albertum sullen siispendieren van officie ten tidt van sös weken,
thotdat liie beterschop ende berouw van dith feit vertöne. Darraede noch-
tans den dienst tusschendien nit ledig sthaen blive, sall solckes door die
classicale fratres bestuerett worden. Belangende die upkumsten, so tus-
schen den suspens de vorsch. Albertus helft tö genethen, sall tho der
armen besten gedestineret worden. Wanneer dan nha experierten suspens
Albertus Hammonius van den classe wedderum vör gudt end boetferdig
sal gekent ende angenhamen worden, sall hem classis togelick mede
vörmahnen. Sofem he sich wedderom ten minsten yn dnmckenschop
vörlöpt, sall hie de facto van officie removirt worden.
Sessie septima antemeridiana circa horam 7 nono die Maij.
Precibus effusis is die sake van Johanne Arthopaeo , praedigern to Wei-
wart, thot desen synode geciteret sinde, vor die handt genhamen worden.
8 Art. — Die pastor van Weijwert Joiiannes Akthopaeus van den
synode vorschreven sinde, is obedienter compariret, worup hem synodus
vorgestellet , hoe hie die pastor seer gi-otelick van dnmckenschop ende
irregulariteiten beschuldiget worde, so ijn sin eegen caspel alse anders-
wor bedreven sinde , waerdoor sine christlicke gemeinte ende andere güde
frame herten mercklicken ofFenderet worden. Maer die pastor ten deel
sine swackheit confiterende , ten deel sine unschuldt excusierende , findet
synodus sonderlick raetsam te sin, dat hirtho D. Wulfgangus Agrioola
uth dem classe Loppersum ende Albertus Wilhelmi uth dem classe
Middelstum, ende vorts uth den classe Dam, waronder die vorsch. pastor
ijs sortirende, ock twe predigers alse Theodorus Klinc'khamerus ende
Lucas Widemarüs sullen gecommitteret worden, diewelcke ten ersten
sick sullen transportiren nha Weijwert omme aldaer flitige ende scharpe
inquisitie ofte informatie van elcken ijngesethenen particulariter te nehmen
ijn sake van dronckenschop ende andem irregulariteten des vörgeschre-
venen pastens etc.
Yorts ten tweden, dewile die edele juncker JomiM Ripperda grote doliantie
over den vorsch. pastor geleitet, wert ock tegelick den vorsch. deputatis
belastiget hen, nae sodanige informatie te Weijwart genhamen hebbende,
bij den edl. juncker te addresseren umme mith hem dese nhafolgende
stucken nomine synodi te verhandelen.
Voorerst dat den E. E. juncker Ripperda gelieve nha sinen belofften
die synodale resolutien over den schoelmeister te Weijwert nae die regel
end canone van die christelick apostolische kercke met eindrechtelicken
stemmen , so ijn anderen vörledenen alse ijn desen tegenwordigen synode
geschloten sinde, te exequiren, darmede die gemeinte aldaer te Weijwartt
wedderomme met einen beteren schoelmeister mochte vorsien worden.
117
Ten andem den edelen juncker te vorsoeeken te remedieren die sake
van die onchristlicke bedieninge der diaconen te Fermsum , sonderling die
olden bedieners van dien (overmitz sonderlinge schwaricheit ende qüestie
under hen vorfallet) nha die ordening der christelicken kercken aff to
schaffen , die armen mit nijen ende beqüameren offte getruweren vogeden
versien lathen.
Entlich ende ten latesten hebben die vorsch. 4 delegaten last ende
commissie van dem synodo, dat sie under malckander nha gedaner sake
qn den frese des Heren sullen communiceren ende mith den edlen juncker
bespreken, wat fortsahn ijn die sake Arthopaei tho Weijwart van den
classe kan gedaen worden, strecken sinde thot Gades ehre , thot upbuwing
van sin hillige kercke, thot affkeringe van alle ergemisse, so uth des vor-
schr. pastoris asotie ende irregulariteiten mogen geresen ende genhamen sin.
Sessio octava pomeridiana hora secunda.
Sint van dem praeside die christlicke gebeden geschien, ende dese
nhafolgende dinge vörhandelt worden.
.9 Afiic, — Alsoe Daniël Thomae, pastor ijn die Ripe, niet allenich door
langduirenden geruchten, dan ock door löffwerdige wettelicke synodale
ende classicale informatie mit seer groven lasteren van overspel ende
andern sünden daerto streckende in siner gemeinte bij vörnemen ende
godtsaligen luiden ys beschuldiget , ende dahero die christlicke relligie
ijm gantzen lande gehoenspraket , ende die f ramen nhae lange tidt genöch-
sam geargert sin, so hefft sijnodus deser provincie der stadt Groningen
ende Omblanden niett mogen umineghaen desen argerlicken unheill ein-
mael vör tho bnwen. Resolviren demnhae, dat gemelter Daniel Thomae
van nu an sall van sinen kerckendienst sampt der pastorienupkomsten
qn die Ripe mitsdesen uth synodale ende kercklicke auctoriteit gesus-
pendiret sin, dergestaldt datter enige deputati deses synodi alse D.
JoHANNEs NicASiL^ cndc D. JoHANXES SpRENGEnus ijnucrhalff soes weken
sine saecke yn ende meth dem classe Loppersümana , darunder hie ijs
sorterende , gentzliok ter ehren Gades ende upbuwing der kercken Christi
affhandelen mogen. Aldus gedaen yn desen tegenwordigen synode pro-
vindali van Stadt end Umlanden den 9 Maij 160C.
Vorts als die synodus sin devoir gedaen umme ahn den edelen juncker
JocHDC RiFPERDA tc schriveu van wegen der irrigulariteiten der diaconen
te Fermsum, so ijs deso nhafolgende missive an hem geschreven worden :
Edeler, gestrenger, ehrenfester, grötgunstiger juncker. Alsoe ijn itzigen
synode under andern kercklichen swaricheiten ock ijngebracht, dat to
Fermsum beth anhero etzliche irregülare diaconen yn den armendienste
thot ijndracht dersulven ende argemissen der christlichen gemeinte sullen
118
gestaen hebben , waerin ene voranderinge ende beteringe te macken allersits
nödich ende gebörlich, hefft demnhae ermelte synodus ex officie niet
umghaen sullen ahn U. E. E. alse wettelicke oyerheit desselven ordes
sodane clage ende irregulariteit (die het schinet , dat sie bij der gemeinte
niet wert gecorrigeret) dienst i) ende frundelick gelangen te lathen, gantz
flitich begerende U. E. E. desen christlicken synodo upgefateder tho-
vorsicht hoe ock der kercken heil 2) wilfaren willen ende eintlick einraael
die verseninge 3) doen, dat dese irregülare diaconen te Fermsum van
harem ampte afpgesettet, ende andere bequamere personen an hare plaetsen
nha christliker ordening bestellet worden. Solxs dohnde werden U. E. E.
den plicht einer christlichen hogen avericheit verfullen, ende ijs die sy-
nodus der gantzlichen vörwachting, dat U. E. dem einhelligen begehren
des ministerii deser gantzen landtschop, hier yn synodo gepraesenteret ,
gunstige verwilliginge leisten werden, twelckes ijn alle geboer wi tho
vorschulden geneiget. Aldus gedaen ijn dem synodo provincionali der
stadt OrSuingen und Omlanden, ende uth dessulven laste te oorkunde
underteickent den 9 Maij anno 1606.
JoHANNES Agronius, syuo. pracscs.
ToBiAs Seusingius Franc, diener des godtlichen wordes, synodi scriba.
Sessio nona hora 9 antemeri diana diei 10 Maij.
10 Art, — Wort dem classe van Loppersum ter last geleitt, dat sie
sullen Iesreelem Vinckelium, predigem toe Loppersum, ende Henricüm
JoHANNis, pastoren tho Woltersum, censureren van wegen harer drunc-
kenschop ende anderen graven delicten , ende hen upstellen die poena van
suspensie hares dienstes ten ersten mael, alss sie met solcken excessen
sullen befunden worden wedderumme sick verlopen te hebben. Hirtoe sint
ock mede gecommitteret D. Nicasius end D. Sprengerus.
Daer^) hefft ock Hexricus Strombergfüs dem synodo vörehret ein Car-
men de quadripartito anno etc. , warup die synodus die dassen fnmdtlick
vörsoket, dat elcke classis hem wedderum honorarii loco eenen daler
sall uth guder affectie geven etc.
Thor conclusie sint met gemeinen stemmen der vergaderten broders
up desen synodo alle dese synodale resolutien resumeret ende gerevideret
worden, dewelcke den ock die synodus nochmals approberet und confirmeret.
1) „dienst" YY heeft daarachter het afl)rekiugsteeken , zoodat dit dus aangevuld
kan worden tot „dienstelick".
2) „heil" ontbr. in YY.
8) „verseninge" YY heeft „vörzieninge".
"*) „daer" YY heeft „dahrna".
119
Sonderling sint die depiitati synodi hujus vörmanet worden sick van
dage nha huis te verfögen umme morgendes dages den kerckendienst
te bestuiren. Et sic ciim pace hanc synodum pro hac vice et septimana
geendiget, mits nochdans dat die delegati synodi uth elcker classen sullen
geholden sin sick up den ahnkomenden Maendach, sinde die 12 hujus,
wedderum tegens 2 uhre naemiddage alhir te transporteren umme desen
christlicken synodo thot den einde bij tho wanen, waertho dan ock die
classis uth het Oldeampt (diewelke sick ijn die vörledene weke alss nit
toe rechter tidt thot desen synodo vorschreven sinde geabsenteret) so
van dem synodo alse van den magistraet der stadt Groningen nochmals
dteret worden.
Finis.
Alsoe die vörledene weke die synodus niet geendigett,
ende öck enige schware poincten niet hebben können ge-
decideret worden, wienshalven oick die delegati synodi
up het nije gecompariret ende bijeengekamen , sint folgents
dese stücken vör die handt genhamen worden.
Sessio prima hora septima antemeridiana 13 Maij.
Fusis ad Deum precibus recitata sunt nomina omnium deputatorum
classium.
1. Die synodus nimpt vor dese reijse den classem van het Oldeamptt
offte dersul ven delegaten entschüldiget , ter cause dat dar sonderlinge
swaricheit ende impediment bij densulven deputatis classis vorgefallen,
wienshalven dieselven noedtgedrungen worden hen te absenteren, oft
sie wel van dem sjmodo vorschreven. Derohalven synodus den werdigen
und wolgelerden Johannem Lolles'gium, predigem te Nörtbroick, der classen
excüss verstellende thot een membrum synodi ahngenhamen, sessionem
ijn desen synodo vergonnende omme noch den restierenden schwaren
poincten ten einde deses sijnodi bij te wahnenn, ende dith op een schrifft,
van etlicke predigers yn dem Oldennampte undertieckenet.
Sessio secunda hora 2 vespertina ejusdem diei.
2. Den deputatis synodi wert mitsdesen wederom ter laste gelegt, dat
sie hen sullen addresseren bij den h. vant collegio, vörsökende dat hen
gelieve ther executie te stellen die synodale resolution, diewelcke over
den pape van Eelten, nu ter tidt ijn den Dam wanende, ende over die
töversche van Koldeham beschloten sinn.
3. Alsoe ock ijn dem synodo vorgelesen sint enige schrifften ende
acten van enen synodo generali \jn desen provinciën te holden, ende
120
befünden, dat die E. Vormögende heren Staten Oenerael ijn die acten
der uthschrivinge sodahnes synodi dese restrictie gestellet hebben , dat np
gemelten synodo generali die Nederlantsche Confessie ende Catechismus
sullen gerevidiret, ende dat die gravamina aller kercken vorerst ahn die
wolgemelte h. Staten Generael sullen behandiget worden, so resolveret
hirop die synodus, dat vele wichtige orsaken sint, wonimme sie nit
guettachten kan einen synodum nationalem met sodanige restrictie an
tho nehmen, (dewile up solcken synodo van der christlicken lehre deser
kercken vömemlich polde gehandelt worden) welcke orsaken den predigem,
so deses synodi nationalis halven van den E. Vörmögenden h. Staten
Generael süUen vorschreven worden, te remonstriren behandiget sullen
worden, ende dat diesel vigen danimme by wolgemelte h. Staten Generael
omme eine pure acte der uithschrivinge des generalen synodi anholden
sullen, dat ock dese synodus die oversendinge der gravaminum aller
kercken ahn die E. heren Staten General nit allerdinges kercklich achtet
te wesen. Welcke resolutie met enige reden bekledet D. Johannes AciioNius,
praeses hujus synodi, ahn dat ministerium thot Amsterdam erstesdages
sall overschriven.
4. Thot den Süethollandisschen synodum deses jahres sint te trecken
gedeputeret D. Bernhardüs Theodorici , prediger binnen Gronningen , ende
darthoe D. Johannes Nicasius, prediger des hilligon godtlicken wordes
tho Middelsum.
Sessio tertia hora 7 antemeri diana 14 Maij.
5. Tegenwordige sijnodus wil Theodortjm Klinckhamerum , predigem
to Jamschweer, recommenderen bij den Gedeputerd. hem Staten deser
provinciën, dat hen den hem Staten gelieve ahnn den edelen juncker
Balthazer Ripperda te versoecken ende fmndtlick te begehren den vor-
gesch, prediger met die vicarien te Jamschweer tho versien, ende dith
van wegen des vörgesch. predigers bekommerlicke underholdinge.
6. Dewile oick verscheidene predigers uth andere dassen thot sekere
dassen te gaen ijn desen synodo gedeputeret sin omme aldaer informatie
te nehmen ende met densulven dassen te handelen van wegen eniger
personen , hier naemhafftig gemaket , ende wat desgelikes mehr tot giider
ordening bij den predigem strecken mochte, so resolviret die synodus,
dat dese ordening sall generael sin, te weten dat over alle dassen uth
twe nabuerclassen glick een prediger sullen gedeputeret sin omme, daer
ijdt ijn enigen dassen nödich, informatie aver die schwevende gebreken
te nehmen ende met den classe geboerlicken te corrigeren.
1. Aver den dassen van Middelstum sin gestellet: D. Henricus Hoü-
121
Bmoiüs uth dem classe Loppcrsum, ende D. Andkeas STiuTEiLvxyus iith
dem classe van Baffelt cdder Enerum.
2. Over den classem van Adwertt sin gestellet: D. Heiimannts Stech-
MAN uth dem classe van Groningen, D. Dominic^us Tjallingius uth den
clas. van Ba£felt.
3. Over den classem van Groningen: D. Albebtus Wilhelmi uth dem
classe Middelstum, ende D. Albertus Lomeuerüs uth het class. Awertt.
4. Over den classem vant Oldeampt sin gestellet: D. Berniiardus
TiiEODORici uth Groningen, ende D. Tobias Seüsixgius uth den clas.
van Dam.
5. Over den classem van Baffelt : D. Joha>nes Nicasius uth den classe
Middelstum, ende D. Eobertüs Wippixgius uth het clas. Awertt.
6. Over den classem van Loppersum: D. Jouanites Sprengerus uth
het classe Dam, ende D. Joiiaxxes Nicasius uth den clas. Middelstum.
7. Over den classem van Dam sin gestellet : D, Wulfgangus AGmcx)LA
uth het clas. Loppersum, ende D. Albertüs Wilhelmi uth den classe
Middelsum.
7. Alsoe ock Axdre^vs Aij.art , pastor toe Enenim , klagende over eine
sententie des classis te Baifloe , daerinne hie van sinen dienst aiTgesettet ,
ahn den synodum geappelliret ende itzo sine klacht vorgebracht hefft,
daerop die classis ock geantwordet, sint demnha beijdersits schriiTten,
acten ende documenten van desem christlicken s^^nodo angenhamen, gevi-
siteret ende w^ttluiftig ultro citroque gehöret So helft de classis van
Baffloe hare sententie up enige rechtlick beschwarene positien (die een
schoemaker, Kruxe Loles genoemet, tegens A:\oream Allakt ijngebracht
hedde , darvan noch itzo de despüt vor den erbaren reddiger Asswero Saxt
hanget) gefunderet te hebbenn sick vorklaret. Damp die synodus nae
ripe deliberatie dese sake einhellig also angesicn helft , dat se up sodahne
positien sick slechtes nit funderen willen, sondern dieselve dem welt-
licken gerichte heimstellet ende derhalven oick des classis sententie ijn
sin werden ende unweerden laet berusten. Alloine helft synodus up einige
erheffliche klagepuncten over D. Andream Ali^vrt, uth dessen positien
exoerpiret, gelettet, darvan die waerheit flitig inquireret ende kercklick
darop ijn den synode geschlaten ende gehandelt sall worden, item des
classis bewiss over dese puncten, so mundtlick alse schrilftlick van sie
ijngenhamen, ende oick Axdueae eigene beken tenisse , hoe wiet he sick
ijn densul ven schQldig gifFt olfte niet, tegenwordig angehorett.
Hefft demnha dese christlicho synodus nha anropinge godtlicher hulpo
ende ten overstaen der E. E. heren gedeputerden , up lange ende llitige
erweginge beidersits ijngebrochten schrift'ten, klachten, documenten, vör-
122
klaringen ende vorantwordingen entlick ijn dese saeke kercklich geresol-
viret, alse folget: to weten dat nhademmahle D. Axdreas Allert wegen
enige van hem bekante ungeregelheiten (die dannoch up sin leetwesen
ende schüldtbekenninge hem wol konen vergeven worden) gelickwol ijn
sodahne wijtlufftige irrunge , unenieheit ende twist so met dem classe als
ock sonst thot ergernisse der gemeinten geraden ende gefallen, dat des-
halven die gemeinte van Enerüm hiebevören ende noch ijtzo sich vor-
klarett, sie van D. Andreae Allehts persoen ende dienst begeren entleddiget
te worden, so vörklaret dese synodus, dat solckem begeren der gemeine
to Enerum platz gegeven, ende D. Andreas Allart hirmede van sinen
kerckendieust toe Enerum sall affgesettet sin, darmede alsoe die unheil
ende twist affgedahn ende die kercke Christi aldaer mochte gestichtet
worden. Jedoch adviseret synodus ende begeret gantz flitich ahn die edele
ehrenf . ende erbare hern collatoren der pastenen te Enerum , dat sie mit
domino Andrea Ai.lart der inkumpsten ende fruchten deses jahres halven
bescheidenlick ende favorabelick willen handelen, ende die gemeinte aldaer
met einen prediger nha die kerekenordening versien.
Hirenttegen hefft ock dese christlicke synodus uth dero gantzen action
befunden ende einer ernstlichen correctie werdioh geachtet, dat vorerst
die classis toe Bafiloe in modo agendi tegens Aia)REAM Allert niet weinich
met bitterheit, nidtt ende verhöning dessulven, gelick ock met intem-
pestive convocatie einiger edell uiden ende andem unbehörlichen dingen
sich heift verlopen, ende dat oick einige prediger dessulven classis sick
met den schoemaeker Crljne Loles (welckeres handel tegens Andream
die synodus overall niet billichen offte prisen kan) te wiet vörmenget
hebben, darbij ock van deses classis drunckendrinckent bij dem synode
f ast clage vorgebracht ijs, van welckeren unbehörlicken dingenn die
classis te Bafiloe, van ijtzigen synode gecensuriret sinde, sick himha
entholden sall. Ende met namen sall D. Ajtoreas Strateman van wegen
drunckenheit , up verscheidene tiden beghaen, alhier beschuldiget wesende,
darinne wel emstlick bij desen synode vörmanet ende gecensureret wor-
den. Ende dewile darvan vör dithmael noch geene genöchsame documenta
vorgebracht sin, sollen D. Joannes Nicasitjb te Middelstüm ende D. Robertüs
WippiNüius te Suethorm respective pastoren sick erster gelegenheit nae
Baffloe transporteren ende aldaer sowol vann des Andreae Stratem^vnni
alse ock enigen anderen classicael drunckenschop ende unordentlick levendt
flitige informatie nehmen, umme widers darinne kercklick ^n die classe
te döhnde nha behoren.
Ende dewile ock Adolphus a Besten bij desen synode beschuldiget ijs,
dat hie die acta van Andrea Allert thot dessulven vorungelimpinge
ummegedragen , den sohomaker in judicio politico b^gestanden, end
123
besonderlick dat he mith drünckenschop sick vörlopen, daervan hir in synodo
betuiget ijs, so sullen die hier benömede deputati k classibus darvan ock
flitige informatie nehmen, ende so hie der drunckenheit mehnnals ge-
pleget te hebben overtüiget mochte werden, hem nha gelegenheit ofFte
met suspensie off te met aifsettinge van zinn deinst gn den classe te
straffen.
üp geconcipierde sententie sin beijde parthijen ijngestaen ende gefraget,
hebben vörklaret hare saeke thot desen synodum gebracht ende sick der-
sulven ordeel gesubmittert te hebben. Sin demnhae vörmanet thot onder-
linge reconciliatie. So hefFt dominus Andreas Allart vor den gantzen
synodo bekent, dat hie uth tome ende affecten die prediger des classis
Baffloe met enige bittere worden ende schrifftlick geoffenderet , begeret
sie hem solckes alles christlick ende broderlick willen vergeven. Des-
gelicken bekennenn ock enige classicales, dat sie tegens A^mREAM sick
wederum tegens die christlicke lieffde vörlopen, begehrenn ock van hem
broderlicke vörgiffnisse.
Ende sin hirmede alle prediger des classis te Baffloe van wegen alle
vorige striedt ende unfrundtligkeiten christelick ende broderlich verdragen
ende voreiniget, dergestalt dat sowel Andreas Allart alse ock die andere
prediger des gemelten classis sampt ende besonderlick van dese vörlopeno
irringei) geen twist meer reppen offte widere viantschop heimlick offte
opentlick sick vömehmen silllen , bij poena dat die contra venteuren darover
solen kercklich angesien ende geboirlick gestraffet werden.
Darup die loofflicke synodus sampt die classis te Baffloe dominum
Am>ream Aixart vor haren lieven medebroder erkennen ende vorclaren,
dat hie ijn die provincie , ofte waer het ehm believe , sick umme ehrlicke
dienste ende ordenttlick bewerven sall.
8. Die synodus begeret die continuatie des coetus te Grönningen,
sodat die deputati sijnodi umb die unkosten bij die overheit sollen
ahnsoeken.
9. Gelicksfals sullen die deputati synodi Herman. Theopiulüm, predigern
in Höchkerck , vörhelpen enige stuire 2) thot sine rantzon , welche hie
den viandt noch geven moet, by der landtschop te erlangen.
10. Yor ein synodael boeck ende die vorgangene acta synodalia allo
darinne te schriven, ende der deputerden des synodi vörledenen jahres
unkosten tsamen kumpt jeder classis te gevende twe daler. Des hebben
1) „irringe" volgens YY. liet woord is in onzen cxwlex minder duidt'lijk.
2) „Htwire" YY het»ft „stuirs".
124
enige dassen thot die vorigen unkosten , van den deputatis synodi gedahn
anno 1604, betalet derdehallf daler. Die nit betalet hebben, sint noch
gehouden.
11. Entlick dewile die uthschriving des synodi provincialis ijnn Hol-
landt ende anderen provinciën niet bij den magistraet sthactt maer bij
den kercken, ende dith jahr ijn solcke uthschriving eine grote beletting
gefallen gs, soedat enige classes niet erschinen konen, belastet synodus
de ijtzige deputatos bij den magistraet dahen te bnngen, dat solcke
uthschriving synodorum bij den delegatis sijno. jarlix sthan moge, updat
ock also de ordening met den gravaminib. hiebevor geresolveret under-
holden moge worden etc.
Nomina deputatorum hujus anni 1606: D. Johannes Acronius uth der
stadt Groningen, D. Wiqboldüs Homeri uth den Oldenampte, D. Joajjnes
NicASius [ende] D. Joannes Sprengerus uth den Ommelanden.
Dese acten hebben thot befestinge underteickent :
JoHANNEs Acronius, prediger in Groningen, synodi praeses.
Arnoldus MARTna üthusiüs, p. in Groningen.
JoHANNES Sprengerus.
Theodorus Klinckhamerus , loco senioris.
WuLFGANGüs Agrioola, pastor tho Loesdorp.
Egbertüs Stael, p. tho Steem.
JoHANNEs ScHRODERus, p. tho Wcsterembdon.
JoHANNES LoLiNGius, p. iu Noertbroick.
ROBERTUS WlPPINGIüS.
Hermannus Theofhilus, p. in Lechkerck.
Albertus Lomeuerus, minister in Groet Awerdt.
Andreas Strateman, p. in Saxumhüsen.
Hermannus Besten, pastor in Werfhusen.
Albertus Wilhelmi, pastor Medanus.
Wesselus Rhodius, minister ecclesiae Christi in Cantes.
Tobias Seüsingius, diener des godtlicken wordes binnen der forteresse
Delphsiel, scriba synodi.
Ada XIII synodi provincialis der stadt Groningen
end Omlandenn , alse die schrifftlick heropen ijs bij den
wolgébarnenngrafen und hem h. Wilhelm Ludewigk,
stadtholdern ^ neffens den E. E. ende seer discreten
125
heren den Gedeputerd. Staten derselver provincie
hynneii der sfadt Groninfien tho holden den 4^ May
deses lopenden jdhres 1607 y in overstaen van die E.
E. Lambert Horenkens urul Eu.cke Clantt alse
geconimitterden van dem coUegio.
Sessio prima hora secunda pomeridiana 4 Maij.
ünde ys also door des H. gratie tegenwordiger sijnodus van D. Johanne
AcRojao, ministro ecclesiae Grönningens. int verleden jahr iind synode
verkHren praeses gewest sijnde, mit dem christlichen gebede begunnen
und de name des Heren toe gude successie van desen angeropen.
Nha desen sint mith gemeine stemmen der broderen desem sgnodo int
beginsel bijwahnende vorkahren und geeligeret thot einem praesident D.
WuLïTOAJïGXJs AoBiooLA, prcdigcr tho Loesdorp, thot einem assessoren
ü. ToBiAS Seusingiüs, prediger ijn DelfFsiel, und thot scribam synodi
vörordineret Antontus Strombergius , prediger tho Rottum ende Elsswertt.
Sint derhalven erschenen up desen tegenwordigen synode nhafolgende
personen offte gecommitterde uth den 7 classibus deser provincie der
stadt Groningen ende Umblanden:
L classis Groningana: D. Joannes Acroxiub, et loco ejus peregre
profecti D. SiEaiMANinrs , prediger in Groningen, D. Bernhardüs Theodo-
ma, pred. ibidem, D. Egbertus Halbes, licentiatus, senior;
IL classis Dammonensis: D. Tobias SEUSDfonis, pred. ijn Delffsiel, D.
Theodoricüs Klinckiiamerus, p. tho Ja^psweer, die E. Joiian Aggens, senior;
III. classis Loppersumana : D. Wulfgangfs Agricola, pred. to Loes-
dorp, D. Henrrtjs Hobingiub, p. upt Santt, D. Lambertus Hexrici, p. in
Witte wirum loco senioris;
IV. classis Middelstttmana : D. Albertus Wilhelmi, prediger up der
Meden, D. Wibrandus Georgh, p. tho Werffum, D. Antoniüs Stromber-
gius, p. in Rottum loco senioris;
V. classis Baffeldana: D. Tido Daniei.is, pred. tho Baffloe, D. Domi-
Nicüs TiALLUïGius, prcd. tho Veerhusen, D. Hesselus Nicasitjs, p. in
üldriim ;
YL classis Adwerdana: D. Albertus Lomeuerus, p. tho Adewertt,
D. Hermannus Theophiu, p. tho Hoch end Lechkercke, D. Nicolaus
Petri, p. tho Fischfleett;
Vn. classis Oldeamptt: D. Gerkardus Weenhoff, prediger thot Win-
schote, D. Joannes RmGELius, pred. yn die Boertange, D. Samuel Neytz,
p. toe Sfietbroeck.
Unde sint die credentzbrief e van desen classibus dem synode vortönet ,
126
die alle vör goet sint erkant und geaccepteret, und damp hen allen sessio
vorgimt worden.
Hirbenevenst sint erachenen: uth NordthoUandt D. Johannes Valisius,
prediger tho Bovencaspel, exhiberende sinen behörlicheu credentzbrieff,
und uth StlethoUandt D. Egbertus AsMiLn, prediger tho Leijden, mit
genöchsame remonstrantie van credentz und vullmacht thot vorsekering
und underholding van gude correspondentzie.
Die gravamina classium ijn ein corpus te bringen umme den tidt te
gewinnen sint verördenet D. Hermaxnüs Theophilus ende D. Lambertus
HENRia.
Himha ijs gementioneret van den hospitiis der gecommitterden synodi
ende ijs vörmahning gedaen, dat die membra synodi solen haer log^s
nehmen bij borgem ende lidtmaten der gemeine sovele mogelick umme
die ergernissen, die sick in diversoriis begeven, te vörhoden.
Ook ijs vör güedt angesien, dat die h. (Jedeputerd. deser provincie up
folgende jahren wille believen te ordineren gude end bequame hospitia
bij den borgeren, daer jederm classi sall ante synodum die wete van
gedaen worden.
Belangende die deputatos synodi ijs geresolviret, dat sie sonder citatie
sullen geholden sijn jaerlicx up folgenden synodis toe compariren omme
relatie te doen van tgeene hoer belastet gewesen, unde wat sie hebbenn
uthgerichtet. Und solches sall geschien up der semptlichen dassen unkosten.
Himha ijs eene missive gelesen* dardorch versocht wertt, dat die
gecommitterde prediger uth deser provincie sich sullen ad synodum
particularem , so thot Amsterdam vor desen tidt geholden wortt, den
11 Junq hujus anni moeten verf ogen.
Noch ijs himha gehandelt van twe gelehrde, bequame unde respectale
prediger, nha versoeck der E. E. Vermogenden hem Staten Generael te
eligeren uth dese provincie, umme tho trecken up den conventum prae-
paratorium nationalis synodi ijn HoUandt. Unde sint van dem consistorie
Groningano als oick den E. E. h. Gedeput. deser provincie verkörenn D.
JoANNES AcRONiüs, prediger tot Groningen, ende D. Jo.vünes Nicasius,
prediger tho Middelstum ijn die Umlanden , dem synodo proponeret umme
darvan tadviseren, welche van dem gantzen synodo sint vor sufficant
ende bequaem thot solckem wercke erkant, geapproberet unde gebeden
worden, dat sie solcken last wolden ahnnehmen und ter ehren Qades
ende stichting der kercken Christi getmwlick verrichten, doch dat dem
synodo hare instructie sal erstlick vörtönet worden.
127
Entlick ijs gerequireret worden judicium synodi van der Nederlandis-
schen Confessie, und um den inholt dersfllven dem synodo to vorstendigen
sint gedeputeret die werdigen und wolgelert. D. M. JoAanMus Wernerus ,
D. Albertus Wn.HELMi, D. WiBRANDus Georgh et D. Hexmcüs Hobingiüs.
Sessio secunda hora 8 antemeridiana 5 Maij.
Na anropinge godtlickes namens ijs dese quaestie moveret, ofFt het
judicium van die Nederlandissche Confessie in praesenti synodo sall-ge-
sohehen, oder oift men darvan in classibus erstlick sall sprecken ende
darnha die judicia ad synodum bringen.
Is geresolviret, dat het judicium hir ijn desen synodo sall mogen ge-
schien, nadien die gecomraitterden voersch. relatie gedan und ock die
gantze synodus verklaret, dat sie die Nederlandische Confessie vor güet
ende conform met dem Heidelbergisschen Catechismo, Godes wordt ende
waerheit erkennen unde nichtes darinne finden te refonniren.
Sessio tertia hora secunda pomeridiana.
Finitis precibus is befunden, dat etlicke gecommitterde up desen sy-
nodum niet in tempore erschenen. Und wort hirmith denen, so dem
synodo mith reden van liaer absentie niet konen genoechdoehn , mulcta
arbitraria imponerot.
Hirnha hefft die edele emfeste Etzard GRE^^NCK ahn desen christlichen
synodum ein request overgeven nevens ein fundatiebrieff van een prae-
bende tho Leermiss, darinne hie remonstreret , dat dieselve, eertidts ad
pios usus van den sinen gefunderet, bess hertho missbruket ijs. Und die-
wile hie sinen sohne totten studeren wil holden ijn der wahren christ-
licken Gereformierden relligie, versocht ad vijs ende recommendatie van
desem synodo vör sinen soen.
Synodus up alles gelettet ende overwogen hebben hem up sijn reqüest
geapostilleret , als folget.
Die christlicke synodus gesehn hebbende dit vertoch end die darbe-
nevens gaende acten van fundatie einer prebende, hirinne geröret, verstaen
dat die vorss. prebende, ad pios usus ijngestellet, sine sacrilegio ende
verkortinge van des fundateurs christlicke meininge niet kan worden
gedi verteert , ende dat folgens den tenor des fundatiebriefes van twe
personen, den collatorn totten gebrüick deser prebenden vörgestellet , den
gehöret gepraeferiret te worden, die vant leven from ende van vörnhemen
ijs sine studia te dirigeren totter ehren Gades ende dienst der Gerefor-
merden kercken , biddende den heren collatoren , dien desen anghaende te
confereren believen, gerecommanderet te houden den söhne van remon-
strant um reden als boven.
128
Hirna ijs ijm synodo vertönet een scriptum, hetwelcke D. Albertus
LoMEUERus, prediger toe Adewertt, tegen die Mennisten geschreven, unde
vörsocht des tegenwordigen synodi advys. •
Synodus hefft drie personen geordonneret als D. Bernhardum Theodo-
Rici, D. ToBiAM Seüsingitjm, D. Samuelem Neitz, dat sie ijn bijwesen des
autheurs het scriptum visiteren ende darvan ad synodum refereren sullen.
Hirnha sint die gravamina classium vor die handt genhamen ende
darvan geresolveret , als folgett.
1 Artic. — Offt enige saken ad synodum mogen gebracht worden, eher
ende bevör diesel ve in classibus geexaminert ende darvan gejudiceret ijs.
Res. quod non, na luit der kerckenordeninge articiüo 20.
2 Art. — Offt die beropinge eines predigers mag geschehen sonder
frije öpenliche consent der gemeine end thohörer.
Res. dat geene prediger mogen sonder consent der gemeinte ende
thohörer ende der respective classen eenige pastorien offte kerckendienst
ahnfehrden ende betreden, ende dat der contraventeurs hare vocation vor
null end geenen weerden sall gehouden worden. Ende worden die classes
authoriseret om die luiden darvör an te sien.
S ArL — Offt nitt sall die sijnodus up het examen, beroep ende tho-
lathen etlicker junger unerfahren luide ten predigampt, nha die vorigen
decreten geen insehen maken ende die unduchtigen affstellen.
Res. dat solche unduchtige prediger sullen ende mothen affgestellet
worden, darmith dem grothen unheil und schaden, so hijruth rijset, moge
gewehret worden. Ende sullen deputati synodi dith wol tho herten nehmende
hirijn behoerlicke remedie ende scharpe executie vor die handt weten te
nehmen. Insonderheit sullen sie den stadt der kercken thot Oodelinse
wol ijn acht nehmen ende darinne statueren end procederen naer behoren.
4 Art. — Offt men sall eine gemeine censür in synodo holden aver
die dagelichsche drunckenschop ende andei*e fauten, sambt höre nhalaten-
heit in administranda coena Domini nha die 50 articul der kerckenord.
Wort geresolvirt, dat die schuldigen sullen geciteertt sinde hir in synodo
wel ernstlick gecensureret worden , also behoerlick' dat alle quade dissorder
insonderheit der kerckendienar gecorrigeret ende opgeheven worden, in
betrachting der goeden ende lofflichen sorge ende versöck van desen des
woUgeb. grafen end heren h. Wilhelm Ludewig, stadthoüder etc, ahn
desen synodum dürch den E. E. Lambert Hörenkens gedaen.
5 Art. — Offt die dope ahn enige gewisse plaetze gebunden sg, dat
men nu niet, sowol als die apostele gedaen, gantze huisgesinde ijn ehren
129
huseren mag dÖpen? Bes. dat men blifft bij die kerckenordeninge ardculi
39. Ende d&r etwas mochte vörfallen, daer het schene nodich te sin
anders te doehn, sall met raeth ende vörsichticheit darin gedahn ende
verfahren worden.
Sessio 4 hora 8 antemeridiana.
Fusis ad Deum precibus is ijn saken JoHAmns Coioiadi gedaen, alss
folget.
Gehoert uth het rapport der gedeputerden synodi, tgene by haer E.
ijs verleden jahr gehandelt in saken Johannis Conraoi, ende miteen
gesien hebbende die schriften unde documenten, up welcke haer E. han-
delingen funderet, metgaders eene acte van sententie, bij haer E. uitge-
spracken up die unwettelike inkumste Johannis vörss. ijn den dienst tot
Enerum, ende darbenefens vorstaende, wat in classe tot Bafloe in prae-
judicium van desen ijs gedaehn, verklaret synodus, datt sie geen behagen
hebben ahn tgene ijn classe desenn anghaende is gehandelt, ende ordelen
datselve censurabel , versterckende wider hirmede die obgemelte sententie
ijn alle sinen poincten , verklaren datt JoHAifNEs Conradi dieselve geholden
ijs nae te komen, ende worden die erwerd. broderen gedeputerden hare
moijte, dienst ende gude sorge hertlick bedancket.
Alse dese sententie Johanni Conradi vorgelesen , hefft hie alsbald darup
met truriger stemme sine schuldt ijn desem vor dem synodo bekent,
seggende dat hie door qüade raet ende armoede darto was gekomen sick
also toe Enerum ijn tho setten, ende heft darvan vörgifFenisse gebeden,
belovende in allen güden beteringe.
Wanip dese synodus verclaret, dattet niet anders itzundes dan bij
dese sententie kan bliven. Soe averst Johannes Conradi by den collatoren
thot Enerum ende der gemeinte met approbatie des gantzen classis een
ordentlicke beropinge aldar uithbringen kan, wortt by dem synodo hem
toegelaten, mets dat hie nit tegens de ordeninge der kercken handelen
sall im geringesten. Inmiddels sall classis den kerckendienst thot Enerum
vörwahren , beth dat erster gelegenheit een die negestgesethene deputatus
synodi aldaer erschine ende Johannem vorsch. tholathe toe Enerum toe
predigen up eine prove um bij die gemeine eine nije beropinge te erlan-
gen , ende darbij der gemeine ahnmelden , dat solcke predige van Johanne
Conradi niet als ein pastor aldaer, sonder alse schlecht ter prove wo
vorsch. gedahn worde. Im falie Jouannes Conradi geene ordentlicke
beroping nha die kerckenordeninge uethbringen mochte, sall widers
aldaer nha gemelter kerckenordeninge vörfahren werdenn etc.
Sessio 5 hora pomerid.
Finitis precibus hefft D. Joannes Acronius, prediger thot Gröning.
Acta syn. provinc. VII. 9
130
proponeret, diewile grote unordeninge ende gebreke in Drente under den
kerckendenem weder oprisen, offt niet r^ttsam, nutt ende nödich sij,
dat bij den E. E. hem (ïedeputerden enige gesonden worden, die sie
van solcken gebreken, alss wederum vörfallen, mogen adverteren.
Is Yör guet angesien , dat men hirvan in synodo dominum D. Mellonem
Bbunsma sall horen ende der saeken gelegenheit van ehm vömehmen.
Welckes dan qs der tidt geschiet, und secht dominus doctor, dat hie
sekere commissie van die E. E. heren Oedeputerden over die kercken in
Drentia entfangen, dan niet so sterck, alse tot conservatie der kercken
wolstandt ald&r wel solde nödich sin. Sij also die schuit bij hem niet,
dan belovet sin beste tho doehn, dat moge verbetert worden tgene niet
behoerlick gs, sofeme hem solckes mochte belastett worden. Sint hirüp
gecommitteret D. JoAmnss Acronius, D. Henricus HouBmoius, dominus
Albertüs Medanüs, D. Oeruardüs Weemhoff um mith D. D. Mellone
vorss. die E. heren Ghedeput. den itzigen vörfallenen kerckendienst end
bedroveden thostandt ijn Drente vör tho dragen ende te vörsoecken, dat
darin mochte geremedieret worden.
Himha ijs Andreas Allard, gewesener pastor tho Enenim, erschenen
qn desem synodo, te kennen gevende, hoedat hie verleden jahr om ge-
voeglickheits wille de sententie deses synodi ijs gehörsam gewest ende
van Enerum vortrecket um einmael een ende tho hebben der uneinicheit ,
de under denn carspelluiden ende hem seer groet ende lange jahren ge-
sthaen, also synodus solcx vor guet ijnsage ende bg hare sententie vör-
klarede sin vertreck best tho wesen, ende darbenevenst dagende, hoe
hie van anderen collatoren ende carspelluiden allenthalven würde geholden
verdacht, alssoffte hie van desen synodo gantz van allen diensten ver-
wesenn ware eeniger gröven feyten ende schüldt halven ende unbequaem
geordeltt thotten dienste, niettegenstande die sententie synodi het tegen-
deel genöchsam ijs uy tdrückende , wSrover die carspelluide uth Enerum
sich hebben understanden sine meubelen te nehmen ijn arrest ende daran
verhalen enige alsolcke vierhundert daleren offt daromtrent , die sie seggen
tegen Andream , horen gewesenen pastor , tho oncosten geraaket te hebben.
Die collatoren van anderen carspelen schinen sick tho entsien hem thot den
kerckendienst in ümblanden tho te lathenn. Hefft versocht van den broderen
wat naerder verklarens der obgemelten sententie ende mede eine kercklicke
attestatie umme darmede in kerckendienst mogen gestellett te worden.
Synodus verstaende die biiligkeit der begeerte D. Andreae, ende willende
ijngelicken kundt dohn van hare christlicke meininge ende sententie, ijn
die sake Andreae uithgespraken , geseen hebbende die documenten ende
stücken, in desen vörgebracht, ende gehoret hebbende het rapport der
131
gedepüt. deses sjmodi mitsgaders die verclaringe der broderen, die aver
desen handel hebben geseten, vollcomen informatie genhamen und up
alles wel gelettet, verklaren bij desen, dat die sententie des classis,
tegen Andream uthgespraken , gs van dem synode verworpen, ende dat
Andreas over enige censuiren sine schuldt bekennende met beloffte ende
bewis van beteringe ijs christelicken met dem classe versönet, maer ijs
doen vertrocken van Enerum niet umb schuldt sondem umb beters ^üle,
alse befunden wort uth alle proceduren, dat die carspelluiden met grote
vörbittericheit ende unvOrsönlichen haedt tegen hem schenen ijngenhamen
te sin, ende also alle hopening van stichtinge Andrf.ae benomen wortt.
Gifft wider die christlicke synodus te kennen noijt haer meining gewest
te sin, als men oick uith die sententie niet en sal konen doceren, dat
D. Andreas solde vörfallen wesen tegen die huisluiden ijn enige schuit-
boete ofTte geholden soude wesen hare gemakede unkosten te betalen,
veelemin dat hie totten dienst solde undüchtig verklaret worden, maer
ordelen dat het arrest , up sine guderen bij den carspelluiden geprocuriret ,
unbillick gs ende dat D. Andreas vam synodo uith cracht deser interpre-
tatie geholden wehre vor een broder ende dienar, versokende van allen,
dien dese sullen worden vertönet, D. Andream daervör ahn te seen, te
holden ende hem totten dienst der kercken te forderen, gantzelick ver-
hopende dat sin dienst (}ade aengenehme, sijn levendt stichtlick ende
sin arbeitt in dem Heren sall profitelick wesen etc.
Sessio sexta antemeridiana hora 9.
Post preces is vorgestellet die beröp domini ÜENma Houbingii nha
Beem. EJnde vorklaret D. HENraous, dat hie wol diesel ve beropinge affge-
schreven hebbe wegen die vant Sant hem ungem willende verlathen,
dewile hie daer doet grothe stichtinge, doch sich dem judicio synodi
noch underwerpe , verklarende demsulven nha tö kamen , wat die broderen
vör güedt mogen insehen, nhademmahle die van Beem instanter an-
holden niet alleine bij hem maer oick bij dem synodo om hem bij haer
vor ein pastor te krigen , indien sie versekert sich finden , dat D. Henricus
noch met mehrderer stichtinge bij haerluiden te Beem staen werde.
Synodus alles wol versthaen ende overlegt hebbende verklaret metzdesen,
dat classis Loppersumana sich dese sake sall te hertzen nehmen, ende
sowol die van Beem als die vant Sant hare meining vorsthaen, ende dan
ordelenn tgene sie profitelickest end bequamelickst thot stichting dero
kercken Christi dienstlick finden sfülen.
Sessio 7 hora 2 pomeridiana.
Finitis precibus hefft dominus Johannes Wolffius bij desen synodo
aüdientz begeret, sökende einen kerckendienst in dese Omlanden.
9*
132
Synodus hefft YÖrsch. Wttlfiüh ijnsthaen lathen aenhörende sin begeren ,
te weten dat desen christlichen synodo wil beleven sine persene te
respecteren ende ijn dese lande te beforderen ten dienst vant hillige
predigampt, ende findet synodus vor raetsam, dat hie dem prediger ijn
Appingadam ijnt particüleer ende voorts in genere demsülven classi sall
gerecommendiret worden.
Himhae ijs ijm sjmodo erschenen D. Adolphus van Besten synodo te
kennen gevende, dat sin underholt sober sij, dewile die pastorien toe
Weh ende Closterburen so geringe sint, dat sie enigen prediger niet
konen föden. Begeret demnhae die combinatie van Minschewehr omme
desto bether te mogen leven.
Darop hem geapostilleret , dat solckes gestellet sij ijn handen D. Andreae
SrRATEMANia ommc damp te antworden in classe ijn praesentie der E. E.
D. deputatorum synodi, ten dage als dartho van den deputaüs sall
gestelt worden.
Nha desen sint die gravamina vör die handt genhamen ende darvan
geresolveret, alss folget
6 Ora. — Offt niet raedt wehre, dat men bij die heren anholde, dat
diegenen die in den Omlanden hare kinder niet dopen lathen, demsel-
vigen gebade ende poena, so ijn der stadt darop gestellet, mochten un-
derworpen sin? Res. synodus, dat sie sulcx achten guet te wesen, ende
dat het behöre ijnt werck gerichtet te worden.
7 Ora, — Dat ijnt Westerqüartier tien kercken vacerend sin , insonder-
heit die twe voomehme plaetsen Nordthorm ende örijpskercke van die
tidt der reductie sonder eenige bestelde dienar gewesen.
Is geresolviret bij dem synodo, dat die E. E. D. D. deputati synodi
darinne sullen neersticheit doehn ende bij dem coUegio an holden , dat die
h. Staten hare beloffte hirvan gedaen willen ijnt werck stellen.
8 Orav, — Dat up die combination ijnt landt gelettet werde etc., is
geaviseret bij dem synodo , dewile vele plaetsen so geringe , dat sie gene
bequame dieners hebben konen, datt dieselvige doer combinatie sullen
vörbetert worden.
Himhae hefFt D. Theod. Klinckhamebus bij dem synodo versocht combi-
natie met üpwijrde. Verclaret synodus, dat die deputati synodi mith
dem classe ten Dam suUen schriven ahn den E. E. juncker Rijpperda
omme die vicarie thot Jamsweer. Ende so dat falieret, sall om die com-
binatie angeholden worden bij die E. E. hem Gedeputerden deser pro-
vinciën ofift die competenten collatoren.
133
9 Ora, — Dat die wedewen der vorstorvenen prediger met een nhajahr
ende voorts met eenigen subsidio , gelick ijn andem provinciën gebruicklick
qs, versehen ende gehandthavet mogen worden. Angaende desen wort
het najaer alsnoch gebruicklick met gemeine stemme des gantzen S3rnodi
geapproberet end confirmeret, ende wort den deputatis synodi belastet
hirvan ock bij den landssdach te proponiren ende widere subsidien up
folgende jahren te versoecken.
10 Ora, — Van die Wedderdopersche valsche lehre ende unordening
hoe densiüven nochmaels te beijegenen verclaret synodus, dat sie dith
laet bliven bij artic. 11 in naestledenen sjrnodo angewesen middeL
11 Orav. — Dat der abten ende commendeuren unbehörlike wesen ende
doendt ijn höre respective closteren affgedaen worden, is geresolveret , dat
die deputati synodi suUen emstlick by die E. E. heren Gedeputerden
ofFte gecommitterden deser provincie anholden umb solck unbehoerlick
wesen, daer sie ijn die cloestere wederom ijngesettet werden, ende toe
merckücken schaden der kercken Christi procediren, afiFgeschafiFet te
worden.
12 Ora. — Dat van den praepositüren wider gehandelt werde. Res.
Wort den deputatis synodi belastet solckes te verrichten.
13 Or. — Offt een pastor ock ein sendeprauwest wesen ende beide
officien bedenen mag tegelicke.
Res. dat solckes wort thogelaten, sofeme hie habel end werdich ijs.
Ende desen angaende sall ahn den E. E. juncker Ripperda geschreven
ende rait den heren Gedeputerden gecommuniceret worden.
14 Gra. — Wert geclaget , dat up sabbathe ofFte Sondage worden groete
missbruicken up kerckhoven met spoelen, kaetzen ende anderen dingen
bedreven, item dat die luide des Sondages under der predicatie döhn
allerleij handtteringe ende arbeidt alseplögen, eggen, meijenetc., daruth
een grote vorachtinge godtlickes wordes entstaet.
Resolv. synodus, dat die prediger solckes ad judicem loei refereren
ende clagen sullen umb darin referiret te worden naer behoren.
15, — Dat een generael eheordeninge gemacket ende die befestinge bij
der overicheit moge versöcht werden, umme die missbruicke derselvigen
also afiFgeschaffet te worden.
Res. Also men ijn der stadt met een eheordening doende ijs, sege
men gerne, dat ijnt landt ock also geschiede. De modo postea.
16 Ora, — Dat doer examinatie der classen ende classicalen böken
134
erkundiget moge worden , woe die kerckenordening ende synodalia decreta
geeifectuiret sijn, ende die mangelhaffte classen dessfals angesien ende
behoerlick gestrafiFett worden, etc.
Is geschiet ende niet befunden ungeefiFectueret, etc.
Specialia.
1. Dat die praepositüer van Ussqüart, alsnu gealieneret sinde, moge
ad pios ecclesiae usus angewendet worden nha die ordening darvan ge-
macket. Hes. Wort belastet deputatis synodi bij den landtsdach an to holden.
2. Van reparatie der kercken thot Oterdum , wieshalven die pastor van-
daer vörtrecket. Refertiir ad eosdem.
8. Dat dar sin malecontentissche costers ende schoelmeisters , die gene
membi*a ecclesiae sin , als die coster ijn den Dam dansschole upholdende ,
die coster tho Sijttburen een advocat sijnde , item die cöster tho üthwierde
eln schattboerer sinde. Resolv. dattet ijs unbehörlich , ende wort belastett
deputatis synodi te refereren ahnt collegium omme geremedieret te worden.
4. Dat D. Arnoldi prediger ijn Winsum gravamen de augendo stipendio
in Bellingewoldt moge vörgestellet worden.
Res. dat die E. Tammingha sall vermahnet worden doer twe gecom-
mitterde, als toe weten D. Tnx)NEM Daioelis ende Dominicum Tiallingixtm.
5. Dat ijn Westerwoldingerlandt tho Sellingha een oldt prediger ijs,
die wegen olderdöhm geene bedeninge dohn kan, versocht classis alimen-
tatie van die overhelt. Res. Sal dith bij der competenten overicheit vör-
sochtt worden door D. Geerhardum Weihioff ende D. Samuelem Neitz.
6. Dat doer die verordente prediger ad synodum nationaleni bij die
E. E. hem Staten Generael moge umb befrijinge offt verlichtinge der
pastorienlande mith flithe angeholden ende tracteret worden etc.
Res. Debet fieri, dan tis noch to fröe.
7. Dat ijn Westerwoldingerlande an enige plaetsen, ende dar sie sijn,
die kerckengoederen quaelick geadministreert , noch oick van die armen-
geide keine reckenschop gedahn wort.
Res. Desen anghaende sall ahn den drosten geschreven worden etc.
8. Dat die ingesethenen darsülvest den dieneren ehre geboerlicke in-
komste afFtrecken ende begeren sie darinne te verkorten.
Res. Wert ijnsgelicken revoijért ahn den respective drosten dasulvost
9. Ein man, die sin wifiF drie reise vergeven hefft, offt darum die
ehe gebraken sy. Res. Rejicitur ad magistratum et judicera loei compe-
tentem etc.
135
Sessio octava hora 9 antemeridiana.
Fnsis precibus hefPt D. Joannes RmoELiüs siner absentie oersaken vor-
gebracht, die sufficiant gewesen.
Himhae sint geresumeret resolutiones synodi , verledene jahr genhamen
up die gravamina, ende dameffens der provinciën besoijgne hirop gedaen.
Also die derde resolutie gelesen ende watt darinne geefFectneret , ijs
gebleken, dat die kercken Nienhove ende Sftxem ^n Humsterlandt gene
middelen hebben een egenn prediger te holden, achtet sijnodus, dat vör
dese tidt die combinatie noch moet bliven, ende ijn gefalle die caspelen
door eenen prediger niet konen bedienet worden, sal deputatis synodi
belastet worden sülx den heren Staten ahn to denen.
Himae ijs gesloten, dat die classes sClen geholden sin höre gravamina
te stellen ende onderlings over te senden ende schriflFtlick darop te avi-
seren. Ten fine van desen sullen die classes sös weken vor Meij verga-
deren , ende sall classis Adewert dith incomende jahr die gravamina classium
entfangen ende ahn jeder classem van allen copie aversenden.
Is oick resolviret, dat dith jahr sullen dieselve deputati, so ad prae-
paratorium conventum reisen, vorsekert sijnde met credentz ad synodum
ijn Nörtthollandt sick vörfögen, sofeme het mogelick ende haerluiden
gelegen ijs. So niet, wert sie dominus Valestos excusiren.
Den deputatis synodi wert belastet bij dem collegio an to holden wegen
die praebende thot Godelinse, dat die vorgevinge van dien niet langer
verslupe under eenich schijnsel, wo bissher geschiet. Het sullen ock deputati
synodi vortaen neerstig driven bij dem collegio, ende anders dat diel)
up die resolutien gedaen, geexecuteret worden.
Levtnus Rol^vnu, pastor to Colham, vörsoecht bij reqüest combinatie van
Cropswolde, ende ijs gerecommenderet ahn die overicheit, alss folget.
Synodus sage geme , dat dese combinatie bij die E. E. hem borgermeisteren
solde mogen guetgefonden worden, so thot hülpe van suppliant als enes
framen, godtsaligenn doch armen predigers, als thot verdeel der kercken
van Kropswolde.
Item deputati synodi sullen anholden bij dem collegio , dat die gewesen
prediger tho Osqwartt Hermannus Doncker van denn commendeur thot
Wijttwert die competente 50 daler moge erlangen wegen sine bedeninge.
1) „die" Hierop volgt in onzen cod. en in YY een V met opene ruimte, ten
teeken van een onleesbaar woord.
136
Sessio nona pomeridiana.
Post preces hefft Andreas Allart ad vijs synodi begeret wegen 4 dalier
classicale oosten, denn tidt hie dar gestaen hefft. Res. Is sui^eret.
Daer worden committeret a synode D. Johawnes Ringelius ende D.
Samuel Neitz omme te vörsöcken bij dem collegio deputatorum Gron.,
dat die pastor toe Sellingen moge enige alimentatie krigen.
Dewile die classis in den Oldenampte und Westerwolde doleren, dat
die huisluden tho Flag wedde ende Unstwedde ij n die beroping hörer
pastoren suemich sin, oick tegen die resolutie ijn lestgeholdenen synodo
ijn den Dam ^n die beropinge willen afftrecken die aoddentalia van
misskorn ende andere etc, heift synodus resolvirt, dat die classis sall
anholden bij den h. drosten aldaer, dat die huishüden die vörbenömede
resolutie ijn den Dam sullen achtervolgen, gelick ock die andere gravamina
van kerckvoigeden te kiesen , ende vann die kerckeninkumsten ende armen-
geide reckeninge te doehn, end^ gelicksfaJs der wedewen to Unstwedde
folgen te laten die geheele upcomsten des nhajahres.
Wort den van Unstwedde ende Vlagtwedde upgelegt bij verlies höres
köres, dat sie sollen ijn ses weken einen dienar kesen, offt dat die van
Ylagwedde hoer beide lehnen sullen combineren ende van die lehnen
nit afftrecken.
Alsoo synodus verstaen hefft, datter enige pastoren ijn die Omlanden
bestaen hebben die luiden ijn echt to geven ijn private huseren, ordelet
synodus , dattet ergerlick ijs ende der polide schadelick. Hefftt derhalven
beschieten ende gestatueret, dat niemandt van predigem vortahn solckes
sall nhafolgen offt mehr plegen, up censür van suspensie van sin dienst
ter discretie classis.
Sessio decima antemeridiana.
Finitis precibus is van enige dese questie moverett, woer die procla-
matie van denen geschien sall, die dar sullen copuleret worden.
Resolviret synodus, dat geene copulatien mogen geschehen, eer ende
bevör men gesehen hefft genoechsame attestatie, dat copulandi tliot drie
vörscheiden reisen op twe plaetsen proclameret sijn.
Hirnae ijs geresumeret die 4 artic. gravaminum des vörledenen synodi,
ende diewile dar noch niet up gedaehn ijs , sall wedder angeholden worden.
Die 6 artic. gravaminum anni ejusdem ijs affgehandelt etc.
D. Theodoricüs Petiu, pastor tho Süetwolde, heft bij dem synodo
doleret, dat hie costen gedaen ijn die restauratie der pastorienhüsinge
137
tho Collüm, diewelcke he beth herto niet wel hefft konen wedderbe-
kahmenn, begeret dat sjnodus hem wil intercessie mededeelen. Dienan-
ghaende wort vor guet angesehen , datt die deputati synodi hirmit werden
belastet solches door requeste bij die E. E. h. Staten van Friesslandt
tho vörsöken.
Himha ijs Johannes Aktopaeus, tho Weijwart prediger, up die citation
der E. E. h. Q^deputerden alhir vor dem synode erschenen ende nha
rapport ende vörclaringe der gecommitterden des classis Appingadam
gedahn over die handeling, mit ehm geholden in classe vorss. ter oersake
van sine unördentlickheit ende schendelick leven , ende dat benefens desen
hier ijs gebleken, dat hie niettegenstaende die belöfifte, van hem under-
teickent ijn die classicale boeck, han[tgemein] i) is gewest binnen Delifziel
tegen ene werdinne ende weert, opentlich ende schandtlick tot affrückinge
ende schoren der underlinge klederen, also dat hie bij den redger dar-
over gearresteret noch tegenwordich ijn recht sthaet.
Synodus dith wol verstaende hefft geordelet, datt Johannes Artopaeus
wel verdienet hefft gantzlich vanij sinen dienst geremoveret toe worden.
A verst siende op die gelegenhei t der kercken aldar ijs bij die broderen
gesententieret , dat he van nu thot 3 maenden sall worden gesuspenderet ,
ende dat die dieneren des classis, sijnen dienst vörwahrende, sullen tot
Artopaei kosten dat doehn. Ordineren dem classi van den Dam in gefalle
van sine bekehringe met hem te handelen nha de acte up die ungeregel-
heit der dieneren, ijn desen tegen wordigen synode beslothen.
Egbertus , pastor tho üthwijrde , ijs gecensurerett wegen sin druncken-
schop ende dat he copulatien ijn hüsem gedahn. Und dewile sine sake
bij dem classe noch niet ijs uthgevoret, wort classis belastet vortahn
met hem to procederen nha behoren in 2 grad. susp. 2). ünd also gemelte
Egbertus klaget, dat hem D. Sprengerus dar enigermathen hebbe tho
verörsaket, wort classi belastet Sprengerum hieraver tho censureren.
JoHANNEs HENRia tc Woltcrsum ijs oick gecensureret bij dem synode
wegen sin unordentlick levendt. Ende dewile classis noch met hem
dohnde ys, wort sine sake bij dem classi gelathen und wart gewiset ad
secundum grad. suspens, etc.
Iesreel Vinckelius ijs vormanet in synodo, dat hie sall bedencken sin
1) „hantgemcin" of een dergelijk woord moet hier gestaan hebben, onleesbaar
voor den afschrijver. Onze cod. heeft slechts „han" en daarachter eenige open ruimte.
YY heeft „hie".
2) „2 grad. sus." YY heeft „secundo gradu Ruspensionis".
138
olderdoem ende den ehrlichen standt, dar hie van Godt ^n gestellet ijs,
omme densulven also henfort te verwalten, dat hie des bij Gt)dt ende
den minschen sich köne qwijten etc.
VoLCHERi Henbict predïgers ijn Humsterlandt sake wort classi befahlen.
Himha hefFt synodus met herteleidt angehöret die grote clagte, die-
welcke die E. E. here medegedeputerder Lambertüs Horenkens uith last
van S. G. den hem stadtholder ende der heren Gedeputerden deser pro-
vinciën alhir gedaen heflFt van wegen die ungeregeltheit ende bekende
drunckenschop eniger prediger ijn die Omblanden , belastende den broderen
neerstelick damp te letten, gelick die deputati synodi ijn haer rapport
darvan niet min doleret hebben, met anwisinge van exempelen.
Synodus hirinne willende vorsehen met emst hefiFt güetgefunden eenige
predigers, ijn vorschreven fauten befunden, aiithoritate D. D. deputatorum
provinciae toe beschrivenj omme nha befindiging van saken te döhnde
nH behoer.
1 gradus. — ünde helft wider gestatueret 1) : in gevalle enigen pastor
voortahn druncken ofiFte sonsten untidtlick ijn krögen sal befunden worden
ende overtüget sin, dat hie terstondt sall worden süspenderet van sinen
dienst authoritate ende ter discretie des classis den tidt van 6 weken,
ende sall niet eher sinenn dienst mogen betreden, beth dat hie apenbare
schuldtbekenninge sall hebben gedahn in classe ende ijn sin kercke ten
overstaen van een , uith de classen dartho te committeren , unde sick niet
mehr sall hebben verlopen den tijdt siner suspensie.
2 gradus. — So he averst nha reconciliatie wederum wort befunden
sick verlopen te hebben, sall yn 3 man te suspensie vallen ende met-
eenen de derdepart van inkomsten der pastorien te verliesen, ten profite
van die armen weduwen ende weijsen der affgestor venen pastoren deser
provincie, geduirende den tidt van suspensie, twelck mit ad vijs deputa-
torum synodi sall geschieden.
3 gradus. — ünde sowie ijn vörschr. scandalen ten 3 male sall wesen
befonden, worden van dem synodo die classen geaüthoriseert um hem
van sin deenst te removiren, twelck sal geschieden ten overstaen van
gedeputerdenn vorgeschr.
Eventselve vörstaet oick synodus van schoelmeisteren ende costeren,
1) Naast deze bepalingen heeft YY in niargine de aanteekening : „Quomodo
agendum cuni ebriosis et male viventibiis pastoribus ? Tres poenae gradus praescripti.
1 Gradus, suspensio () hebdomadum. 2 Gradus, suspensio 13 hebdomadum sive
triura mensium. 3 Gradus , remotio sive deportatio ab officia. Idem cum ludimagistris
et custodibus, vitam impiam et irregularem viventibus."
139
die met haer ongebonden levende, dronckenschap ende sonst andersins
ergerlick dem volcke ende der kercken scandael sin, dat sie sullen ten
erstenmael vormanet, ten twedenmael vant aventmael suspenderet, maer
ten derdenmael gemulcteret worden met verlies van den part van haer
upcomsten vör sekeren t|jdt thot profijte van armen des carspels, ende
dith ter discretie vant classis. Ende bi gebreke van betemisse sall hie
geheel removeret worden van sin dienst. Unde sall thot executie, van
desen versocht worden die authoriteit der E. E. heren Gedeput. deser
provincie, ende dese acte geregistreret worden ijnt classicael boeck.
Himhae ijs gesien worden een böcxken, genftmet die Wegbereider up
die verbetering van die Nederlandissche bibel, ende darbenefens gehöret
uith die gecommitterde des Nordthollandisschen synodi, wat d&erijn bij
haer synodi s geschiet aenghaende het versoeck des autheiirs des bökes
thot die aversettinge der bibel Piscatoris.
Ordeelt synodus, dat dith versoeck moeth dienen ahn denn nationalem
synodum, wünschende dat dith boekeschen oft met mehrder bescheit
hadde vortgecomen, offt liever hadde achterbleven, verbiedende den bro-
deren deses synodi niet dergelicken tattenteren.
Vorts ys goetgefunden bij dem synode, dat henfort um tidt gewinnen
ende met mehrder fnicht desen christlicken synodum te celebreren alle
dassen voor den 12 Aprilis solen bijeenkahmen ende erst overlesen die
acta des vOrghaenden synodi, ende dan ijn schriffte stellen alle ende
allsolcke gravamina, als nodich befunden sall worden op den synodum
verhandelt te worden, ende suUen die ter handen stellen an ein classem,
dartho ijn synode te nomen.
Het classis van Adewert ijs vör dat nhakumstige jahr genOmet umb
die gravamina der anderen dassen waer tho nehmen. Sall geholden sin
die overgesonden gravamina alle samptlick ende distincktelick to stellen
ende alle dassen deses synodi mett der haest copie aver te senden, ten
einde dat die classes darop tidtlich den laesten M&ndach Aprilis resol-
veren ende hare resolutie ijn schrifft bij form van instructie overgeven
deputatis genoempt, die opten synodum sullen gesonden worden etc.
Dese instructie moet worden underteickenet van praeside ende scriba
classis.
Himha sint met gemeine stemmen deputati synodi gekoren D. Joannes
AcRONius, D. JoANNEs NicAsius, D. Albertus Lomeyerus ende dominus
WlBltAJiDUS GeOUGU.
Visitatores classium sijn dese gestellett:
class. Groning. D. Albertus Lomeyerus ende D. Hermannus TnEoriiiLus;
140
classis Dam. D. Gerhardus Wemhoff et D. Samuel Neitz;
class. Lop. D. ToBiAS Seüsingius et D. Theodorus Klinckhamer;
class. Mid. D. Henricus Houbingius, aut loco ejus D. Wulfgangus, et
D. Albertus WuLHELin;
class. Baff. D. Wibrandub Georgh et D. Lambertus Henrici;
class. Adw. D. Tido Danielis et D. Hesselus Nicasius;
class. Old. D. Hermannüs Stechmannüs et D. Bernhardus TnEODoma.
Entlick ijs censura morura geholden over de broderen des synodi ge-
duirende den tidt dessulven.
Eerstlick classis Groningana ende also vort die anderen sijn gecensu-
reret ende onstraflFbaer befiinden, behalvenn den E. Johan Aggens wort
wegen siner contumacie int absenteren , oick verachting der citatien deses
synodi ceneurabel befunden, ende dem classi respective belastet hirinne
te dohn nha behoren. Ende protesteret synodus henfoii; van der iipsage
ende clage sommiger luiden , dat men gene senioren ad synodum brenge ,
ontlast te wesen, dewile dickwijls senioren gekoren ende niet compariret
ende also den synodum frusteert hebben.
Die HoUandi solden geholden sin haere acta S3rnodi reciproce ahn iinse
provincie to senden.
LoMEYERi scriptum ijs remitteret ad classem.
Hirmede jjs die synodus geendiget, ende sint dese acta van den un-
dergenömeden van dem synodo daertho belasteden underteickent. Actum
den 11 Ma|j anno 1607.
Wulfgakgus Agricola, minister evangelii Jesu Christi in Loesdorp,
synodi praeses.
ToBiAs Setsingitjs Franc, deener des godtlicken wordes binnen den
fortresse Delphsiel, min eegen handt
Antonius Strombergius , p. in Rottum, scriba synodi.
Bfjinhardus Theodorict Nordantjs.
Theodorus Klinckhamerus , administer in Tjamsweer etc.
Albertus Guilhelmi, pastor in Medis.
Lambertus Henrici Gron. , pastor in Witwerum.
Samuel Neitz, pastor in Suetbroeck.
Hermaniojs Theophilus, p. in Höchkercke.
Hesselus Nicasus, p. tho Ulderum.
Pinis.
141
Acta XIV synodi promncialis^ uthgeschreven van
dem wolgebornen graf en wnd heren h. Willhelm
LuDEwiG, stadtlwlder etc. sampt den E. E. wisen
wnnd seer discreten versienigen h. Staten van der
stadt Groningen und Umblanden ijn Appingadam to
holden anno 1608 35 Aprilis^ in bywesen des E. E.
Lambert Hörenkens, WO oick des E. E. jünckern
Aeijlcke Clandt alss gecommitterdenn des collegiL
Sessio prima hora 7 amtemerid. 26 Aprilis.
1. Is der tegen wordige synodus van D. Wulfgaijgo Agricola , prediger
tho Loesdorp und ijm vorledenen jahre gewesenen praeside , met anroping
des namens Gades angefangen , und nha geendigtem gebede doer gemeine
stemme der jegenwordigen broderenn praeses eligert D. Robertus Wip-
pmGiTJB, prediger to Suitthorm, assessor D. Wulfgaijgüs Agmoola, p. tho
Loesdorp, scriba Joachimus Zoor, prediger thot Loppersum.
2. Nach desen hefFt de E. E. Lambert Hörenkens vörtönet enige
credentzie under andem deses inholts, dat ijn dese vorgaderinge niet
werde verhandelt, dat ahnghaet die policeij offt den nationalem synoduni.
ünd alse die versamling der heren meining ahnghaende dien niet wol
koenen vömehmen, ijs vörklaring geschehn dör den E. E. Lambertt
Hörenkens, dat men hir wol mag ende moeth handelen van dingen, die
tho den synodum nationalem gehörig , dan alleine in forma van praeparatie
sunder darvan Enaliken tho decideren.
3. Ock sint up desen synodum nhafolgende personen uth den 7 clas-
sibus deser provinciën der stadt Groningen und Umblanden gedeputeert
und compariret:
I. classis Groningana: D. JoHANires AcRONros, E. E. Reiner Albehda,
D. Egbertus Halbes licentiatus;
n. classis Dammonensis: E. E. juncker Johan Rengers, D. Theodorus
KuNCKHAMER, prcd. to Jamswccr, D. Hmix) Lamberti, p. tho Farmsum;
III. classis Loppers. : D. Wulfgangüh Agriüola, p. to Loesdorp, D.
Joachimus Zoor, prediger to Loppersum, D. Johannes Egberti, p. toe
Leermes ;
IV. classis Middelst: D. Johannes Nicabius, p. tho Middelstumb, D.
WiBRANDus GEOHGn, p. tho Warffum , D. Abelus Praetoiuüh, p. tho
Sandtwehr ;
V. classis Enerüma: D. Arnoldus Rembachius, p. thot Winsum, D.
TiDO Danielis, p. tho Baffloe, D. Johannes Scumaltzius, p. tho Tinallingen;
142
YI. classis Ad werd.: D. Robertus WippiNGros, p. to Suethorm, D.
NicoLAUS Petbi, prediger toe Fissfleth, D. Hauo Ilbem, p. tho Garaewertt;
VII. classis Oldeampt : D. Sebastianüs Hermanni , p. ijn de Exst , D.
Bernhardüs Danielis, p. ijn die Schemda.
4. Deser bovengeschrevenen deputatorum credentzbrefe sint ijm synodo
vörlesen ende geaccepteret , darup ehnen allen sessie gegunnet worden.
5. Hirbeneven sint erschenen uith Nordthollandt D. Johannes Valesius ,
prediger tho Bovenkaspel, medebrengende sin credentzbrefT, iinde uith
Süethollandt D. Baltuasar Lydiüs , pred. tho Dordrecht , met genochsanie
credentie ende vnllmacht thot underholding van güde correspondentie
deses synodi.
Sessio secunda hora 2 pomerid.
Sint die acta des vorledenen jahres synodi ahngefangen gelesen tho
worden.
1. Die artickel, dat deputati des vörgangenen synodi solen geholden
sin relatie te döhn up den tegen word igen synodiim hares belasteden
und vorrichteden ampts, wert alssnoch geapprobieret.
2. De Nederlandissche Confessie met dem Heidel bergisschen Catecliisnio
ijs avermaels ijn desem synodo niet alleine ingewilliget sondem ock ge-
resolviret, dat ein iglick classis geholden sall wesen deselve sick tho
verschaffen mit rein papir achterijn gebunden, so de itzigen prediger
samptlick met haren nakomelingen solen imderteickenen unde solck oxera-
plar ijn gude bewahring holden.
Midlerwile ijs ijn verlesing der acten stillegeholdenn , darmith den
tegenwordigen klagenden personen upt spoedigeste affgeholpen mochte
werden.
3. Uppet vörsoeck Hilcke Claessen, schoelmeistem tho Nordtbroke,
sick beklagende wegen sines doer die kerckvogeden entsetteden dienstes,
dat synodo wolle gelieven hem die behülpliche handt to leisten, is vor-
klaret als folget: dewile synodus niet hefft konen sehen noch vomehmen
genochsame orsaken siner verwerping, resolviret derwegen, dat vorge-
melter Bülke krafft deses synodi ijn sinem officie und vuUenkahmen
possessie sall gecontinueret worden, beth thor tidt classis, siner saken
halven vullenkahmen geinformeret sinde, darinne debite und truwlick
sall gedecidert und gehandelt hebben.
4. üppet kkgelicke angevent der geraeinte van Nordtbroick wegen
ehres itzigen pastom Johannis Loijngii hefft synodus guetgef unden , dat
143
D. JoHANNEB met siner wederpartie sall geciteret und sulvest van dem
synodo gehöret worden, umme damha ijn die sake te handelen, als tho
uperbuwing der kercken sall nodig gefunden worden.
Sessio 3 antemeridiana hora 7, 27 Aprilis.
Is vortgefahren ijn vorlesing der acten. Artic. 2, 3 et 4 werden uth-
gestellet umme nachmaels darvan te handelen.
1. Artic. 5 van dopung der kinderen ijn huseren, met de resolutie
umme tho bliven by den 39 artickel der kerckenordening, oder so ijn
vorfaUender hoechdrengender noidt anders hirinne mochte geprocedert
worden, dat solckes geschehe mett gudem wolbedachtem rade und vör-
sichticheit, wertt nochmals geapproberet
2. In saken Johannis Conradi umme eine ordentlicke beroeping van
die collatoren und gemeinte tho Enerum uth tho brengen, gelick hem
ijm vörgangenen synodo uperlecht, daervan de negestgesethener deputatus
synodi laestleden geholden belastiget inspectie te nehmen, refereret D.
WiBRAM)us Georgh , prcdiger tho Werfïum , desulve nije beroping gesehen
unde gelesen te hebben, mede horende gude getüchenisse , so dem pas-
toren van die gemeente gegeven. Dewile averst up vörgestelde frage noch
twivelachtig , offt desulve beroping van den hem collatoren tho Groningen
mede underteickent , ijs solckes den heren und pastori heimgestellet umme
sich hirinne selfsten tho vorgelicken.
Gravamen 8 van die ciombinatien wordt uthgesteltt.
Grav. 10 van der Wedderdöperen falsche lehre tho beijegenen sall
repetiret worden.
Grav. 12 van praeposituren differtur.
3. üp dat 14 grav. van abusen der Sondagen vörklaret sjrnodus, dat
sofeme de richter ter plaetsen ijn sinem befalenem ampte nachlessig
unde suemachtig, femers door die predigers sulvest bij den E. E. heren
Gedeput. umme hirinne te remedieren emstlich sall angeholden worden.
Sessio 4 hora 2 pomerid.
1. Is ijn synodo ein scriptum vam coetu Embdano vertönet und gelesen
anghaende die beroping Gaspari Goldh tho Godlinse , wanip die collatoren
met die samptlicke gemeinte aldar geciteret sin tho compareren.
2. Ock hefft Johannes SaiRODERUs, prediger toe Westerembdenn , dem
synodo klachtlich to kennen geven wegen einer persoen, so bij levendt
siner echten huisfniwen sick ahn eine unechte umbtrentt 10 jahr langk
geheugen, und nha siner getrüweden huisfruwen affstervent umme procla-
144
matie und copulatie met die unechte persoen angeholden. Waerop die
synodus theologice geresolviret , dat solcke affkundiging und thosamen-
geving in Gereformerden kercken umme redenen nit tho geschehn behöre.
3. Artic. 15 van ein generael eheordening tho macken wort alsnoch
geapproberet.
4. Grav. 2 speciale van reparatie der kercken toe Oterdum, wort den
deputatis synodi belastet umme bij die E. E. hem G^deputerd. an tho
holden in effect te bringen.
5. Grava. 3 van die malecontentische kosters und schoelmeisters , in-
sonderheit tho Sijddebüren, sall van den deputatis synodi ant collegium
uppet flitigeste gerefereret worden.
G. Anghaende het 4 grav. D. Arnoldi, prediger tho Winsum, van
vörmehring sines stipendii ijn Bellingewehr, ijs avermael ü. Tidoni Danielis
imd D. TiNALLiwGio uperlecht den E. E. Tamminga hirinne te vermahnende.
7. Henmcus Johannis, prediger tho Woltersum, sall van dem classe
Loppersumana vermahnet worden umme flitiger sick tho o venen mit lesen
und studeren, und mit stichtlickem levende sinen thohörem vör tho gaende.
Und umb dese stucke nha tho kahmen sall darup van dem classe flitigen
gelettet worden.
8. Diewile gedoleret aver die visitationes classium, ijs uth einem
jederen classe ein prediger verordenet gewisse form thoe stellen , so nach-
mals gefolget sall worden.
Die personen hirtho genomineret sint dese, so folgen: ex classe GrÖ-
ningensi D. Egbertus Halbes , licentiatus ; Dammon. D. Theodorüs Klinck-
hammer; Loppersu. D. Wulfgangus Agricola, Middelstum. D. Johannes
NiCASius, Enerum D. Arnoldus Reinbachius, Adwerd. D. Halio Ilberi,
Oldeampt D. Sebastianus Hermanni.
De forme averst visitationis classicalis ijs also gestellet, wo folget.
I. Erstlick solen die visitatores gesundt sin ijn lehre und levendt,
staende ijnt actuael predigampt, güdes judicii, int getalt ehrer veere,
tho wethen 1 uth der stadt Groningen, twe uth de Omlanden, und ein
uth het Oldeampt.
II. Sall die visitatie geschehn, ijm fall des nödich, up alle unde jedere
den classibus angehörige personen, alss predigers, schoelmeisters ende
kosters.
in. Sall ijn die visitatie erstlick nhagefraget werden, effte oick die
decreta synodalia und kerckenordening achterfolget werden. Secundo solen
die protoooUen der dassen gevisitert werden. Tertio sall nha der prediger
lehre und levendt getraget werden. Quarto offt oick die examina dassium
l^time geschehen, welcke personen tho dem examini solen togelathen,
unde offt se ock richtig nha dem worde Gt)ttes geexamineret werden.
Und sofeme de noidt ereischet, sall ein vorstendiger und gelehrder
prediger uth dem nahesten classe ijn Umblanden darbij gefordert werden.
IV. Solen die visitatores instrueret sin authoritate publica provinciae
et synodi. Secimdo sall de visitation nha dem worde Gottes gerichtet
sin , nömelicken mith fredesamen , besdieidenlicken vermaningen und niet
meth wredelicken und smadelichen worden. Tertio sall uth die classicale
boken occasie van saken te visiteren genhamen worden, und wat sonsten
den visitatoribus darbeneven mochte bekent wesen. Quarto offte ock een-
sura morum geholden und de hilligen sacramenten nha Christi insetting
administreret , sall nhagefraget werden.
5. 1^ Sall die visitatie met assistentie des classis geschehn, sofeme
die visitatores ordentlick und richtig werden handelen, secundo up der
provinciën authoriteit end unkosten.
VI. Sall die visitation up die gelegenste tidt eins ijm jahre thot
believen der visitatoren, so die dassen 8 dage thovoren solen verwitti-
gen, ijnt werck gestellet werden.
VII. Et ultimo solen die visitationes dassium sick strecken thor ehren
Oades, die wedderspannige tho compesceren, tho frede und uperbuwing
der kercken, vortsetting der gesunden lehre unde ehre des predigampts.
9. Deputati pastores umme dese form der visitatie ijntt werck tho
stellen sint door uiegste stemmen geeligerett: uth Groningen D. Bern-
HAHDÜ8 Theodorici, uth die Omlanden D. Johannes Nicasius, p. tho Mid-
delstüm, D. Wulfganüus Agiucola, p. tho Loesdorp, uth het Oldeampt
D. Sebastianus Hermaxni, p. ijn die Eext.
Sessio 5 hora 7 antemerid. 28 Aprilis.
1. Is doleret aver die absentie eniger deputatonim synodi, und ijn
dese vorgaderinge güedt und raetsam befunden, dat nhamaels, ijm fall
electi deputati doer kranckheit oder ander accidenten, sufficiant sinde
thot excusatie, mochten werden verhindert up den synodum tho compa-
reren, tgetall der absenten doer diegene, so folgents die megeste steni-
menn hebben, suppleret sall worden.
2. In saken D. Jouannis Loi^mon synodus gehoret unde vörsthaen
hebbende klage und antwordt, ijs entlick nha rijpe deliberatie entslaten
desulve ijn stillestandt te stellen, der meininge dat uth den benaberden
classibus twe predi^r solen gedeputeret werden tho Nordtbrock, dar
Acta syn. provinc. VIL 10
146
classis alssdan sall uthgeschreven werden, alss tho wethen: ex classe
Gröningana D. Johannes Ac^onius, ex classe Dammonensi D. Hiddo Lam-
BERTi, predlger tho Farmsum, in bijwesen so mogelick eniger heren des
E. rades, umme vuUenkahmener informatie van die saken tho nehmen und
nachmals darin to handelen, als tho f rede und einicheit \)n die gemeinte
und fortplanting der kercken Christi sal nodig befunden worden etc.
Sessio 6 hora 2 pomerid.
1. Also Adolphus Besten, ijm vergangenen jahres synodo umme vor-
betering sines geringen underhölts anhsokende, thom bescheidt dhomals
entfangen hefft, dat den deputatis synodi belastett wort sick van dese
gelegenheit alse ock van die pastorie tho Menscheweer tho erkundigen,
und met dem classe Enerumana te dohn nha behoren, und die deputati
synodi met dem classe vor goet gefunden und als behöerlick ijngesehen
hebben, dat Andreas Stratemannus , hebbende under sick benefens sine
pastorie tho Saxemhusen ock per combinationem dat lehn tho Nijelandt,
darboven he ock Menscheweer helft ahn sick erlanget, sal mothenn van
Menschewehr affsthaen vörmöge die synodale resolutie, anno 1002 art.
16 gestelt, so ratificeret dese synodus alsolcke verklaringe und ordineret
dem vorgemelten Andreae Stratemaiwo van die combinatie tho Mensche-
weer de facto aff tho sthaen und dese verklaring bij kercklicke poena
nit contumaceren. Hirbaven sullen die deputati synodi gude vörsehing
dohn , dat ahn den E. E. Wilhelm van Mortenisse worde geschreven , ten
ende sine E. gelieven woUe Minscheweer ahn Adolphtjm Besten toe
combineren.
2. Sint up vörgaende citation vor dem synodo gecomparet de E. E.
SiGER SiGERS mit die E. juffer Cathrina MeneleI) medebrengende eenich
getüchenisse Gaspari Golt, underteickent sinde van die naberpastoren
und die gemeente tho Oldersumergast , und darüp avermael anholdende,
dat die beroping van Casparo Golt tho Godlinse unlangst gescheen sinde
mochte in effect gestellet worden. Warop synodus sich hefft vorklaret,
dat Caspartjs Golt umme mercklicke gebreken , an sine persene befunden ,
streckende thot sonderlinge unehre Qtides und des predigampts , thot den
dienste der vicarien tho Godelinse nitt kan thogelathen worden, und dat
derohalven den E. E. heren coUatoren woUe geleven van dese beropinge
te supersederen unde thot eine ander electie tlio treden, darmith den
dienst godtlickes wordes nit langer aldRr moge upgeholden werden.
3. Diewile Petrus Lucanus, nu tho Beem staende, ijn siner ankumpst
1; „Menele" YY heeft „Maiiniele".
147
aidaer aver eine mSnte langk geprediget, gedöepet und gecopüleret hefPt,
und ock eine beropinge van den collatoren verworven hadde umme ijn
die pastorie daetlick ijngesettet tho werden, alleher he sick bij deni
dasse gepraesenteret , geexamineret unde sine testimonia vertonet hadde,
unde D. Johannes Acrontos und D. Albertüs Loheyerus, deputati synodi,
ehm doer ein schriven van solck vomehmen sub poena als ein sehismaticus
verklaret te worden hebben affgemaenet , beth solange he dem classi und
der kerckenordening vullgedaen, so approberet synodus solcke gedahne
hindering, vorklarende de upgemelte 2 deputatos hirinne recht gedaen
tho hebben etc.
4. Himha sint die gravamina classium vor die handt genhamen und
ijs darvan geresolvert, als folget.
1 Orav, — Diewile men vörsteith, dat die censuren, ijm vörledenen
synode tegen enige predigers gedecretert, niet sint richtig ter executie
gebracht, ofPt nit darinne noch toe handelen, und den solcke censur
belastet ijs unde niet verrichtet hebben, sulvest toe censureren sint?
Res. Laet synodus vorbliven bij tgene darin gedahn ijs , und dar mangel
mochte sin, dat solckes alsnoch vorrichtet werde.
2 Or, — Dewile ijm vörledenen synode eine visitatie classium, nha
de synodale resolutie anno 1604 gemaket, ijs bestemmet und dannoch
nhagebleven, offt niet dese synodus solcke visitation sall vortsetten?
Res. Helft dem synodo uth orsaken belevet eine form van visitation tho
stellet als baven verbalet.
3 Or. — Dewile ock vaken uth andere landen, dar geen kercken-
ordening jjs, enige personen sonder wettlicke und kercklicke attestation
ijn dese provinciën lopen kahraen , hoedanich raith densülven tho handelen
sij, dat sie nit lichtferdig ijn den kerckendienst sich ijndringen?
Refereret synodus sick up die kerckenordening.
4 Ora. — Dewile oick die kercken swaricheidt darvan krigen, dat
enige uth suspecterde plaetzen unordentlick sick ^n dese kercken soeken
ijn tho dringen, offt niet eine bethere ordening up die examinatie und
inlating der nijen prediger behoret gestelt tho werden?
Hefft synodus geordineret, dat nha geendigteni examine den exarainatis
dese 3 f ragen sollen vorgestellet worden:
I. Offt sie nit datgene, darvan sie gefraget und richtige antwordt
gegeven met dem munde , ock van herten geloven ctie grundtlicke waerheit
te sinde, darbij sie gedencken bestendiglicken tho beharren?
II. Offt het qüame, dat sie ein ander gevOlen hirvan mochten bekahmen,
10*
148
ofift sie oick anlaven datsülve keinem menschen noch qnt geheim noch
qnt apenbaer tho kennen te geven den alleenlick dem classi?
UL Hirvan ijn classe vörmahnet sinde, und van ehrem gevoelen nit
willende affsthaen, ock annehmen de facto sick gesuspenderet tho holdeu?
5 Ora, — Offt niet die unbehörlicken combinatien affgeschaffet und
ein gewisse ordening darvan behöret geniaket te worden?
Blifft bij die resolutie, van S. G. und die E. E. heren Gedeputerd. in
collegio hirvan gemacket, alse ock bij die kerckenordening.
6* Ora. — Dewile ock die kercken ijn dese provinciën bemoijett werden
van die iminge, welcke ijn die schele tho Leyden hiltiges dages swevet,
ofift niet die magistraten deser provinciën tho vörsoecken sint, dat haer
believen wolle bij die E. E. Mögenden heren Staten Generael to bewar-
ven, dat die authoren solcker opinien diesel ve richtig ahnt licht tho
bringen angeholden worden, und offt niet dem synodo van Nordt und
Süethollandt ahn to schriven sij hiraver ock emstlich tho arbeiden, und
mith den schuldigen nha Qades wordt kercklick tho procederen?
Is geresolviret, dat die deputati synodi erstesdages ahn die E. E. heren
Gedep. solen versöken eine vörmaenschrifft ahn die E. E. M. heren Staten
Generaell, ten ende diesel ve wolle gelieven ernstlicke versiehung te
doehn , dat die authoren der immg der lehre ijn Hollandt einmael sonder
langer uthflüchten sick mogen apenbaren, gelick ock die deputati synodi
ahn de beide synodes qn Nordt und Süethollandt solen versoecken emst-
lick daraver tho arbeiden. Soelen ock dith vörnehmen mith die kercken
qn Freesslandt communiceren, darmith ijn desen van densulven gelicks-
feills moge gedahn worden.
7 Ora. — Offt niet te versoeken , dat bij die regering deser provinciën
voermfthn gedahn werden, dat ijn tides ein gudt getall van studenten,
die welcke van güde höpening und themelicken progress |jn ehren studiis,
sick oifereren solden mogen, ijn hogenscholen erholden mochten werden,
updat sie der kercken Gades denst doen und den affganck tegenwordiger
deeneren tho siner tidt suppleren mogen?
Res. Wert voer guedt gngesehen, dat deputati synodi bij den E. E
hem gedeputerden hirinne arbeiden.
8 Ora. — Wort ock gefraget, wen eine beroping geschiet thor platze,
dar eine ordentlicke gemeinte Christi ijs, hebbende ehre olderlingen und
diaken, offt aldar dien gemene gemeinte einen prediger alleine heropen
mag, sunder dat sie die gemeinte Cliristi darbi röpen imde liacr advijs
horen offte achtenn?
Resolvitur. Angaende dith gravamen , concemerende die gemeinte Christi
149
$n den Dam , bo y sset dat die kerckenraedt van den Dam hefft tho kennen
gegeven, dat Daniel Angelwrator erwehlet gs van die kercke und ma-
gistraet samptelick thot den kerckendienst ijn den Dam verschreven , docli
dat die acte van beroping alleine vam E. magistraet |js underteickent und
die beroping b\j se alleine ijs geschiet, vorb^ghaende die kercke, die volgens
Gades wordt und hare olde possessie , so sie seggen , die gantsche handel
van desen beneffens die E. magistraet hefft gehadt, fresende dat thot
ahnkumpst des pastors vermeit ter cause van desen enige moeite mochte
entsthaen, vooi*soekende van die vergadering advis end raedt ijn desen etc.
Het synodus hefft güdtgefimden den kerckenraedt tho adviseren, dat
bq den kerkenraedt sall werden gestellet eine acte van beroping und van
se underteickent tho praesenteren dem pastor, denwelcken bij desen be-
lastett wort desulve acte van E. magistraet tho accepteren.
9 Ora. — Dewile ock vele deneren des wordes klagen, dat se umme
die soberheil hares underholts den classicalibus conventibus, diewelcke
vele des jahres sin und haer thot grothen kosten so ijn teringen als ijn
frachtent nha hare sober gelegentheit lopen, niet alletidt bijwaenen
konen und solckes thot retardiren van saken strecket, so wert versocht,
dat ehnen enich subsidie ex aerario ecclesiastico thogeföget moge werden
umme dese kosten tho vörgoeden.
Res. Accorderet synod., dat bij die E. E. hern Gedep. sal angeholden
worden nha vörgaende synodale resolutie.
10 Ora, — Ock wunschede men woll, dat den Wedderdöperen , und
Bonst allen minschen ijnt gemein, mochte uperlecht werden den sabbath-
dach bether ijn acht tho nehmen, alss sie dohn.
Resolv. synodus, dat die E. E. heren Gedeput. hirunime i)er deputatos
synodi angesocht werden solckes tho remedieren.
11 Grav, — Wen einer, die de almosen hedde genathen, verstorve unde
erfifnisse nhalathe, offt die prediger ter plaetze niet mochte met enige
caspellüiden die erffenisse forderen offt ein stücke geldes tho behoeff des
carspels armen?
Res. Wort geapproberet.
12 Gia, — Sint enige exempel eniger töverije und bijgelovigen dingen
proponiret und begeret, dat darinne mochte versehen werden, dat solcke
und dergelicken dinge mochten affgeschaffet werden.
Remitteret synodus ad forum politicum.
Sessie 7 hora 7 antemerid. 29 April.
1. Uppet billicke versoeck des E. E. heren Dodo van Amsweer ahn-
gaende die probestie tot üsqüart hefft synodus güetgefunden, dat tselve
150
doer de deputatos synodi iip den landsdach uppet flitigeste sal angegeven
werden umme sine E. ijn sinem billigem begeren vör tho sthaen und
gereeommendiret te holden.
13 Or. — Dat die doden werden gn die kercken gebracht unde dar-
aver geprediget tegen synodale decreten , is niet güetgefiinden nha luidt der
vörigen resolutien , gelick ook dat men bij het grafi lickpredigen doehn sall.
14 Ora. — Wert ock geklaget aver ungelickheit der ceremoniën.
Hes. Die visitatoren worden bij dem synode belastet ein fomi tho maken
van gelickheit der ceremoniën auxilio classis , diewelcke ein jegelick diener
ijn der kercken folgen sall sovele mögelick.
15 Ora. — Dat die in lestgeholdenen synode avergegevene gravamina
mochten geefïectueret worden, voernemlick die veelfoldigen schadelicken
exercitia der Wederdoper mith darüth risende unordening in caussis
matrimonialibus , verachting der kinderdope, etc.
Res. Wort deputatis synodi belastet an to holden b^ die £. £. heren
Gedeputerden.
16 Orav. — Dat die vacerende plaetsen , derer vele sint , met prediger
mogen besettet worden.
Res. Sall darin gedaehn werden apud deputatos ordines, ijnsonderheit
dat tho Tollbert ein prediger moge heropen worden.
17 Orav, — Dat die ungedöpede personen niet solen noch mogen nha
vorige synodalissche resolutien proclamiret noch copuleret werden , welckes
dennoch gn allen classibus niet eindrachtelick geholden wert.
Resolvert synod. und injungeret stricte allen dassen keine ungedöpede
personen tho kundigen und thosamen tgevende, luidt der vorgaenden
decreten des synodi.
18 Ora. — Offt collatoren und gemeinte einen prediger bij provisie
ofTt up versoeck ein jahi* mogen ahnnehmen?
Is geantwordet, dat men ijn desen moet handelen met discretie, achter-
f eigende die resolutie , anno 1604 genhamen , nömelick dat men solckos sall
doehn mogen denjennen, die alhier ahnkahmen uth lantschoppen efïte
kercken, dar geen order en ijs, noit enige getuchenisse medebringende van
deneren und kercklicke personen, die alhir de meliore nota niet en sin
bekandt, end sullen deputati synodi sick naerder vorsekeren vant leven,
lehre und bedening dergenen, die bij provisie und up versoeck ijn den
dienst worden thogelaten , ten ende die deputati , in synode darvan raport
gedaen hebbende, ijn die provisie mag gehandelt worden nha behoren.
Averst sowie vortönet getuichenisse van alsolcke personen und kerckende-
151
neren, diewelcke de meliori nota alhier sint bekandt, unde hai*e getuiche-
nisse noit en sin beklaget worden , sall men dese provisie niet mogen bruicken.
Ende sullen die deputati synodi van desen ter erster gelegenheit den E.
hem collatoren vorstellen umb haer E. E. gnedtfinden daraver tho bekahmen.
19 Or, — OfFt niet alle predigers keine exempt behoren die kercken-
ordening te folgen und ehre schrifPte, die sie willen ^n ddlck laten
ghaen, mith ehrem classe communiceren imd des classis judicium begeren?
Res. Blifft bij de kerckenordeninge.
20 Gr. — Offt niet die vicarien, dar cura aniraanim up fait und nu
rede bij die pastenen , dar geringe underholdt ijs, gecombineret sin, solen
vorbliven.
Res. Synodus lathet tsulve avermahl bij die kerckenordeninge berustenn.
2. Nha desem sint up den SüethoUandisschen synodum doer meiste
stemmen gedeputeret tho trecken D. Joaijnes Acronius und D. Joannes
NiCASius , versien sinde met twe credentzbrieven , eine van die E. E. heren
Gedeputerd., die ander van den deputatis synodi underteickent.
3. Deputati hujus synodi sin geeligeret: dominus Bernhardüs The-
ODORia, prediger toe Groningen, D. Albertus Lomeuf:rus, pred. to Ade-
wertt, D. WiRRAjs'üus Geougii, prediger to Warfum, D. Sebastiantjs Her-
MANNi, p. yn die Eexta.
4. Ock ys beschloten, dat die gravaminaclassiunr 6 weken vor dem
synode ter platzen , dür synodus laestleden geholden , sollen avergesunden
worden nha ijnholdt der vorigen resolutien.
5. Die kosten, so deputati synodales alss ock deputati classium go-
maket hebben ijnt anhören vant raport, so die gedeput., welcke in Hol-
landt in conventu praeparatorio gewest sin, gedaen hebben, ordineret
synodus den classibus.
Entlick ijs censura monim geholden aver die broderen deses synodi
geduirende den tidt dessulven , und nemandt strüfTbar befunden , behalven
dat het classis ijnt Oldeanipt avermael ijn hac synodo wort accusert,
wegen ehrer deputerden sumachtigen ankumpst thot die synodale verga-
dering, und wort hirmit dem classi uperlecht sich hirin nhamals bether
ver to sien.
Hirmede ijs synodus met dancksegging thot Godt dem fleren geendiget,
und dese bavengeschreven acta van den vorgemelten predigeren und
olderlingen, up desen synodum gedeputeret sinde, met egenen handen
underteickent.
Actum ijn Appingedam am 29 Aprilis anno 1608.
152
Under stundt:
JouANNES AcRONius, subscrips.
Regnerüs Alberda.
Egbertub Halbes, Ucentiat.
JouAN Rengers, thot Hellem.
Theodorxts Eunckuamekus.
HiDDo Lamberti Groethusanus.
Wülfgangus Agricola, p. in Loesdorp, nomine class. Loppers.
JoACHiMüs Zoor, nomine classis Loppersumanae.
JoHAKNES Egberti, nomine clistss. Lopp.
WiBRANDUB GteoRGH, nomino class. Middelst
JouANNES NiGAsms, nomine class. Midd.
Arnoldus Redtbachius, nomine class. Enrum.
JoHANNEs Smaltzitjs, pastor in Tinallinga.
RoBERTüs WippiNGius, p. to Sucthorm.
NicjOLAUs Petri, p. in Fisfleeth.
Hauo Ilberi, past in Garaewertt.
Sebastianus ÜERMAion, p. in Eext.
Bernhardus Danielis Edelshemius 1) pastor in Schembda.
Finis 2).
Acta XV synodi provincialis ^ uthgeschreven van
dem wolgebarnen grafenn und hernn h. Wilhelm
LuDEWiG, stddtholder etc. sampt den E. E. wisen
und seer discretenn verseni{fen h. Staten der sf4idt
Gröninffen end Uniblanden^ Mmien Groningen tho
holden anno 1609 8 May, in bywesent de^ E, E.
heren Lambert Hornkens unde ock des E. E. Dodo
VAN Amschweer alse gecommitterdenn des collegii.
Sessio prima hora 8 antemeridiana.
1. Is tegen wordiger synodus van D. Ruberto Wippingio, prediger tho
Siiethorm iind ijm vörledenen jahre gewesenen praeside , mith ahnropinge
des namen Gades ahngefangen , und nha geendigtem gebede dorch gemeine
stemme der jegenwordigen broderen praeses eligert D. Bernhardus The-
1) „Edelshemiufl" YY heeft „Eylahemius".
2) „Finis" YY heeft: „Finis actorum Bjrnodalium de anno 1608. Sequunter acta
synodi de anno 1609".
153
ODORia, prediger tho Qröningen, assessor Albertüs Gitilhelmi, prediger
thor Meden, scriba Jouannes Sguboderüs, prediger tho Westerembden.
2. Und sint nhalolgende personen uth den 7 classibus deser provinciën
der stadt Gronningen end Umblanden gedeputeret und comparerct:
I. classis Oroningana: D. Bernhakous Theooorici, prediger tho Gro-
ningen, de E. E. RuDOLPHus Wichering, raetsher, senior, D. Udalricüs
BuLTENius, predig. tho Haren;
U. classis Dammonensis : D. Jouannes Laxtekius , pred. tho Holwijrda,
D. HiDDo Lahberti, p. tho Farmsum, de E. E. jnncker Remmer van
Beruh, senior;
in. classis Loppersumana : D. Joiiannes Schkoderus, p. tho Wester-
embden, D. JoAüuiMüs Zoor, prediger to Loppersum, D. Lambertüs Henrici,
p. tho Wittewijrum;
IV. classis Middelstumana : D. Albertüs Guilhelmi, prediger thor
Meden , D. Wesselus Rhode , predig. tho Cantes , D. Wilhelmus Johannis ,
prediger tho Hüsingen;
V. classis Enerumana: D. Arnoldüs REmBACHus, p. tho Winsum, D.
Adolphüs Besten, prediger ijn Wee, D. Alardus Besten, prediger tho
Petersbüer;
VI. classis Adwerdiana: D. Robertüs Wippingius, prediger tho Suet-
horm, D. Hermannüs Theophilus, p. tho Leechkercke, D. Johannes Cu-
perus, p. tho Grypsskercken;
VIL classis Oldampt: Johannes Johannis, p. tho Wagenborch, D.
WiGBOLDüs HoMERi decumbit, D. Samuel Neitz decumbit, absentes.
Uth Nc^rdt unde Süethollandt sint deputati noch thor tidt nicht an-
gekahmen.
3. Is nlia averantwording der credentzen censura morum geholden,
und ijs (godtloflf) under jegenwordigen predigem nemandt ahn lehre
und levende straffbarlich befiinden.
4. Sint gravamina classium omnium ijngenhamen, und D. Hermanno
Theophilo, pred. in Leochkerck, und Johanni Johannis, p. tho Wagen-
borch, dieselvigen in ordincm tho redigeren averantwordet.
5. Sint vorgangonen jhares synodi articuli revideret, und ijs tho trac-
toren vörgenhamen:
6. Die 1 articulus sessionis secundae pomeridianac , dat deputati
synodi des vörgangenen jahres solen geholden sin relatie tho döhnde up
den tegenwordigen synodum ehres belasteden und vörrichtedcn ampts.
Beclagen sich deputati , dat sic solches uth vorfallender vorhinderinge nit
hebben doen konen.
154
7. Die 3 articulus van den abusen der kerckhöven up Sondagen mith
tappen, zechen, kaetzen, spelen, ploegen und andern ergerlichen wercken,
welches die E. E. heren Staten dorch ein emstlich publicertes mandaet
wollen vorbeden lathen, voerbeholtlich dat den armen schraggeseUen up
den Sondach des nhamiddages als ein nödtwendiges werck solches mochte
togelathen werden, darmit se glickwol dorch ehre arbeidt niemandt
ergemisse geven.
Sessio secnnda hora 2 pomerid.
1. Sint die twe gebrödere als Adolphus und Alerdus van Besten,
deputati classis Enenimanae, ijm synodo erschenen. Wile averst solches
ungebrilcklich , alss hefft dennoch synodus resolviret, dat solches vor
dithmael moge gedüldet imde nicht hemhamals in consequentiam getagen
worden.
2. Up versoeck Abeli PRAETonn, pastoren tho Sandtweer, wegen
etzlicher resterenden penningen bij dem commenduer van Osterwirum,
dat he vörmöge der E. E. heren Staten apistil up sin avergegevenes
request desulvigen bekamen moge, resol. synodus, dat se solches vör
güet ahnsehen, darmith den klagen moege afFgeholpen werden.
3. Up ingebrachtes request van der gemeine tho Ot^rdum wegen up-
buwing einer keix-ken, res. sijnodus, dat die E. E. hern gecommitterden
sich solch ein christlich werck wollen lathen hertzlich befahlen sin,
sofeme averst noch nödich als wollen die deputati synodi darinne dohn.
4. Is MELaiioR Baltiiasar, schoelmeister tho Oterdum, ijm synodo
erschenen und beschuldiget, als were he nit membrum ecclesiae. Respon-
dert und vörklaret der schoelmeister, dat he solches mith gelöfFwerdigen
getuchenissen anders bewisen wolle, vornomblich datt he ter Munte und
Mittwolde dat nachtmacl des Heren mith andern framen christen entfangen
hebbe, welches ehme ock dem classi tho toenen uperlecht ijs.
5. De erste articul 2 sessionis antemeridianae van doping der kinderen
ijn husen. Res. synodus, dat die bij den 39 articul der kerckenordening
bliven sall, edder so ijn vörfallender noidt anders lürinne procederet worde,
dat solches geschehe mith wolbedachten guden rade.
6. Die ander articul van dem Heidelbergissclien Catechismo nevenst
der Nedderlandisschen Confessie blivet bij vörghander resolutie des vor-
ledenen jahres synodi, dat eine jeder kercke ein ingebunden exemplar
ijnkopen sall.
7. Up den anderen articul in saken Johannis Conradi, pastom tho
Enerum, resol veret synodus, dat he citert worde.
155
8. Up flitiges anholden der broderen des synodi , dat eine eheordening
mochte gestellet werden, remonstreret der E. E. Dodo van Amscu^eek,
dat solches geschehn unde bij domino Hkrmanno Stechmanko, pastori
Oroning., tho bekahmen sij. Und wofeme noch etwas darbi tho adderen
nödich, sall solches van den doputatis synodi revidert unde gedahn
werden, unde solches den E. E. h. Gedeputerden thostellen.
9. Van den papistisschen schoelmeistem unde kosteren , alse to Spiek ,
tho Uthusen, de koster tho Oldenkercken , schoelmeister tho Veerhusen,
Hoerhusen, Warffhusen, Tinandel und Süetwoldt, resolvert synodus, dat
solches dorch die deputatos synodi an die E. E. h. Gedeput. sall gelanget
werden umme darinne nha ehrer discretie cuin eiTectu emstlich tho
handelen.
10. Dat vermöge des 6 articuls sessionis 4 die verordente prediger bij
de E. E. hoveling Unno Tamminga averm^l solen anholden und versöken,
dat he dat beste bij den pastoren tho Wijnsum döhn wolle ijn vönnering
sines stipendii.
11. De 7 artic. mith Henrico Joannis , p. tho Woltersura, ijs affgedahn.
12. Die visitatie classium nha dem 8 articul sessio 4, dat die dorch
die verordente visitatores classium geschehenn sall, wert noch consentert.
13. Articul 1 sessio 5 van erfuUing des getalles der deputatorn uth
einem jeden classe ad synodum, sall dersul vige noch in effect beholden
bliven.
14. Secundus articulus ejusdem sessionis van Jou. Lolingio ijs affgedaen.
15. Articulus 1 sessionis 6 van der collation der pastorie tho Mensch-
weer , res. synod. , dat ijn sakcn Adolpui Besten und Andkeae Stratemanni
de deputati synodi bij de E. E. hern Staten versoeken solen darinne tho
remedieren.
Sessio 3 hora 7 antemerid.
1. Wegen der suspensie D. Antonii Strombfikgh und Theodoiuci Petri,
so se mith dcmodigem crsokcn afFgebeden, resolvert synodus, dat die-
jennigen, so in postenmi suspenderet worden, darinne uth wachten sollen,
und dieselve tho retracteren sich nit understhaen.
2. Dat vörmoge des 3 artic. sessionis 6 Petrus Lucants, pastor tho
Bedum, moge citeret werden.
Gravamina sessionis 6.
4 Gravam.
Dat die censuren, gm vörledenen jahres synode tegen enige predigers
156
gedecreteret , nit sint richtig ter executie gebracht, offt nicht darinne
tho handelen, dat dejenigen, den solcke censura befahlen ijs und nicht
vorrichtet hebben, sul vest tho censureren sint.
Resolv. synodus, dat solch gravanien nochmaels wertt vortgesettet.
7 öravamen.
Van underholding armer scheler und studenten etc. resolv. synodus,
dat men moge vörsoeken bij die E. E. heren Gedeput., dat uth denn
commendeurschoppen oder andem geistlichen guderen tho underholding
derselven, so ijn scholen und universiteten leven, moge distribueret und
mithgedelet worden, darmith nicht die herlichen ingenia dorch arraodt
ehre studia vorlathen mogen , we i) solche exempla (welches to beklagen)
vör ogen. Tho mehrem*-) behoeff mogen ahn stMt der affgestorvenen
mönnicken, abten und beginen ehre gehabte reditus darhen angewendet
werden , darmitli ock dese provincie mith gelehrden luden moge vörsehen
worden.
9 Gravam.
Beclagen sich etzliche prediger, dat se die classicael kostenn nit be-
kahmen konen.
Resolv. synodus, dat die kercken, dar dat vörmogen gs, sollen geholden
sin ehrem pastori die classicale kosten , alse 4 dall. jehrlichs , tho erleggen.
Wofeme averst die kercke un vörmogen is, solen die pastores bij den
deputatis synodi anholden, dardorch ydt den ahn die E. E. heren Ge-
deputerden sall referiret worden.
11 Gra vamen.
Synodus resolvirt, dat vörmöge des 11 gravaminis van den eleemosi-
nariis also moge beholden bliven, we idt ijm vorgangenen synodo geap-
proberet ijs, alss wen einer, die die allmosen hedde, vorstörve unde den
erffnisse naletho, offt die prediger ter plaetze niet mochte mith enige
carspelluide die erffnisse forderen, offt ein stücke geldes tho behoeff
des carspels armen.
12 Gravamen.
Van töverien, bijgelovigen segenen ahn menschen unde beesten, dat
densulvigen per publicum edictum superioris magistratus mochte ge-
wehret worden, res. synodus, dat der pastor der order, dar sulches
geschenn mochte, sall geholden sin solche personen den deputatis synodi
ahn to meldende, de ijdt den den E. E. heren Gedeput. solen referiren.
1) „we" YY heeft „wie".
2) „Tho luehrtMii" zoo staan belde woonlen duidelijk gescheiden in beide codd. De
lezing „thom ehrem" verdient aanbeveling.
157
13 Oravam.
Van lickpredigten te döhnde, offt solches up dem kerckhove edder ijn
der kereken geschehn moge , resolvirt synodus , dat die acte des yorledenen
synodi darvan gestellet bliven soUe, als ydt den vöraff bescheiden gs,
dat solche predigen ^n der kereken geschehen solen, darmith keine
superstitiones de novo mogen Ijnrithen, wor sich ein jeder sall wethen
nha tho richten imd deser acten conform verholden.
18 Oravam.
Offt coUatoren unde gemeinte einen prediger bij provisie offt up versoeck
ein jahr mogen ahnnemen, resolvert synodus, dat solch gravamen ad classem
sall devolveret werden, darinne tho dohnde nha inholdt der kerckenordeninge.
Dat die gravamina classium mith dem synodal protocoU 6 weken tho
voren ter plaetze , dar die synodus sall geholden werden , solen aversonden
werden, idoch dat dat convolut der colligerden gravaminum van dom
einen classe ^nwendig 8 dagen tho dem anderen und entlich wcddenim
van dem lesten classe ad locum synodi avergesunden werde, vörbeholtlich
dat die unkosten wegen schrivent und badeloens van den E. E. heren
Gedep., denen ijdt durch classem sall angedüdet werden, erlecht mogen
werden. So averst enige hirinne ahne erheffliche oorsake worden sumach-
tig qn aversendinge gefimden , solen sie in arbitrariam poenam gefallen sin.
Die broderen des synodi hebben begeret, dat der ordt des synodi, dar
he jehrlich sall geholden werden, mochte verordenet werden.
Resolveret synodus, dat dersul vige propter commoditatem loei sine
praejudicio classium alternatim ijn Groningen und Dam bij prae visie sall
geholden werden.
Und wofeme enige deputati classium up uthgeschrevenen und besteiii-
meden dach nit ad locum synodi ankahmen, resolv. synodus, dat soman-
nich nit worde ahnkahmen und gene erheffliche oorsake hedde vor tho
bringen , dat dieselvigen ein jeder vör sine persene uth sinen eigen buedoU
einenn ricksdall. thor straffe, ehe he tor session sall gelathen worden,
in synodum deponeren und darleggen sall, die den ijn die handen der
annen solen uthgedelet worden.
Sessie 4 hora 2 pomerid.
1. Der E. E. RuDOLnius Wicherino, raetsheer, hefft proponeret und vör-
gestellet tho erfragen, offt ock prediger ijn desen classibus mochten gefunden
worden , die niet offentlich ehre bekentenisse deser christlichen refornierten
kerckenreligion in praesentia der Wederdoper und anderer doehn sollen.
Resolveret synodus, dat ein jeder classis darüp sine bekentenisse up
sin gewethen darvan offentlich vörclaren sall, und ijs (godtloff) nemandt
noch verdechtig noch strafFbarlich befunden.
158
2. Is dominus Wibrandus Georgh, pastor tho Warffum, ijm synodo
erschenen relation tho doende in saken Johannis Conradi , dar hie als ein
deputatus synodi vicinior sine commissie dermathen angefangen und ge-
endiget hefft , dat synodus beth up praesentie Johannis thofreden gewesen.
Gravamina generalia et specialia.
1 Ora, — Oiït niet raetsam sij, dat van dem synodo den deputatis
synodi ^eine gewisse tidt beramet werde , dar sie an einem gewissen
bequamen orde mogen thosamenkahmenn.
Resolvirt synodus, dat se thom minsten jahrlich veer mael solen tho-
samende kahmen, alss vorerst den 12 Junij Pingsterachten , und alssden
dree maente nha einander oder sonsten nha ehrer sul vest discretie, alss
qdt ehnen und vOrfallenden saeken nha mag bequaem imd unbeschweret
sin, alse binnen Groningen oder sonst up einen bequamen ordt.
2. — Belangende de imkosten, so van den deputatis mochten ijn ehrer
thosamenkumst wegen der classium gravamina dieselve ijn effect tho
stellende uplopen, vörclaren sich die E. E. gecommitterden des collegii,
dat de gn desem synodo vorordente deputati solen vor ehre E. E. gunsten
erschinen , darum anholden und behulpliche verklaring darup vörwachten.
3. — Up der gewesenen deputatorum synodi ijngevent, dat ehre visitatie
bethhero keinen vörtganck gewünnen, vörklaren sich die E. E. heren
gecommitt. des collegii, dat solches avermahl moge b|j ehre E. E.
gunsten wider versocht worden, sall den gunstige verclaring erfolgen.
4. — Beclagen sich die broderen des synodi höchlick, dat men nicht
den Mennisten evensowol ehre exercitia vorbaden, als don Papisten und
Jesuiten gescheen. Hefft synodus vör guedt ahngesien, dat D. Joanni
AcRONio twe uth den broderen des synodi thogeordinet werden umb solche
besch wering den hern borgemeistern und raedt vör tho stellende, und
darup ein solch gimstiglich antwordt bekahmen, dat imgelicken den
Mennisten ein mandat vorferdiget sal worden.
4 Gravamen.
Offt ock die abc.boke, darinne die korten tein gebaden sthaen mith
andernn secterisschen boken tho dulden sin.
Resolv. synodus, dat die deputati synodi bij den E. E. heren Gedeput
solen anholden , dat doer ein expressum mandatum allen schoelmei stern und
kosteren moge gebaden worden , dat sie solche abc.boke affschaffen und die
nijen, dar die tein gebaden vuUenkaemlich ijn sthaen, kopen lathen, ock
anders keinen catechismum als den Heidelbergisschen ijn ehren scholen
exerceren und lehren solen , darup denn die ministri der oerder , dar solche
159
gefahr tho vörmoden, gude achting geven solen. Insonderheit averst wert
angeholden, dat dat Wunderboeck mochte vörbaden worden nit tho verkopen.
Sessie 5 hora 6 antemerid.
7 Qravam.
OfiFt niet raetsam sij, dat die nqe angenhamene prediger j^hrlich ijm
synodo ehre testimonia tiim anteactae vitae, turn vocationis ab ecclesia
legitime factae, tucn denique examinis doctrinae van ehrem classe, darunder
sie sorteren, tho vörtönen constringeret werden, und dat se ijn datt
classicael boeck der kerckenordening nha sich to confirmeren mith egenen
handen underschrivinge verbinden.
Resolvirt synod. , dat dith in posterum sal observeret worden und up tho-
knmpstigen synodo sall ijngebracht werden, dennoch sine praejudicio classis.
8 Gravamen.
Wert gefraget, offte die politissche overicheit und collatoren vör sich
alleine macht hebben einen ordentlichen heropenen und confinnerden
prediger, sonder vörghaende advijss und resolutie sines classis und des
synodi, in praejudicium fraudemque ecclesiae et classis afP tho dancken
und ijn sinen respective kerckendeinst tho verhinderen und beletten,
gelich ijdt classis Oroningana et aliae classes ungerne vernamen van
enigen redgem und richtem up sonmiige plaetzen gescheen tho wesen.
Resolvirt synod. , dat wen ein prediger sich dennaten mochte verlopen ,
dat he nicht mehr ijn ' sinem dienste tho dulden , sall he dorch den classem
mith ad vijs der collatoren, so der waren relligion thogedaen, removert
und affgesettet werden. Idoch sall die suspensie bij dem classe allein
sthaen. lm falie mangel b^ den collatoren befunden worde, dat men
refugium sall nehmen ahn die hoge avericheit
9 öravam.
Wert ock geclaget, dat enige kerckvogeden , schoelemeisters , kosters
und kercklicke personen befündenn worden, die nit membiii ecclesiae
sin, dat darin bij tiden moge vörsehen werden.
Resolveret synodus , dat schoelmeisters und kosters solen lidtmathen sin
der kercken. lm fall sie ijdt nicht wollen ahnnehmen und sich dartoe
bekennen, sollen sie van dem classe removert werden.
Van denn kerckvogeden wert mith angehengeder discretie gesettet , dat
diesul ven allersiets moten fautores religionis sin, dewile men sie tho
lidtmathen swerlich bringen kahn.
Ist synodus ijn erfahring gekahmen, dat die kerckvogeden tho Peters-
büer Harmen Doens, imd tho Leensen Joiian Fratum up Passchedach und
Passchemaendach die papistisschen exercitia ijn ehren husem geholden.
160
Resol. syn., dat b^ den E. E. h. Qedeputer. dorch twe personen
dessolches sall ahngedienet werden, darmith den andem thom schrecken
ein exempel moge statuert worden.
11. Oravam.
Gift die kosters unde schoelmeisters mogen collectoren, schattbörers
und weddemans thogelich sin.
Resol V. synod., dat solches ijn vorghaenden synodis resolvert sij, dat
se ydt nit sin konen, welches noch geapproberett wordt Indem so sie
sich solcher ambten niet entschlahen , sollen sie ehres ampts entsettet sin.
13 Gravam.
Dat oick die unbehoerliche und privata authoritate gemakede combina-
tiones pastoratuum afgeschaffet worden.
Res. syno., dat desulvige solen nhabliven und, dar sie bef unden , daet-
lich solen afifgeschaffet worden.
1. De pastor tho Esingen hefft Saexüm.
2. Die pastor tho (ïamewert hefft Ferwertt imd Oestem.
3. Fredewolt, dar 9 kercken sin, is de f rage, ofiFt die van einem
pasteer mogen bedenet worden.
4. Der pastor tho Winsum hefft Oberum, Benningweer, Marhusen,
darvan dat lateste alleine disputabel qs und vorhen bij Ranen ijs com-
binert gewesen.
5. Die pastor tho Baffelt hefft Tnandel und Ranen , dar Raffelt alleine
suffidant ijs.
6. De pastor tho Saxemhüsen hefft Nijelandt unde Menscheweer, dar
Saxenhüsen alleine kan einen prediger holden.
7. Loensen ijs gecorabinert mith Suerdqck, dar Loensen ock genoech ijs.
8. Pastor van Uldenim hefft Nijekercken und Fledorp. Begeren, dat
Fledorp und Süerdijck raögen combineret werden, den se ock einen
egenen pastom holden konen.
9* Die pastor tho Petersburen hefft Veerhusen , dar Petersburen sulvest
sufficiant ijs.
Sessio 6 hora 2 pomerid.
1. Is vorerst Johannes Conradi, pastor tho Ënerüm, ijm synodo
ers(ihenen imd van den broderen des synodi ehme uperlecht sine beroping
tho tonen.
Resolvert synodus , dat sine beropinge , dewile he die meisten stemmen
hefft, vör dithmael vör guedt erkant sij, dennoch mith einer scharpen
vermahninge henfemer christlich und frömlich tho leven, des he sich
erbaden und angelavet.
161
2. Idt heift Theodomcüs Petri, pastor tho Suetwolde, dem synodo
klagelick tho erkennen gegeven, wo he sines deinstes entsettet sij, mitz
dat ehme noch vorgundt sij dith jahr dar tho bliven , averst keinen dienst
tho döhnde nnd ijm vehehusel) tho waenende. Voersocht, dat synodus
moge vor ehra intercéderen, dat he sinen dienst vörwalten moge.
Resolvert sijnod. , dat die E. E. jünpker Slickinga door twe offte 3 perso-
nen uth dem middel des synodi moge beschicket werden tho vörsoekende ,
offt men ijdt niclit dahen bringen köne, dat he sin ampt dit jahr wedderum
bedenen mochte, mits dat he ahnnehme iip kumpstigen Osteren sinen
dienst tho vörlaten , dennoch mith anlavinge dat he sich yn sinem dienste
also verholden sall, dat he kelner vorbitteringe ijn worden und wercken
der smeken in specie gedencke. Welches Theodoiucüs Petri also ahnge-
nhamen, mits dat die E. E. heren öedep. wollen versehung dohn, dat
he underdes thom andem dienste mochte befordert worden. Sint derwegen
dartho verordinert die E. E. Dodo vann Amsweer und ock die E. E. Rem-
MERT VAN Berum und D. Albertus Wilhelmi, pastor thor Meden.
3. Dat synodus vör guet hefft angesien, dat enige deputati uth dem
middel des synodi ahn die E. E. heren Gedeputerd. mochten ablegeret
worden in saken alss folgett:
1. Vorerst dat die plaetzen int Westerqüarteer mith predigers mochten
vörsehen werden.
2. Dat die E. E. heren Gedeputerden sich wollen vorklaren, dat ock
den Mennisten alss den Papisten ehre exercitia mochten vorbaden werden
etc, imde ock ahn den kerckvögeden tho Petersbüer und Leensen, so
den Papisten ehre exercitia ijn ehren hüseren geholden, ein exempel
gestatueret werde. Verclaren sich die E. E. heren, dat sie vör dithmael
nitt darin decreteren konen , wile etzliche der E. E. heren absent gewesen ,
wollen averst hemacher darinne dohn, wat christlich und billich ijs.
3. Damach wart Petri Lucani sake vörgestelt, dewile he siner absentie
halven up de citatie nit erschenen, dat solches so lange moeth uthge-
stellet werden, beth dat deputati synodi darsulvest erschinen werden.
14 Gravamen.
4. Dat die provestijen tho ehren verordenten gebruick mogen ange-
wendet werden, umme desto bether ijn kercken und scholen tho bestellen
und tho underholden.
Synodus sühet vör güet ahn, dat die E. E. heren Gedeput. dat gravamen
van die provestien ijn ehre propositie up den landtdach ijn to bringen
annehmen wollen.
1) „vehehuse" YY heeft „viehuise". In het origineel kan gestaan hebben vehm-
huse, (1. i. de weem of pastorie.
Acta syn, provinc, VIL 11
led
Sessio 7 hora 6 antemeridiana.
15 Qravamen.
Offt men up hochfestdage mehr alse twe dage predigen sall.
Resolveret synodus, datt solches b^ der kerckenordening berouwen i) sall.
16 (Jravamen.
Offt men ock den lüden tho ge&dle up Passche edder Pingstdag dat
nachtmael uthdeelen moge.
Resolvert syn., dat ein jeder pastoor nha discretie darinne vörfahren
mOge, und um mehrer stichting nha gelegenheit der personen handelen.
17 Oravamen.
Is bereits damp geresolviret van der eheordeninge.
18 Grav.
Dat ock niemandt moge gecopuleret worden, bevören unde ehe gn
waerheit befunden, dat he gedopet sij, glichfals datt alle ungedöpede
imd ungecopulerde personen thot den dope und copulatie magistratus
authoritate constringeret mogen werden.
Resol. synod., dat sie solches vor guedt ahnsien.
ünd offt tho gedulden sij, dat die prediger gn der stadt Qrönningen
ungedöpede Mennisten, so yam lande tho ehnen lopen, mogen copuleren.
Resolveren die prediger der stadt , dat se solches niet geweten , vörheten
dat sie wollen ijm consistorio anholden, dat men bether upsicht darinne
hebben moge, dat mith solchen personen vermöge der kerckenordening
mag procederet worden.
19 Gravam.
Yan unrichticheit ijn affkundiging und thosamengevinge der jungen
ehelüde, dat die vorbaden werde, vomemblich so ahn andern plaetsen
geschüeth , alss dar die copulandi ehr waenstede hebben , resol. syn. , dat
darin gedaen s^.
20 Grav.
Dat die kerckvogeden ijn Umblanden sonderlich ijn vacerenden plaetzen,
dar klachten van kahmen, solen geholden werden ter reckenschop, und
offts den collatoren und kerckvogedenn frqsteith die geistlichen landen
nha ehrera gudtduncken tho verhuren, res. syn., imfall so ijn desen
qüaestiosen saken klagtenn worden vorfallen , konnen die classes , darunder
ijdt geschüeth, solches ahn die E. E. hem G^deputerden anbringen, die
1) „berouwen" YY heeft „beniwen". Dit kan zijn het duitsche woord „beruhen".
m
den de collatoren dahen holden werden sowol van verhuringen der landen
alss reckenschop te döhnde.
21 Grav.
Vara gnadenjahre, offt solches den wedewen und weisen sall gefolget
werden, res. sijno., dat ijm vorgangenen synodo darin geschlaten und
effectuert ijs worden, und sall a tempore mortis anfangen und mith
discretie framer hertzen darin gedaen worden nha gelegenheit der platze.
22 Gravam.
Dat ock alle kercken und pastorien, so büwfallig befimden werden,
dorch die collatoren und kerckvogeden mogen gerepareret worden.
Resolvert synodus, dat dorch deputatos synodi solches ahn die E. K
herenn Gedeput. und ahn borgemeister und raedt deser stadt respective
sall gebracht worden.
24 Gravam.
Offt modtwillige dodtschlagers thom nachtmael des Heren mogen tho-
gelaten worden.
Resolviret synodus , sofeme ahn den dodtschlager under etzlichen jahren
güde indicia warer bothe bliken, dat solches alsden bij discretie des
classis und des pastoren ther plaetze sthaen sall.
Sessio 8 hora 2 pomeridiana.
1. Darbenevens kumpt dem synodo klagelick vör, dat ock summige
moedt willige dodtschlagers van den gretemannen geleidet werden.
Resol. synod., dat men bij die heren hövetmannen sall anholden umme
darinne tho remedieren. Sint tho dero behoeff affgesonden twe prediger des
synodi solches to versoecken, welches geschien. Hebben averst wedder
report ijngebracht, dat die heren darinne vorsehen wollen nha geboer.
2. Dat classes mogen geholden wesen vor dem synodo reden tho
geven, offt sie ock censuram geholden aver diejennigen, so sich mith
drunckenheit mochten vörlopen hebben. Hirup classes ordentlich gefraget
sinde, hebben bekandt, dat sie solches gedaehn, heropen sich up ehrc
classicale boken, belaven oick henferner sich unvorwidtlich darin tho
dragen.
3. Up angebrachte clage der beiden gebröderen van Besten aver
Heralvn Doenh, kerckvaget tho Petersbüer, dat he Alardum van Besten
gegen den pastorem Johannem Conradi ijn bijwesende Drewes Jansen
van WerfFhusen vör einen schelm gescholden , is darup Joïlvnnes Conradi
ijn synodum gefordert umme getüchenisse der waerheit darvan to geven.
Verclaret dat solches also in veritate geschehen sij, versöken die E. E.
heren Gedeputerden wollen hirinne remedieren.
11*
164
Entlich thom beschluith hebben die gecommitterdenn des collegii van
wegen S. G. und der E. E. heren Gedepiiterden eine emstliche vermahning
gedahn ahn die jegenwardigen broderen des synodi, dat ein jeder classis
wolle dejennen, so ijn ehrem classe mochten ahn drunckenheit unde anderm
ungebörlichen levende den weddersakeren und offentlichen vianden der
religion grote ergerniss geven, dat sie nu ijn betrachting deser hogen
woldadt, datt unse hoge avericheit den Papisten, Jesuiten und Mennisten
ehre exercitia vorbaden, se daher vörmahnen woUen, dat se sich nu jegen
desulven in lehren und levende, handel unde wandel also unstraffbarlich
verholden, dat S. graffl. Gnade unde die E. E. herenn Gedeputerden
solches mith gnadigen und frölichen hertzen van einem jeden horen unde
erfahren mogen, welches sie also angelavet.
Up schrifftlich ersoeckent der praedicanten uth Nordhollandt , datt men
twe predicanten up ehren synodum, so den 15 Junij stylo novo sall ge-
holdenn werden, aversenden solle, sint darthoe vam«ynodo dorch gemeine
stemmen verordineret : D. Johannes Acronius, prediger toe Groningen,
et D. Johannes Sprengerus, prediger tho Upwijrde.
Synodus sehet vor guet ahn, dat men solche personen eligere, so de-
putati und visitatores dassium gelich sin konen, umme vörmidinge mehrer
imkosten.
Sint dartho vam synodo verordineret: D. Arnoldus Martini Uthusiub,
pastor ijn Grönningen, D. Sebastianus Hermanni, pastor ijn Eexte, D.
WuLFGANGUs Agricola , pred. in Loesdorp , D. Robertus WippiNGrus , pastor
in Suedthorm.
Dewile qm anfange des synodi censura morum geholden, und wie
dhomals also ock nu niemandt straf bUrlich befunden, is hirmit mith
dancksegginge tho Godt dem Heren der synodus geendiget, und hebben
die prediger samptlich underschreven.
BernhardusTheodoriciNordanus, minister ecclesiae Groningensis, synodi
praeses.
Albertus GuiLHELm, in Medis pastor, assessor praesidis.
Johannes Schroderus, past. Westerembdanus , scriba synodi.
RoDOLPHus WicHERiNGE, scnior in classe Groningen.
Robertus Wippingiüs.
Johannes Laxten, p. in Holwijrda.
Rembertüs a Beruh, senior in Holwerda.
HiDDo Lamberti, pastor in Fermsüm.
JoACHDfus Zoor, past. Loppersumanus.
Lambertus HEURia, Groning. in Wittewirum et ten Post prediger.
Alardus Besten, ecclesiastes in Petersbüer.
165
Arnoldus REiMBAcaius, servus Christi in Winsüm.
Adolphus Besten, pastor in Wee.
JoHANNEs SiOEFRiDus CuPERus, ecclesiastes in Griepskerck.
Wilhelmus Johannis, pastor Husinganus.
Wesselus Rode.
Hermannus Theophilus, v. administer.
JoANNES JoANNis, min. J. Christi in Wagenborgen.
ÜLRicüs BuLTENius, p. qn Haren.
Finis.
Acta XVI synodi provincialis urbis Gröningae
et Omlandiae^ uthgeschreven van dem wolgebarnen
graf en und hern^ h. Wilhelm Ludewig stadholder^
sampt den E. E. wisen und seer discretenn vörsenigen
hem Staten der stadt Gröeningen und Omlanden^
yn Appingadam fho holden anno 1610 7 May,
in bywesende des E. E, raetshern Wilhelm Barneda
und ock des E. E. jünckhern Hiddo Jenssma, als
gecommitferden des collegii.
Sessio prima hora secunda pomeridiana 8 Maij.
Is tegen wordiger synodus van domino Berithakdo TnEODORia, prediger
der stadt Grönningen und ijm vörlopenen jahre gewesenen praeside, an-
gefangen, unde nha geendigtem gebede dorch gemeine stemme der jegen-
wordigen broderen praeses eligert dominus Wulfoangus Agri(X)la , prediger
tho Loesdorp , assessor D, Bernhardus THEODoma , prediger ijn Groningen ,
scriba Ulricüs Bultenius, p. in Haren.
2. Und sint nhafolgende personen uth den 7 classibus deser provinciën
der stadt Groningen und Umblanden gedeputeret und comparert:
I. classis Groningana : D. Bernhardus Theodorici , prediger ijn Groningen ,
D. Egbertüs Hai.bes licentiatus, senior, D. ülricus Bultenius, pred. tot Haren ;
n. classis Dammonensis : D. Georoius Placius , pastor ijn Appingadam ,
D. Johannes Laxtentus, p. qn Holwijerda, D. Trrus TnEODORia, pred. qn
Slechter ;
EU. classis Loppersumana : D. Wulfgangus AGracoLA, p. in Loesdorp,
D. JoANNES ScHRODERus, p. in Westcrembdcn , D. Iesreel Vinckelius, p.
in Loppersum;
166
IV. classis Middelstumana : D. Regnerus Empenh, pastor ijn Wester-
witwart, D. Antonius Strombergius , pred. in Rottüm, D. Godfridus Lo-
MEiJERUS, p. in Usqüartt;
V. classis Enerumana: D. Tido Danielis, pastor in Baffloe, D. Hesseltts
NicAsn, p. in Ulderum, D. Samuel Smaltzius, prediger ijn Wetzingeri;
VL classis Adwerdiana: D. Hermanntjs Theophilus, past in Leech-
kercke, D. Haijo Ilberi, prediger ijn Gbrnewertt, D. Nicolaus Petri,
pastor in Fissfleeth;
Vn. classis Oldenaraptt: D. Johannes Loungius, p. ijn Nordtbroick,
D. Samuel Neitz, pastor in Süetbroeck.
Uth Nordt und SüethoUandt sint vör dithmael keine deputati anhero
gekahmen.
3. Is nha averantwordinge der credentzbrefen censura morum geholden ,
und ijs (godtlofif) linder jegenwordigen predigern nemandt ahn lehro und
levendt dermathen stralfbar befunden , dat enigem nit solde sessio hebben
raögen gegunnet worden.
4. Sint gravamina omnium classium ijngenhamen unde domino Joanni
ScHRODERO, pastori ijn Westerembden , item domino Joanni Lolingio, p.
ijn Nörtbroick, in ordinem tho redigeren averantwordet.
5. Is hirnha dem vörsammelden christlichen synodo vorgestelt die sake
JoiLANNis CüPERi, pastoris jju Grijpskcrck etc. Darup geresolvert, dat die
pastor met sine wederpartije sal gecitert worden tho compareren vor
desem synodo.
6. In saken Gaspari Goltzh ijs ock geresolveret , dat he ahn desen
ahngesteUeden synodum sal citeret worden.
7. Himha hefft der christliche synodus guetgefimden , datt der pastor
ijn Middelstum D. Joannes Nicasitjs mith kerckvögeden und vullmachten
vant carspel sole ad synodum geciteret worden , umme nha verhoer ehrer
qüestios saken der kercken wolstandt to beforderen.
8. Dewile ock des pastoris tho Bedum sake nit geachtet wordt, dat
se vullenkaemlich sij aflpgedaen, is geresolvert, dat he de novo sall
citeret worden.
9. Hefft die gemeinte van Osterwijtwertt dem synodo ein request
avergegeven, darin se sich beklagen, dat sie vörstanden, als hedden
die h. gecommitterden der closterguderen , alss coUatoren vörordinet
sinde dersul ven carspelkercke , sich vorgenhamen desulven pastorien-
gudere tho vörminderen offte to veralieneren thot nadeel der karspel-
167
luiden, dahero sie den kunfftig eines predigers mosten gentzlich berovet
sin, beden derwegen dem synode beleven mochte hirin nha mögelicheit
tho remedieren.
Synodus dith vereoeck perpenderende und hochbillich achtende resol-
viret, dat ehnen ahn die E. E. heren gecommitterden eine schriiftliche
intercessie sall mithgedelet worden, dat die E. E. heren woUe believen
ehr rechtmetiges christliches vörsoeck platz to geven, und nit unfruchtbaer
lathen affghaen.
Idt belastet ock synodus darbenevenst classem Loppers., darunder ge-
dachte kercke sortert, dat se desulve gemeinte solen emstlich ermahnen
sich mith flithe nha einen guden lehrer urn tho sehende umb sulvigen
den h. committerden vör tho stellen, darmith se met Gbtts h. worde
desto ehe mogen versorget werden.
Sessio secunda hora 7 antemerid. 9 Maij.
Sint anfangs bij deser session erschenen die E. E. heren Ghedeputerden
Staten, als die E. E. Wilhelm Barneda und de E. E. junckher Hiddo
Jenssma, und wegen swaricheit und veelfoldiger geschefften ehr langes
utheblivent entschuldiget.
Himha sint die acta synodalia praeteritorum annorum tho revideren
for die handt genamen.
Artic. 3 sessionis secundae gelesen sinde van reparatie der vörfallenen
kercken tho Oterdum , bliift bij vöriger resolutie , und hebben dese tegen-
wordigen heren Gedep. grothgunstiglich ahngenahmen bij har medecollegen
sich tho bearbeiden, dat hetsulve up den landesdach ijn der propositie
mochte vörgestellet worden, mitz dat die deputati synodi tselve hemha
to bequamer tidt bij se wedderum versoecken mosten.
Artic. 4 ejusdem sessionis belangende Melchior Baltasar, schoelmeister
tho Oterdum, darüp relateret classis Dammonensis, dat gemelter schoel-
meister sine beloifte nha ehnen kein testimonium geexhiberet, sondem
sich als ein fugitivus darvan gemaket. Is befahlen pro memoria ahn to
teickenen umb andere van desem fraudulento socio nha gelegenheit te
verwittigen.
Artic. 5 van junge kindere ijn hüseren tho dopende, ordineret synodus
hirin nha der kerckenordening inholtt des 39 articuls dersulven te
procederen.
Post haec sijnodus ad sacram concionem audiendam in templum
prodivit.
Sessio tertia hora secunda pomeridiana.
Fusis ad Deum precibus sequentia sunt proposita.
168
Ahnfangs qs van domino praeside den E. E. h. Gedeputerd. tho ge-
mothe geförel, wo hiebevor gebruicklich gewesen, dat de E. E. hem
Gedeput., dem synodo bijwahnende, raith credentz allewege sin versehen
gewesen, ock tho wat endo sie darby erschenen, hebben plegen ahn tho
melden.
Damp die E. E. heren vörgemeldt sich rotunde erkleret, dat genöch-
sam kundich, wo se sich sul vest thot desem wercke niet yngedmngen,
sondem ordinarie tho Gedeput. herenn van Stadt end Umlanden wehren
eligert, dero wegen se ock hörer antecessoren locum billieh bekleideden,
dat sie averst for dithmael niet enen commissie edder literas honorarias
mith sich gebracht, wehre ijn der ihle wegen veelfoldiger geschefFten,
darraith die E. E. heren sonstich belastet, verbleven. Erboden sich nitte-
min , da men solches van ehnen jo begeren wehre , ehre credentz jedertidt
genochsam te demonstreren , worahn synodus ghar woll vorgenöget gewest.
Damha hebben die E. E. heren dem synodo angemeldt, wat mathen
ehnen van dem pastore Woltersumano etzliche ungeboerlicke enormiteten
vörgekahmen, desshalven men ehne billieh tho reden stellen solde.
Res. synodus, dat he sole geciteret worden.
Ock ordineret synodus, dat pastor und koster van Farmsumb solen
anhero geciteret wordenn.
Hiraha ijs ijm synodo erschenen Johannes Bruens, schoelmeister tho
Oldendorp, van dem ehrwerdigen ministerie Embdano gerecommenderet ,
vörsökende einen schoeldienst. Darüp belaevet ehm synodus weddemm
ahn den E. E. junckhera Gaykoma 1) tho recommenderen um bij densulven
promotie tho bekahmende. ünde sobalde etwas gewisses ijn siner sake
wurde uthgerichtet sin, belavet dominus Bernhardtjs TnEODORia, pastor
in Groningen, hem tsulve bij die Embder prediger tho vörstendigen.
Wider sint die articuli superiomm annorum tho revideren vor die
handt genhamen.
Artic. 8 belangende eine eheordening ahn to stellen, res. synodus,
dat deputati synodi up den landtsdach solen ernstlich darum anholden,
darmith die E. E. heren mochte believen hirin vörsehing tho döhn, dat
solche noidtwendige eheordening ter ehren (Jades \md siner kercken heil
mochte angestellet unde vorferdiget worden.
Artic. 9 van Papistisschen schoelmeisteren und kosteren etc. aff tho
schaffen blifft bij voriger resolutie , dat solches dorch die deputatos synodi
nochmals ahn die E. E. heren Gedeput. sole vörsocht worden. Und belaven
1) „Gaykoma" YY heeft „Gaickema."
169
die praesente heren dat, sovelo ehre personen bedreffe, sie hirin einen
ernst bewisen wollen, mith femer thosage dat sie bij hoer medeheren
öich dahen wollen bearbeiden, darmith thot affhöring der kerckensaken
allewege de Woensdach ijn der weke ordinarie moge bestemmet werden,
ahn welchen den deputatis synodi , ook anderen ecclesiae ministris audientz
gegeven, und sovele mögelick die kerckensaken mogen eifectuert worden.
Artic. 10 bedreffende den prediger toe Winsum sine gasie tho verbeteren,
belastet synodus nochmals die vörhen hirtho verordente prediger dese
saecken unnachlessig bij dom E. E. hoveling Tamminga vort tho setten.
Artic. 12 belangend die visitatie classium belevet dem synodo wol,
wen se cum authoritate geschehen und grothe excessive kosten darbij
mogen verhödet werden. Belastet deswegen deputatos synodi hirum
kunfftig bij die E. E. h. Gedep. an tho holden, doch also dat de provincie
de kosten damp ghaende dragen mochte.
Artic. 13 van erfülling des getalles der deputatorum uth einem jeden
classe ad synodum, sall dieselve in effect geholden worden.
Hima sint folgende gravamina sessionis sextae revideret.
Grav. 7 van underholding der armen schölem unde studenten etc. Is
darüp van tegen wordigen heren deser bericht gedaen, dat ijm vörledenen
jahre schoen darinne geschehen und eine merckliche summa van den
E. E. heren thot dem fine ahngelecht sij.
Grav. 9 dat sich beklagen etzliche prediger , sonderlich so closterkercken
bedienen, dat ehnen die classicale kosten werden geweijert.
Res. synod. , dat die dagenden solen bq die E. E. h. gecommitterden
ansoeken , imd woferne desswegen wider mangel vörfill , nehmen die E. E.
hem Gedeputerd. ahn intercessie te doehn.
Grav. 11 belangende die vörstorvene eleemosinarios umb höre nhage-
lathene erifniss thot der armen profijt tho forderen und an tho wenden,
res. synodus, nhadem ein erbar hochwiser raedt numehr dessfals eine
güde ordeninge publiceren lathen, dat demnha deputati synodi up den
landssdach mochten anholden, darmith ijn den Omlanden darin ock also
mochte vörfahren worden.
Hienttusschen sint die ingesetene van Oterdum avermhael erschenen,
anholdende dat ehre ijn krigeslüfften gedemolierde kercke mochte repa-
reret worden.
Res. Wert van dem synodo güetgeachtet und den deputatis uperlecht
up den landtdach umb solch heilsam werck to beforderen flitich an tho
holden.
170
Artic. 19 wegen die gravamina van einem dasse tho dem anderen
soes weken vor dem anfanck des synodi aver to senden is vörordenet,
dat (so Godt will) upt naestfolgende jahr ein jeder classis sall höre
gravamina 6 weken vor dem synodo ahn die prediger toe Groningen
aversenden, diewelche nha vörlesing und genochsamer innehming des
inholts desulven forder ad Dammonens. classem, Dammonensis nhamals
forder ad Lopperauman. classem, und so fort ein jeglicher ahn den
nahestgelegenen sall gelangen lathen.
Artic. 2ö bliflPt bq voriger resolutie, dat synodus altematim thot Gro-
ningen und Appingadam propter locorum commoditatem sole geholden
worden.
Artic. 21 van mature tho erschinen up angestemmeden dach in synodo
wert noch geapproberet bij poena van 1/2 slichten daler, daetlich tho
erleggen.
Folgen die gravamina generalia et specialia superioris anni.
1 Grav. van tidt, darup deputati synodi solen thosamen kahmen, wert
vorige resolutie noch vor güet erkantt.
2 Gra. belangend die unkosten deputatonim solen deputati bij de E.
E. h. gecommitterden folgender tidt ansoeken umme dersulven betaling,
gelich ijm vorledenen jahre 1609 uth cloesterguderen diesel ve gunstiglich
ijngewilligt unde solveret ys worden.
3 Grav. bedreffend der Mennisten und Papisten exercitia. Wert aver-
mhaels den deputatis uperlecht sowol bij den E. E. heren des rades als
ock des collegii dominos deputatos an to holden, dat die ijn vorigen
jahren gepublicerde placcaten mochten ter executie gestellet worden.
4. Van exhiberen in synodo testimonia vitae et doctrinae der nijen
angenhamenen prediger, wert alssnoch hochnodich geapproberet.
Sint hirup in continenti D. Joannis ScnöNEBERGn , pastens yn Adewertt ,
vitae ac doctrinae testimonia exhibert und nha vörlesing in synodo cum
omnium applausu geapprobert.
5 Gra vamen van afFstelling der prediger, die sich enormiter vör-
löpen. Wert die ijm vorledenen synodo genhamene resolutie alsnoch ge-
approberet.
6 Gra va. van schoelmeisteren , kosteren und kerckvogeden , dat sie
solen membra ecclesiae sin, wert die darup ergangene resolutie geapprobiret.
171
7 Gr. van unbehörliche combinatien der pastorien, die niet met con-
sent der h. Gedeput. gemaket sin. Wort den classibus uperlecht, dat
sie solche combinatien thom spodigesten ahn die E. hem Gedeput refereren
iimb deselve up tho heven.
Die combinatie van Esingen und Saxum ys to casseren, wile Saxum
sufficiant sall sin einen egenen prediger to holden.
Die negen kercken jjjn Fredewolt solen vorerst ten minsten mith twe
prediger bij provisie vorsehen worden, datwelch classis Adwerdiana sich
sall beflitigen um ^n effect toe stellen.
Himae ijs ijm sijnodo getönet und gelesen eine missive, uth Deventer
ahnt ministerium tho Groningen imd Embden gesonden, wegen eines
verlopenen unehrlichen kerckendeners, mith namen Barthoix)meus Schrantz,
so nth der Paltz gekamen und einem andem sinen ehegaden entföret,
dat dersul ve mochte yn acht genahmen unde niet geduldet werden.
Sessio 4 hora 8 antemeri diana 10 Maij.
14 Art. bedreffende die praeposituren wert nochmals, alse beth hero
geschehn, geapproberet und deputati belastet, dat sie tidtlich den E. h.
Gedeputerd. solen hirvan weddenlm erinnering dohn, darmit solches up
den landtssdach ijn propositione vörgestellet moge worden, welchs die
itz praesente h. Gedeput. grothgunstiglich bij hare medeheren nha uther-
stem vermöge vort tho setten sich erbeden.
Van dem 15 gravam. sessi. 7, ofFt men up hochfesten mehr alse twe
dage predigen sall, is beschlaten, dat ijdt by voriger resolutie sall bliven.
Imglichen dat 16 grdv., offt men den luiden to gefalle up Passche edder
Pingstdach dat nacht mael holden mag, wert noch bij voriger resolutie gelaten.
Also ock 18 grav. , dat keine ungedöpede solen copulert worden etc.
Wert vorige resolutie geapproberet mith deser additie, dat die form,
tegens die Wedderdöper und hare ungeboerliche copulatie van die Oster-
werff geresolveret, dorch deputatos synodi erkundiget werde, und alss-
den deputati sich nhamals dahen bearbeiden, dat bij den Westerwerfï
ock sodane resolutie mochle geapproberet und ahngenhamen werden.
Idt wert ock ijm synode vörgestelt und raetsam befunden, dat men
die personen, so vanhir ijn Oestfriesslandt oder sonst up andere plaetsen
vortrecken und sich ent weder van Lutherse henn oder Papistisschen copu-
leren lathen, hirum solen tho rede gestellet worden, ünd woferne ehre
ding unformlich befunden, sall ydt ahn die hoge avericheit defereret
worden umb amende tho stellen thot dem ende, darmith allerhandt un-
ordening, so darher errisen konde, mogen praecavert worden.
172
Grav. 20. Dat die kerckvogeden yn den ümblanden sonderlich ijn
vacerenden plaetsen, dar klachten van kahmen, solen geholden worden
ter reckenschop, wert vorige resolutie noch approbirt
Grav. 21. Van dem gnadenjahr der nhagelaten wedewen unde weisen
pastorum defunctorum hiijus provinciae res. syn., dat ijdt sole bliven bij
de resolutie, so anno 96 11 Maij in personlicher bywahning des wolgeb.
h. h. WiLH. LuDEwiG etc. angaende desen genamen ys.
Folgen die generalia gravamina, ijn desem s^nodo van
den deputatis classium exhiberet
Qrav. L — Dat vör allem die ijn vorgangenen synodis ijngebrachte
gravamina geeffectuert mogen worden, unde worum tselve beth herto
niet geschehn.
Synodus ordinert darüp nochmals einhellig, dat deputati synodi, so
kunfftig hirtho upgestellet werden , die beth hero unvorrichtede saken und
gravamina, sowol olde alse nije, flitich nha bestem vörmögen effectueren
mogen.
77. — Dat die kerckenordeninge up den synodis werde gelesen unde
damha alle swaricheiden affgedaehn.
Res. Wert geapproberet , und ys demsulven up desem synodo met
flithe nhagesettet.
///. — Offt men kerckenschulde mith pastenen, vicaren edder sonst
anderen thot dem underholt der deneren verordenten guderen behöret
to betalen.
Resolv. negative i), inholt der kerckenordening und nha oldem landes-
gebrueck.
IV, — Offt ein prediger ijn unschuldigen dingen sinen dienst uth
dwang moge resigneren sine consensu classis, und wen solchs geschehn,
offt niet classis macht hebbe desulve to casseren.
Res. Wert deser articulus geapproberet vor billich und recht und
der kerckenordening conformlich, dat unschuldige prediger, wen sie der-
roathen sonder classis consensu wurden resigneren , van dem classe solen
gemanuteneret worden.
F. — Offt ock befaembte personen edder sonsten , die in concübinatschop
sich thosamen holden, behoren kinder ter dope to dragen.
Res. Wert tho discretie eines jeden predigers gestellet, unde achtet
synodus, dat nit absolute alle befambte personen aff tho wisen, wile
1) „negative" YY heeft „negando".
173
tho vörhapen, dat noch ehrer etzliche dorch de christliche heilsame
ermahning, so b^ administratie der hilligen dope gescliiet, konden jjm
hertzen geröret und dem h. Christo gewünnen werden.
VL — OflFte niet met emste het mandaet van enthilliging des sabbath-
dages behoret eflfectueret tho worden.
Hirvan belaven die praesente h. Gedeput. , alse deses synodi assessores
und directores , dat sie die E. E. ehre medeheren des coUegii willen mith
flithe ersoecken, darmith alle redgem dahen mogen vermahnet worden
jegen die lichtferdigen und moedtwilligen vorbrekere des sabbaths einen
ernst te dohn, nur dat deputati synodi tho gelegener tidt wedder bq
gemelte heren darum sullen mothen anholden.
VIL — Offt nit met emste den wickers, duvelbanners und Wedder-
doperen so mith relegatie und ock inhibitie behöret gewehret te worden,
dewile sie der E. E. heren Staten mandaet tho mehrmalen verachten.
Res. synodus, dat ein jeder classis moge thom forderlichsten solche
personen naemkundich macken den synodi deputatis, diewelche ferners
hirmit belastet werden ahn die E. E. Gedeput. flitig tho vörsocken tegens
sodahne personen umb desulven tho verdelgen einmael einen ernst to
ertögen.
Himahe sint van dem dasse Loppersumana domini Joannis Stoveri
Bremensis, pastoris in Berum, vitae et doctrinae testimonia exhibert
und ijn vörlesing dersulven also befunden , dat sy nodus ein güet genögen
daran gehatt hefft.
Sessie 5 hora 2 pomeridiana 10 Maij.
Der pastor van Woltersum Henricüs Johannis ijs up ergangener citatie
jijm synode erschenen und up folgende puncten tho reden gestellet:
/. — Dat he druncken einde einen borger van Groningen met einem
bloten messer sole vörfolget hebben. — Fatetur.
//. — Dat he sine steeffdochter ijn der herberge solde met einem glas
beres geschlagen ende geqüetzt hebben. — Negat.
IIL — Dat he ijn dersulven herberge up eine andere tith die wer-
dinne geschlagen, unde ock deswegen wedderum van hoer sij gequetzt
worden. — Fatetur.
IV. — Dat he desen gehelen winter dorch und dorch fast wekentlich
druncken gewesen sij. — Fatetur.
F. — Dat he Dingstdages vor dem bededage uppet Schutendeep der-
mathen mith beer averladen gewest, dat ehne menniglich mith iingem
ahngewiset. — Fatetur.
VL — Dat he Passchemaendach , alss he den vörigen dach des Heren
174
aventmael geholden, sich flux mith drunckenheit wedder besudelt -*
Fatetur.
üp solche sine gedahne bekenteniss resolveret synodus, dat gemelter
Henkicus Joannis, wile dersul ve hirbevor nit alleine broderlich und veel-
foldich thor betering des levendes ermahnet, sondern ock wegen solcher
scandalen van sinem officie gesuspenderet gewesen und dannoch (leider)
weinich betering erfolget, numehr wegen siner avermahl begangenen
ergerlichenn enorraiteten sall vermoge des 50 articids der kerckenordening
des hilligen predigampts entsettet sin.
Up dat speciale gravamen classis Dammonensis contra classem Lopper-
suman., tho wethen dat se Casparum Goltzium, aldar tho Godelinsen
residerende und wegen siner excessen van andem plaetsen verdreven,
b^ sich dulden, hefiPt dominus praeses horen classem ijjn deser sake
dermaten purgeret, dat synodus genochsam verstanden, wo Goltzixjs
classe invita darsülvest stha, und hebben derwegen classem van solcker
anklage frij erkandt.
Widers in saken D. Casparb Goltzh resolvert synodus, ofFt dersulve
wol van den Godelinsern hebbe eine vocation bekahmen, und darup van
den E. E. hem Gedeputerden ein apistil eniger confirmatie uthgebracht,
so befinde sich dennoch uth twen orsaken, dat gedachter Goltziüs nit
richtig gehandelt und niet recto pede yn den dienst tho Godelinsen ijn-
getreden : einmael dewile he vörmals dem coetui tho Embden expresslich
angelavet umb den dienst tho Godelinsen niet ahn to fehrden noch sick
jemals dartho gebruicken to lathen , blickende solches uth der Embderschen
prediger missive ahn den classem Loppersumanam ; fort ander indem he
die van dem Embdano coetu thot desem fine erlangede reconciliation-
schrifft , dat he tho Neermoer pro vicario mochte thogelaten werden , also
hefft raissgebniicket , dat he die Neermoers , so ehme dorch ehre vocerent
thor reconciliatie geholpen, liderlich vorlathen und sich darmit nha
Godelinsen gemaket, ald^r siner vörgedahnen belöffnis thoweddem den
dienst classe iiiscia et minus consentiente angenhamen; dat demnha
van dem coetu Embdano söle nochmals schriflPtlich erkundiget worden,
oift Casparo veelgemelt solche reconciliationschriflFt thot dem ende sij
gecommuniceret, dat he under dem praetext den dienst tho Godelinsen
mochte ahnnehmen, item ofPt der coetus ock kone raetsam befinden, dat
GoLr/ius ahn desem orde, da vele unser wedersaker van Papisten und
Mennisten ingesethen, solde stichtelick mogen gecontinueret worden.
Woriip ock ferners Casparo Goltzio deser affscheidt gegeven ijs, dat
he nha vörloping eines monats sole van den deputatis synodi ijn desem
sinem handel bescheitz gewerdich sin.
176
Nach desem \js D. Joannes Nicasixtb, pastor ^n Middelstumb , in synodo
erschenen iind ahngemeldet, dat sine gemeinte mith ehrem grothen un-
gestuem, ahnropen, kryten iind nhahöjjten, wegen dessen dat sin söhne
Frantz qn enigen dingen sich tegen tcarspel vergrepen, ehne darhen
gedrungen und bewagen, dat he sinen predigerdenst bij ehnen uth
schwarmodicheit hedde mothen resigneren.
Sint damp nhamals ook sine contraparthien , tho wethen die beiden
kerckvogeden ende twe ledemathen alss vüllmachten van der gemeinte,
erschenen und einen upgerichteden vördrach vörtönet, benevenst einer
unförmlichen confoederatie imd vörbindtnisse hörer ingesethenen , deses
inholts dat se dominum Nicasium vorgemelt wegen der feijte sines sohnes
nha desem dage nitt mehr predigen horen, noch ahn ehnen und ehren
kinderen die hilligen sacramenten wolden administreren lathen.
Synodus dith alles wol ryplich betrachtende hefFt wol gesehn und ge-
spöret, dat de process tusschen D. Nicasio und sinen partijen nit con-
formlich der kerckenordening , also de classis gantzlick ys vorbijgegangen,
demwelchen NicAsn discess tho ordelen competeret , dennoch wegen grothe
vörbittering und starcke vorbunteniss der parthen , ock dat Nicasius sulvest
frijwillich resigneret , niet begerende aldar tho continueren , so ys demnha
die contract, tusschen partijen upgerichtet, van desem synodo jjjn sinen
weerden imd un werden gelaten, overmitz dat die karspelluiden hebben
angenhamen domino Nicasio ein ehrlich getüchenisse siner wolverholdtniss
mith tho delen, unde hem eine tidt etzlicher monaten |jn der pastorien-
husinge tho wahnende gestaden solen und willen, alss ock van desem
synodo ehme ein honorificum testimonium geaccorderet unde mithgedelet
jjs worden.
Sessie 6 hora 7 antemerid.
Anfangs ijs der pastor van Wedda, dominus Petrus Scepelttzius , ym
synodo erschenen klagende aver sin geheel sobere tractament und geringe
upkumsten, de sich niet hoger streckeden alss nur dartich gemeine
daler und 15 mudde rogge, diewelche hem noch seer difficulter wegen
armodt der ingesethenen aldar entrichtet werden. Vörsochte des wegen
promotie up einen andern plaetz.
Is ehm die antwordt gegeven, dat synodus siner wolle indechtig sin,
offt he kende mith der tidt up einen andern beqüameren platz getrans-
fereret worden. Wofeme averst solches nitt mochte geschohen konen,
solde he noch dit jahr patientz dragen. Die praesente h. Gedeputerd.
nehmen sinentwegen ahn bij höre medeheren sich dahen tho bearbeiden,
dat siner ijm Hage, nhademmale gedachten pastoris locus büthen deser
provinciën sorterde, solde umb verbetering des salarii gedacht und
176
angeholden, oder sonsten extraordinarie etwas thogelecht iind vonnaket
werdea.
Nha desen ijs pastor Bedumanus, D. Petrus Lucanus, up ergangene
citatie gecompareret mith 3 viillmachten des edl. ehrf. junckhem Ernst
VAN IssELMUDEN , unde ^s der pastor vörgemelt erstlich to reden gestellet
und gefraget worden:
/. — Worum he form jahre up die ahn ehme ergangene citatie sich
nit coram synodo gesisteret? Respondit, dat he van huis ijn Oestfreess-
landt vorreiset gewesen mith wolgedachten sinem junckheren Ernst van
IsSELMUDEN.
IL — Is he gefraget, diewile synodus ijn erfahring queme, wodat he
bij siner gemeinte unstichtelick solde leven, alss begerde men van ehme
tho vömehmen, wo sick die saecke desfals verheelde? Respondit ad
interrogatum hoc: he vörhapede sine gemeinte wehre mith ehme wol
thofreden. Men solde die ahnwesenden vüllmachten darum befragen
und erfrösschen. Bekande averst thogelick, dat eine vörbitteringe bij
etzlichen weinigen tegens sine persene wehre entstanden , so darher rörede
uth enigem pijeck wegen dessen, dat he domino Verutio die inwahning
bij hem yn der pastorije tho Bedum hedde lathen upseggen etc.
Sint ferners ock ijngefördert die ahnwesenden dree vulmachten, tho
wethen Evert Jaoops, alss ledemathe, Herman Alberts \md Johan Bar-
TELs, diew^elcke umb horen pastoren gefraget sinde hebben semptlich
vorklaret, dat he sich höres wethens niet ungebörlich ahnstellede, sondern
also droge , dat die gemeinte ehme tho holden wol begeren solde , except
dat he mith domino Verutio wegen rhueming uth der pastorien ijn
unenicheit geraden wehre, demewelchen etzliche weinigen upt loech
wahnende wehren bigefallen. Wat diesolven mochten hebben tegens ohm
tho praetenderen , wehre ehnen twar unbewust.
Hiernha ijs den deputatis des classis Mfddelstumb van domino praeside
emstlich up hoer gewethen befcihlen und uperlecht, dat se solden up-
rechte vorklaring dohn , wile van Petro Lucano allerhandt van menniglich
gesprenget wurde, under andem ock dat he sich ahn verscheidenen per-
sonen deser order hedde willen befrijen, da he doch schoen ijn sinem
patria eine früwe gehabt. Woferne sie darvan niet wurden vorklaren , wat
ehnen und dem classi hirvan bewust , solden se kunfftig darvor angesehen
werden.
Hefft darup dominus Regnerus Empenii geantwordet, dat he wol die
geruchten hedde gehöret , averst nit sekers darvan hedde tho specificeren.
Antonius Stromberoius averst bekande, wo he ijn specie gehöret, dat
Petrus Lucanus solde begeret hebben, dat der frijer oder rivalis van
177
Eppingenhüsen , welcher nha CordesI) dochter werven lethe, mochte yn
siner frijete upgeliolden werden, beth he (LxjcAinjs) uth sinem patria
beseheit erlangede offt sine aldar getruwede ehme ock deser order
folgen wolde.
LoMEUERüs sede, he wüste van den saken nit egenlickes.
Damp nhamals Petro Lugano frageswise vörgestellet ^s, offt he nit
nha enige personen sowol thot Groningen als tho Bedum ^n siner ahn-
kumst gefriet. Bes. dat he for Gottes ahngesicht alhir betügen wolde,
dat he nha keiner personen weder tho Bedum noch tho Grönningen
jemals geworven.
Wile den also Petrus Lucantjs qn siner rede und wandell nit al tho
uprecht bef unden , is forerst hem sulvest van dem synodo uperlecht , dat
he sall geholden sin ijn tidt van 6 weken testimonium copulationis , quo
tempore et per quem desulve geschehen, item testimonium vitae ante-
actae et discessus, imgelicken ock wovele besondrige kinder sine fruwe
mith sich anhero gebracht, van dem magistraet und predigem dessülven
ordes den deputatis synodi inleferen sall.
Darbenevenst belastet noch synodus classem Gröninganam um gehn2)
Itzehoe, sowol ahn die werltlicke avericheit alss dat ministerium des
ordes tho schriven, dardorch van ehnen tho erkundigen, offt nit Petrus
LucAJNTTs der order j|jn enigem dienste gestanden, watt mathen he sich
dar gedragen und van ehnen sinen affscheidt genhamen, ithem wanneer
und wor he aldar gecopulert sij.
Lestlich resolvert synodus nha desem allen, also dese met Petro Lugano
erschenen vüllmachten niet die gantze gemeinte repraesenteren , die wed-
derpartien ock noch niet erschenen und gehöret sin, und he (P. Luganus)
susslang nit hefft konen sufficientia vitae anteactae testimonia exhiberen,
alss kan synodus jjjn Lucani sake nit finaliter decideren, sondem wil
sich vörbeholden hebben hirin dorch höre deputatos bether tho inquireren
und nha erkundigung doehn , alse ijdt der kercken Gottes mach stichtelick
erachtet werden.
Nha disem ijs up citatie der pastor van Fermsum D. Hmno Lamberti
erschenen , klagende aver sinen koster und dessülven fruwe wegen aller-
handt wrevel und moedtwille in schelden, kifen und hönslagen und der-
gelichem trotz, darmith he sich gedachtem sinem pastori opponerde.
Wile averst beclagter koster up citatie absent gebleven, sich averst
dorch ein demodich schrivent jegen dem synodo erklaret te emenderen
und jegen dem pastori sich bether tho schicken unde ahn to stellen , alss
1) „Cordes" YY heeft „Ck^erdes".
2) „gehn" ZZ heeft „hehn" , YY „gen", d. i. naar.
Acta syn, provinc, VIL 12
178
underleth synodus for dithmael stricto jure met beclagtem to procederen,
und belastet classem, dat se nha inholt der kerckenordening den koster
siner amptsplichtt und geboer wal ernstlich solen erinneren, ehne to
schuldiger obedientz und subjectie tegen den pastoren upt scharpeste
vormahnen, und bij gebreck van gehörsamheit und emendatie ijdt ahn die
E. E. heren des collegii refereren, de alsdenne solen wethen, wat sich
tho dohnde geboren will.
Hima sint die gravamina wedder for de handt genhamen.
X Or. — 0£Ft niet nödich, dat koster und schoelmeisteren jahrlichs
yn classibus twemael erschinen umb gecensureret tho werden. Synodus
approbat.
XL — Dat de classes solen geholden worden genochsame reden tho
geven , offt sie ock behörliche censuren gebrucket hebben aver diejenigen ,
so mith ergerlichen excessen sich vörlopen.
Synodus approberts nochmals , und belaven die classes hirin ehren flith
und ernst willen ahnwenden. Da se ock hirinne suemachtig mochten
befunden worden, underwerpen sie sich geme censurae synodi.
XIL — Dat ock ijn die closteren, dar karspelkercken gewest sin,
prediger mogen ijngestellet werden.
Res. synodus, dat synodi deputatis beleven moge mith iver darumme
an tho holden.
Sessio 7 hora 2 pomerid.
Sint ijm synodo de wedderpartijen Petiu Lucani pastoris Bedumani
angekahmen, tho weten die E. E. öerlacus Verutius, alse medecoUator
van die kercke tho Beem, Joilviï Peters, olderling van de kercke, noch
JoHAN Peters, ledtmathe van die kercke, vermeldende mith clagen, wo
ehnen de vam synodo afFgesondene citatie ahn het carspel Bedum nit
tho rechter tidt thogestellet , sondem velemehr for ehnen wehre sup-
primeret worden, hedden averst ungefehr etwas darvan vornahmen, dat
ant carspel sodane citatie gedahn wehre. Derhalven sie den uth christ-
lichem iver umb die kercke Gottes tho stichten, overmitz einer under
ehnen schoen aver die 30 jahre der gereformerden relligie thodaenich
gewest, und dan ock mede uth versoeck des E. E. junckhern E. Issei.-
MUDEN, wehren anhero up den synodum gekahmen. Also averst der synodus
numehr fast solde geendiget worden, und sic wegen benautheit der tidt
hore actiën, de sieluiden tegens ehren pastoren (leider) wegen sines
ergerlichen wandels wol hedden tho praetenderen , nit konden itzo
ordentlich ende schrifftlich proponeren, wolden se ahn den synodum
frundtlich hebben versöcht umb enige deputatos ahn tho ordinen, die
179
kunffdg ehre gravamina aver gedachten prediger mochten ^nnehmen und
darvan judiceren.
Sijnodiis hoer versoeck verstanden hebbende resolveret , dat ehr begerent
sole standt hebben, met bij vermelding dat schön bereits dem pastori
uperlecht wehre inwendig 6 weken testimonia copulationis , vitae ante-
actae, item discessionis ex Holsatia den synodi depntatis tho exhiberen,
tegens welche bestemde tidt se ock ehre actie tegens den pastor verfer-
digen mochten.
Himha ijs in synode comparert D. Johannes Cuperus, pastor ijn Grijps-
kercken, klagende bedroefflich aver eine fniwesminsche tegenwordich
sinde, diewelcke hem einer ergerlichen misshandeling beschuldiget nnd
bij sinen thohörem sehr ahnruchtig gemacket, begerde sich ijn dem tho
vördedingen, ungeachtet he van dem synode dickmals wart vörmahnet
^n sin gewethen tho ghan, und da he sich solcher nndaedt schuldig
erkende, keinesweges tegen dese persone jure tho procederen, velemehr
sich tho bekennen, die gemeinte frijwiUich vorlathen und Godt umb vör-
tqunge an tho ropen.
Worüp gemelter Cuperus, sine unschuldt glichwol mith trahnen hoch
bedüerende, nochmals umb aüdientz thot redding siner unschuldt anlan-
gede, welches hem up sin instendiges anholdent ijs thogelathen.
HefFt hirup Cuperus enige articulen avergegeven, darnha sine weder-
partije mochte geexamineret worden, und ijs sie nitt ijn allen bestendig
und uprecht erfunden worden.
Idt hebben ock alle getügen anghaende dat factum mith der fruwen
nits anders wethen tho seggen, alse wat uth der f ruwen munde sul vest
was hergekahmen, de dat factum mede perpetreret hadde.
Sijnodus hebbende ingenhamen die klachten van denen van Grijskercken ,
aver ehren pastoren gedahn, verklaret, dat se desulven nit hebben konen
genögesam ahnnehmen vor bewiss van sine schüldt.
Remitteret synodus datselve thom com petenten richter, injungerende
den beiden parthen, dat se daetlich ijntt recht die sake verforderen
solen, mitz vörklarende dat he noch ijn sin wahneplaetz und geneth der
upkumsten sall mogen continueren beth thot J^Lichaelis, so die sake nitt
ehe konde affgedaehn worden, dem classi injungerende, dat sie den
dienst midlerwile bedenen , und dat ijn die erste praedicatie deses synodi
decret effte resolutie angedenet und vorgedragen werde, vormahnende
beide parthen, dat se sich underdes christlich und bröderlich met ein-
ander verdragen.
Hirnae sint die gravamina specialia, so ijn desem synode
exhiberet worden, vörgenamen.
12*
180
/ Qra, — Dat classis van het Oldeampt dolert aver den bedroveden
thostandt der gemeinte van Westerwoldingerlandt und datt woste, ruhe
levendt etzlicher diener aldar, dewile se bethhero luith dem classe ^nt
Oldeampt vörknuppet, und nu dorch befehl van die E. E. heren borge-
meistQren und raedt sejungeret, und sie nit genochsam sin sul vest classem
tho holden, dat die synodus anders darinne wolle vorsehen.
Res. synodus , dat ahn S. Q. den heren staedtholder van desem synode
doer ein request qn underdahnicheit sole mith flithe versocht werden
um gude order aver die prediger des ordes tho stellen, darmith die
grothe unordening b^ hoerluiden mochte aifgeschaffet unde Christi kercke
aldar erbuwett werden.
// Ora. — Classis Dammonensis begeret noch alse offte thovören, dat
die wickersche van den Ham verdreven werde.
Res. synodus, dat ydt dorch deputat. synodi ahn die h. des collegii
sole vörsocht werden.
IIL — Die van het Oldeampt doleren, dat die vicariengüdere den
predigem enttagen offte bekortet werden und tho andem dingen implojert,
niet achtende het emstliche mandat van bOrgemeistern ende raedt, anno
1603 darvan gepasseret, darmith die E. E. heren sodanige guderen denn
predigem ijn frijdöhm gestellet.
Synod. resolv., dat deput. syno. bjj die E. E. hem vam rade mochten
vörsoken, dat het placaet anno 1603 gepubliceret ock moge effectüert
worden.
IV Gra, — Wert van enige prediger dolert, dat bij copulatie der ehe-
lüiden einer mith einem blothen schwerde vorahntrede und dreemael ijn
die kerckdöre schleith , ock andere rumoren mith scheten und klockludent
under der predigt macken, begeren darin anders moge vorsehen worden.
Res. synodus, dat ein ider prediger darinne moge vörsoken die com-
petente avericheit jedes ordes.
Sessie 8 hora 6 antemerid.
Is \jm synode geresolvert und for güdt angesien, dat die personen, so
tho deputatos synodi eligert werden, ock die visitatie der dassen um
vörmiding desto mehrder kosten solen ahn sich hebben unde thogelich
vorwalten.
Sint darüp van dem synode tho deputatos vörordenett: D. JoAisTWis
AcRONius, prediger der stadt Groningen, D. Andreas Stratemannus , p.
Ijn Süetwolde , D. JoAimES LoLmeius , pred. jjn Nördtbroeck , D. Jouannes
ScuRODEBus, p. in Westerembden.
181
Beschluetlich hebben die E. E. hern gecommitterden des oollegii van
wegen S. G. iind die E. E. hern gedeputerden eine emstliche imd ge-
truwe vörraahning gedaen ahn die samptliche jegenwordige broderen, dat
ein jeglicher classis ehre confratres und kerckendiener , so under ehrem
elasse sorteren, flitig und emstlich sole ermahnen thor godtsalicheit und
christlichem iver yn ehrem anbefahlenem hogenn ampte, iraglichen ock
thom hilligen, erbaren wandell ijnn ehrem levende, darmith sie ehren
thohörern mith gudem exempel mogen praeluceren und vörluchten , updat
die, so van uns achterreden alss van öveldederen, unse güde wercke
sehen unde Godt gepriset werde. Darbenevenst und insonderheit, dat se
ock diejennen, so ijn ehrem elasse mith drunckenheit und andem unge-
börlichem wesende den weddersakeren und fienden der waren relligion
grothe ergerniss geven, thor betering ehres levendes wall emstlich vör-
mahnen, updat die kercke J. Christi beides mith reiner lehre und up-
rechtem wandell bij uns moge gestichtet und vörtgeplantet werden tho
der ehre Gades unde veler minschen seelenheil und ewige wolfartt.
Welche ermahning van den semptlichen broderen ijn schuldiger danck-
barheit ijs angenhamen mith wunsching uns allesamptt hirtho die hulpe,
gnade und segen des allmachtigen Gades. Amen.
Also ijm ahnfang des synodi censura morum geholden, und glich
we dhomals also ock nu nemandt (godtloff) culpabel offte strafifbar
befunden, so ijs hirup mitt dancksaging tho Godt dem Heren die
synodus geendigett, und hebben de anwesenden prediger semptlich
underschreven.
WuLFOANOus Agricola, predigcr to Loesdorp, synodi praeses.
Bernhardüs TuEODORici Nordanus, assessor.
Uliucüs Bültenius, prediger ijn Haren, scriba synodi.
EoBEKTüs Halbes, licentiatus, senior.
JoHANNEs ScTiRODERus, pastor iju Westcrembden.
Iesreel VixcKi:Lnjs, minister Loppersumanus.
JoHAMSTS Laxten, prcdigcr in Holwijrda.
Georgiüs Placius, ecclesiastes Dammonensis.
Regnerus Emfexu, past. ijn Westerwitwartt.
Antoniüs Strombergius , eccl. in Bottum.
Trrus Theodori, p. ijn Schlochtem.
Her3iannüs Theophilus, p. yn Leechkercken.
JoiiANNEs LoLiNGius, p. iju Nordtbroick.
Samtjel Neitz, p. ijn Suetbroeck.
GoDOFRiDus Lomeverus, p. iu Usquartt.
Samuel Smaltzius, p. in Wettzingen.
182
Hesselub NiCAsn, p. in ülderum.
TiDO Danielis Cnipensis, pastor in Bafiloe.
Finis.
Fer Jesu nobis indigentibus salutem.
Acta XVII synodi promndalis^ ahngeordinet van
dem wolgebornen grafenn und hem h. Wilhelm
LuDEWiG stadtJioüder sampt den E. E. hochwisen
ende seer discretenn vorseenigen h. Staten der stadt
Gr (mingen und Omlanden , binnen Groningen te holden
20 Maij anno 1611^ in hijwesen dess E. E. Roloff
Batting , raetshern , und ook des E. E. jünckhern
Bocco AwEMA, als gecommitterden des collegii.
»
Sessio prima hora secnnda pomerid. 20 Ma^.
1. Is by aifwesende des ijm vörledenen jahre gewesenen praesidis
domini Wulfgan. Agrioolae tegenwordiger synodus van Ulrico Bültenio,
als ijm vorigen jahre gewesenen scriba synodi, met dem andechtigen
gebede angefangen, und darup femers per communia suffragia fratrura
praesentium 1) in praesidem eligert worden dominus Andkeas Stratemak-
Nus, pastor in Suetwolda, in assesso. dominus Albertus Wilhelmi, p.
in Medis, in scribam denuo ülricus Bultenius, pastor in Haren.
2. Sint ferner uth den 7 classen deser provinciën nhafolgende personen
gedeputert end comparirt:
I. classis Groningana: dominus Christophorus üchtemannus, p. in
Groningen, dominus Egbertüs Halbes, licentiatus, senior, dominus Ulricus
Bultenius, prediger tho Haren;
IL classis Dammonensis : D. Georgius Placius , pastor in Appingadam ,
D. Theodorus Folckeri, p. in Schiltwolda, die E. Gerrijt de Yena, senior;
ni. classis Loppersum: D. Iesreel Yikckeltos, p. in Loppersum, D.
Henricus Houbingius, p. Zandensis, D. Lambertus Henriq, p. tho Wid-
dewerüm ;
IV. classis Middelstum: D. Albertus Wilhelmi, p. tho üthhusermeden ,
D. Andreas Stratemannüs , p. in Suetwolda, D. Antonius Strombergius ,
p. in Rottum;
1) „praesentium" ontbreekt in YY.
183
Y. classis Enrumana: D. Babtuolomeüs Bilderbeke, p. in Warfhusen,
D. Henriccs Zuetlaraeus, p. in Aerdorp, D. Adolphus Besten, p. in Wehe;
VI. classis Suethormiana : dominus Bernhardtjs Andreae, p. in Esingen,
D. NicoLAus Petri, p. in Fissfleeth, D. Joannes Schönenbergius , p. in
Adewert ;
YII. classis Oldeanipt: D. Wigboldus Ho>ieri, p. in Midwolda, D.
Johannes Joannis, p. in Wagenborch, p). Johannes Lolingius, p. in Noord-
broijck] l).
3. Is nha averantwording der credentzbriefen censura morum geholden,
und (godtlo£f) nemandt ahn lehre noch levendt solchermathen straffbar befun-
den , dat ehme die sessie hedde mith billicheit mogen vorwe^ert worden.
4. Sind gravamina omnium classium ijngenhamen, und domino Chris-
TOPHORO Uchtemanno, D. Wigboldo Homeri ende D. Georgio Placio ijn
richtige ordening deselven tho redigeren averantwordet
5. Is van domino praeside dem vörsammelden chrlstlichen synodo tho-
gemöthe geföret het inholt van gedahner uthschrivinge der E. E. h.
Gedeput. ahn die samptliche dassen, bedreffend der prediger logisening
ende tractament bij verrichting der synodale saken, datwelch sich dage*
lichs nur thot j 2) slecht daler sole erstrecken , im^lichen ook dat ein
prediger nit [in] 3) publike herbergen, sondem bij gemeine borgem sin
logis solde versöken. Ende also men der hogen magistrat edicten sich
tho submitteren schuldig erkenne, glichwol averst solche determinerde
kleine gasie thot nödttroftiger underholding ijn deser stadt nit sufficiant
sij, WO derowegen hirin tho procederen sij?
Res. synod., also enige prediger ijn deser vörsamling sich rotunde
beklagen mith der borgene alhir gene kunde tho hebben, ock meth so-
dahne ahngeordente gasie nit wethen uth tho kahmen , dat derwegen dith
gravamen den E. E. h. Gedeputerd. soUe in synodo vorgestellet worden.
6. Die sake HENRia Meunardi predigers ijn Tolbert ahngaende, so
um sekere reden van den synodi deputatis sines dienstes alda entsettet
ijs, averst nittemin beth anhero terselver plaetsen continueret, und in
conventu classis Suethormianae sich wol erbaden van sodahnen beschül-
digung te purgeren, datwelch glichwol nit geschehn, resol. synodus,
dat hem van desem synode söle ten scherpesten injungert worden sich
nha gefelleder sententz dominorum deputatorum tho reguleren, oder da
1) Het tusfichen | ] geplaatste ontbreekt in onzen cod. en ZZ, aangevuld uit YY.
2) „j" dat is een half. YY heeft l/g.
2) „[in]" aangevuld uit YY.
184
he vörmeinet sich genOchsam tho purgeren konen, sall he als morgen in
83niodo erschinen , sine excusationes vörbringen bij vörsteck van sine sake.
7. In die sake Wibe Oiseberts, so van dem pastore Dammonensi ijs
vorgestelt worden bedreffend die vorlating van sine eheliche hussfruwe,
dorch ahnreitzing eines Jesniten thowege gebracht, res. synod., dat
die contract, so gemelte eheluiden wegen sodahner desertion privata
authoritate absqiie magistratus consensu hebben upgerichtet, van gene
werden sij, sondem personae desertae hirmit uperlecht wert desertricem
conjugem diirch den magistrat nha landes manere lathen ijneisschen tho
verscheiden mhalen, updat, wen solch geschehn, he dem magistrat desto
mehr sine innocentiam , und dat sodahne desertie ab altera parte malitiosa
sij, demonstreren köne, und dan ferner sin versoeck dho umb hirin tho
procederen nha christlichem beheer.
Sessie secunda hora 7 antemer. 21 Mag.
Precibus ad Deum fusis sint darüp die acta synodalia praeteritorum
annorum tho revideren ver die handt genhamen.
Articulum 9 sess. 3 bedreffende, dat den predigem bij den E. E. h.
Gtedep. sal gn ehrem versoeck ordinarie up den Woensdach yn der weken
audientz gegeven worden, achtet synodus sehr raetsam tho sin tselve
den nijes verordenten hem Gedep. tho erinneren, darmith ock deselven
bij deser ahnordening to persisteren beleven mochte.
Belangende den articul, dat van denjenigen, so gm vorgangenen jahre
ex classibus dem synodo bij tho wanen sint gedeputert gewesen, einer
sall upt nahestfolgende jahr wedderum dartho deligert worden, wert
nochmals geapprobiret.
Uppet versoeck des predigers domini Alberti Wilhelmi, Medani pastoris,
wegen der praebenden darselvest , also bewisslich dat die vorigen pastores
loei darvan dat jus conferendi mith ahn sich gehatt, dat derwegen ock
obgedachtem pastori dat jus collationis mochte gngerüemet worden, ock
wile cura animarum darüp fait , he sine quotam darvan bekahraen mochte.
Synodus resol., dat deputati synodi, so kunftig solen hirtho verordinet
werden, tselve bij die E. E. hem umb gedachten pastoren dartho tho
befordem remonstreren solen.
Idt wert ijn desem synodo nödich ende behoerlich angesien, dat die
hoge avericheit deser provincie beleven wolle der unvörmögenden predigem
deses ordes kindere , so gude ingenia hebben und thom studirende duchtig
befunden worden, uth die geistliche middelen vor anderen ijn horen piis
studiis tho beforderen und fort tho helpen, als da sin in specie: defuncti
185
domini Leonis Abeu, pastoiïs qiiondam in Loppersum nhagelathene twe
sohne, da sich güde hopeninge van eröget; item domini Antonii, pastoris
in Rottum sohn; noch domini Johannis Jansen, pastoris in Wagenborchs
twe sohne, die ock bonae indolis befunden worden. Und werden synodi
deputati belastet umb dithselve nha behoer den E. E. hern tho remon-
streren.
Idt wert ock desem synode piae angedienet, dat die gemeinte Christi
tho Caelhara sehr quaetlich met der heilsamen weide des hilligen godt-
lichen wordes versorget wort, und sie selvest mehrendels bij verschei-
denen personen daraver süfften und klagen, dat sie gantz spUrsamlich
van benaberden personen propter looi distantiam bedienet werden.
Res. synodus , dat deputati syn. solen met hogesten flithe bij die E. E.
h. Gedep. anholdcn , dat deselve hungerige gemeinte Christi thom förder-
lichsten met einen beqüamen lehrer moge versehn worden, overmitz dar
themelicke middel thot des dieners underholding verordinet sint, wen
sie henfemer men gefolget worden.
In saken Johannis Conradi, pastoris Enrumani, wegen vörwarlosung
des mandats dominorum deputatorum synodi, leth synodus ijdt berusten
bij der scherpen censur, so ijn classe aver hem ergangen ijs.
Al 80 ock synodus erfahret, dat Fredericus Ilberi, schoelmeister tho
Ostem, sich simoniescher wise tho Saxemhusen soeket yn tho dringen,
wert he up morgen geciteret coram synode tho compariren.
Diewile ock classis Loppersumana doleret aver des Gaspari Goltzii
unformliche buthen des classis consent inkrupen in den predigerdienst
tho Loesdorp, ungeachtet he noch for geen membrum classis geacceptiret
ijs, so wert vant synode geresolvirt densulven up morgenden dach ad
synodum tho citeren umb der saken gelegenheit gnmdtlich tho erkundigen.
Sessie tertia hora 2 pomerid. 21 Maij.
Dei opt. max. sanctissimo nomine invocato is Henricus Meinardi up
ergangene citatie ijn synode erschenen, begerende dat he up nahestfol-
genden dach tegens sine anklagere umb sich tho purgeren mochte gehöret
worden.
In sake defuncti domini IIermanni Theophili, gewesenen pastoris ijn
Höch ende Leechkerck , offt demselven het nhajahr nit behöre geconcediret
tho worden, res. synodus, diewile het classis sich erbeden doeth den
kerckendienst ahn sine staedt v5r die tidt des gnadenjahres getruwlich
tho bedienen, die carspelluiden ock darmith ghar wol fredtlich sin, dat
derwegen mith keiner foge hem dat annus gratiae, so den predigem bij
186
allen christlichen gemeinten genre gefolget wert, köne enttagen worden,
dannith sine nhagelatene schulden, darin he mehrendeels wegen siner
van den üenden erledenen gefenckniss geraden, mogen affgedahn unde
sine crediteren contentiret worden.
Idt Yorordenet ock synodus, dat twe uth hörem middel solen ahn die
E. E. hem gecommitterden aifgesonden werden , die dese resolutie synodi
gemelten hem mogen ahndienen und dabij die reden , so synodum dartho
gecommoveret, vormelden.
Sint widers die acta synodalia superioris anni revidert.
Hisce peractis synodus ad audiendam sacram condonem se in sacram
aedem recepit
Sessio quarta hora 8 antemerid. 22 Maij.
Dei opt. max. nomine invocato hefFt D. Joannes Acrojous , pastor eccle-
siae Groning. durch D. Christophobum UcHTEMANifUM dem synodo lathen
ahndienen, dat he tegens Henbicüm Meinakdi begere gehöret te worden.
Synodus concedert tselve geme.
Sint femers by deser sessie erschenen die E. E. h. Gedeputerde Staten,
alss der E. E. Roloff Batting und der E. E. Bocco A\s'ema, umb deses
synodi saken und hendein thor ehren Gottes imd erbuwing siner christ-
lichen gemeinte helpen tho dirigeren ende tho beforderen. Hebben ock
diesel ven E. E. heren coram synodo sich beklaget , dat sie wegen diverse
geschefften und amptssaken nit ehe deser christlichen vorsamling hedden
bijwahnen konen.
Nhamals sint D. C.vspari Goltzu saken tho ventileren ahn die handt
genharaen , und wegen korte der tidt ijn deser sessie nit konen affgedahn
worden, overmitz der synodus ock dithmael der praedicatie des h. godt-
lichen wordes bijgewanet hefft.
Sessio quinta hora 2 pomerid.
Fusis ad Deum precibus is men anfangs wedderum getreden thot der
saken Casp. Goltzh.
Belangende den gemelten Gaspari Goltzu beroping tho den pastorat ijn
Loesdorp, ock die ahnferding dessülven dienstes, absque classis consensu
geschehn , woraver het classis sehr dolert , resol. synodus nha geholdener
riper deliberatie , also C asparus Goltzius van den Loesdörpem eine schrifFt-
liche beroping in debita forma bekahmen, vann collatoren und der ge-
meinte undergeschreven , ock mith des coetus van Embden reconciliation-
schrifft die anferding des dienstes tho Godelinsen ahn der persene
Goltzu expresslich geapprobiret ijs, datwelch ock deputati synodi des
187
vorledenen 1610 jahres geratificeret , so vorklaret numehr synodus,
dewile gemelter Caspakus bethhero sich tho Godlinsen in sinem dienste
de gantze tidt aver fraem, eliristlich end stichtelick gedragen hefft, sal
sine erlangede vocation up Loesdorp mogen horen effect gewinnen, het
classis ehne henfemer ock vor ein lidtmathe ahnnehmen, und for die
exorbitantie , so dabi geschehn, nha inholt der kerckenordening censureren.
Wert ock het classis Loppersum vam synodo for höre flitige upsicht ende
ernst, ijn Goltzh sake bewesen, hoch bedancket
Is nhamals up citatie erschenen Fredericus Ilberi, schoelmeister tho
Ostem, und desselven sake van den broderen geventilert worden. Also
dan ijn der sake Frederici Ilb. befünden wort, dat he sich tho Saxem-
husen ijn den pastorat unrechtmetigerwise per quandam simoniae
speciem bij den gemeinen huislüden tegens der principalesten coUatoren
vam adel ehren consent und inwilligung begeret ijn tho flicken, he ock
kein testimonium doctrinae vörtönen kan, so vorklaret synodus, dat hem
forerst ein certus scripturae textus urab coram synodo denselven up
avermorgen tho vörklarende sole angeordinet worden, daruth he dan
femers dorch veer hirtho vörordente personen sall geexamineret worden
umb sinen profectum enigermathen tho erkundigen, ock dan femers tho
dohnde nha behoer. Is gemelten Frederico van dem domino praeside tho-
geordinet het dictum Christi Joh. 3 tho verklarende: Nisi quis renatus
fuerit ex aqua et spiritu etc.
Sessio 6 hora 9 antemeridiana 23 Maij.
Dei opt. max. nomine invocato is die sake Henrigi Meinardi vam synodi
geexamineret worden.
Ahngaende vorerst die schmaereden und scheldtworden , so he gantz
imbehörlieh , lichtferdig und boeshafftig aver den werdigen und wolge-
larten D. Joannem Acronium achter sinera rilgge bij der gemeinte tho
Tholbert , item Groningen und anderswo uthgespiet wedder alle christlich
behoer und ock alle recht und billicheit, res. darüp synodus, dat hem
van domino praeside coram frequenti synodo solche sine unbehörliche
lichtferdicheit und malilia, hirin van hem begangen, sall upt scherpeste
vorgestellet worden , und van solchen straffwurdigen cavillationen sich
henferner tho höden und aff tho sthaen sal ermahnet worden. Datwelch
geschehn sinde, sall hem uperlecht worden femers dominum Joa. Acro-
Niuii um vörgifFniss tho bidden, und sodahne van ehm falschlich und
lichtferdigerwise gespargerde calumnien öpenlich tho revoceren. Dith
alles heft darup gemelter Henricüs Meinardi vor dem plena synodo
gedahn und darbij vorklaret, dat dominus Acronius niemals hem noch
mith worden edder wercken etwas tho kort gedahn hedde, sondem alles
188
dat he hibevör van gedachten hem Acronio gesprenget, wehre van hem
unbedachtsam uth schwackheit und affecten allerdings geschehn. Is noch
darbaven van dem synodo geordinert, dat hirvan sole ahn die gemeinte
tho Tolbert eine acte vorferdiget worden umb dieselve hirvan tho adver-
teren, sowol van der aver geraelten Henricum Meijnardi gefelleden
sententie wegen siner bedening der kercken ijn Tolbert, alss ock van
qnaliteit ende gelegenheit siner lichtferdigerwise uthgespieden schelt-
worden aver den hem Joan. Acronium.
Folget nu femers die sententie des christlichen synodi aver denselven
itzgemelten Henricum Meynardi wegen sines unförmlichen inkrüpens in
den pastorat tho Tolbert.
Also dem christlichen synodo, dorch express iithschrivent van die E. E. h.
Gedeput van Groningen end Omlanden binnen Groningen np desen 20 dach
Maij anno 1611 ordentlichen vergadert, avermhael met bedröffniss ijs vor-
gekahmen die lanckdürige process, so sick nu eine gemme tidt mith Henrico
Meynardi hefft thogedragen, also dat synodus gesien ende befilnden hefft
uth sekere actis, dat Henricüs be voren binnen Franeker van die deputatis
synodi aldar van sin kerckendienst sij affgesettet, geschehn den 9 Novemb.
anno 1598, welche affsetting die christliche synodus des f eigenden jahres up
der *1oüw geholden ock hefft bestadigt, alss ijmglichen ock geschehn ijs van
die christliche synodus, anno 1603 binnen Groningen vörgadert, nhadem-
mahle Henricus vorschr. gene ordentlicke inganck ijn die kercke Christi wed-
der hefft vertonen konen, glich Henricus tegen wordich desem synodo noch
nit hefft konen vörtonen, wesshalven hie den ock van desem synodo gecen-
surert, dat he sich also tegens die kerckenordening bethhero vörholden
wartegens dennoch synodus gesien hefft uth enige loeffliche tüchenissen ende
ock sul vest befunden, dat Henricus sich all ahn verscheidenen plützen, dar
hie gedienet hefft, beide ijn lehre ende levende wol solde gedragen hebben,
gelick he damm alhir ijn Süethormer classe tho Tolbert eine beroping
entfangen, synodus dan dese saken wol erwagen hebbende resolvirt ein-
drachtelick, dat Henricus tenfolge die vorige sententie, anno 1603 alhir
aver hem gegeven , sick des predigampts sall entholden und die entfangene
beroping affsthaen , thor tidt hie der gegevenen sententie genöchdho , sick
mith den deputatis synodi van Vriesslant wedder vorsoene und darvan
den deputatis deses synodi genöchsam schin vortöne, um folgents sich
alhir dem ordentlichen examini tho sisteren und also met hem nha befindt
van sake tho procederen, alss christlich ende kercklick.
Is folgents ijn desem synodi erschenen die E. E. rentemeister Coppen
Jaroes , alss medecollator van den kerckendienst tho Saxum , versoekende
sehr iverich, dat die gemeinte tho Saxüm, diewelcke meist alle sehr wal
189
hirtho gesinnet wehren, mochten met einem eigenen prediger versien wer-
den, und der wegen dem synodo beleven mochte, overmitz ein oder twe sich
etwas contrarie stelleden, dem carspel schrifftlich eine gewisse tidt van
6 oder 8 weken tho bestemmen, darin sie sullen geholden sin einen
bequamen prediger tho beropen, oder bij faüte van desen die synodus
einen alda stellen wolde.
Res. synodus, dat wen die E. £. h. Oedeput. alss assessores und
directores hujus synodi, die noch ter tidt absent, würden ad synodum
ankahmen, solde mith denselven hirvan gedeliberert und gehandelt, ock
wider nha behoer darin versien worden.
Idt hefft ock dorainus Joan. Acronius, pastor urbis, dem synodo ahn-
gedienet van domino Gabriele Asswerio, gewesenen carthüser ijm clöster
Ruermünde , diewelcher dorch sonderliche erlüchting Gottes ex monachatu
suo thot unser gereformerten lehre getreden und numehr sich ijn den h.
ehestandt begeven hefft, ock van verscheidenen gereformerten gelehrden
gude testimonia siner gelertheit und sonderlichen erbaren, metigen und
christlichen wandels vörtönet, dat synodus sich dessul ven mith ernst und
trüwe mochte ahnnehmen und thom hiUigen predigampt beforderen.
Wortho der gantze synodus sich schuldig und hochwillich tho sinde
erkent, und up middel ende gelegenheit umb desen bonum fratrem tho
promoviren nha mögelicheit will bedacht sin.
Sessio 7 hora 2 pomerid. 23 Maij.
Precibus devote ad Deum fusis sequentia in pia synodo peracta sunt.
Is ym synodo vorgestellet van verrichting des examinis met Frederico
Ilberi uth siner predigt ahn tho stellende. Resolv. und begeret frundtlich
der synodus, dat twe van der stadtpredigern , so van desen synodale
saken itzo enilediget, het werck up sich tho nehmen beleven mochte,
Dessfals den die werdigen und welgelerden broderen D. Joan. Acronius
und D. Herm. Stechman hirtho vörsocht sin, denen noch twe uth dem
middel deses synodi solen bijgeföget worden.
Nha desem ijs D. Joannes Acronius avermhals ad synodum gekahmen,
und van siner alss ock des adjuncten domini Andreae Stratemani legation
und gedahnen reise in Hollandt, ock hörer vörrichting daselvest withlöpige
relatie umbstendiglich gedahn, dermathen ende also datt dese gantzer
christlicher synodus horen sonderlichen flith , ernst , truw undt iver bij vör-^
richting und fortsetting dersulven hochwichtigen sake, die ehre Gottes undl
siner kerckenerbuwing concemerende , genochsam daruth gespöret ende
vörnhamen hefft. Bedancket ock desswegen dezer gantzer synodus die
beiden obgemelten heren broderen thom hogesten, dat sie ahn h5rem
190
mögelichen flithe und arbeit wegen erholding reiner, heilsamer waerheit
und kl^rheit ^n der relligie hebben nits erwinden und mangelen lathen.
Idt hefft ock wider D. Acrojstus nha ertelling eniger falschen lehr-
puncten, so leider bij der nijes ijn Hollandt erstandenen Arminianischen
secten gelehret und vordedinget werden, de samptliche classen emstlieh
ende fnindtlich vörmahnet ende gebeden, dat se nu henfemer up junge
studenten, so bij ehnen promotie thom kerckendienst und h. predigampt
kunfftig versöken mochten, gude upsicht dragen in examinibus, ock vör-
sichtiglich und accuratius handelen sonderlich bij denen , so van suspecte
scholen und academiën alss Leijden und Steinfürto ahnkahmen mochten,
darmith sovele mögelich solche secten uth deser provincie mogen gewehret
worden.
Wider hefft D. Joan. Acronius dem synodo vörstendiget , wo he dem
van Bedum entsetteden Petro Lucano, welcher tho Gülich sich bij der
gereformirten gemeinte for einen prediger listiglich ijngepracticert , hebbe
nhageschreven umb die zaerte gemeinte daselvest for gemelten P. IjUcanum
alss einen, die der bedieninge des h. predigampts unwerdig sij, tho
waerschüwen, mith vörlesung der copia sodahner nhaschrift ahn den h.
D. WiLHELMUM Stephani, Brandenburg, concionatorem aulicum.
Begerde darup, dat synodus nha umbstenden der acten van Lucano
mochte ördelen, efft he mith sodahner nhaschriving unde waerschüwing
vor gedachten Lucani persene recht edder unrecht gedahn.
Synodus vorklaret einhellig, D. Joan AcRoimjs hebbe hiran recht und
wol gedahn.
Hefft femer D. Acronius angedenet, wo he berichtet werde, dat enige
prediger demselven entsetteden Lucano solden testimonia siner wolver-
holtniss, und noch sonderliche commendatitias literas umb ahn den ge-
melten ordt promo vert tho worden, ock noch mals ehne in pastorali oflBicio
daselvest tho erholden gecommunicert hebben, dat synodus darnha tho
inqui reren beleven mochte und ferners hiraver judiceren.
Synodus desswegen inquirerende hefTt verstanden , datt enige des classis
Middelstum und sonderlich Hermannus Khen^vnus, prediger ijn Middel-
stum, sich dessen sole underwunden hebben.
Hefft darup synodus den handel veelgedachten Lucani ijn den fruchten
Gades erwegende geresolvirt, dat vorgedachte personen des classis Mid-
delstum sehr gröflich gepecceret und tho buthen gangen sin, indeme
sie dem umb grothen redenen entsetteden Lucano hebben commendatitias
literas lathen thokahmen, und wile sie also der synodale resolutie, in
synodo Groningana secunda artic. 28 vörfathet, thowedderen gehandelt,
191
dat demnha dieselven des classis hiraver emstlich tho censureren, inson-
derheit pastor Middelstumanus Hermannus Rhenanus alss authör wegen
deser exorbitantz nha behoer dafor sole angesien worden , metz adderende
dat ock van desem geheelen synodo, nhademmhale die sake ahn sich
hochwichtig , als die Gottes ehre und siner christlichen kercken erbuwing
concemiret, sole ad Juliacensem ecclesiam reformatam eine missive vör-
ferdiget worden, dadorch des h. Acronu aver Lucani saken affgesundene
vörwitting, ahn den Brandenb. h. superintendenten gedahn, moge geratifi-
ceret und also die waerheit tho sin betuget worden.
Sint nhamals die gravamina generalia et specialia, so up
desem synodo van classium deputatis exhiberet worden , for
die handt genhamenn.
Gra, 1, — Doleren die samptliche dassen , dat den Wedderdoperen die
öpenliche exercitia, sowol bij nachte alss bij dage, dessgelicken den Pa-
pisten twar vorbaden sint, fahren averst glichewol fort, dat demnha
einmael met ernste darin mochte vörsien worden imd die executie ge-
fordert Unde thot mehrder vörtsetting desen begeret classis ynt Oldeampt
in specie, dat die 13 articulen, gepubliceret van deser saken den 15
Septembris anno 1601, wedderum de novo mochten publiceret ende ge-
handthavet worden.
Res. synod., dat deputati synodi tselve up den gemeinen landtsdach
solen remonstreren. ünd damith desto bether hiraver executie moge
erianget worden, solen deputati letten up dese gelegenheit dat, wen S.
Gnade der h. stadtholder hir ter platze tegen wordich , sie alssden bij
S. grafliche Gnade, als die (godtlofP) ein eximius verae relligionis pro-
pagator ijs, ijn underdahnicheit anholden umb hirin der kercken Gottes
then besten met siner graefflichen authoriteit enige assistentz tho leisten ,
damith die 13 articul, so die E. E. h. borgemeister end raedt der stadt
hiraver in anno 1601 gepüblicert , mochten ter executie gestellet end ock
ijn den Omblanden alss der kercken Gottes thor erbuwing sehr geaccep-
tiret imd gemanuteneret worden.
Sessio 8 hora 7 antem. 24 Maij.
Sint bij dem synodo angekahmen twe studiosi theologiae umb liöre
prövepredigten tho dohn , so ehnen vörmals vam synodo thogelathen ende
ock uperlecht worden.
Nha anhöring sodahner predigten ijs der eine Henricüs Rodolphi Sta-
densis ahn gaven also befunden worden, dat die samptliche synodus ein
sonderlich behagent daran gehabt und hem thom pastorat tho beforderen
duchtig erkandt hefft.
192
Dor ander Predericus Ilberi ijs yn erklering des texts, so he tho
tractaren vorgehabtl), also befunden, dat men ehne thom h. predigampt
tho to lathen imdüchtig erachtet hefft.
Is ock nhamals mith gemelten Frederioo dorch die vam synodo hirtho
angeordenten predigere ein klein praeexamen angestellet nmb sinen in
theologicis profectum enigermathen tho exploriren, darmith hem ijn sin
vorhebben ende vorsöck umb tholating thom predigerdienst nit tho kort
geschehen mochte. Worvan die vörordente examinatores nhamals ahn den
synodum einhellig desen bericht ijngebracht, dat gedachter FREDEmcus ad
pastorale officium gantz inhabel befunden s^, sodat he ad ipsorum inter-
rogata, die ehme dennoch in simplicissima forma vorgestellet , fast ghar
nits hefft antworden konen, und he derwegen sowol van dem gantzen
synodo alss ock den examinatoribus alss ein ungequalificerder vam hogen
predigampt thot schoeldiensten nha gelegenheit tho bedienen degradert
und vorwiset vrert, imde midlerwile tho flitigem studerende van den
broderen vörmahnet, updat so he nhamals sinen in theologico studio
feliciorem progressum den fratribus proberen kahn, alssden ad altiora
sall befordert worden. Wert demnha sine itz vörtönede vocation gehn
Saxerahusen van dem gantzen synodo gecasseret, worvan ock die gemeinte
tho Saxemhusen sall vam synodo vörwittiget worden, umb uppet spodigeste
thot einer nijen electie van einen andem prediger tho treden.
Gra, 2. — Begeren die classes, wile vele kerckvogeden , kosteren, item
gasthuis vageden ijn den Umblanden ende stadtjurisdictien der Papistis-
schen relligio thogedahn, und unser relligie nit aileine tho wedderen sint,
sondern haren spott mede driven, daruth vele unordeningen ijn velen
plaetsen angerichtet werden, dat demnha solche cassiret worden.
Hes. synodus, dat deputati tselve bij die E. E. hern Gedeputerden
mochten met flithe versoken , dat gene kerckendener und ock vogeden bij
den kercken geduldet werden, so gene ledtmathen sint.
Gra, 3, — Doleren sie, dat enige kerckvogeden end collatoren sich
understan die pastorien effte andere kercklicke lehnen tho vörminderen,
abalieneren und entfrembden thot nhadeel der kercken und kerckcndie-
neren, dat darin moge versien worden.
Res. synod., dat deputatos beleven wolle ock hinim bij die E. E. h.
neerstelick an to holden umb darin tho versien, dat die pastorien ende
kerckengüdere ock tho rechtem kerckendienst, dartho sie einmael sint
gedestineret worden, mogen ahngewendet worden.
ij „so — vörgeliabt" ontbreekt in YY.
193
Hirvan bringet classis Siiethormiana in specie disse klage for, dat dem
pastori tlio Liitkegaste ein grass landes van siner pastorien dorch summige
vant carspel entwendet und geheel darvan verkofft sij, item dat ock die
behusing alssden ijnglichen die kerck alda gantz minos sij und gantz
nits daran van der gemeinte reparirt werde , datt doch darinne behoerlich
möchte vorsien worden.
Ora. 4. — Beklagen sich etzliche dassen, dat enige der broderen die
verordente classicale kosten nit könen van höre kerckvageden erlangen,
dat men ehne behülplich sij.
Res. synod., dat vermöge der vörigen synodale resohitien, in bijwesende
sowol van S. G. als den E. E. h. Gedeput. hiraver genhamen , alle kerck*
vogeden solen geholden sin horen prediger vör die classicale kosten tho
erleggen jahrlichs 4 dall., ock darbenevenst die hinderstalligen samptlich
ehnen to betalen.
Gra. '), — Dat der E. E. h. Gedeput. hibevorne mandaten nit geeffec-
tniret worden und ahne frucht affghaen , dar dat tappen , kopen, verkopen
imd andere publike wercken onder den praedicatien der Sondagen ock
thom deel der Sondagen vörbaden worden, dat sonderlich die Wedder-
dopers thot spitt der Reformerden des Sondages sich merklich yn ver-
lopen, dat hirin gedahn werde, item dat die mandaten der E. E. h. Gedeput.
tegens dat luident, schenckent und andere abusen, so sick thodragen,
wen bruiden thor kercken ghaen , mochten vornijert ende daraver geholden
worden.
Res. synodus, dat deputati synodi bij die E. E. Gedeputerd. instendig
anholden, dat die E. E. h. unbesweret wolden sin umb ahn alle redgier
und andere deser provinciën avericheiden hirvan uth tho schriven, sie
emstlich dahen to constringeren , dat hirin mochte mit ernst geeflFectuiret
worden.
(hra. 6'. — Wile dagelichs vele unordeningen ijn den ehestandt ijnrithen,
dat nha der belöffte ijn der kerckenordening eine eheordening mochte
vorferdigt end publicert worden.
Res. Synodus belastet deputatos darum instendig an tho holden, dat
durch die magistmt van Stadt ende Omblanden eine eheordening thot
affschaffing veelfoldiger ergernissen moge geconcipijrt unde vorfordiget
worden.
Qra. 7. — Dat die Wedderdöpers , so ijn pastorien ende andere geist-
liche husen wahnen thot ergemiss der gemeinte Christi, mochten daruth
gewehret werden.
Resolv. synodus, dat Wedderdoperen ende Mennisten nit sole concediret
Acta ayn. provliie. VIL 13
194
werden noch ijn pastorienhusen tho wahnen , noch der kercken lande tho
gebrüicken.
Gr. 8, — Doleren die classes samptlich, dat etzliche wickers, waer-
segger und segenspreker ym lande geduldet worden, und sonderlich die
vermaerte wickersche iip Caelham und ein oldt pape ijm Dam, so hie-
bevoren desswegen tho Groningen ahm kake gestanden nnd nth der stadt
vorbannet ijs, nnd noch ein ander oldt wiff ijm Dam etc, dat die E. E.
h. Gedeput. iimb met allen ernst darin te handelen besocht unde ange-
langet raögen worden.
Res. Synodus approberts und demandert deputatis ernstlich bij den
E. E. hem tho vörsöken, dat het effectuert worde.
Ora, 9, — Dat deputati synodi alle jahren und also ock nu in synodo
erschinen und remonstrercn , wat se nha inholdt der vörigen synodale
acten in visitatione classium edder sonst in executione resolutionum sy-
nodalium uthgerichtet.
Res. Wert alssnoch geapprobert, dat het jahrlichs sall van deputatis
achterfolget werden.
Ora, 10. — Ahn den landtdach tho vörsoeken dorch die E. E. h. Ge-
deput. , dat einmael güde ordening up die praeposituren gestellet werden ,
darmith die jahrliche upkumsten derselven nit undergeschlagen noch ad
alienos usus mogen tmnsferiret worden.
Res. synodus, dat deputati synod. solen bij die hoge avericheit an-
holden, dat sie ad pium usum angewendet mochten werden.
Gra. 11. — Offt kosters und schoelmeisters ijn wertschoppen effte
gasterijen raögen thom dantz spelen.
Res. synodus negativo, dat solches van ehnen nit sall geschehn bij
verlust des dienstes.
Gravamina classium specialia.
1 Ora. — Doleret classis Groningana, dat vermöge der vörghanden
resolutien des vorledenen synodi, ijn den Dam gestelt, die gravamina
classium uthgenhamen classis Dammonensis nit sint anhero geschicket.
Res. synod., dat solches hernhamals van allen classen sall achter-
folget worden.
2 Ora. — Begeret classis Dammonensis, dat dera pastoren tho Otter-
düm moge die vicarie thot siner pastorie, welche alleine nit suflBciant
ijs liem tho ernehren, bijgeföget werden und synodus hem behulplich
dartho wesen.
Synodus sihet vor güet ahn, dat deputati ijdt sinenthalven by den E.
105
E. h. Oed. met flithe versöken, overmitz dat sonst sin tractament geheel
sober fait, hem die vicarie, da die eura animarum iip fait, mede tho-
gelecht werde.
Is folgents van desem synodo Henrkx) Bunger, schoei meistern , up sin
versoeck geaccorderet eine vorechrifft mith tho delen alin die gemeinte
van Oldenhove umb daselvest den vacorenden schoeldienst te mogen
erlangen.
3 Qra, — Classis Middelstnmana versocht, dat die kercke tho Rottüm
moge repariret worden, und die schölmeister alda met ein behoerlick
underholt vorseen worden.
Res. synodus, dat depntati syno. tselve ahn die E. E. h. gecom-
mittei*den thot die administratie der clöstergiideren solen remonstreren
und anholden, dat sie beleven mochte vermöge der resolutie, up den
Veneris 12 April anno 1611 hirvan genhamen, deses inholts dat höre E.
E. die vörfallenen closterkercken met die ringesten kosten solen mogen
repariren oder nha gelegenheit sekere informatie darvan nehmen und der
provincie remonstreren umb nha behoren darin mochte gedisponiret wor-
den , sie derowegen ock der kercken tho Rottum mochten mede indechtig
sin, dat sie bi tides geholpen werde.
4 Orav, — De pastoren tho Eppingenhusen , Dickeshörn , item tho Haren
ijnt Gorecht vörsöken underholt tho kosters und schoelmeisters. Item
Menckewehr und andere mehr kercken ijnt Westerqwartier versöken,
dat sie mith kloeken wedder mochten vorsien worden, avermitz sie dorch
die bedrovede krigestrübel diesel ven sint qwit geworden.
Resol. synod. , dat deputati synod. tselve ahn die E. E. h. Gedep. mogen
tho rechter tidt remonstriren , darmith up landtdagen tselve van hör E. E.
met geproponiret mag worden , dat die provincial h. Staten beleven woUe
den h. gecommitterden anbefehlen umb thot Gottes ehren und der kercken
heil hirin tho dohnde.
Sessio 9 hora 3 pomerid.
Precibus ad Deum habitis is avermhals van des classis Middelstumanae
unformliche handeling ijn saken Petri Lücani, deme enige des classis
ein testimonium baven behör hebben lathen thokahmen, gehandelt wor-
den, und wat mathen sie dafor tho censurerende mochten sin, des synodi
advis vörsocht.
Is darüp nha geholdener riper deliberatie geresolveret , dat also befunden
wort, dat Hermanxus Rhenanüs, p. yn Middelstumb, glich als motiva
caussa hujus exorbitantiae ijs, und he demnha billich solde ab officie
behoren gesuspendert te worden. Dennoch synodus in den fruchten Gottes
13*
196
hefft ijn acht genharaen, wat mathen gomelter dorniiius Herman, vör
korten tiden nijes bij die gemeiiite tlio Middelstiiin beropcn ys, up
welcher stichting raoth wol gelettet worden , so ijs daher synodiis be wagen
hem, darraith der gemeinte tho erbitteringe tegens desen horen diener
keine ahnleiding w^orde gegeven, die censnr aver sine persene etwan
tho mitigeren unde poenae loco hem up tho leggen, ten ersten dat he
tho bestemder tidt, so ehm die E. E. h. Gedeput. ahnordinen werden,
sall gcholden sin vör hur E. E. ijm collegio te compariren, da hem
alssden dese sententie sall insiniieret worden deses inholts, dat he dar
openlich sal culpam exorbitantiae bekennen, indeme he den van den
syno. deputatis entsetteden Petrum IjUcanüm de meliori nota aha hoge
almsehnliche personen gerecommenderet und also des h. Acronh missive,
ahn den Brandenburgischen hofeprediger des Lücani halven gedahn, da-
dorch annihileren wollen, desswegen den gedachter Hermanntjs in prae-
sentia der E. E. h. denselven umb vorgiffniss te bidden sall geholden sin ,
ock darbeneven noch 20 f. van sinenn upkumsten thot der armen profit
vorfallen wesen.
Die andem des classis, so ijn der vorlehning dem Lucano ein testimo-
nium met hebben gehandthavet , solen ock poenae loco ehr culpam ag-
nosceren, und coram synode dominum Acronium umb vortyung bidden,
metz ahnlavende sich vor gelicher exorbitantz henfemer vör tho sehen,
oder bij faute van dien sich schorperer censur tho underwerpen liirmith
willen vörplichtet hebben.
Is darüp die confessie und ock deprecatio culpae van den ahnwesenden
des classis, sowal vör hoer alss die affwesenden gebrecklichen in frequenti
synode geschehen.
5 Qra. — Van unbehoerliche combinatien eniger kercken, darvan eine
jegliche wol einen eigenen prediger, wen die gudere nür alle mochten
dem diener gefolget werden, underholdon köne, res. synodus, dat jeder
classis hirvan alle gelegenheit ijn specie den synodi deputatis vörwittigen
sall, diewelche ferner solen belastet sin hetselve den E. E. h. des collegii
te remonstriren end met hoer advis güde behoerliche order darin te
macken, sonderlich dat allen und jeder gemeinten moge emstlich uper-
lecht worden die samptliche angehorigen pastorien und vicariengüdere
ock van den gecombinerden kercken den predigern tho folgen lathen , dar-
mith also eine jede kercke thom eigenen prediger desto ehe befordert
mag worden , updat Gades ehre und der kercken heil dadorch mehr ende
mehr fortgesettet werde.
Upt versöck des E. E. junckhem Gerdt Clajtdt wegen der kerck tho
groeth ende klein Harckstede, dat die einen eigenen prediger erlangen
197
mochten, is ahn die synodi depiitatos gestellet umb mith den E. E. h.
Gedepüt. davan tho confereren, wat ijn der sake ahm fögelichsten iind
heilsamesten köne gedahn worden.
6 Gra. — Wo men ahm stichtelichsten moge procederen mith sodalmen
personen, die van der wahren gemeinte thot den secten der Wedder-
doperen edde Papisten affgefalleii sint, und sich nochmals begeren wed-
denim tho imser gemeinte te begeven', res. synod, , dat wen solchen
personen ijdt mith der conversie ein ernst sy, se alsden publice coram
ecclesia hore schuit end ergernisse bekennen und vortijimg bidden
möthen , welches diejennen , denen idt van hertzen geith und hiniiith ein
ernst ijs, nit weijgern werden.
Up JoiiANxis Ctiperi predigers billichs vcrsoeck ordineret synodus, dat
Suethormiana classis, darunder he gestanden, umb genochsame reden
hem ein purum testimonium wol mithdelen mach.
Sessio 10 hora 8 antemerid. Saturni 25 May.
Post invocationem sanctissimi nominis divini hefft die E. E. Dodo
Amschweer averniahls per D. praesidem die sake van den praepositüren ,
dat darin einmael pie ac recte vörsien werde umb in legitimum usum
ahngewendet tho worden, dera synodo lathen ahndienen, dat die christ-
liche synodus nha behoer darin höres besten vörmögens procediren wolle.
Res. synod., dat men ydt nochmals lathe vorbliven by den resolutien,
ijn vörigen synoden hirvan genhamen.
Uppet christelick vörsoeck van die E. Oerrit de Vena, proviantmeister
up Delffziehl, repraesentirende die gemeinte alda, resolvirt synodus, dat
deput. syno. solen by die E. E. h. Gedeput. höi^ntwegen mith flithe
anholden, umbdat hoerluiden dat stufergelt van die generale middelen
der pachterien, so da ter platz sehr hoch ende düer vorpachtet worden,
mochten thot vullen gefolget worden thot behoeff ehrer veelfoldigen
armen, sowol der iithheniisschen miserable personen, dagelichs dadorch
treckende, alss horer ingesethenen hussarmen.
Sint folgents van dem synodo thot deputatos erwehlet: D. Bernhardus
Theodorici, prediger binnen Groningen, D. Andreas Stratemaxnüs , p. in
Suetwolda, D. Wiüboldüs Homeri, p. in Midwolda, D. Georgius Plauus,
pastor in Appingadam.
Also ijm anfang des synodi censura morum geholden, unde glich we
dhomals also ock nu nemandt (godtloff) ciilpabel befunden, so ijs hirup
met dancksegging tho Godt dem Hem deser synodus geendiget, und
hebben die ahnwesender prediger semptlich undergeschreven , alss folgei
19^
AusEserr'i OrcnjEUU. pastor in Medis. MSsessoT.
Vhüi^xh BrLTE5:T"-. p. in H^ren. 5Tn«ii §«21110.
CuKL^T^Amr'Kr^ U- TfTEMjkjnnrs . prediger binnen (jrT'Oingtga.
ï/iBEKirs HAL£i>. licentiatns. me-le olderiing.
Gt/^ifif^iüJi Pla'TTs. prediger ijm Dam.
Gekkut de Vixy. onderlingk.
Je^kecl Viy^-KELIUS.
Lambektt^ Bexki'i Groning. . pred. ten Post.
AxToxrrs Strombeiwit» , p. Rottum.
Aii^^Li'Hrs Bestex. pastor in lüTiee.
Babtholohets B\xlerbeke. p. in Warfhusen.
liE5BI<XS ZrETL.VK-\Er>.
Bernhakdus Axdkeae.
yVXjLAZS PeTBI.
JOHAXXES SfHOXEXBEBCH.
JoH.eOTES JoAxyis.
Joif. I»Li5on:s, ecclesiastes in Xordlbröck.
WioiKiLDCs Homerus, pastor in Midwolda.
ïlnis.
Ada XVIII sijmxli provincialis ^ so van den edeleti
umi aJirentfesten h, Gedepiiterd. der stadt Gronninffen
nnd Omlanden uthgeschreven und up den 4 May
deses 161.2 jahres binnen Appingadam ten overstaenn
der E. E. hochwtsen hern Lamberït Hi)REKKENS und
IIiDDO Jkn88MA gedepiderde, vam collegio dartho
gecommittert tmd gedepütirct, geholden.
SesBio prima hora tertia 4 Maij.
1 . Ih deso synodus van Alberto Wilhelmi , pastor in Meden , als vor-
gatigenen synodi gewesenen assessore, ijn absentie des vorledenen jahres
praoKidis Andueae Stkatemaxm, mith dem gebede ahngefangen, und danlp
ferners per comraunia fratrum sufiPragia in praesidem eligert worden D.
(yiiHisToi'ii. UciiTEMANNrs, pastor Gröningensis , in assessorem D. Wulf-
(iANui'8 AnuKOLA, prodlgor \jn Beem, in scribam Hiddo Lamberti, in
ForniHuin pastor.
199
Ferners sint die credentzbriefen averantwordet und gelesen sinde ge-
approbiret, unde nhafolgende van den classibus gedeputierde personen
comparirt :
Uth dem classe Groningana: D. Christophorüs üchtemannus, prediger
binnen Groningen, D. Wilhelmus Walraven ijn Nordtdijck, die erentf.
Egbertus Halbes, j. u. lieentiatus, senior;
Appingadamraensi : D. Cornelitjs Reneman, pastor in Crewert, D. The-
ODORüs Volcheui in Schiltwolda, D. Hiddo Lamberti Grothusanus in
Fennsüm ;
Loppersumana : D. Johannes Egberti, in Lermenss pastor, D. Lucas
WroEMARius in Seerijp, die E. E. Reindt Alberda, senior;
Middelstumana: D. Wulfg.vngus Agricola, in Behem pastor, D. Albertus
Wilhelmi in Meden, D. Wilhelmus Joajntnis in Huisen;
Enruinana : D. Bartholomeus Bilderbeke , p. in Warf husen , D. Hesselus
NicAsii in Uldnim, D. Samuel Schmaltzius in Wetzingen;
Adwerdiana: D. Robertus Wippingius, p. in Suethorm, D. Bernardus
Andreae tlio Esingen, D. Gerhardus Joannis in Nordthorm;
Oldampt: D. Johannes Joh^ynnis, pastor Wagenbürgensis , D. Petrus
ScEPELiTzius in Wedde, Remme Eltijes, jjjn die Exte kerckvogt, abfuit.
5. ünde ijs vorts damp censura niorum geholden aver vörgenömpten
bröderen, und alle duchtig umb desen christlichen synodo bij tlio wanen
erkandt und session vörgunnet worden.
Volgents sint die gravamina classium ijngenhamen und D. Wulfoango
Agricolae , D. Berxhardo Andreae und D. Wilhblmo Walraven in richtige
ordening te redigeren averantwordet.
Sessio secunda antemeridiana hora 7, 5 Maij.
3. Sint nha gedahnem gebede die gravamina generalia ende specialia
gelesen worden, und hefft synodus uth vorlesing dersulven nödtwendig
geachtet, dat nhafolgende personen up Donderssdage, sinde den 7 Maij,
ad synoduin te kahmen geciteret worden, alss neraptlich Henricus Mey-
N.uu)i , tho Ham und Frantsum residerende , item Henricus Terwoldt , tho
Siddeburen koster, Johannes B.utTHOLDi, koster tho Farmsum, meister
Apeke, koster tho Dam.
4. Sint die acta des vorgangenen jahres synodi tho revideren vor die
handt genhamen, und die 7 artic. sessionis primae belangende Wibe
Gijseberts vorgefallen, darup synodus vor güdt gekent ehne te verwittigen
ende to f ragen, offt hie des vörigen synodi resoiution van vorlatinge siner
ehelichen hussfruwen hedde vulgedahn und achterfolgt.
200
f). Is ijn het vorlesen der acten sessionis secundae die artic, ahngande
dat die stipendia pix)vincialia den kinderen der predigern deser pro-
vinciae, die tho genieten dartho duchtig erkant sinde, mochten mede-
gedielet werden, nochmals van dem synodo geapprobirt. Darflp Johannes
Jansen, pastor in Wagenborgen , insonderheit angeholden, dat siner mochto
gedacht worden.
6. Is ijnt vorlesen der acten des vorgangenen jahres synodi ijnt 3 grav.
sessie, 8 die resolutie observirt, belangende der kercken nnd pastorien-
güderen und andere kercklicke lehnen. Wordt noch vam synodo geapproberet.
7. Dat gravam. 7, belangende dat die Wedderdöpers ijn pastorien-
behusingen niet wanen und der kercken landen nit gebnlkcn sollen, is
nochmahls güdtgeachtet.
8. Dat 10 grav. des vorgangenen jahres synodi, meldende van den
praeposituren , dat sie nit mogen missbruket worden, achtet synodus
nochmals vor güdt und nödich , dat deputati syno. bij die hoge overicheit
anholden, dat sie ad pios usns angewendet worden.
9. Het elffte grav. des vorgangenen jahres synodi , het dantzen , spelen
und andere ungeregeltheit der kosteren vörsocht synodus nochmals, dat
sie by verlust hares dienstes hetselve nhalathen solen.
10. Synodus kent und resolvirt noch, dat die gravamina classium van
allen classibus ijn tidts an den ordt, dar synodus sal gecelebrirt worden ,
6 weken thovörne avergesunden worden, dar sie dan solen uthgeschreven
worden und ahn die andere classes alle overgesunden up der classen
kosten.
11. Synodus sal vornehmen, wat deputati synodi gehandelt hebben
die vicarie tho Oterdum belangende, nha vormelt des 2 gra. des vorgan-
genen jahres synodi.
12. Synodus achtet raetsam, dat noch die deputati syn. anholden bij
den gecommitterden der clöstergudcren (indien sie hetselve nit gedahn),
dat die schoelmeister tho Rottum, nu ijn armen und poveren standt sinde,
mith een behörlich underholt mag versien worden, welch die gemeinte
tho Rottum ock van synodo vörsocht hefft.
13. Is Johannes Papenbergitjs , schoelmeister ijn die Scheembde, er-
schenen und demodichlich vam synodo versocht, dat nhadem he in classe
Oldtampt geexaminert und geapprobirt ijs, hie van dem synodo gepro-
movirt mach worden. Hefft ehm synodus darüp bclavet, dat sie hem ein
vörschrivent ahn die gemeinte ijn die Scheembda vorlehnen wolden, vör
201
hem biddende dat sie liem ijn sin poveren standt die behulpliche handt
lehnen wollen, tweich geschehn ys. Vort sint alle classes vörmahnet
worden, dat sie siner ijm bosten gedencken wollen, twelche deputati
classiuin in synodo praesent wesende belavet hebben te döhn.
14. Synodus achtet noch vor güdt, dat die deputati synodi bij die
E. E. Gedeputerd. nochmalss versöken, dat die kosters imd schoelmeisters
tho Haren ijnt Gerecht, Eppingenhüsen und Dickshorn underholt ge-
nieten mogen, item dat Menckewehr mith eine kloeke weder mochte
versien worden, nha inholt des 4 grava. session. 8, praeteritae synodi.
Sessio tertia pomeridiana hora 2, 5 Maij.
15. Xa anropinge des namens Gottos hebben die E. E. hern Lambekt
HöRENKEws und die E. E. Hroix) Jenssma, alss gecommitterde van wegen
die Gedeputierden der stadt Groningen und Omblanden desem christlichen
synodo bij te wahnen, höre behörliche credentzbriefe vertönet, gelesen
sinde gudtgekandt, und ijs van D. praeside densulvigen h. bedancket
worden wegen hare güidtwillige erschininge, ende gebeden die sake der
kercken nha bester vermogen te beforderen, twelck sie angenhamen hebben.
Is vortgefaren die olden gravamina to persequiren.
16. Anghaende dat 5 grav. 9 sessio. meldende van die unbehörliche
combinatien, dat die mochten afFgeschaffet worden, findet synodus för
raetsam, dat die deputati synodi solches den E. E. hem des collegii
sollen remonstriren , indien hetselve niet gescheet is.
17. Bij desem upgemelten artic. ijs mentie gemaket van Haren ende
Nordtlaron, und wert dem synodo tho bedencken gegeven darin tho
remedieren.
Synodus resolv., dat ijdt dorch deputatos synod. bij die E. E. hem
versocht mag worden umb die vorgeschr. carspelen ein jeder mith einen
eigenen prediger te versehen, und dat har E. E. believenn wolle te
ordineren, dat ein ehrlich underholt darbi moge verschafFet worden, die-
wile beide carspelen populocs sint und van einen prediger nit bedienet
konen worden.
18. Die praepositüren belangende, nha den 6 gmvam. des vörigen
jahres geholdenen synodi sessionis 10, achtet synodus vor güedt, dat
den deputatis synodi mag uperlecht worden um einen gemeinen landss-
dagesresolutie up ehre deser saken halven overgegeven reqüest an to
holden, dat die j praepositüren in legitimum usum vel ad pios usus ange-
w^endet worden.
20.^
Volgents sint die nije offte deses jegenwordigen jahi-es
gravamina generalia ende spccialia vorgebracht und gelesen.
Generalia.
1 Gra. — Erstlich wordt geklaget, dat die kerckenordening deser
provincie van velen ingesethenen deser landtschop nit ijs geacceptiret
worden, dardorch den güde dingen verliindert unde nit ad felicem
finem kahnien.
Res. synod. , dat die deputati synodi wollen ernstlich anholden bij S.
Gnade und hern van Stadt und Lande umb die nu qn schwang ghaende
kerckenordening te approbiren, offte wat darinne desiderert wort, to
remedieren, darmith men ock ijn kercklicken saken eine gewisse regul
mach hebben, darnha sich ein ider moge richten.
2. — Offt nit nodich sij , dat men alle Sondage den Catechisraum pre-
dige effte up einen anderen dach ijn der weken, effte jo ten weinigesten
die vömemeste puncten des Catechismi dem gemeinen volcke vördrage.
Res. synod., dat men den Catechismum uppet allerflitigeste ijn allen
carspelen, daer ijdt jummer geschehn kahn, up den Sondagen eflFte yn
die weke sall predigen und den thohörern duitlich verdragen, effte ten
geringsten enige fragen darüth offte die hovetarticülen vörlesen vör effte
nha die predigt, nha gelegenheit der thohörer und carspels, damith die
luiden ijn warera geloven erbuwet und thor salichet gebracht worden.
3, — Die van Caelham hebben instendichlich dör ein requeste in synode
angeholden , dat sie mith einen eigenen prediger mochten versien worden.
Res. synodus, dat deputati synodi solen vornehmen van het underholt
bij die kercke, und ijndien het underholt nicht genöchsam waer, dat sie
bij die E. E. h. gecommitterd. um ein ehrlich underholt uppet flitigeste
wollen anholden.
4, — Offt niet behöre des H. avendtmael tweemael ten minsten ijnt jahr
ijn ein jeder carspel geholden te worden.
Res. syn., dat ijdt jo ten weinigesten twemael sall geholden worden
und den classes gebaden flitich darüp te letten, dat ijdt geschehe.
5. — Wert dem synodo to bedencken gegeven , wo men sich sal holden
unde dragen ijn lickpredigten jegen affgestorvene papistische personen,
dar hore nhageblevene solches van den predigern versöken.
Res. synodus, dat men sich ijn desen sall richten nha der kercken-
ordening imde gene lickpredigten doen, idt geschehe dan thot grothe
stichtinge, wen ydt van ein prediger begeret wertt.
6'. — Wort gedolert, dat noch nit ten vuilesten affgeschaffet ijs dat
203
unbehörlicke schenckent, blakerent unde schlahent, so by brüdegara und
brüidt geschehen, thom deele buthen und qn der kercken ante et post
copulationem , ock nit alleine bij vorgedachten personen, sondern ock up
Passchen, Pingstern, Meijavendt' und Johannis Midsommer und andere
dagen mehr, dat datselve gentzlich affgeschaffet mochte werden, mitz ock
dat die pachters under die praedicatien geen hörngelden offte anders
boren mogen.
Res. synod., dat die deputati synodi bij die E. E. h. instendicli an-
holden, dat haer E. E. wolle believen ura ahn alle redgiem und andere
deser provinciën övericheiden uth te schriven sie ernstlich te dhoen con-
stringeren, dat hirin met ernst mochte versien worden.
7. — Offt behoerlich sij, dat ein prediger die kinder dopen sall, wel-
chere olderen, Wedderdöpers sinde, daer van rechtswegen werden tho
constringert höre kinderen te lathen dopen , und tho deme nicht sie selvest
sonder dorch andere hare kinder ter dope schicken.
Res. synodus, dat men sie mag dopen, quia non tam spectanda im-
pietas et defectio proximorum parentum quam pietas et Mes remotiorum ,
cum secundum dictum apostoli sanctae radicis sancti sint rami. Deinde
magistratus etiam recte facit Anabaptistas cogens ad offerendum liberos
baptismo, cum enim illi tanqiiam fures negent ecclesiae jus suum, ehris-
tianus magistratus idipsum jure vindicet.
(S. — Wert dem synodo vörgedragen , offt het synodus f or güidt ansehe ,
dat men ungedöpede personen copuliren sall.
Res. synodus negativo. Nochtanss wen sie sich thor dope praesentiren ,
vermanet synodus die prediger, dat die dope met haer in gebörlicher
ordening geholden und sie ernstlich geexamineret sollen werden.
Und ijs by desen geklaget worden aver den pastor tho Oldenzijll, die
eine persone gedopet solde hebben sonder verweten des pastoris, dar die
persene waenachtich wehre. Vorclaret synodus noch, dat die pastor tho
Oldenziel ijn sinem sortirende classe tho rede sall gestellet worden, dar-
mith solche unordening affgeschaffet werde , dat die eigen prediger vorbij-
geghaen solde werden.
Sessio quarta antemerid. hora 7, 6 Maij.
Unde ijs nha anropinge des namens Gottes femer gehandelt, als folget.
.9. — Wert gefraget, offt die ledtmathen, ijn einem carspell wanende und
einen pastorem hebbende, niet solden geholden sin mith horen pastor te
communiceren.
Res. synodus, dat die pastoren imd classes, bij diewelche sie solden
204
communiceren willen, die ledematen sollen vormahnen bij haren eigenen
pastom te bliven umb gude ordening tho erholden.
10, — Wert dem synodo vorgestelt, offt nit alle bisamenkumsten der
Papisten und Menniten, so under einander schuilen, stridende tegens
die wahre gereformerde kercko und staet deser provincie, behoren vor-
baden und affgeschaffet te worden.
Res. synodus , dat den deputat synodi belastet wort up einen gemeinen
landessdach ahn to holden, dat liiiïn ter ehron Gottes, upbuw der christ-
lichen kercken und afFschaffing der falschen lehren mag gedaen worden.
//. — Wordt dem synodo noch to bedencken gegeven, dat gene copu-
lationes geschehn solen, so uth andern carspelen kamen, idtsij den die
personen, ordentüch ahn den orden, vandannen sie kahmen, proclamirt,
ock met güder attestation versehen und des pastoris ejus loei consent
hebben.
Res. synod., dat dith articul blive. Dewile averst D. BERNAra)üs Andreae,
pastor ijn Esingen, sich beklaget, dat Pawel Cüiper, ijn sinem karspel
waenhaftig, gecopuliert sq ahno vorherghaende proclamatie tho Esingen,
80 behoerlich was gescheen te sinde, so resolv. synodus, dat gemelter
pastor sall geholden sijn flitich tho erkundigen, ahn welchem orde, van
wat persene die copulatie geschehn, und den dem classi Süithormianae
an to dienen und darinne folgents te dohn nha behoren.
Sequuntur specialia.
1 Gra, spe, — Wert dem synodo tho erkennen gegeven van den olden
paep, in den Dam wonende, dem alleer stadt unde lande van wegen sin
wieken, segenen und andere godtlose grillen vorbaden, wo mith hem sij
to procediren.
Res. synodus, dat deput. syn. bij die gebörliche overicheit versöken,
dat die einmhael geschene vorbanninge moge van den E. E. hern main-
tenert und exeeutirt worden, wo intgelick ock mith die wickersche up
Caelham.
2, — Wert ock geklaget aver einen joden, ijn den Dam wanende, die
unbehoerlicke woker driven solle.
Res. synodus, dat men vor guidt ijnsehe, dat die christliche avericheit
vormahnet werde, dat sie uth liefde jegen haren underdahnen die joden
mith haren unbehorlichen wokerende wolden uth hare jurisdictien uth-
holden.
.9. — Van twe caspelen Sol wert und Marsum wort vörsonht, dat sie
mogen gecombineret worden.
205
Res. synodus, dat solclic combinatie moge geschehn, dewile het synodiis
vörsthaen, dat darvan ein pastor ehrlich kan loven, nnd wert deputatis
synodi uperlecht bij den collutoren dersul ven korcken an tho holden umb
hetsiilve te vüllenbringen.
4. — Wert aynodo vorgedragen enige beropinge des pastoris tho Slixüin ,
die bethhero vam classe nit snfflciant befunden wort, dardorch die kereken-
dienst ijn dieselvigo plaetzc mercklich wort verhindert, offt nit synodna
datselvige enigermathen köne remedieren.
Res. synodus, dat ijdt gestellet wordt ahn die E. E. h. Gedeput,
welche belovet hebben by die collatoren te verstaen, und ferner darin te
dohn achterfolgende die rcsolution, airede bij dem collegio genhamen.
Sessio quinta pomerid. hora 2, 6 May.
5. — Nha dem gebede hefft Joilvnnes Bkuints , schoeldiener tho Critzum
ijn Reiderlande, doer reqüest ahn den synodum lathen gelangen umb
einen prediger efte schoeldienst , bij mangel averst van dienn offt synodus
alssdenne wolle believen hem ein viaticum wegen sines armodes mede
tho delen. Darüp synodus van ehme testimonia vitae ac doctrinae gefor-
dert, welche hie vei-tönet, und sint dem synodo vorgelesen worden. Und
gene upsage darüp gefallen, hefft synodus resolvirt, dat men ehme eine
recommendationschrifft ahn den richter, pastor und gemeinte tho Bellin-
gewolde solde mededeelen umb hem mith een schoeldienst (indien mögelich)
to vorsehen, vorts ein viaticum tho vorehren, welch beides geschehn ijs.
6. — Sint die E. E. Pabe Buoersma und Heine Heines , medecollatoren
der kercken Saxum, erschenen, vorsocht ende begeret, datt Jacobus
Janicüli, tho Siixum prediger, mochte affgeschaffet und sine aldar
hebbende unförmliche beroping gecassiret worden, und sie thot einer
nijen electie eines predigers mochten treden.
Res. synod., dat ijdti) deser saken belangende sall vorbliven bij die
resolutie der E. E. hern Gedeput. genamen, wo articulo 4 sessio. 4 rede
gementionert , und dat sie einenn godtseligen prediger inwendich drie
weken nlia datum bavengemeldt solen heropen, bij versümenisse averst
van dien darvan sie den E. E. h. Gedeputerden (die ock alsden nha
gelegenheit der saeken hetselve belovet hebben te beforderen) reden te
geven angen hamen hebben. Item die E. E. h. gebeden umb Jacobum
Janicüli ehrlich vandar te verschaffen, mitz dat synodus versocht, die
collatoren wolle believen ehme nit affscheiden die upkumsten, so hem
nha die tidt liedden fallen konen, mith gude gunstige discretie willen
thokahmen lathen.
1) „ijdt" YY heeft „ijn".
206
7, — Is classis Dammonensis tho reden gestellet, dat sie drie junge
gesellen geexaraineret iind ad ministeriiim thogelathen, darup GEORGros
Pla(tus, pastor Danimonensis, sine vörantwording gedahn, meinende
darin nit gepeeciii: tho hebben, vermitz sie vam classe Franekerana ijn
dese provincie ahn die classes waren gerecommenderet. Damp hefft synodus
het classicale boeck classis Dammonensis gefordert, und darüth die acta
van dien vorgelesen worden. Und hefft synodus up datselve gra vamen,
anghaende dat geholdene examen in classe Dammonensi by dieselve drie
studenten uth die academia van Franeker angekamen verclaret, offtwol
synodus nit twivelt hetselve nit perfunctorie geschehn te sin, dan over-
mitz dieselve ahnkumpst vororsaket ijs geworden bij enige simülteit under
den hochgelerden hern professoren imd enige predigern der respective
dassen ijn Friesslandt, achtet synod. , dat die classis van den Dam sicli
solches examinis nit hedde behoret te underwinden, schoen sie van be-
kante güiden lüden gerecommendirt mochten sin, umb den classibus deser
provinciën geen verdencken an to halen, alssofft wi qn dese provincie
uns vor richters und voetholders van parteischop vorclaren wolden. Wert
uth desen die classis Dammonensis alssock alle anderen classes vör-
mahnet bij solchen vörfallenden casibus circumspectius te handelen.
8, — Wert dem synodo tho bedencken gegeven, offt die gemeinte ijn
den Dam wol gedahn hebbe , dat sie den gewesenen pastor tho Westerlee
Heiimannüm Christophori , derae van wegen sin unordentiich levendt die
stadt van Groningen vorbaden ijs, ad sacram synaxin hebbe thogelaten.
Darup Georgius Placius, pastor Dammonensis, bereding gedahn, dat sie
mith hem nha luit der kerckenordening geprocedirt hadden, und dat hie
vor die gemeinte ijn den Dam opentliche confessie van sine transgression
gedahn und betering sines levendes höchlich belavet, und thot noch tho
nit unstichteliches van ehme gesehn offt gehöret sij worden. Leth sich
synodus sodahne vörantwording gefallen, mitz dem classi injungerende
mith hem vortahn nha die kerckenordening te handelen, indien hie
wederumb thom predigerdienst solde begeren gepromovirt te worden.
Sessio 6 antemerid. hora 7, 7 May.
9, — Is nha gedahnen gebede van Petro Scepeutio, pastore in Wedde,
ein reqüest denende vör des salige Johannis Rengeui pastoris ijn Büirtange
nhagelatene wede we dem synodo vörtönet, versokende ein voerschrivent
ahn het classis van Utrecht umme Johannem Spinhoviüm darto te holden
und vermahnen, dat he vorschr. wedewen betalen und vomögen solle.
Welches synodus geaccordirt und ein schrivent darup vorferdigen lathen.
10, — Iss Henricus , koster tho Ziddeburen , erschenen imd van wegen
207
sines langdurigen advocirens ter i*eden gestelt, darüp he van die E. E.
hem Gedepiit. een accordatie, nm wedewen iind weisen te mogen bedienen
uthgebracht, vörtönet hefft. Darüp synodus classem Dammonensem vör-
raahnet hefft nha sin vörholdent van dien to inquireren, und darvan
informatie genharaen hebbende ahn die E. E. h. Gedepiitirden weder ijn
to bringende.
IL — Is erschenen Johannes Hajonts uth ReiderLande, und van synodo
ehrae thot ein schoeldienst te willen vörhelpen [vörsöcht] i). Is ehrae nha
sin lehre ende levendt gefraget. Hefft damp ein testimonium sines vör-
holdens avergelanget , dartegens nichtes upgebracht ijs , dan darbij bekent ,
dat he tho Munster und up andere suspecte plaetsen gestudiret hedde.
Damp synodus resolvirt , dat dera classi Oldampt , wjimnder ein schoel-
dienst vaciret, wordt injungirt densulven, wen he sich daer verfoget,
flitich tho examineren, offt he purus in religione ijs oder nit, und dan
darnha mith hem procediren, alss classis sall finden te behoren.
12. — Is Hexricus Meynardi up die vam synodo ahn hem gedahne
citation erschenen unde tho reden gestelt, offt he die sententz, so ijn
vergangenem synodo aver hem gegeven, genoichgedahn. Damp hefft he
bekent denselven noch nit achterfolget te hebben, begerde vörgiffniss
desselven, unde belavede dem synodo genoech te dohn und solches den
thokunftigen deputatis synodi tho vörtonen, darmith he ordentlich und
rechtmetig ijn dat predigampt mochte kahmen.
Res. synodus, dat he daran seer qüaelick gedaen, dat hie demselven
noch nit nhagekahmen sij und hefft ehne wegen sines mödtwilligen un-
gehorsams gestraffet. Dennoch sine deprecatie ende belofften ahnsehende,
leth jegenwordige synodus noch verbliven by des vörigen geholdenen
jahres synodi resolution, welche hie angenhamen hefft nha to kahmen,
sich ock fortan des kerckendienstes tho entholden beth thor tidt solches
geschee, und darvan den synodi deputatis genöchsame tucheniss vertönet
hebbe.
13, — Beklagen sich etzliche broderen, dat sie hare classicale ver-
ordente kosten niet krigen.
Res. synodus, dat se ijdt lathen vörbliven bij die resolutien, yn velen
synodis vor desen genhamen, dat die deputati synodi hetselve solen be-
forderen ter plaetzen, dar sie sollen güidtftnden te behoren, mitz dat
sie ock vor die predigers, ijn Westerwoldingerlandt wonende, hetselve
wollen bearbeiden.
1) „[vörsöcht]" aangevuld uit YY. Ontbreekt ook in ZZ.
208
14, — Is erschenen einer mith namen Marcus 1L\rsman, enich vor*
schrivendt mot sich bringende van den prediger van Altena, vorsóchte
thom kerckendienst gepromoveret tlio worden. Damp hefFt synodus van
ehme sine testiroonia vitae et doctrinae gefordert, die he vortönet und
vorlesen, und nichtes darwedder ijngebracht.
Res. synodus, dat ehme ein text injungert worde, wogescheen, nemptlich
Joh. 3: Sic Deus dilexit etc., und darvan ijn synodo te proponiren umb
also sine gaven te horen und alssden bether gerecommendiret te könen
worden.
15, — Is Martinüs Capelle, gewesene schoelmeister tho Fermsum,
erschenen und dörch ein reqüest und vorbidde van anderen thom kercken-
dienst geproraovirt und ijrgentswaer gerecommendert te worden upt
flitigeste angeholden.
Res. synod. , dat sie hetsiilve hem te verhelpen nha gelegenheit wolle dohn
16, — Entlich hefft die E. E. Hiddo Jensma angedenet, dat sine E. E.
dem synodo nit lenger bij wanen konde, sondem siner noedtwendigen ge-
schefften halven nha Groningen vorreisen moste, sich jegen die broder
bedancket und tho befordering deren in synodo geschlatenen dingen sinn
bestes te dohnde frundtlich belavet. Darup praeses geantwordet, dat die
broderen des synodi des gemelten hem tegen wart wol lenger gewünschet,
dennoch dat ijdt die gelegenheit nit liden konde, mosten sie thofreden
sij, deden sich tegen sine E. E. wegen der upgenhamenen moije und
van wegen des guden erbedens hochlich bedancken.
Sessio septima hora 2 pomerid. 7 Maij.
17, — Nha gedanem gebede is Wibe Giseberts, ijn den Dam wonende,
erscheenen den synodum tho berichten, off hie der synodi resolutie ijn
vergangen jahre genhamen genoichgedahn. Up het relat van Wibe vorsch.
vorclaret synodus, dat ho der ijn vergangen jahres synodi resolutie
nicht genoichgedahn, indeme he t waren die desertricem dorch des ma-
gistrats edict lathen ijneischen, averst herahamals ahne tho döhn der
avericheit privata authoritate sehr ergerlich mith hoer geaccordiret und
ijn die desertion selvest gewilliget, und derentwegen roalitiosam deser-
tionem, welche ehme vör sine gebörliche overicheit te demonstriren
uperlecht, genesweges bewisen kalin. Unde ys Wibe vorgesch. gefraget
worden, wol sodahne instrumentum repudii geschreven hedde. Hefft
geantwordet: Hinrick Eeck ijn Groningen, wahnende ijn Geistliche Ma-
gedestrate.
Res. synodus, datt solches van dem classe Groningana angedienet
moge worden dem magistratui alda tho eropenen.
20d
18, — Sint die E. E. Batenborger, vader und sohne, van Osterwitwertt
erschenen, begerden des synodi raet und hülpe, ummedat sie einen eigenenn
prediger mochten genieten , umdat sie \jn tidt van kranckheit und andersa
haren trost und bistandt mochten hebben. Up welchen christlichen versoeck
fraget synodus, ofFt sie die 50 grasen pastorienlandt ock konden freij
krigen. Seden darüp, dat die pastorienlanden frije landen wahren. Wonip
synodus vorklaret, dat so sie die landen mith de behusingen mitz ock
die 50 dallr, so sie praetendireden vörmals mechtig gewest te sin,
weddenimme mechtig te konen worden, also dat ein prediger bij hoer
leven konde, und dat synodus doer hare deputirden bij die provincie
anholden wollen, dat sie einen eigenen prediger solen bekahmen.
19, — Wert dera synodo to kennen gegeven, hoedat etzliche pastenen
unde kosterijebehusingen ijn Westerwoldingerlandt und heerlicheit Wedda
van den kerckfogeden nit underholden worden, vornemlich tho Wedde,
Vlachtwedde und Bleijham.
Res. synodus, dat deputati synodi solen by die gebörliche overicheit
aldaer bearbeiden, dat darin moge versehen worden.
20, — Offt men nit einhellich vörsoeken solle bij die E. E. h. Gedeput.
dat men jahrlicx ein genandt geit mochte erwarfen umb die biblioteca
bijnnen Q-röningen te vermehren thot behoefF ende gerifF der predigeren
der stadt Groningen ende Omblanden.
Res. synodus, dat deput. synodi hetselve wolle believen te bearbeiden.
21, — Is umgefraget, offt ock enige in classibus waren geexaminert,
die ijn dith verlopen jahr ijn diensten getreden wahren imd dem synodo
hare testimonia examinis exhiberen solden, darvan gehne schwaricheit
befunden. Wort derhalven vam synodo avermahls guet erkandt, dat men
hetselve noch jahrlicx unnalessig nhakahmen sall.
Sessio octava hora 7 antemerid. 8 Maij.
22, — Nha gedanem gebede ys geproponirt, so ein man twe fruwens
hedde, die erste wettlich und die ander unwettlich, offt die anderde
bj] vorstarff van die erste wettlich ijn den ehestandt sall konen ange-
nhamen worden.
Res. synodus negative, ne fiat continuatie adulterii.
23, — Sint deputati vorgangenen jahres synodi erschenen , har geprae-
sentirt relaet te döhn , wat sie by S. Gnade und E. E. h. Gedepüt. uthge-
richtet hadden, tgene haer vorgangen jaer vam synodo belastet, und
schrifftlich övergelefert , tgene by haer gedahn. Und darb\j vorgestellet ,
dat synodus ein kisteken mochte maken lathen, darinne alle acten, reso-
Aeta syn, pravinc, VIL 14
210
lutien und instrumenten, die deputati synodi jahrlicx van hare vorrich-
tingen weder ad synodum bringen, gelecht nnd vörwaret vörbliven.
Res., dat solch vorsöck güdt erkandt ^s.
24. — Is Jaoobub Janicüli, bethhero tho Saxum residirende qüestiose
prediger, erschenen mith een viUlmacht vant carspell und hefft van dam
synodo versocht gemaintenert te worden mogen, und die deputati synodi
jegenwordich ook sine persone thom deele gerecommendiret hebben.
Heflft dennoch synodus, betrachtende die reden van vorgaende sententie,
erachtet dat ijdt bij dieselffsde resolutie verbliven sole.
25. — Der deputerden synodi rapport gehöret hebbende qn verscheiden
vorgelesenen resolutien, van den E. E. hern Staten gepassiret, doeth der
synodus gemelten deputirden synodi hertlich bedancken.
26. — üth desen relaet der deputerden synodi vorstaen hebbende , dat
genochsame middelen tho Behem syn umb einen adjunct ald&r te konen
hebben, verclaret synodus, dat deputati synodi flitich darum anholden
sollen.
27. — Is wedderum erschenen Marcus Iüarssman Stadensis , und heift
eine predigt gedahn, gelick hem des dages thovöme injungirt was. Die-
welche predicatie dem synodo also behaget, dat synodus ene den elassibus
recommendiret , alssock den E. E. h. Gedeputerden , versökende dat hoer
E. E. hem nha besten vermogen behülplich sin wolden thot promotie.
Sessio 9 hora 2 pomerid. 8 Maijj.
28. — Nha gedahnem gebede is dem synodo tho bedencken gegeven,
oift sodane collatie van een praebende sall mogen up eemants levendt
geconferiret worden ahn emant plat tegens die kerckenordening , welche
certum numerum annorum determinert art. 58.
Res. synod., dat ijdt behöret te ghaen nha der kerckenordening, und
dat bij den E. E. hern (Jedeputirden angeholden mag worden, dat solche
collation geannihilert werde.
29. — Wert ijm synodo geklaget, dat tho Uithhusermeden b\jdem
schöldienst geen upkumsten sint, und die besolding des schoelmeisters
uth der kercken güderen möth genhamen werden , dar doch ahn der plaetze
eine sekere praebende ijs, dar ock cura animarum up fait, 115 grasen
groeth sinde, dat doch van dersul ven prebende sovele mochte genhamen
worden, darvan ein beqüam schoei meister sin underholt hebben mochte
thot wolfart des carspels.
Res. synodus, dat solchs behörlich, imd doer den deputat. synodi bg
die E. E. heren soUe versocht worden.
211
30. — Die bnsse Burmos anghaende hefft synodus noch widere darnha
vemhamen und vörsthaen, dat van sommigen eine BurrmoE occasie verbis
jocosis gegeven sij, van sommigen averst, die hie genr)raet hedde, ock
weinich blieken wederfahren sij, also dat he gantzlich dem synodo ver-
dachtig geworden niet richtig gehandelt te hebben. Desswegen vam synodo
gecensurirt und ehme yngesecht, dat hie henfemer synodum edder de-
putatos synodi niet bedienen sall.
31. — Is ijn synodo vor gtldt angesien, dat fortan nichtes sall gedrücket
worden, offt het sall erst in classe visitert worden nha vörmeldt der
kerckenordeni nge.
32. — Vemer sint deputati synodi dorch die raeisten stemmen gekoren :
D. Bernardus Theodorici, prediger in Groningen, D. Wolfoangüs Agriooia,
p. in Behem, D. Johannes Johannis, p. in Wagenborgen, D. Bartholomaeus
Byllerbeke, p. in WarfFhusen.
33. — Ordineret synodus den deputerden synodi, dat sie erster ge-
legenheit alss wesende nhaestkunfftigen Dingstdage aver achte dagen , sinde
den 19 Mai|j , b^ einander solen kahmen und die acta synodalia vomehmen,
umb in effect te bringen.
34. — Wert ock resolvirt, dat deputati syno. hemhamals alss nemptlich
den andern dach solen geholden sin in synodo te erschinen um van haer
handeling rapport te dohn.
35. — Entlich ijs censura morum geholden und (godtloff) niemant cen-
surirens nödich befunden.
36. — Naest desen hefft die E. E. Lambert Hörenkens den synodum
der gnade Gottes befahlen und elck und jeder thot- flitige wamehraing
sines ampts gfiidthertzlich vermahnet, und deren ijn synodo geschloten
dingen sin bestes tho dohnde frundtlich belovet, darüp die samptlichen
prediger sich ijegen sine E. E.- wegen der upgenhamenen moqte und van
wegen des güden erbedens höchlich bedancket.
Und hebben die ahnwesenden prediger deze samptlich undergeschreven
und also deser synodus mith dancksaging tho Godt leefflich geendigt
Actum 8 Maij aO 1612.
Christophorus Uchtemannus, minister ecclesiae Groningensis , synodi
praeses.
WuLFGANGüs Agricola , pastor in Bedüm, assessor.
HiDDO Lamberti Grothusanus, in Farmsum pastor, synodi scriba.
Wilhelmus Walraven, pastor in Nortdick.
EciBERTüs ELalbes, j. u. liceutiatus, senior ecclesiae Groningensis.
212
Theodorus Volckeri, pastor in Schiltwolda.
CoRNELius Reneman, pastoF in Crewertt
Reint Albebda.
Lucas Widemarius, pastor in Zerqp.
JoHAiTNES Egberti, pastOF tho Leermens.
Albertus GxTiLHEiJfl, pastoF in Medis.
Wilhelmus Johannis, pastOF in Huisinga.
Bartholomaeus Bullerbeke, pastOF te WaFfFhüisen.
Hesselus NiCAsn, pFodigeF tho ülröm.
Samüel Schmaltzius, pastoF in Wetzingen.
ROBERTUS WlPPCfGIUS, OCC.
Berjstardus Am)REAE, pastOF in Esingen.
ÖERARDus JoANNis, d. V. m. in NoFthorm.
JoHANNEs JoHANNis, WagonboFg. ecclesiastos.
Petrus Schepelitius, verbi divini ministoF in ecclesia Weddana.
Ada *) synodi provindalis, so voor den edlen
ufid ernf. heeren Gedeputeerden der stadt Gronin<fen
und Umlanden uthgeschreven und geliolden op den
3^ May des jaers 1613 binnen Groninghen^ in
bywesen der edlen Jioochwysen heeren Lambert
HooRNKENS und BocKO AuwMA, Gedeputeerde* , vant
collegio daertoe gecommitteert und deputeert.
Sessio prima hoFa 2 pomeridiana 3 Maij.
Is dese synodus van D. Wolffgango Agricxdla, pastOFen tho Behem,
als vooFgangenen synodi gewesenen assessoFe in absentia des vooFledenen
jacF pFaesidis D. Christophori üchtemanni, mit den gebede angevanghen.
ünd daoFop veFncFs poF communia suifFagia fFatFum in pFaesidem eligOFt
worden D. Cornelius Hillenius, pastoF tho GFoninghen, in assessoFem
D. Georgius Placius , pastoF in den Dam , in scribam D. Johannes Schro-
DERüs, pastOF tho Hooch ende LeeghkeFck.
VoFneFS syn de cFcdentzbrieven ovcFantwooFt und vooFgelesen s\jnde,
syn sij duchtich CFkent , ende synt navolgende pastoFen van den classibus
comparirt als:
1) De acta zijn nu vervolgens door een anderen schrijver gecopieerd, die niet
zoo nauwkeurig de eigenaardigheden van de speUing der woorden in de originele
acta heeft overgenomen.
213
classis Groningana: D. Corneuus Htllenius, pastor tho Groningen, D.
Ulricüs Bultenius, pastor tho Haren, den E. E. Geert Hoornekens
senior i) ;
classis Dammonensis : D. Georgius Placius, pastor in den Dam, D.
Cornelitjs Renemannus , pastor tot Crewerden , D. Heniucüs Banius , pastor
tot Helm;
classis Loppersumana : D. Joachimus Zooritjs, D. Johannes Egberti, D.
Lambertüs Henrici;
classis Middelstumana : D. Wolganqus Aqricola; D. Wesselus Rhoden,
D. Johannes Alberti;
classis Enerumana: D. Johannes Conradi, D. Samuel Schmalzius, D.
Adolphtjs von Besten;
classis Suidthorraiana : D. Johannes Schroderus , D. Johannes Schoonen-
BORCU, D. Gerhardus Johannes;
classis nijt Oldeampt: D. Gerhardus Asstjeri, D. Gerhardus Bockholt,
D. JusTiNus Havenbergius , absens.
1. Und ist voort censura monim geholden worden aver voorgenoembde
broederen und alle duchtich desen christlycken synodo bij te wonen
erkant, ock session vorgiint worden.
2. Volgende heeft synodus voor goet aengesien, dat D. Johannes
ScHRANCKENMULLER , pastoor van Scharmer , ende Philippus Schlaper , daer-
selbst schoolmeester, van allen misverstanden tusschen hun op tho heven
sollen citert worden.
3. Oock heeft s^modus nae voorlesinge der ehrw. heeren Roberti Wip-
piNGu pastoren tot Suydthorra clageschrift resolvert, dat beyde partyen,
al9 pastoor eensdeels, und Hendrick Louwens, Siger Gerrits und Rittze
Watten», gewesener schoolmeester anderdeels, mogen citert worden.
Synodi 2 sessio antemeridiana hora 8, 4 Maij.
1. Sqn post preces de acta praeteritae synodi voor de hant genomen
toe revideren.
2. Vermoge des 5 articuli in saecken Johannis Johannis, pastoren in
Wagenborgen, dewyle denselven syne wege intercession mit synen soone
de sake selbst voor den heeren te verrichten heeft voor de handt genomen
und an die provincie overgegeven, laet het synodus daerbij berusten.
3. Gravaminis 7 dat de Wedderdoopers der pastorielanden niet go-
1) „senior" YY heeft „senior ecclesiae Gröninganae".
214
bruijüken sullen, so is van den E. E. heeren Staten resolvert, dat na
verloop doses jaars hun de landen sullen opgesegt worden.
4. Ist resolvert vant synodo, dat de classes, so geene gravamina hebben
in to sendende, gelijckwel sullen sulckes an den dassen, daer synodus
sal geholden werden, berichten.
5. Gravaminis [16] l) angaende de onbehoorlycke combinatien resolvert
synodus, dat so eenige prediker onbehoorlycke combinationes hebben, sall
do classis solckes an de deputatos synodi remonstriren umb voorder den
E. E. heeren Staten te reiiionstreren.
6. Dewyle de gewesene deputati synodi haer ampt trouwelycken in
navolgenden articulen als 8, 12, 14, 16, 17, 18, und aver dat 3, 6,
imd 10 general gravamen, alsowel als over dat 18, 19, 20, 26, 28 und
29 special gravamen des voorgangenen jaers gearbeidet und den synodo
vertoont, daervoor sy hoochlyck bedancket worden, maer voor deser tijt
noch niet daerinne geeffectuert is, als werden wederom de nieuwen an-
tredene deputati synodi daermit belastet solckes voorder met vlyt te
achtervolghen.
Van den generalibus gravaminibus.
1. Van acceptation der kerkenordeninge wert solckes bet an der E. E.
heeren Staten ankunfft diiferert.
2. Wat anlangen doet dat 9 gravamen van toelaten 2) vremde commu-
nif^anten, heeft synodus voor goet angesien, dat die pastoor, welcken
vrembde communicanten uijt andren caspelen ankomen daermit tho com-
municeren, sall geholden syn de luyden tho vermanen, dat ze eerst een
schrifFtlyck bewys tot hem van haeren pastore brengen sollen, dat hy
se moge toelaten. ^
3. Sijn D. WoLFQANGus Agricola und D. Ulruus Bultenius u\jt raet
des synodi an de E. E. heeren Staten gesonden om te versoecken, dat
den E. E. heeren wollen gelieven haere committerden op den synodum
te senden.
4. Vermoge des 11 gravaminis in casu Pauwel Kuper, te Esingen
wonachtigh, copulert synde sonder voorgaende proclamation in s^nen
caspel, is solckes den pastoren tho Esingen te vernemen opgelegt,
welcker den classi genoechgedaen.
^) »ll^^l" AlduH vorbeteni naar de vorige acUi p. 201. Onze cod. en ZZ hebben
-) „toelaten" YY luHïft „toe te laten".
215
Specialia gravaoiina.
1. Nae inholt des 3 gravaminis wegen Marsum , so mit Sollwert com-
binert moge werden, daermit sy eynen egenen pastoren holden mogen,
wei*t classis Dameonensis authorisert nnd hiermit bevel gedaen, dat se
daerin doen zullen, und oif het nodigen bevonden, de deputatos synodi
daertoe trecken sullen.
2. Dewqle dat 7 gravamen dit jaer niet voorrichtet, wert noch den
classi Groninganae opgeleght datt thoe doende in casu Henricu EckI).
3. Yermoge des 21 gravaminis, dat examinati dem synodo testimonium
examinis exhiberen sullen, wert den pastoren tho Harckenstede, gewesenen
schoolmeester tho Noortbroeck onder den classi Damonense, alzo oock
D. JoHANNi UcHTEMAimo, kommcnde van Bremen und in classe Middel-
stumana sortierende, opgeleght, welchs geschien is.
In classe Suidthormiana D. Maiic-o Marsmanno, D. Melcuiori Balthasak
und D. LiTERoo Meintz, dat ze haere testimonia examinis in den synodum
bringen sullen.
Ist oock mit voor goet angesien , dat de pastoren , so uijt vremde landen
hier komen und aldaer examinert syn, glyckfals haere naemen, uyt wat
lande ende hoe sy hier gecommen synt, in tho brengende, gelijck aireede
van D. CoRNELio Hillenio, pastoor te Groningen, und Jacobo Jannigttli
und SrxTiNO Gei.lio gescheen is.
4. Idt laet sich oock synodus welgefallen, dat niemant sall plenarie
examinert worden, idtsy dan dat hij te voren eene gewisse beroepinge
ter plaetze hebbe, edoch dat een praeexamen vergunnet wert.
Sessio 3 pomeridiana hora 2, 4 Maij.
Sint in synodo erschenen uijt den naemen van den E. E. h. Gedepu-
teerden der stadt Groningen ende Ummelanden de E. E. Lambert Hoorn-
KENS ende Bocko Auwma2).
1. Post preces heeft D. JoAcraxnis Zoortüs, pastor tot Loppersum,
proponirt, ofF synodus kan voor goet ansien, dat einer uyt den caspel to
Berum sich mit syner gewesener za. huisfrouwen nichte mach vorehelijcken.
Res. synodus , dat op dezelvige vrage is geantwoort in synodo nationali
Middelburgensi in particularibus quaestionibus , quaest. 83, ludende als
volget : Offt raedtsaem , dat twee persoenen wesende oniskinderen ofF gelijcke
grad malcanderen trouwen mogen. Antwoort : neen , ten eersten om erger-
1) „Eek" YY heeft „Eeck"
2) Dit gf'hw^le art., eerst overgeslagen, is op den kant bijgeschreven.
216
nisse der kercken wille, die daeruijt ontsteit, 2. om der eerbaerheyt willen ,
3. uindat de frundtschap tot andren geslachten magh uqtgebreydet werden,
4. omdattet strqdet tegens gebruijck meest allen refonneerden kercken.
Verstaet derhalven synodus, dat de classis oder prediger des oerts,
daer de persoenen is, sall refugeren an den politicum magistratum.
2. D. Gerhardus Johannis, pastor tho Nordthorum, proponert, dat
twee vorehelichde personen, van hem ordentlycken gecopuliert, van
ander 1) geloopen syn, begeret raet, hoe hierinne moge remediert werden.
Res. synodus, dat solckes solange differert synde voor een particulier
exemplum in gravaminibus in causa matrimoniali referert werde.
3. Heeft D. Johannes Schoonenbebou ingebracht, dat eener mit nhamen
Abbe Ockens, wever tho Adwert, sich mit eener vrouwspersoon voor
etlicke jaeren ehelich verbonden, de persoon aver den man ante copula-
tionem malitiose verlaten ende daervan gelopen, daertegen h^ sich also
balde mit eener andren de novo verbunden, ock mit derseivigen enige
jaeren gelevet, kinderen getueget unde deselve tho beholden noch ge-
sinnet. Begeert de pastoor raet, hoe hy sich met der copulation ver-
holden moge.
Res. synodus , dat de verlopene persoone dorch een opentlijck mandaet
van der overicheyt moge citert werden ende, ingevalle sij niet werden
erschijnen, mit der copulatie tho vervaren, mitz dat de magistraet willen
verklaren, dat den man van den verlopenen persoone magh vrijgekent werden.
4. Heeft classis Middelstummana voorgestelt, oft niet synodus daerhen
moghto delibereren, dat de exercitia disputationum den classibus kennen
toegelaten werden.
Res. synodus, dat wegen desen geferlichen tijden disputationen niet
wel connen toegelaten werden. Ist aver voor goet angesien, dat men
an derselver plaetzen verordene, dat in een yeder classe van den pastoren
eene proposition uijt den Heydelberschen Catechismo ofte sunsten ex locis
s. scripturae magh gedaen werden, und de broederen mit hem fnmdtlyck
ende broederlij eken daervan conferiren und underreden. Idt sullen oock
de classes geholden syn in synode te remonstreren , wat hierinne gedaen is.
Sessie 4 antemeridiana hora 9, 5 Maij.
5. Syn op citatie des synodi erschenen den pastoor tho Scharmer Johan-
NES ScHHAJvcKEXMUiiLER uud Philippüs Sohlater, schoolmcester, clage und
antwoort van einen ijder angehoort, daemae dorch rypen raet des synodi
volgender gestalt geprocederet.
Ij „ander'' YY heeft „eenander".
217
Sessio 5 pomeridiana hora 2, 5 Maig.
6. Synodus heeft in der vrese Gk>de8 de swaricheden der saken so
in betrachtingh aller umbstenden wegen der groter oneenicheyt, so tus-
schen den pastoor ende schoolmeester te Scharmer geresen, init flijte
examinert ende daenn entlycken gesloten , dat men vooreerst den pastoor
ende schoolmeester sall vermanen, oft sij oock geneygt syn alle weder-
weerdigheijt , so an woorden unde wercken tusschen hunnen geduiret , by
to leggende ende sich mit einandren te versoenen. Welckes alzo voorge-
nomen, und alzo de versoenen i) daetlycken in effect gestellet
Folgendes wegen affleninge andere 2) misverstanden , tusschen den E. E.
Geert Claio)! und mehrgedachten pastoor erresen , is oock op intercession
des synodi eene christelycke reconciliatie versocht, vruchtbaerlyck int
werck gestellet ende erholden.
Daemae ist synodus ad decisivam sententiam getreden und daerhen
resolvert, dat der schoolmeester in synen denst beth op toecomstighen
Jacobi uijth christlycken midtl^den sal geduldet werden, unangesien
oft wel synodus genoechsame reden gehadt hadde hem incontinente synes
denstes te entsetten. Vorder is op intercession des E. E. Geert Clanten
wegen des meergedachten schoolmeester in betrachtingh s^ner daen^jt
befruchteden armoedt de iydt prolongert und tot op Michelis naegegeven ,
mitz dat den schoolmeester sick onderdes als tegen synen pastoren und
de gemene daersulfst sick verholden sall, dat geene clage over hem
moge gehoort werden ende mit allen vlqte daerhen arbeiden, dat hij
tot eenen andren schooldenst underdes moge promovert werden, sich
oock niet onderstaen noch tot Scharmer noch to Harkenstede enige
schole an te vangen, sonder de plaetze der schole daerselvest sonder
eenige molestie te verlaten. Sovere l^j hem overst also niet wert ver-
holden, sall classis sulcx den deputatis synodi anmelden, de vemer
mit hem procederen sullen. Heeft solckes den schoolmeester angenomen
te holden.
Den pastoor sal dit jaer persevereren in sijnen oflBtie , mitz dat hij hem
alzo drage, dat men hem wegen syner ontstichtinge niet beclagen conne,
waerop de classis Damonensis authorisert wort goede opsicht op synen
persoon ende denst te nemen. So nu classis bevindet goede stichtinge,
sal hij voortan continueren. So daerentegens dat contrarie bevonden wert ,
sall mit hem procedert, und de zake van de classe an den andren synodum
devolveret worden.
1) „versoenen" YY heeft „vöreöeningh".
2) „andere" YY heeft „aUer".
218
Sessio 6 antemeridiana hora 8^ 6 Maig.
7. Syn op citatie des synodi den eerwerdighen D. Robertüs Wippingius,
pastor tho Suythorum eensdeels,, und Hendrick Louwens, Siqer Gerribs
iind RiTZE Wattenb anderdeels, op dem synodo erschenen, und voorl)
den broederen des sqnodi haere ingebrachte clage und beswaerricheden
voorgestellet , vomemptlijck aver wegen des decreti synodi, dat men on-
gedooptte persoenen niet sal proclameren noch copuleren , eer ende bevoor
sij gedoopt sijn, in christelycker betrachtung daermit2) de kercke Godes
wederom in vrede ende eenigheyt commen mochte.
Heeft synodus voor goet aengesien , dat vooreerst beyde partyen mochten
reconciliert und versoenet worden, waertoe 8\j beyderéijts van herten
geneygt gewesen und also in den name Godes beidersyts broederlyck met
einandren versoenet sijn. Daemaer voor goet angesien, dat twee pastoren
uijt den classe de andere gemeynte met den pastoren oock versoenen
sullen. Het heeft oock den schoolmeester belovet bij de leere der refor-
mirten kereken bestendigh door Godes genade te volherden. Idt sal oock
denzelven persoenen per deputatos synodi schriftlijck toegestellet worden ,
mit wat gronde und argumenten dat decretum synodi saU reservirt blijven.
Verclaert oock synodus, dewyle dat decretum Godes woort conform und
in andren bynabuijrden provintyen kereken maintineret ende beholden
wert, dat men int geringste van denzelven niet zal afftreden noch eenige
veranderinge daerin vernemen, dennoch dat men volgendergestalt mit
zulcken ongedoopten persoenen sal procederen, naemtlyck dat ze ten
eersten door den pastor ettelycke male met rypen rade moegen onder-
wij set werden , 2. dat men den kerckenraet daerby neme , 3. dat de dope
publice und voor der gemeynte geschee.
Sessio 7 hora 2 pomeridiana 6 May.
8. Heeft den schoolmeester tot Farmsum Maktintjs Meuer om eenige
promotie thom karckendenst angelanght.
Synodus laet sich syn christelyck versoeck welgefallen und resol viert,
sooverre hij eene vocation tom kerckendienste bekommen werde, dat h^
sich des classis, daeronder hy sorteren wert, examini zal onderwerpen.
9. Syn D. Andreas Stratemajtnus ende JoHANifEs Schmaltzius erschenen
van wegen der weduwe tho Baffelt , so mit 8 kinderen besitten gebleven ,
und versocht, ofFter niet de combinatie van Andel^) int genadenjaer
blyven moge.
1) „voor", met andere hand ter verbetering geschreven boven het woord ^^van"
in onzen eod. YY heeft alleen „vör".
2) „daermit" YY heeft „dennoch".
^) „Andcl" naar YY. Onze cod. heeft „nadeel", in ZZ verbeterd tot „Nandiel".
219
Res. synodus, dat zy van der tyt aen, doen idt andere predigers be-
dienet hebben, soU de penninghen, totdat de beroepene persoone syne
Yoliencomene vocatie in classe moghen vertoonen, opheven moghen.
10. Heeft den E. E. heer Dodo Amsweer etlicke boecken den synodo
offerert ende daerop versocht, dat eenige mochten committert werden uijt
den synodo, die syne saken richtigh mogen innemen ende daemaer ver-
claringe doen.
Synodus heeft vooreerst hem hooch bedancket, daema voor goet ange-
sien, dat eenige gecommitteert werden, die hem mochten hooren, ende
wat ze van hem werden vernemen, den toecomstigen deputatos synodi
refereren, die daerinne wyder voorsien werden. S\jn daertoe bestemraet
D. WoLGANGTJS AoRiooLA ondo Georgius Placius.
Oravamina generalia.
1. Alzo de snyverheyt der leere in voorschedene plaetzen bestreden
wert und mit voordeckede nnd dubbelsinnigen woorden vorgestellet , wort
gevraget, off het niet geraden sq om allerleij bedrogh ende indringent
der vremder leeraer voor te kommen , dat eine gemene acta van onderteec-
keninge der Confessie und des Heydelberschen Catechismi, gelyck nu
rede in anderen provinciën wel angevanghen und gelucklick uijtgevoert
is, wat bundiger, vullencomener unde vaster gestellet ende opt nieuwe
by allen predigeren undergeschreven werde.
Res. synodus voor goet angesien, dat dry predigers uijt den synodo
sullen verordineert worden als D. Cornelïus Hillentos, D. WoTiOANOus
Agricola, D. Georgius Placitis, so uijt den acten der anderen provincialen
synoden eine formulam sullen instellen ende daerbij ende afFdoen, wat
noodigh sall bevonden worden, die van den classibus sal ondergess. werden.
Is derhalven dese formula ingestelt:
Wy ondergess., pastoren unde dienaren des godtlycken woordes, be-
hoorende onder den synodo der stadt Groningen ende Ommelanden,
verklaren ende betuijgen met desen onsen ondertekeninge in alle op-
rechticheyt ende einvoldigheijt sonder eenige ock niet de allerminste
dubbelsinnichey t , twyffelhafftiche\jt und heimlich verstant ende daerom
in goeder conscientie voor den Heeren onsen Godt, die de herten ende
nieren doorsiot und erkennet, dat wij met den herten gevoelen ende
geloven, mit den monde boliden und mit onse onderschrivinge uijtdnic-
kelijcken te verstaen geven, dat alle de artyculen ende leerstucken, die
in dese Nederlantsche Confessie oft belydinge in 37 articulen begrepen
und in desen christlicken He^jdelberschen Catechismo, die by de Neder-
lantsche Gereformeerde kercke eendrachtigh is aengenomen , zijn vervatet,
uijtgodruckot ende van aenfangh der reformatie eendrachtelyck sijn
220
bekent, verklaert ende u\jtgeleght worden alle tzamen, de meesten met
den minsten, in alles met Goddes h. woort overeinoommen und het fon-
dament der eniger leer der zalighe\jt in sich begrypen , gelijck wy oock
deselven in sodanigen opentlyeken verstaende daervoor eygentlijck holden
ende erkennen. Beloven derhalven heylighlyck , dat in deselvige leer ende
articulen opentlyck ende int besonder naer onsen vermoghen dorch Godes
genade sullen onderholden , leeren und voorstaen , ook dat wy niets anders
noch privatim noch publice sullen spreken, predigen noch schriven, dan
datgene met de bovengenoemde Bel^denisse ende Catechismo nae het
verstant der reformirten kercken van beginne aff tot nu toe overein-
stemmet, ende dat w\j oock daerhen alle leeringen oft dwalinghen, die
mit dezelve leerstucken niet overeinkomen ende daerentegen strijden,
oprechtelijcken verwerpen ende die truwlich sollen tegenstaen ende
soecken te weeren. Ende so wy tot eenighen tijden, daer uns Godt voor
wil behoeden , solden mogen crijgen eenigh bedincken oift gevoelen tegen
eenigh artickel oft leerstuck, in derselver Confessie ende Catechismo
begrepen, dat wy tzelve bedencken noch mit spreken, noch mit prediken,
noch mit schriften, noch opentlijck, noch heymelijck sullen voorstellen,
leeren, drijven noch voorbreyden, maer hetselve orden tlich ende volcomlyck
oft den classi oft den synodo sullen openbaren, ende ons alletijt in
desen het oordeel des classis oft des synodi gehoorsaemlycken sullen
onderwerpen, op pene als voor schuermakers gesensurert tho werden.
Ende indien tot eenigen tijden die classis ofte synodus solde mogen
goetvinden, omme de enigheyt imd suverheyt in leere te onderholden,
van ons te eyschen onse naerder verklaringe ofte gevoelen van eenigen
articul der vorss. leere, so beloven wy oock mit desen, dat wy daertoe
tot allen tijden sullen bereijt ende willigh wesen sonder eenige weijge-
ringe , op peine als boven. Wij beloven oock mitsdesen , dat wij ons zullen
onderwerpen ende onverbrekelycken onderholden de gebruyckelycke ordre
der kercken , so dezelve in synodis nationalibus und in kerckenordeningen
und particularibus synodis van dese provincie verordineret ende in dese
kercke underholden worden. Syn tevreden, dat indien wij hiertegen in
leere oft ordre uns sollen mogen commen te verloopen , dat wij by
oordeel des classis ofte des synodi van onse dienste na eysch der zaken
gesuspendeert oft gedeporteert sullen werden.
Aldus gedaen ende besloten op den provinciali synodo binnen Gronin-
ghen Saturnij den 8®" May anno 1613, ende tot een teycken der een-
drachtiger resolutie by ons allen ondertekent.
ünd is wyder besloten , dat een yder classis Confessionem Belgicam und
Catechismum thosamen sullen laten binden, de acten daerachterinschriven,
ende dat een yder prediger in elcken classe die ondertekenen sullen.
221
2. Oft niet noodigh sij, dat in den examinibus (gelyck als anno 1608
in synodo Dammonensi ses. 6 gra. 4 van den examinibus resolvert is
worden) wat naerder gelettet werde op de puncten der leere, die nu
insonderheyt werden tegenspreken, ende wel werde toegesien, dat de
kercke door twyfFelhafftige verklaringe niet bedroghen werde.
Synodus approbert solckes , mits dat een concept der strydigen puncten
der leere, daerop meest desselifsl) in den examinibus dienet gelettet te
werden, den classibus van D. Hii.lenio overandtwordet werde.
3. Oif niet dienl^ck is, dat eenige predigers werden bestemmet ende
belastet om de uijtgegevenen schriiften der partyen vlytiger door te sien
und de puncten van geschille, de argumenta advei'sariorum alsoock der-
selver exceptien op onse argumenta an te teekenen, daermit men den
bedruckeden gemeinten moge des te beter helpen ende oock tot allen tyden
bere\jt s\jn de waerheyt te verdedigen, so velichte de sake tot eenen
nationalem synodum solde moghen commen.
Wert van synodo geapprobert ende besloten, dat twee pastoren be-
stemmet werden, so de argumenta adversariorum sollen doorlesen, daervan
confereren ende daerhen arbeyden, dat den tegendeel darmit wedergestaen
werden. Syn daertho bestemmet D. Corneliüs Hiixenius, D. Wolfganous
Aqrioola. De anderen oock daertoe gedeputeerden der classen, alse uijt
de classe Damonensi Tobias SEüsmoius, ex Loppersumana Joachimüs
ZooBius, ex Enerumana Petrus Crusius, ex Suidthormiana Bernhardus
Ajndreae, uyt Oldeampte .Iohannes Loungius, dese sullen oock flytigh
naesoecken ende, so sy yetwes vinden werden, den 2 deputatis toe
Groninghen toesenden. Deselve sullen het dan ftjnrichtigh ineenbringen
ende in de classen oversenden.
Wert daerenboven verordent, dat een yegelyck pastoor in synen classe
oock vlijtighe nasoeckinge doen saU, ende so hij ^etwes desen saken
profytelick ervinden werden, haeren deputate classis mit te deelende.
Sessie 8 antemeridiana hora 6, 7 May.
1. Is SmocA Ottens, een schoolmeester uijt Oostfrieslandt , voor den
synodo erschenen, promotie tot eenen schooldenst versoeckende.
Ees. synodus , dat sich de classis deselve persoon willen laeten bevolen
syn ende hem alle bevorderinge ertegen.
2. Off niet ootmoediglyck van de E. E. hoeren Gedeputeerden der
Stadt und Ummelanden dienet versocht te werden, dat ze ehre alumnos
tot sodanige hoogeschole willen schicken, die niets suspect en syn, ende
1) „desselffs" ontbreekt in YY.
222
daer soo marckelyck peryckel niet is om me van de suverheit der leere
aifgevoeret te werden, ende off niet de olderen, die haere kinderen ad
studium theologiae ofte oock andere faculteiten hebben toegeegenet, mede
tot sulckx behooren vermaent ofte veiemeer door een opentlyck verbot
geconstringert te werden.
5. Res. , dat . sulcx vant synodo geapprobert werde , imd wert den
deputatis synodi opgelegt daerop nae noot te letten l).
Offt niet lofflijck ende hoochnoodigh is, dat overalle vlqtiger worde
gearbeydet, dat op het catechiziren und optreckent der jonger joeget in
de erkentenisse ende vnichte Godes beter gelettet, ende goede ordre
hetsij alle achte daghen ofte alle maenden oft alle veemdeel jaers deselve
door de pastoren te examineren, hetsy door andere bequame middlen
gestellet ende onderholden werden, ook dat de predigers, daer de Cate-
chismus niet wel kan verclaret worden , den Catechismum na der predige
dem volcke voorlesen, oft insonderheyt hare texte daema sclücken ende
beleiden, dat ze aUetyt eenige locum ex catechesi sullen voornemen.
Res. synodus, dat sulcx worde approbert und den schoolmeester opgelegt,
dat ze den Heydelberghschen Catechismum und den cleynen catechismum
des heeren ALDEGuimn de joeget sullen vlytigh voordraghen. De prediger
sollen oock na gelegentheyt alle maenden 2 2) in de schole gaen de kinder
te examineren.
Wert oock den predigem bevolen, dat ze mit aller bequaemheijt de
hovetstucken der leere des Catechismi vor oder na der predige de ge-
meinte vorclaren.
6. Oft niet nodigh und voor Godes kercke stichtelyck is , dat neerstelyck
ende voorsichtelijck door de visitatoren der kercken in eenen igegelycken
classe, volgende der resolutie der synoden anno 1603 in synod. Gron.
gra. 3 und anno 1608 in synodo Damonensi ses. 4 artic. 8, werde gelettet
op het comportament, levent ende ommeganck der kerckendieneren ende
op de gelegenheyt der kercken, alzo bekent wert, dat daerinne under-
w\jlen geene cleyne, sonder grote feylen op verscheydene wyse voorvallen.
Res. synodus, dat de general. visitatie sall angestellet ende door 2
deputatos synodi sall uijtgevoeret werden.
1) „Bes. — te letten" is in YY bij het vorige art. 2 gevoegd. Dit is waarschijnlijk
meer juist, want ook in onzen tekst begint bij „Offt" een nieuwe regel. Doch nu
staat ook in YY vóór het volgende het cijfer 5. Om welke reden hier twee artikels
nl. 3 en 4 zijn verplaatst tusschen art. 17 en 18 (zie p. 225) in onze codd. , is niet
duidelijk.
2; „2" YY heeft „edder twie".
223
7. Wert geclaget, dat gemeenlijcken de gravamina al tho generaliter
werden an den synodum gebracht sine expressa mentione loei, temporis
et personarum, daerher dan de executie und bevoorderinge derselvighen
des to swaerer .valt und derweghen noodigh is hierinne te vorsien.
Res. Heeft synodus voor goet angesien, dat het sall achtervolget werden.
8. Oft niet goetgevonden werde, dat jaerlycks 2 van den oudtsten
deputatis synodi gecontinuert werden juxta resolutionem synodi Gron.
anno 1G03 artic. 23.
Res. blyft by de voorige resolutie.
9. Off het sich betaeme den Mennisten te gevalle bugten der kercken ,
op den kerckhove oft anderswaer eenige eheluijden te copiüeren , die rait
der Wederdooperije besmittet syn, gelgck men secht, dat te Wthwijrda
sall geschien syn.
Bes. Synodus voorstaet, dat het niet behoore te geschien, ende dat sich
de sake te Wthwijrda also niet verhelden hebbe.
10. Oft niet noodigh eygentlichen te vernemen, off [die]i) toverijsche
tho Colham, de wickerpape und jode in den Dam, daer sovele bet her
is geclagt worden, nochmaels haer handtwerck drijven und van de
overicheyt geduldet werden, dewyle de E, E. h. Gedeputeerden hiervan
anders s|jn informeert worden.
Res. Dewljle de wickersche op den Colham noch j)lgft, is classi
Damonensi belastet by de respective overicheijt te arbeyden, dat ze
affgeschafft moge werden, in gevaUe nichts van ehmen mochten entholden
werden, den deputatis synodi solchs te referiren, die dan widers daerin
voorsien werden.
Insgelijcken versocht 2) classis Enerumana, dat de Wederdopersche
schoolmeester te Marschlach mochte afPgestellet werden.
Wert oock den classen belastet, so yemandt waere, die met sulcken
beswaret, dezelve tho vertekenen und den deputatis synodi tho referiren.
11. Oft nicht wijjder informatie van nooden, off het waer sy, dat in
classe Middelstumana eenen sekeren persene mit synen verstorvener
huijsf rouwen suster dochter van eenen prediger sy copulirt worden, om
de eere des ministerii to verdedigen.
Res. Wort voorstaen, dat het soude geschiet sgn uijt anvorderinge van
1) „die" aangevuld uit YY.
2) „versocht" YY hoeft „daget", en begint met „insgelijcken" een nieuw art,
zoodat dan vervolgens de nummers opschuiven.
224
de reddiger, und wert verclaert, dat het niet behoort te geschien, oock
classis belastet den pastoi*en daerinne te censureren.
12. Oif men niet behoore per deputatos classis Loppersinnanae an te
holden, dat Tesinge, wesende eene parochiale kercke, mit benen duchtigen
prediger voorsien werde.
Res. Wert den deputatis synodi opgeleght daerin te doene, dat het
gescheen moge.
13. Oflf niet de boeckdnickers geholden sgn alles , wat se dnicken , te
vooren van den deputatis synodi ofte anders by daertoe verordende
duchtige persoenen visiteren te laten, welckes niet geschiet.
Res. Wert den consistorio tho Groningen opgelegt by den magistrat an
te holdende, dat se daertoe ettelycke wille verordenen.
14. Dewgle het i) sich oock hen ende weder bevindet in deser pro-
vincie , dat mit veele pastorien , vicarien ende praebenden niet recht wert
omgegaen, ende den predigren niet alles, wat s^ wel behoorden daervan
te genieten, toegestelt werde ende daerher menichmaell niet alleene
onbehoorlyck combinatien mit grooter ergernissen moeten gemaket werden ,
sonder oock de Wederdoperen ende Papisten daerugt oorzake ende ge-
legentheyt nemen wijdt ende sgdt haeren erdom te verbreiden, vomem-
licken an den orten, daer de predigers niet wonnachtigh sqn, ofF niet
meer als noodigh z^ sulckes te remedieren, ende tot sulcken eijnde van
een yeder pastofrien, vicarien, praebenden, calende, ende hoe diesel vige
goederen eenen name hebben moghen, een oprichtige register den synode
in tho leveren ende datselve als een ligger in der synode kisten te ver-
wai*en , opdat men sovele mogelyck hierdoor niet alleene de pastorienlanden
ende goederen ad omnem posteritatem sarta tecta moegen conserveren,
sonder oock allen ergernissen ende inslicken der geistelycke wolfen des te
beter bejegenen ende weren , welverstaende nochtans daer de pastorien
niet sufficiant om eenen eygenen prediger te holden bevonden mochte
werden, dat men in sulcken valle mit goeder discretie sall moghen
handelen.
Res. synodus, dat sulckes den visitatoribus classium soll belastet werden
van een yder classe zulckes tho vernemen.
15. Angesien dat oock de diaconen alhier boven haer vermogen mit
onderholdinge der armen sowel uijt den ümblanden als uijth der stadt
selvest beswaert werden , so wert den synode tho bedencken heimgestellet ,
dorch wat middel ende wege solckes te remedieren, ende off het niet
1) „het" ontbreekt in YY.
226
goet solde s^n nomine synodi by der lantschap om eenigh subsi dium
tot onderholdt der armen lidtmaten der gemeinten alhier te erlangen,
oder overst de voorsienige te doen, dat een yder caspel syn egen armen
te mogen 1) onderholden.
Res. Wert den deputatis synodi opgeleght, dat se wollen letten op
den 60 artickel in der kerckenordeninge nnd denselven achtervolgen.
Daerbeneven wert oock den deputatis synodi opgelegt om an tho heldend e
op den lantdage om verbeteringe der armen uigth Stadt ende Lande.
16. Oft niet noodigh, dat men den ergerlicken strijdt ende onenicheyt,
so sich naer veler luiden seggen nu eenige jaeren herwaerts tusschen den
pastoor te Noortbroeck ende den caspeUuden solle verholden, door eenige
deputerten des synodi sich onderstaen wegh te nemen unde tho dempen.
Res. Wert an de visitatoren gestelt.
17. Endtlicken wert geclaegt, dat classis Damonensis geleek andere
classes in oversendinge haerer gravamina haer devoir niet gedaen hebben.
Res. Ist wechgenomen mit den voorgaenden resolutie ses. 2 articulen 4.
2. Ist erschenen Henricüs Meinardi, und een demoediges schrivent in-
gebracht, daermit hij einmael syner saken entschap gewinnen moge.
Res. dat classis mit hem sall underreden ende wegen synes examinis ten
bescheydensten handelen , mits dat hij tusschen anstaende Maendagh over
vier weken testimonium reconciliationis mit den ministerio Leovardiensi
inbringen sall.
3. Comparirt Jacobus Jannicüu , stellende ootmoedigh den synodo voor ,
off niet konde yetwes daerinne remediert worden, dat hem voor syne
bedieninge te Saexem mochte eenige penningen gevolget werden.
Res. sijnodus. Ist avermaels an de E. E. heren collatoren gewiset
[4] 2). D. Georgius Placius intercedert nomine classis, dat idtsiger
conrector Reinerus WoTiFtüs in den Damme, der ein expectant int 3 jaer
gewesen na Bleyham, voor einen prediger mogen promovert werden.
Res. sijnodus, dat hq soll werden recommandert an dassen int 01de-
ampt, mitz oock an den E. E. heeren drosten tho Wedde und der ge-
meynten in Bleijham^).
«
1) „te mogen" eveneens ZZ. In YY staat „miige".
2) „|4J" overgenoiuen uit YY.
3) Zie over «li^ze art. 2 , 8 en 4 de aant. op p. 222 Dat er een art. iu(»er is , doet
niet ter zake.
Acta »yn. provliic. VII. " 1J">
226
18. Wert geclaget, dat alsnoch de Wederdooperen mit haeren conven-
ticulen tho holden iramer voortvaren.
Res. synodus, dat men soll den E. E. heeren Gedeputeerden de reso-
lutie , 80 op den WerfF gegeven , insinueren ende begeeren , dat ze deselve
om te effectueren an de reddiger schicken.
Ingelycken begeert oock [dat] Oldeambt, dat solcx by borgermesteren
und raet Groningae moege versocht werden.
19. Dat oock de kerckvoechden daersulvest geene lidtmaten der ge-
meinten sijn, ende derwegen sulckes behoort gecorrigert te werden.
Res. Blgft bij voorgaender resolutie, ende dat classes selffs daerinne
sollen arbeyden, dat daerinne remediert werde, daernae dat ze solcke
questie aengaende desen punct den deputatis synodi solle specificeren,
so niet dat solckes den visitatoribus werde belastet de sake voor de handt
te nemen.
Wat belangen [doht] ^) de clage vant classe Oldeambt over de diaconos ,
so geene lidtmaten der gemene sijn, imd in der bedieninge den armen
lidmaten unwilligh sijn, res. synodus, dat solckes niet behoort te geschien,
ende eenen yederen prediger daerhen toe arbeyden, dat sulcx geschee
naer behooren.
Dewyle2) noch clage comt vant classe Oldeambt van wegen pastorij-
huijsen, so in Westerwoldingelandt woeste ligghen ende niet opgebouwet
werden, res. synodus, dat de deputati synodi bij den heeren daerinne
arbeiden sullen , dat ze moghen geholden werden de huisen op te bouwen.
20. D. Harmannus, pastor in Middelstum, versocht, dat hy moge sijne
vullencomene opcomst genieten, gelijck D. Nicasius gehadt, opdat hg
moge een goet onderholt tot sijn wijff ende cleene kinderkens hebben,
welckx hem ter tij t syner vacatien toegeseght is.
Remittert solchs synodus ad classem. Soverre classis hem niet kan
beforderen, sall het an de gedeputeerden synodi gelangt werden.
21. Classis versoeckt oock ernstlyck, dat daer paritas cereraoniarum
magh geholden werden, und het klockenludent des Soendagenavendes
alsoock het blakerent und de dooden in de kercken tho brengen, als in
classe Loppersumana ten Buer geschiet, moege affgeschaffet werden,
waerdorch vele prediger lasterreden moeten Igden , die solckes niet doen,
und hetwelcke ock species idololatriae is.
Res. synodus, dat een yeder prediger in synen classe by den reddiger
1) „[doht]" aangevuld uit YY.
2) „dewyle" hiervan maakt Y\' een afz. art. 21.
221
sall anholden, dat sulcke abusen affgeschafPet werden, iind paritas in caere-
raoniis moge onderholden werden. Wert de classi opgeleght den pastoor
ten Buer daerom to reden tho stellen, bq bevint der saken ernstlyck
tho censureren, dat hij den classi onrecht bericht gedaen.
22. Wert ock versocht, dat geene vastelavonts ende dergelijcke vaga-
bunden mogen henvemer loopen und afFgeschafPt werden.
Res. Wert overmalich den deputatis synodi opgeleght, dat ze vermoge
der vorige acta daerinne procederen.
23. Versocht het classis , dat de prediger tho Groninghen niet willen so
voortvaren int copuleren van Mennisten , so uijt het landt tot hen commen
sonder enige aflfcundigang op dat landt geschiet tho syne , gelyck Tiar(!ke
Peters dochter noch tho Usqiiert noch Tenallinge niet is affgekundiget.
Res. Sall hierop de licentiat afpgehoorti) werden, welcken oock ver-
claringe gedaen und angeholden, hoe hij sich vemer daerin verholden sall,
Res. synodus, dat offschoon de persoon ein tytlanck in de stadt gewoont
und sich aldaar wille copuleren laeten, dat ze gelyckwol sal in honorera
parentum sich aldaer proclameren laten, beth solange eene eheordeninge
gemaket werde.
24. Versocht oock het classis emstlijck, dat wickeren, waerseggen,
duvelsbanderen als in den Dam, Wirdum und Rijp mogen affgeschaffet
und tom lande uijtgebannet w^erden.
Res. Is voorhen hierop resolvert.
25. De caspelluijden van Menckwehr versoecken eene kloek, dewijlo
het eene provincikerck is.
Res. synodus. Classis magh sich sulckx laeten bevolen s^n.
26. De samptlicke classes versoecken, dat deselvige, welckere mit
vicarien und probenden providert sijn unde daerop studeren , dat deselvige
providerde studiosi den classibus loffwerdige testimonia van haeren pro-
fessoribus oder rectoribus jaerlicx inbrengen.
Res. Synodus vorklaert sulckes noodigh sij.
27. Dat synodus wil gelieven bij die provincie op den landage an tho
holden , dat de Mennisten , de voorstorven , op haere plaetzen als clooster-
landen geene Menisten mogen werden ingerumet.
Res. dat sulckes den deputatis synodi to achtervolgen werde opgeleght.
28. Dat de bouvallige kercke tho Rottum moge wederom reparirt werden.
Res. Synodus berustet bg vorige resolutie.
1) „affgehwrt" YY heeft „gehöret".
15*
228
29. Doleert classis Loppersumana , dat etlicke costeren iind schoolmeisteren
b|j haer inslijcken, ende invitis aut insciis pastoribus, van ettely eken col-
latoren werden ingestellet, daer dan geen geringe onheyl uijt ensteit.
Bes. Ist b^ den classis affgedaen.
Sessio 9 pomeridiana hora 2, 7 Ma^.
30. Claget classis, dat de resolutie des voorgangenen synodi Dammo-
nensis over het leste dehell des 6 gravaminis generalis, belangende het
boerent der horngelden under der predicatie, in geenerley wyse wert
naegekomen. Begeren hertlich, dat darinne moge voorsien werden.
Res. synodus, dat by de E. E. heeren vant college reraonstreret werde
daerin te voorsiende, gelijck oock dan lettenen also niet moghen onder
de predige geholden werden.
31. Off den deputati classis eenen te examineren sollen vollencomen
macht hebben reliquis absentibus.
Res. synodus , dat het examen in soniertyt by plenaria classe geschien
sall, den winter in casu necessitatis pro deputatos classis, adjunctis
duobus deputatis synodi.
32. Wert geclaegt, dat enige predigers sowel het synodal als classical
geit niet bekommen konnen.
Res. synodus, dat so eenigh mangel bij enige daerin voorvallen mochte,
dat ze solcx in specie by den h. hovetluyden versoecken solden.
De olde gravamina, die niet affgedaen werden, sullen by den heeren
deputeerden versocht werden.
33. Off niet classis Enerumana magh censurert werden, dat ze contra
decretum synodi einen geexaminert hebben, die noch geen beroepinge
gehadt. Hieruit enige misverstanden erresen tusschen classem Enenimanam
et Dammonensem , waerdoor een onheijl lichtelycken entstaen mochte. Heeft
synodus besloten, dat beyde classen sullen reconciliert werden.
Wat voorder anlangt de persoon Luerdi Menez , sall derselvige de novo
exarainert werden, mitz dat 2 uijt den classe Suidtliormiana , 2 ex Ene-
rumana ende 2 deputati synodi daerbij genomen werden, die sullen plaetz
en tydt daertoe bestemmen. Daernae sall hem de exces, so binnen Gro-
ningen beganghen, voorgeholden werden ende verner mit hem procedert
werden. Sijn daerenboven de classes broederlyck reconcilierl.
Sessio 10 hora 7, 8 Maij.
1. Versocht de pastoor te i) Suydtbroeck, dat hy gedronghen werde
lichpredigen tho doende.
Res. synodus, dat het blijve by vorige resolutie.
1) „te" naar YY eu ZZ. Ouzo cod. heeft „de".
229
2. Begeren samptliche classes, dat de kerckenordeninge moge weder
de novo gedrucket werden.
Res. synodiis, dat sulcx den deputatis synodi sall belastet worden.
3. Heeft D. Cornelius Hillentos, praeses, siju ingesteltes concept
wegen der formulae in onderschrivinghe der Confessie ende Heijdelberschen
Catechismi na luijt des eersten gravaminis generalis den synodo voorge-
lesen , daerop der broederen goede verklaringe begeert. Verclaert synodus ,
dat ze bereijt sijn sulcx alles nae onderschrinnge haerer namen nae te
komen, gelyck oock inderdaedt gedaen.
4. Beclaght sich overmaels D. Georgius PLAaus, dat hem hertzlick
bedroevet, sich tegen siücke bittere oplage in smaheschriften Klinck-
HAMERi aver hem sich nicht moge verdedighen. H^ achte, hem moge
enighe verkleeninge by syne gemeente daeruyth entstaen.
Synodus verstaet, dat zulcke bittere schriften sich niet betamen over
einen pastoren te schriven, sal derwegen Klinckhamerus darover scharp
censurert werden , hem oock vermanende sulckes niet meer te doende noch
enige uijtspringinge b^ der gemeinte sich vernemen te laeten. Daemae
sollen sy reconciliert werden.
5. Entlyck is Hexricus Meinardi weder erschenen ende [up] i) voor-
gebrachte petition resolutie gebeden.
Res. synodus, dat den classi wert naegegoven mit hem to onderhan-
delen, mitz dat hij tusschen den toecompstighen Maendage over 4 weken
sal inbringhen testimonium van Leuwerden, dat hy darmit reconciliert
sij mit der ministerio.
6. Heeft D. Cornelius HiLLEwros, praeses, dem synodo voorgestelt, alzo
hem was te handen gecomen van wegen D. Festo Hommio, prediger to
I/eyden, een zekere geschrift in sich hebbende een zekere handelinge
van naerder conferentie tusschen den predigren van onse kercke ende
dien van den Arminianen, geholden to Delft den 27 en 28 February
anno 1613, ten eynde hy dezelvige mit eenige andere predigers zoude
communiceren ende haer ordeel derselven 2) mit den samptlicken broederen
aldaer mededeelen, tzelve hadde uijtgestelt tot dese synodal vorgaderinge,
dewelcke seer naby was aenstaende , om tselve alsnu den synodo , dewyle
der zaken kenisse tot dem synodo eygentlick behoorde, voor te stellen
ende daerop haer gevoelent ende goetduncken te verklaren. Is derhalven
van hem tzelve schrift der voorgaderinge voorgeholden ende voorgelesen ,
^) )?h'pj" «aiigtiviild uit YY.
-) „derselvon" Y'Y heoft „oover deiiaelven".
230
•
waeruijti) dan is bevonden, dat de drij broeders D. Johannes Bogardus,
D. JouANNEs Becius und D. Festüs Hommius allen voor hare persoenen,
sonder eenige praejiidicium der gemeinen kercken, ende mit expres bedinge
van het advys und voorwetenschap und cïonsent derzelven kercken op haere
handelinge te verzoecken willende handelen, aen den drijen ujjt den Re-
monstranten off Arminianen schrifftlyck hebben versocht , dat ze haer over
dese articulen2): 1. van de vollnoomen voldoeninge onsers zalighmakers
Jesu Christi voor onse sonden , 2. van rechtveerdichmakinge des menschen
voor Godt, 3. van het zalighmakende gelove, 4. van erffzonde, 5. van
zekerheyt der zaligheijt, 6. van volmachticheijt des menschen in desen
levende, item |7] van natujjr ende eggentschap Godes, [8] van de heylige
Drijvuldicheyt, [9] van [de] eeuwige godthe|jt unsers heeren Jesu Christi ,
rondelick ende schriiftlick met ondertekeninge van haere namen ende de
namen van de andere Remonstranten willen verklaren, off sij in dezelve
enerleij gevoelen hebben mit de gereformeerde kercken volgents den
Catechismum ende Confessie, und de tegenleere verwerpen, geleek onse
broeders D. Boüardus, D. Becius en D. Festüs vonioempt mit onderteke-
ninge liaerer naemen door tegenstellinge van suijvere ende valsche leere
hadden gedaen mit beloften , so de Remonstranten over de articulen haer
rondelijck wilden verclaren und den kercken vorsekeringe doen , dat ze in
denselven gesondt syn, dat sy by de kercke willen aenholden, dat een
zeker concept und formulier gestelt zolde werden, waernaer dezelven
Arminianen in [de] vijff articulen van de conferentie, in den Hage ge-
holden, getollerert zoUen werden, so do kercken in tzelve sullen tevreden
syn. Over welcke verklaringe op de gemelte articulen, als de Remon-
stranten off Arminianen swaricheyt hebben gemaeckt, willende den aen-
fangh doen van anderen articulen der conferentie ende begeren te weten,
off sy ten aensien denselven geduldet connen werden, gelijck sij de
kercken in haeren gevoelen begeren te dulden, is de zake gebleven by
de voorgenoemde praesentatie.
De erw. synodus dan op hetselve schrift ende handelinge neerstichlijck
lettende verklaren, dat de broederen D. Becius ende andere seer wel
voorsichtichlijcken en getrouwelycken hebben geantwoort, den Arminianen
de ses off neghen articulen om haer verstant te vernemen voorholdende,
haerluiden daervoor niet alleene bedanckende sunder oock wunschende,
dat daer eygentlick werde geinsistert. Doch wat de tollerantie en tfor-
mulir desselven aengaet, so sij Remonstranten schriftlyck begeren te
1) „waeruijt" ontbreekt in YY. In onzen cod. is doorgeëtreept „Nadem is".
■-) Hierhij lieeft YY het randschrift: „Articuli eontroversi inter ortliodoxos et
KeiuniiBtranteH sen ArnünianoH simt in universum novcm 1, 2, 3, 4, 5, G, 7, 8, 9".
231
antwoorden, achtet der synodus geensins geraden, dew^le sodanige leere
niet can gedraghen noch sodanige getoUerert werden, dat oock sodanige
tollerantie niet zolde connen ingegaen werden sonder naedeel der waer-
heyt ende voortgaentl) praejudicio der kercken, die mede in sodanige
formuliren gerichtet solden w-erden. Ende sall den D. praeses tzelve advijs
den broederen in Hollandt oversehriven.
Is censura monim geholden ende godtlofF niemandt straifbaer bevonden.
ünd hebben de anwesende predigers samtlycken dieses ondergeschreven
ende alzo dese synodus mit dancksegginge tot Godt loffelyck2) geendigt.
Verordente deputati synodi sin: D. Cornelius Hili.eniu8, D. Woloangus
AoRiooLA, D. Gerhardüs Asueri, D. Samüel Schmaltzius.
Nomina pastorum.
CoRNELius HiLLENius, m. Jcsu Christi in ecclesia Groningana, praeses
synodi.
Georgius Plactus, pastor Dammonensis.
JoHANNEs ScHRODERUS, pastor tho Hooch en Leechkerck.
C. HoERNKENsS), sonior.
ÜLRicüs BuLTENiüB, minister in Haren subscr.
CoRNELros Reiïeman, pred. in Crewert.
Henrïcüs Banius, prediger tho Hellem.
JoACHiMüs ZoRiuB, prediger to Loppersum.
JoHANXES Egbertï, prcdigcr in Leerraens.
Lambertus HENRicmES Groningensis , prediger in Post en Wittwienim.
Samuel ScHMALzms, pastoor in Wetsinge.
Adolphus Besten, pastoor in Whee.
Johannes CoNRADi, pastoor in Eneriim.
Gerhardus AssuFJii, pastoor Suydtbroeck.
Gerhardus Bocholt4), pastoor in Beertha.
Johannes Alberti, pastoor in Nortwolt.
Wesselus Rhoede, pastoor in Cantes.
Woujaxgus Agricola, pastoor in Bedum.
Johannes Schonenborch , ecclesiastes in Aduwert.
Gerardüs Johannkj, d. v. m. in Northornim.
1) „voortgaent" YY heeft „vörghande".
2) „loffelyck" YY heeft „lieffelijcken".
3) „C. Hoernkens" YY heeft „G. Iloorenken*».
4) „Bochoh" YY hoeft „Boeckholt".
232
Acta synodi provincialis, vcm den edlen und
erenvesten Jieeren Gedeputeerden der stadt Groninghen
unde Ommelanden uuthgeschreven unde geholden op
den 16^^ May anno 1614 deses jaers binnen Ap-
pingadam^ in hywesen der edlen hoochwysen heer en
WiLHEM Barnda unde Edzardt Rengers^ gede-
puteerden vant collegio dartho gecommittert unde
deputeert.
Sessio prima hora 3 pomeridiana 16 Mag.
Is dese synodus van D. Corxelio Hillenio , pastom binnen Groninghen ,
alse voorganghen synodi praeside, mit den gebede angevanghen.
Unde sint daerop de credentzbrieven voorgelesen worden unde censura
monim geholden. Unde is bevonden, dat op navolgende persoenen, a
classibus gesonden , niet is te praetenderen. Werden derhalven van tegen-
woordighen synode voor duchtich unde bequaem angenomen, als:
classis Oroningana: D. Corneltüs HiLLEimis, de edle unde ernveste
Regnerus Albarda, alse olderlinck der gemeinte te Groninghen;
classis Dammonensis : D. Georgius Placius, D. Johannes Schrancken-
MOLLERus, D. Johannes Laxtenius;
classis Loppersnmana : D. Joachimus Zorius, D. Wu^helmus Walrave,
D. Johannes Stoverius;
classis Middelstumana : D. Albertus Wilhelmi, D. Wesselus Rhodiüs,
D. Hermanus Dreckius;
classis Enerumana : D. Bartholomaeus Billerbeke , D. Hesselus Nicasixjs ,
D. Johannes Smaltzitts;
classis Suithorumana : D. Johannes Schroderus , D. Bernardüs Andreae ,
D. Johannes Schonenbergixts ;
uuth Oldeampt: D. Gerhardus Assuer^), D. Justinus BL^venbergius ,
D. Rembertus Gtorgh.
Is daerna per communia fratnim suffragia in praesidein eligeret worden
D. Georüiüs Placius, pastor in den Dam, D. Corneliüs Hu^lenius, pastor
in Groninghen , in assessorem , D. Bernardus Andreae , pastor te Esingen ,
in scribam.
Classis Dammonensis is vormanet geweest, hoedat sg al te rijpelyck
gehandelt, indeme sij D. Johannem Scuranckenmollerium in Scharraer,
noch staende sub censiuu, in deputatum ad synodum eligeret hebben.
1) „Assuer" YY heeft „Assweri".
233
Res. synodus, dat sulckes van niemandt in volgenden tyden meer
geschien zal.
Sessio 2 antemeridiana hora 7, 17 Maq.
Fusis precibus ad Deum sindt de acta praeteritae synodi voorgenomen
te revideren.
Quod ad articulum quintum so hebben de domini deputati synodi haer
rapport gedaen van den combinationibus, imde is bevonden nootwendigh
te letten op dese navolgende puncten.
1. Wert in bedencken genomen , oft niet te raden sq , dat Lehrmissen
unde Enum moghen met eenen eighen prediger vorsorget worden , alsmede
van de combinatie van Osterwidwert, Ghamolsweer unde Breda.
Res. synodus, dat de deputati synodi sollen sick an voorgeschreven
plaetsen verfoeghen omme aldaer informatie te nemen, oft boven i) ver-
soeck konne geschien, unde dan wyders daervan den £. E. heeren
Deputeerden behoorlyck te adverteren.
2. De combinationes in classe Enenimana, also oock ingelijcken in
Fredewolde, onder dem classis van Suijthorrum sorterende, zullen van
den deputatis sinodi besichtiget worden, unde so befunden wort, dat
een yeder caspel behoret eenen eygen pastoor tho hebben und die averst
mit genoeghsame middelen niet voorsien, sullen de deputati synodi b^
de provincie anholden, dat de caspelen mogen middelen bekommen tot
onderholdinge eynes eygen predigers. So niet, sullen de conbinationes
bliven, alsse voorlengest gewesen, totdat vorbeteringe geschiet. Oock
sullen de deputati synodi toecomstich cum reverentia hiervan den E. E.
heeren Deputeerden andienen.
3. Den classis van Enerum wert van den synodo opgeleght, dat ze
sullen informatie nemen, oft de Wederdooper Claes Jansen, schoolmeester
tho Marschlach, daer noch steyt, und oft hy oock versoeckt omme een
ander plaets te bedienen. Ende sullen sy daervan den deputatis synodi
een bericht doen.
4. Angaende de resolutie, genomen bg de E. E. heeren Deputeerden
van den Wedderdoperischen exercitiis, is wel gescheet, maer wert van
de Wederdooperen niet geachtet. Wert derweghen nochmaels den deputatis
synodi opgeleght bij de E. E. heeren Deputeerden an te holden , dat den
Wedordooperen hiervan inhibitie moge geschien.
5. De domini deputati synodi praeteriti anni hebben op navolgende
1) „l)oveu" YY heeft „boovengeschreven".
234
gravaoiina vlitich gelettet, als 8, 12, 14, 16, 17, 18, unde over dat 3,
6 ende 10 generael gravamen alzowel als over dat 18, 19, 20, 26, 28,
unde de generalia by de provincie gereinonstreret , de specialia overat an
de E. E. heereri Deputeerden der stadt Groninghen ende Ummelanden,
welckere oock den synodo sint voorgelesen worden. De generalia sindt
noch niet afPgehandelt , met twee uuth den specialibus gravaminibus ,
die oock den broederen bekent syn gemaect. Dancket derwegen het
synodus den deputatis synodi wegen haeres groeten yvere unde trouwen
dienstes.
Sessie tertia pomeridiana hora 2, 17 Maij.
Specialia gravamina.
1. Post preces articulus primus van Marsum. Ende dewijle Solwert
mit eenen prediger is voorsien, wordt den classi Dammonensi bevolen
op Marsum tho letten, dat datzelvige ock moghe bedienet worden. Ende
so het classis deputatonim synodi adsistentie begeret, sal haar solckes
niet geweigert worden , welckere deputati synodi idt voorder an de E. E.
heeren Gedeputeerden werden gelanghen laeten.
2. Den 3 articulum antref¥ende sindt bevonden , dat in voorgangen jaer
dese mannen ingecomen sijn:
Ex classe Groningensi D. Martinus Meierüs, bonis testimoniis instructus,
is angenomen tom prediker in Westerbroeck.
Ex classe Dammonensi D. Regnertjh Wulffius, sufficientibus testimoniis
ornatus et habito cum ipso examine, tom prediker gesettet in Solwert,
welckes testimonium in synodo is voorgelesen ende voor goet erkent.
Hermannus Christophori sal van weghen synen schandel^cken daden,
in dien hij Godt ten hoochsten vertoornt ende de viande Christi lastterende
gemaket, genessins ad ministerium toegelaten worden, sal oock in der
stadt Groninghen ende Ummelanden in dienste niet konnen tollerert worden ,
sal sick oock der kercken, so he groffelijck ende swaerlyck laederet, mit
bekentenisse syner excessen versoenen, ehr ende bevoor hij ad sacram
coenam sal connen thogelaten worden. Sal daernae van synodo an hem
unde an de gemeente te Juckquaert geschreven worden, dat se hem geene
vocation zullen geven noch voor eenen kerckendener accepteren. Oock
heeft het synodus deputatis synodi injungeret, dat ze bq de E. E. jonker
Baltazar Ripperda anhalden sullen, dat Harmanus Christophori van s.
edelheyt niet moge mainteneret werden, maer syne edelheijt woUe be-
lieven den loffelycken ende christelycken synodo in desser behoorlycken
saken tho favoriseren ende haer versoeck tho accorderen. Imvalle sulckes
niet worde geschien, sullen de deputati synodi idt remonstreren an de
235
E. E. heeren Deputeerden der Stadt ende Unimelanden. Idt i) is oock dat
classis Dammonensis emstelijcken daeromme censureret worden, dat ze
sick so w^dt mit Harmanno Christophori ingelaten, te weten so hij eine
vocation van Jiickquaert conde vertoonen, dat so dan naerder in de zake
wollen handelen, unde dat ze in anfange de saecke niet hebben geleght
in communicationem mit den deputatis synodi. ünd wort het classis wol
emstlqck vormanet, dat ze sick hen voorder wel vorsien zullen, updat
snlck verloop van hun niet meer moghe geschien.
Ex classe Loppersumana D. Harmannüs Sebastiani, kommende van
Siddebuer, voorsien met eenen goeden testimonio a classe Dammonensi,
is tho Garmerwolde voor eenen prediger angenomen worden.
Ex classe Enerumana D. Bernardub SAorrrAKnis, vorsorget synde mit
eene goede testimonio, a D. Sibrando Lübberti hem medegedeelet, is in
de Andeel tom predighampt promoveret worden.
Ex classe Suidhonimana D. Marctus Marsmannüs, mit genoechsaem testi-
moniis vercieret. Syn testimonium examinis, so verleden anno 1613 in
synodo behoorde vertoont te worden, is nu in tegenwoordighen synodo
ingebraght unde voor goet erkent, unde tho Wierum tom karckendenst
beholpen worden.
D. Everardtjs Faixiktüs, mit genoeghsame testimoniis van den professoren
tho Franiker versien. Syn testimonium examinis is in synodo vertoonet,
unde to Oldehove ende Nqenhove voor eenen predigher confirraeret.
D. LuARDus Meintzius, den deputatis synodi hebbende genoechgedaen ,
is op Lutkegast voor eenen predigher admitteret worden.
D. Martini Capelle testimonium is in synodo niet vertonet worden.
Wert nochmaels hem van synodo operleght solck testimonium deputatis
synodi to exhiberen.
De wij Ie veele claghten^) van Melchior Balthazaris, pasteer int Tolbert,
excessen ingebracht worden, res. synodus, dat in Melchioris Balthazaris
saken sal niet gehandelt worden ofFte in bywesende der deputatorum synodi.
Idt wert oock allen broederen der classium, so van zijne excessen weten,
bevolen, dat ze datjenige, so ehnen van Melcuiore Balth^vzaris saecken
bekent , sollen an de deputatos synodi unde an het dassen van Suidthorrum
schriftlyck inbrenghen. Wort oock den deputatis synodi hiermede unde
den classi Suidthoromanae genoechsaem authoriteit gegeven in syner zaken
behoorlyck tho procederen tot een deportament van syn dienst , indien het
alzo raochte bevonden worden.
üuth '^) Oldeampt Udo van DoESBoitcH , mit genoechsaeme testimoniis van
1) „uit" oiithret-kl in YY.
'^) „ciagiiten" ()ntl)rei*kt in YY.
'-') „uutli" YY liet'ft „uth hol."
236
coetu Embdano unde init andren testimoniis vei'sorget, is tho Finserwolde
thom kerckendienste bevordert worden.
D. Gerhardüb LoLmoiüs is geexamineert in predicta classe unde be-
quaem bevonden voor eynen prediger tho Wagenborch. Unde overmitz syn
testimonium examinis in synodo niet is vertonet, zal hy noch geholden
s^n datzelvighe den deputatis synodi te insinueren.
D. Daioel Hülsbüsch, gewesen schoolmeester tho Zeerijp, mit eenen
goeden testimonio vorsien a classe Loppersumana unde int classe van 01-
deampt examineret , is tot Oostwolt tot een predigher gestelt. Syn testimo-
nium examinis sal noch den deputatis synodi vertoonet worden.
D. JoHANNES Wynkenius, mit genoechsaem testimonio van D. Mahtino
voorsien, is in suprascripta classe examineert unde te Borchsweer to
eenen prediger introduoeret. Sal oock geholden syn syn testimonium exa-
minis noch den deputatis synodi tho vorthoonen.
Sessio quarta antemeridiana hora 8, 18 Maij.
Invocato nominis divini auxilio, dewyle RurzE Wattens, gewesene school-
meester tho Sugdthorrum heeft angelovet im synodo b|j den waeren
reformeerden kercken bestendigh an syn einde toe tho vorharren ende
averst sick nu anders ansien laet, res. synodus, dat de classis Suidthor-
rumana sal geholden syn hem emstlqck daeromme tho reden tho stellen
unde tho voormanen. Imfalle hij de vormaninge niet annempt, sal idt
classis voortan mit hora behoorlyck kerckelyck l) procederen unde voortvaren.
Gravamina generalia.
1. De primo gravamine van ondertekeninge novae formulae , uthgedruckt
in dezelve acte, is van eenighe airede geschien, alze van classe Dammo-
nensi unde classe Loppersumana. ünde de ander dassen , so idt noch niet
gedaen , hebben einhellich angelovet deselvige tho un derteken , unde werden
beneifens dessen van dem synodo emstlick vormanet datsulvighe mit den
spoedighsten tho effectueren.
2. Gravamen secundum repetitum et prelectum ex actis synodalibus
anni elapsi 1613, dat de articulen, op welcker man in examinibus letten
zal, sint in synodo voorgestel let, imde sollen de anwesende deputati , van
een gederen classe gesonden, daervan copiam nemen unde haeren classibus
overgeven.
3. Terliura gravamen, anlangende to colligeren de argumenta adver-
sariorum Arminianorum, unde daertegens in tho bringhen argumenta ortho-
doxa reformatae ecclesiae usitata et in sacris literis confirmata, refutantia
1) „kerckelyck" ontbreekt in YY.
237
fitipradicta argumenta Arminianorum, is van eenighe, alse van classe
Loppesumana iinde van D. Wolffgango Agmoola weghen des classis tho
Middelstum praesteret worden. Unde werden nochmaels de broeders, daertoe
depnteret synde unde noch nichtes uutgerichtet , vormanet, dat ze willen
achtervolgen, gelijck in articnlo tertio vorige jaeres synodi besloten, noch-
maels welverstaende dat een ijeder classis van synodo vormanet wert, dat
ze op sulcke wij se moghen gedencken, woe den acto synodali am bequaem-
sten moghe genoech geschien.
4. 5. Quod ad cathechesin Aldeqondh, vormanet de sijnodus fratres
sing^ularum classium, dat ze daerhen arbeiden sollen, dat dezelvighe
catechismus Aldegondh moge de novo wedder gedrucket unde opgeleght
worden, unde dat een geder pastoor in syner gemeene daen^m enige
exemplaria sick zal compareren , unde in derzelvighen beide voor de joeget
in der scholen unde den oock an andere voor behoor distribueren.
5. 14. Van pastorien unde andere geistelycke goedren wert den
deputatis van synodo uperleght, dat ze sullen by S. G. unde de E. E.
heeren Deputeerden anholden , dat S. G. also oock den E. E. heeren Depu-
teerden wolden believen te continueren in derselvighen angenomen saken
unde de vorsieninge doen, dat van een yeder kercke unde geistelycke
goedren , sowel pastorien , vicarien ende praebenden angaende , moghe een
register passeret unde de reditus in sodanighen gebruyck, alse an vanges
vorordineert , mogen wedergebracht worden.
6. 15. Angaende de voorsorge voor den armen is overgegheven op
den landtsdage, und wert daerop ein apostill) vorwachte.
7. Van weghen de beswaericheden tusschen den prediger to Nordtbroeck
unde syn gemeine is affgedaen.
Specialia gravamina.
8. 2 et 3. Henrici Meinardi unde Jaüobi Janiculi saken sint affgedaen.
9. Nae inholt des 20 gravaminis, van D. ELermanno Dreckio passeret,
daerinne sal noch gedaen worden tho syn bevorderingen.
10. 26. Up wat wijse idt zal connen geschien, dat de alumni, in
academiis aut scholis trivialibus commorantes, sollen geholden worden alle
jaer een testimonium van de academia ofte schele, daer se studeren, van
haren levende imde voortganck in studiis te vertoonen, res. synodus, dat
een yeder classis, daer sulck ein beneficium vorfalt tho onderholdinge
des alumni ofte alumnorum, sal zulckes andienen den deputatis synodi,
1) „apostii" onthret^kt iu YY.
238
welckere sulckes sullen den E. E. heeren Deputeerden te erkennende
geven , to dem einde dat den heren wille believen de alumnos daertoe te
uonstringeren , opdat ze geholden worden jaerlycks een testimonium tho
exhiberen a professoribus aut a praeceptoribus , a quibus hactenus gubemati
sunt, dem classi ofte classibus, under welckeren solcke beneficium be-
vonden wert
11. Session. 9, articul. 33 van Lijardo Meintzio hebben de deputati
synodi een report gedaen, daeruuth verstaende dat de zake affgehandelt is.
12. Session. 10, articul. 2 de kerckenordeninghe angaende , alse dezel-
vighe van nieus te drucken laeten, blijft noch bij den deputatis synodi.
13. Wert van synodo voorgestellet , oft niet de alumni hujus provinciae,
ad ministerium vel ad aliam functionem idonei , vor allen andren (caeteris
tarnen 1) paribus) behooren promoveret tho werden.
Res. synodus: quod sic, und oock een ieder classis sick daema regu-
leren sal.
14. Session. 5, articul. 12, session. 6, articul. 1, session. 7, articul. 3,
session. 8, articul. 10, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 22. Dese artickelen syn alle
affgehandelt.
Wat averst noch resteret, wert den kumpstigen deputatis synodi be-
volen. Dancket nochmaels het synodus anwesenden deputatis synodi voor
haren trouwen dienste, Godt almachtigh biddende, dat geljjck de gedaen
acten affgehandelt sindt, nochmaels de ongedaene ock moghen affgehandelt
worden.
Sessio 5 pomeridiana hora 2, 18 Maij.
Gravamen 1 classis Groninganae.
1. Post preces. Dewyle bevonden wert, dat an sommige plaetzen deser
provincie de praebenden , so voormals van den godtsaligen voorvaders tot
Godes denst imd ehren der kercken umme enige studenten daervan tho
onderholden gegeven unde numeer niet anders alse mortificata bona ge-
achtet connen werden , ad privatos usus getoghen unde van den collatoren
ein den anderen alse haer eygen patrimoniale goederen getransporteret
unde vercoft werden, wo insunderheyt to Loppersum geschien, alwaer
de Ë. E. jonker Rudolff de üepsche eine sodanige praebendam an sick
van eenen anderen edelman gecoft heeft, wert gefraget, oft sulckes niet
alleene unbehoorlyck sunder oock unchristelyck sij.
Ees. synodus, wen sulcke dinghen geschien als oock wel in specie
geschien synde, daer dan classis Groningana insunderheyt over doleret,
1) „tarnen" ontbreekt in YY.
239
sal classis solckes refereren ad deputatos synodi , welckere het S. G. und
den E. E. heeren Deputeerden andienen sullen, welckere dan dejenige,
80 hierinne beschuldiget , voor sick willen commen laten unde nae behoor
met hen i) procederen. Imfalle s^ sulckes niet afTstaen willen, dat alse-
dan de E. E. heeren Deputeerden solckes willen remonstreren up den
landtsdage by de provincie.
2. Wert den christelycken synodo tho erkennende gegeven, oft het
niet raetzaem solde syn, dat gelyck in der stadt jurisdictie ein prediger
allenthalven solenniter in bywesen der overicheyt ingevoeret unde dorch
eenen anderen prediger des classis, daeronder hij geseten, stracx in
anfange synes dienstes der gemeine voorgestellet unde gecommenderet
werde, alzo oock datzelvighe ad conciliandam ministerie auctoritatem
geschehe.
Res. synodus, dat het een goet dinck sy, insunderheyt wen de colla-
toren selvest oft eenige uuth haeren namen tegenwoordigh sijn. Und so
de collatoren , so verwittiget syn , niet worden commen , sal men dannoch
voortvaren mit de introductie eenes pastens. Nochtans na genomener
resolutie verclaren de E. E. heeren Deputeerden , dat voor haeren persoon
haer solckes wol gevalle , maer liever ratione oflBcii voor goet ansien , dat
het voor dit jaer in consideratie mochte ghenomen werden omme sonderige
reden. Synodus sulckes vorstaende, achtet voor goet unde resolveret daerop,
dat solcke gebruick nicht so licht sal eifectueret worden dan mit raet
der deputatorum synodi, so dan der E. E. heeren Deputeerden advys
hierop sullen verwachten.
3. JouAXNEs Radeus is huijden in synodo compareret, versoeckende
remissie van syn druek wegen des Michalis Sadelers^).
Res. synodus, dat hij werde desweghen remiteret ad consistorium
Groninganum. Und dewijle hij versocht, oft yemandt wat druckoii laeten
wolde, dat hem datzelvige mochte gegonnet werden, res. synodus, dat idt
wel moghe geschien, mitz dessem dat sulckx geschee mit consent des
consistorii Groningani und dat voor so een tolerabili pretio, alse andre
doen willen, jedoch dat ze gelyckwol an niemanden willen verbonden sijn.
4. 3. Also op de bedeldaghen in vele plaetzen in den Ommelanden
niet meer als eenmael, dat is des vormiddages, praedicatie wertgedaen,
waerdoor de lichtveerdige menschen te meer oorsake werdt gegeven
omme des naemiddages haer tot drincken ende andere profanatie der-
selvigen daghen te begeven, wert den classibus in bedeneken gegeven,
1) „met hen'* YY heeft „moethen".
2) „Sadelere" YY heeft „Sadeelens".
240
oft het niet noodigh is ende ter eeren Godes ende stichtinge der men-
schen dienstlycken , dat in alle plaetzen des mogelyck synde op de
voornomede dagen tweemael geprediget werde.
Res. synodus , dat het christelijck ende behoorlick sy und insunderhey t
an die orden , daer het kan geschien. Unde oft het een prediger underlaten
worde, sal dieselvige daerover van synen classe, daeronder hij geseten,
tho reden gestellet worden, waeromme hij solckes niet gedaen. ünde
imdeme h^ alse billick sick den classi sisteret unde reden inbrenget,
waeromme hy solckes achterlaten, sal het classis ordelen, oft idt oock
justae et sufficientes excusationes syn.
Versocht in gelijcken gravamine het synodus van den anwesenden E. E.
heeren Deputeerden, dat haer wille believen in uuthschrivinge eenes
bedeldages wel starck te vorhaelen, dat een jeder caspel, an welckere
de uutschrivinge strecket, sowel voormiddage als namiddage sal geholden
syn hem tot gehoor des godtlycken wordes vlytich te verfoeghen.
5. Dew^le seer billich is tho troost der predigers seer hoch van
nooden, dat nae haer affsterven de weduwen unde weesen nicht voor-
laeten, maer eenige hulpe ende bijstandt erlangen werden mogen, ten
eynde dat de predigers van sulckes vorsekert synde met min suchtens
unde becommeringe haren dienst moge betreden, oft het niet behoorlyck
ofte nootzakelick is ende de predigers schuldigh syn eenige voorsorge te
doen voor haer weduwen unde weesen, die sy moghen naelaeten, ende
oft niet daertoe gants dienstlyck is, dat alle predigers disses synodi alle
jaer op de tyt des synodi vrijwillich inleggen een pontgioote oft sovele,
alse in synodo sal mogen beraraet worden, ende de penningen bij den
deputatis synodi entfanghen synde, ter zekeren plaetsen op rente alle
jaeren geleght sollen worden, die weduwen unde weesen jaerlijcx , naedat
haer naejaer by dezelve ontfanghen sal syn, sovele in goeder discretie
toe te leggen, als dezelvige penningen sullen connen draghen, ende
daervan alle jaer in synodo rekeninge van het ontfanck, bestellen ende
uutgave derselver penninghen tdoen.
Res. synodus , dat het niet onbehoorlyck sy , imd dat een yeder prediger
alle jaer een pontgroot opbrengen moge, goetwillich und niet ged wonghen ,
und dat bij articulen, alse bij den deputatis synodi sullen worden ge-
stellet und dan den classibus thogeschicket.
Sessio 6 antemeridiana hora 8, 19 May.
6. Na geschiener anroepinge Godes, de schoolmeester to Oldezijl is
huyden erschenen in synodo, unde versocht omme eenige middel unde
bijstandt van weghen syne soberen conditie daerselvest tho remedieren.
Res. synodus , dat idt den deputatis synodi wert operleght syn request
241
in haere remonstrantie nevenst andere te nemen unde op den landesdagh
laeten bedienen.
Gravamina classis Dammonensis.
7. 1. Dat van dem synodo versocht werde bij den consnlibus Dam-
monensibus , dat de duijvelsbanner uuth den Dam eenmael moge relegeret
werden.
Res. synodns, dat men den redger in den Dam nnd Farmsum sal bode
schicken unde hem daerop tho vrage stellen. De reddier in den Dam
ende Farmsum is tegen wordigh in sijnodo compareret, daervoor hem het
synodus bedancket, unde vorclaert daerbeneffens , dat hem van niemandt
sy angedienet worden van den duvelbander, oock van syne dinge niet
geweten hebbe, und wen schoon sulckes were geschien, ware idt syn
waerck niet, sundem sijner meisteren. Sulckes het synodus angehooret
hebbende, versocht daerop van voorss. reddier, dat hem wolle gelieven
den E. E. joncker Joachim Ripperda tho Farmsum an tho dienen , hoe het
sijnodus van syn E. E. versocht, dat de duvelbander uuth sijn E. E.
heerlicheyt mochte gebannet worden, in ansienhent hij te vooren uuth
der stadt Groninghen gebannet alse notarium. Overmitz nu dat eerste
gelidt desser provintie hem gebanniseret , vorhopet het synodus, dat dan
S. E. E. denselvighen te ondanck in syne heerlicheijt niet behoore tho
tollereren. Imfalle sulckes praeter spem et iiduciam niet worde geschien,
wert den deputatis synodi bevolen solckes an de E. E. heeren Deputeerden
gelangen te laten, so daerinne christl^cken unde behoorlyck alse godt-
zalige overicheyt wille believen tho vorsien.
8. 2. Dat den Wederdooperen haere opentlycke exercitia , insonderheyt
so se hier in de Dam by dage hebben , mogen inhiberet worden , welckes
dan oock van den Papisten sal voorstaen worden, na lujjjth des grava-
minis 2 classis Loppersumanae et gravaminis 2 classis AEiddelstumanae et
gravaminis 2 classis Enerumanae.
Res. synodus, dat de deputati synodi sullen nochmaels dit gra vamen
an de E. E. heeren Deputeerden gelanghen laeten , welckeren E. E. heeren
Deputeerden wille believen overmaels een starck placcaet uuth te gaen
laeten, daerinne henlieden verboden werde haere valsche leere, unde dat
se in denselvigen placcaet mogen expresselick genomet werden mit nhamen
und voor valsche leeraers geholden, opdat alzo haer valsche voorgevent
moge verstoret werden, indien sij seggen, sij werden daermede niet
gemeinet.
Oock wolle den E. E. heeren Deputeerden believen de emstlyck exe-
cutie einmael voor alles daerop tho volgen laeten. Underdertydt sullen
haers de broeders draghen na der resolutie des synodi nationalis Dordra-
Acta gyn. provinc. VIL 16
342
cenae in quaestionibus particularibus 25 qiiaestione, de dus luijdet: Up
de vrage, hoe men toenemenden Wederdooperen te mote gaen sal, is
geandtwoordet : ten eersten sullen de dienaers des wordes de fimdameuten
des gelovens iinde de articulen, die tusschen ons ende haer twisttich
sint, neerstelyck ende claerlyck haeren gemeinte untlegghen. 2 Sollen
sq haeren gemeynten tot godtsalicheyt ende liefFde emstlyck vermanen
unde deselven mit goeden exempelen voorgaen. 3 Sollen sjj de lidtmaten
haerer gemeinten neerstelyck besoecken.
9. 3. Angaende de enthilligung des sabbathsdages , die groote leedt-
bieren etc. doleret de classis daervan gelijckergestalt alse andere, classis
Loppersumanae 1 gravamine et classis Middelstumana 6 gravamine.
Res. sijnodus: dit is affgehandelt per deputatos s^nodi, unde wert
daerop verwachtet de resolutie van de E. £. M. heren Sfaten.
Gravamina classis Loppersumanae.
10. 3 Gravamen praedictae classis. Wort gedoleret, dat het stucke
angaende de Mennisten, op clooster ende kerckenlanden wonende, twelck
in synodis so vaken moveret is , niet achtervolget wert.
Res. synodus, dat dit gravamen mede vorvatet is in de remonstrantie,
so overgegheven is an de E. E. heeren Deputeerden, unde werdt daerop
een resolutie vorbeidet.
11. 4. Wordt versocht, dat het fraterhuus binnen Groninghen mochte
provincial gemaeckt worden, opdat niet alleene de kinderen in der stadt
sonder oock in de ommelanden, voornemelyck der prediger kinder
daerinne mochten geadmitteret worden.
Respondet synodus: alzo bekent wordt, dat de E. E. heeren borger-
meisteren ende raedt dat fraterhuus seer lofflick hebben angestellet ende
noch onderholden , ende seer noodigh ende dienstich zolde syn , dat mede
de prediger unde andere in den ümlanden de vriheyt mochten hebben
omme oock haere kinderen na ordeninghe desselven huuses daerin te
mogen crigen^ dat den de deputati sijnodi an de E. E. Mogende heeren
der provincie, provincialiter vergadert synde, sollen versoecken unde
anholden, dat het denzelven E. E. M. heeren wolde believen een seker
geit jaerlyckx te ordineren ende by to leggen, ten einde de kinderen
der predigem ende andere in de ümlanden in hetselve huis in een zeker
getal mochten ontfanghen worden.
Gravamina classis Middelstumanae.
12. 1 Gravamen oft niet nutte unde noodigh sy , dat de ungelyckheyt
der ceremoniën , also dat daer eene in festo Magorum prediget , de ander
niet, moge opgeheven werden.
Res. synodus, dat allen dassibus hiermede wert opgeleght, dat ze
sullen holden paritatem ceremoniarum unde hierinne de kerckenordeninge
achtervolgen. Ende wert den classibns sonderlick bevolen, dat se hierop
kloeck opsicht nemen sullen. Daertegens doende sullen van den classibus
ofte classe emstlick daerover censureret werden , ende die sick der censur
des classis niet behoorlyck willen onderwerpen , sal men deqenige wysen
ad futuram synodum.
13. Gravamen 3 oft niet der overicheyt toebehoore den boeckdruckeren
to verbieden Mennisten boecken te drucken , dewyle blycket , dat sodanige
albereidt gedruckt sint.
Res. synodus, dat de deputati sijnodi sollen anholden an de E. E. heeren
borgermeisteren und raet binnen Groningen, dat sick geen drucker on-
derstaen sal yetwes te drucken als stridende tegen Godes woort unde
ordeninge, so den E. E. heeren borgemeisteren ende raet wilt believen
daerover te maken.
14. 4 Gravamen oft niet de bouwfallige kerck tho Rottum behoret
repareret te worden.
Res. synodus, dat den deputatis synodi wertt belastet solckes tho
remonstreren bij de E. E. heeren committeerden der cloostergoederen.
Gravamina classis Enenimanae.
15. 1 Gravamen. Vorsocht het classis, dat de resolutie op dat eerste
gravamen, int voorleden jaer in synodo overgegeven, ofte de deputati classis
eenen te examineren vullenkomen macht hebben reliquis absentibus , moge
revideret werden, dewyle classis Enerumana daervan geprotesteret heeft,
gelijck oock dat classis van Loppersum unde Oldeampt.
Res. synodus, dat het sal bliven bij de voorgaende resolutie session. 9,
articul. 31 in synodo gegaen anno 1613.
16. 4. Doleret het classis, dat eenighe collatoren sonder des pastoris
unde caspelluiden consent unde believen de costers willen indringhen,
welckere solck ampt tho bedienen unbequaem bevonden worden.
Res. synodus, dat de classis Enerumana solckes den deputatis synodi
sal bekendt maken, dewelcke het zoUen remonstreren an de E. E. heeren
Deputeerden.
Classis Suidthorrumana.
17. Gravamen 2. Vorsocht classis, dewyle de kerckenordeninge vor-
meldet, dat de concionatores emeriti mit eenen ehrlycken stipendio uuth
de provincial cloostergoeder de ty t haeres levens sullen versorget worden ,
lü*
244
woe dan oock in benaberden provinciën geschiet, dat doch hierover bg
den E. E. heeren Deputeerden moge angeholden worden.
Res. synodus, dat een yeder dassis, daeronder sich solckes toedraght,
moge idt den deputatis synodi te erkennende geven, welckes idt sullen
remonstreren an de E. E. heeren Deputeerden.
18. 5 Gravamen. Dewyle de kerckenordeninghe vormeldet, dat de
synoden alzowol in den anderen classibus als te G-roninghen unde in den
Dam sollen geholden worden, unde sulekes oock voormaels gescheen is,
dat zulckes allesnoch onderholden moge werden, oft so niet dat den ob
loei commoditatem sine tarnen praejudicio synodus stedes te Groningen
moghe geholden werden.
Res. synodus, dat het bliven sal, als het noch per vices onderholden
werdt, dat eene jaer te Groninghen, dat ander in den Dam.
Oldeampt.
19. Doleret alleene, datter eenige kerckvogeden in haren classe ge-
duldet werden, die niet alleene der Reformeerden religie niet toegedaen,
sonderen vianden derselver syn.
Res. synodus, dat het classis daersulvest sal sulekes gelangen laten ad
deputatos synodi, welcke idt sullen remonstreren an de E. E. heeren
borgermeisteren und raet binnen Groninghen.
Sessio 7 pomeridiana hora 2, 19 Maij.
1. Divino numine invocato, des E. E. Dodo van Amsweer syne brieven
sint den s^nodo insinueret imde oock voorgelesen worden.
Res. synodus, dat dewyle de sijjnodus voorstaen hebbende, dat des
E. E. Dodo van Aksweer s^ne dinghen op den landtdage b^ de provincie
synt resumeret aiï tho handelen, so siet het synodus voor goet, dat het
voor dit mael daerby bliven moet, alse de zake eigentlyck den heeren
ende provincie angaet.
2. Dominus Johannes Schranckenmollerus , pastor te Scharmer, ver-
socht in tegenwoordigen synodo , overmits in voorganghen synodo sulck eene
resolutie is genomen , dat hij in synen dienste sal continueren , idt waere
dan dat eenighe wichtige saken op synen persoon mochten ter contrarie
gebracht worden, unde begeret daerop, dat hiervan in synodo mochte
gedaen worden.
Res. synodus , dat ze deswegen dat classis van den Dam hebben te reden
gestellet, welckes vorclaret, dat ze vlytige informatie daervan genomen.
Unde vorclaren insonderhey t de naberden pastoren sowoll oock syne gemeene
unde de anwesende broeder in synodo, dat se niet anders van hem ge-
hooret hebben , alse wat stichteUck is. Unde dewyle nu niemandt im synodo
245
erschenen, so syn persoon anclaget noch op hem heeft te praetenderende,
vordaert het synodus, dat hy voor dit mael in synen dienste continueren
sal. Underdes sal classis Dammonensis sick daerhen bemoeyen , dat hij unde
de E. E. j. Geuiiit Clanivt mit einander moge reconcilieret worden. Im-
valle jemandt daerboven op hem expostnleerde , wert daervoor beide de
classis imde de deputati synodi authorizeret, welckere daerinne doen
werden naer behoor.
3. Wert moveret een quaestie im synode, ofte niet de schoolmeistera
in dese provincie , so eenigh tractement van de E. E. heeren committeerden
jaerlyckx ontfanghen, sollen geholden syn een testimonium an de E. E.
heeren committeerden haeres levendes unde lehr halven alle jaer van dem
classe, daer se onder geseten sindt, te vertonen.
Resolveret de christelijcke tegenwoordige sijnodus, dat ze sulckes voor
goet ansien, unde dat de deputati synodi sullen geholden wesen sulckes
den E. E. heren committeerden an te dienen unde by haer te versoecken ,
dat haer mochte believen den schoolmeester geen tractement volgen te
laten, eer ende bevor s^ een sufficiant testimonium uuth dem classe,
daeronder sij sorterende sindt, haerer lehr ende levendes halven an de
E. E. heeren committerden voorthonen connen.
4. Is erschenen Conradus Rensen, reddier op Delffziel cum annexis,
mit noch eenige manner van Juckquardt , unde seer demoetdighlick inter-
cederet voor Hermanno Christophori.
Res. synodus, dat het bliven sal bij de vorige genomene resolutie. Doch
soverne Hermanuxts Christophori kan eenige remissie van stadt Groningen
crijgen weghen syn bannijsement, unde sick oock hebben mit de classe int
Oldeampt vorsoenet unde der geraeyne darsulvest, wil het synodus daerop
letten tot syner tydt.
5. Is bevonden unde voor goet angesien, dat dese acta synodalia na
voorlesinge zullen entweder van den D. praeside unde scriba undertekent
worden oft in mangel van desen van den deputatis synodi , unde zaU alzo
aen een yeder classis een exemplar gesonden werden.
6. Volgents sint in deputatos synodi eligeret unde vorordineert : D.
CoRNKhius Hu.LENiüs, pastor in Groninghen, D. Samuel Smaltzius, pastor
in Wetsingen, D. Bernhardus Andreae, pastor tho Esinge, D. Justenus
Havenberoius, pastor in Unsdtwedde.
7. Is censura morum geholden worden unde Godt sij danck niemandt
straffbaer befunden.
Syn oock deputati synodi eligeert imd verordent, als D. Cornelius Hil-
246
LENIUS, D. WOLFGAKGUS AoRlüOLA , D. GeRHAKI)U8 AsSUEKUS, D. SaMUEL
ScH3kLALTZIUS. 1)
8. Unde hebben de anwesende predigers samptlick desses imderge-
schreven, unde is alzo desse synodus mit dancksegginghe tot Godt leeBlick
vullendiget worden.
Gescheen binnen Appingadam in vorgaderinge des loffl|jcken unde christ-
licken synodi daersulvest den 20«" Maij anno 1614.
Georgius Placius, pastor Dammonensis , synodi praeses.
CoRNELius HiLLEiaus, HÜnister Jesu Christi in ecclesia Groningana,
svnodi assessor.
Bernabdüs Andreae, pastor Esinganus, scriba synodi.
Regnerüs Albarda, senior ecclesiae Groninganae.
JoHANNEs Laxtenius, in Holwijrda prediger.
Johaxnes ScHRANCKENMijLLERüs, ccclesiastcs ccclesiae, quae est in Schar mer.
JoACHiMUs ZoRius, prcdighcr tho Loppersura.
Wilhelmus Walraven, v. d. min. in Westerembdcn.
JoHANXFS Stoveritjs, ministcr verbi Dei in Berum.
JusrrNus HAVENBERoros, pastor in Unstwedde.
Gerhardus Asueri, pastor tho Suidtbroeck.
Rembertus GEORGn, pastor Medanus.
JoHANNES ScHONENBORCH , ecclcsiastes in Adewerdt.
JouANNEs ScHRODERXJS, pastor in Hoch ende Leeghkercken.
JouANNEs Smaltzius, pastor tho Tinallinga.
Hessei.us NicASius, pastor in Ulrum.
Bartholomeüs Billerbeke, pastor in Warifhusum ende Marslacht.
Wesselus Roede, pastor tho Cantes.
Albertus Guilielmi, Medanus. 2)
Acta synodi provincialis XXI ^ ^) soo van die E. E.
heren Gedeputierden de?' stadt Groninf/en emle Omme-
landen uthfeschreven unde binnen Groningen hegunnet
den 8^^ May ende geendiget den 13^^ ejusdem de^es
l) „Syn (xxjk — Schmaltzius." Dit Ih in onzen cod. met eeno andere hand op den
rand bijgesehrevcn , en ontbreekt in YY.
-) „Medanus", Y'Y heeft „Medanus pa«U)r" en daaronder „Finii».'*
h „XX I" aangevuld uit YY. In onzen eod. staat het (cijfer bovenaan in marg.
onder het jaartal 1615.
247
1615 lopenden jahres^ in presentie der E. E. hochwisen
lieren Johan Wichering unde Bocko Awma , f/edepu-
teerde des collegii.
Sessio prima hora 3 pomeridiana 8 Maij.
1. Is dese sijnodus aengefanghen van Georgio PLAao, pastore Dam-
inonensi als gewesen praeside des vorleden synodi, mit den gebede, waerup
die credenzbrieffen der classium avergelevert unde gelesen unde censura
monim geholden worden, in welcher tegens keinen der gedeputeerden h.
broders etwes praetendeert unde ingebracht ist, warumb densulvigen session
muchte geweygert worden.
Sindt derowegen geapprobiert unnd geadmitteert van teugenwordigen
synodo gedeputierde :
uth classe Groningana: dominus Christophorus üchtemannus, pastor e.
Groningen, D. Henricus Creveldius, prediger int Geerecht, die E. E.
RoDOLPHus WicHEREST», scnior ecclesiae Groninganae;
classe Dammonensi : D. Hiddo Lamberti , p. Faermsumanus , D. Titus
Theodori, p. in Sluchtern, D. GEonoros PuLaus, p. Damonensis ;
classe Loppersumana : D. Johannes Egberti, p. in Lermis, D. Lucas
WiDEMARirs , p. in de Ripe , D. Wilhelmus Walrave , p. in Westerembden ;
classe Middelstumana : D. Andreas Straetionnus , p. in Suydtwolde,
D. Hermannüs Arnoldi, p. in Middelstum, D. Wilhelmus Johannis, p.
in Husing;
classe Enerumana: D. Bartholomaeus Billerbeken, p. in Warfhuysen,
D. Adolphus Besten, p. in Whee, D. Joannes Schmaltzius, p. in Tienal-
linghen ;
classe Suidthoreraana : D. Bernhardur Andreae, p. in Esingen, D. Ni-
coLAua Petri, p. tho Vischfledt, D. Jorannes Lubberti, p. in Gripskerck ;
classe in Oldenampt : D. Rembertus Georgi , p. up die Meede , D. Bern-
uardus Goldtsweeden, p. in Bliham, D. Heinricus a Freden, p. in deSchemde.
n. Ist per communia fratrum suffragia in praesidem hu jus synodi
eligert worden D. Christophorus Uchtemannus , in assessorem D. Bernhard.
Andreae, in scribam Georgius Placius
[3J. Iss vor raethsaem unde nötig befunden, dat folgende pastoren
als Thobias Seusingius, pastor op Delffziel, Hermannüs Sebastiani, p. in
Germerwolde, unde Johan Schranckmuller , p. in Scharmer, tegens an-
komenden Donderdach voormiddach im synodo tho erschienen gecitirett
worden , umb sick tegens eenige klagten , weder sie in synodo ingebracht ,
tho verantworden.
248
Sessio secunda antemeridiana hora 8, 9 Ma^.
Fusis precibiis 1. sindt die acta synodi praeteritae tho reyideren vor-
genomen in praesentia depntatorum synodi, und wordt befunden, dat:
2. angaende die corabinationes , in articulo primo sessionisi) secundae
gementioniert , die D. depntati des synodi, gelyck hen van synodo
belastiget 2) , die combinierte plaetsen thom theil besichtiget unde nach
haerder gelegentheit vlitig inquirert, darvan dese volgende relation
doende, dat:
1. die combinationes in classe Loppersumana , als Osterwitwert mit
Qarlessweer ende Enum med Leermiss , vor ditmael niet komen getrennet
worden, uth reden so eenestheils D. deputatie) synodi et D. pastor in
Leermiss mundeliek dem synodo tho erkennen geven.
[2.)**) Breda belangende iss mit einem eygen prediger vorsien.
3. Die 4 kereken in Fredewolt aengaende , daervan in secundo articiilo
wert mentie gemaeckt, hebben D. depntati gelicksfals referiert, dat sie
in visitatie derselvigen behoren 5), dat twar ein ider kercke met einen
eygenen prediger behorde vorsien tho syn, dewil sie averst met seer
geringe middelen tho underholdinge der predigers vorsehen sindt, als
wolcke aller vier pastoryen upkumpsten thosamengerekent niet aver 1481/2
daler loopen 6) jahrlicks , so hebben domini depntati nae hebbende last van
synodo den thostandt [derj 7) verss. kereken und 8) gemeenten up den
landtsdach den landtsstenden bij requeste tho erkennen gegeten ^ othmoe-
delick vorsoekendt , dat nae believing 9) gemelter stende uth der generalen
kloostermiddelen soveel middelen thom miensten mochten bygefoeget
worden, dar 2 pastoren nah nottruft van muchten leven. Waerop noch
antwort und resolutie verwachtet, imd dominis deputatis synodi tho-
kurapstig belastiget wert dit vortaen tho persequieren.
4. 3. Item wat belanget die combinationes in classe Enerumana, so
hefft synodus so ten ansien dersulvigen als aller anderen combinatien in
deser i)rovincien generaliter dergestalt resolviert und mitzdieseni die
1) „wïKsioniR" verl)eter<l naar YY. Onze c<mI. lieeft „cwwionis.''
2) na „l)olaMtij(ot" voIj]j<mi in YY (tmigf' . . . , alsof hier iet« zon zijn overgeslaj^on.
^) „deputali" verbitterd naar YY. Onze cod. heeft „dwtnta".
^) »|2r' gtïnunnnerd naar YY. In onztm cod. zijn de nniumerH verkeerd aangebracht.
''») „iK'lioren" YY heeft „Ixïfunden". In het origineel kan gestaan hebl)en : „befunden
to iK'horen".
^) „loopen" verbeterd naar YY. Onze cod. heeft „lasten*'.
7) „[der]" aangevuld uit YY.
^) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v."
-') „nae Iwlieving" verl)etenl naar YY. Onze cod. heeft; „der boleving".
249
thokumpstige D. deputatos synodi belastiget, dat sie med emst by die
B. B. heren Gedeputierden sollen aenholden, dat haer E. E. wolle tho
stichtunge voeler gemeenten undt wechneming der missbruck , so by voele
collatoren und kerckvogten dissfals geplegt worden, beleven dor een
express mandaet allen predigeren tho gebeden und upleggen, dat derselvigen
keiner nachi) enige combination stahn oif die an verden, idsy den dat em
van den collatoren und 2) getneinte dersulvigen plaetsen die gehele up-
kumpsten, tho den pastoryen geliorig, unverkreinket thogestahn und 3)
togefoeget werden dersulvigen sick als andere pastoryelanden tho gebruicken.
Werdt oick mede den classis uperlegt haer devoer in sulcken fall tho
doen undt keine combinatien, als in sulcker gestalt und dar id die noot
erfordere, te aprobiren, insonderheit dat combinirte platsen, so entweder
sufficiënt middelen hebben einen eygen prediger tho underholden, oift
bequame aen ein ander beuabartsplaetse konde gehechtet worden , kommen
tho vacieren, sal classis al haer mogelicke vlyt an wenden, dat sulcke
combinationes afifgeschaft worden, glick van den christlycken ^nodo ge-
achtet, dat folgende plaetsen beter [und] 2) bequame conbiniert worden
konnen: Oldrum med Niekerck, Fledorp met Suerdyck.
Heft daenip synodus D. Straetmannum und 2) D. Barth. Biij^erbeeken
authoriseert umb eerster gelegenheit sick aen die ghemeenten und 2)
collatoren dersulvigen plaetsen tho attressieren und 2) nomine synodi^)
byö) densulvigen an tho holden, dat med haer consent und 2) inwilligung
up sulcke wyse vemomde plaetsen mochten combiniert worden etc.
5. Synodus lettende up articulum tertium sessionis ejusdem heft vor-
staen, dat Claus Janssen, der Wedderdopersche secte thogethan und
anhangig, in schoeldinst tho Marschlach tegen danck und 2) willen des
classis und 2) prediger darsulvest noch verblivet, waerup synodus an die
E. E. heren Gedeputierden des coUegii present synde versocht, dat har E. E.
walt believen disse sake med den anderen heren Gedeputeerden in commu-
nicatie te nemen und door een mandaet gemelten schoelmeister synes dens-
tes tho entsetten, mede upleggende der collator und gemeendt tho üiarslach,
dat se einen anderen bequamen schoelmeister in syn plaetse stellen.
6. Betreffende articluni 1 sess. 3 aengaende Marsum^) ist van classe
Dammonensi refererirt, dat Marsum6) niet sufficiënt sy einen eigenen
1) „naf'h" vorixiterd naar YY. Onze cod. heeft „noch".
2) j.und". Onze cod. heeft 8!eclit8 de afkorting „v."
3) „|nndj" aangevuld uit YY.
4) „synodi" naar YY verbeterd. Onze cod. heeft „cynodi".
ö) „bij" naar YY. Onze cod. heeft „l)."
fi) „Marsum" YY heeit „Mahsum",
250
prediger tho holden, und danim voer gut achtet, dat sulcken denst med
dein denst domini Egberti tho Wtwirda combiniert blive. Daerin synodus
nochraaels vorwiUiget, mitz dat die vorgaende resolutien artic. is to
hiijus sess. int gemein van alle combinatien handelende, vortaen niet
avertreden worde.
Sessio tertia pomeridiana hora secunda, invocato divini
nominis auxilio.
1. Belangende Hermanni Oiikistophori saecken hebben D. deputati
synodi in dersul vigen haer utterste devoir gedaen. alss even na uthwy-
singe articuli secundi sess. tertiae imponiert, unde so Hermanno sulvest
als die gemeendt und ^) ingesetenen des caspels tho Tjucquert die resolutie
des synodi van Hermanno genomen schriifteliken geinsinueert , vermanende
beides, Hermannum dat he sick synodi sententie conformierende ende
gehorsameliken underworpende van den predigampt gantschelick onthol-
dende undl) desistiere, unde die gemeente dat sie dessen Herman, vor
genen prediger erkennen noch achten, sonderen in syn plaetse met be-
willigiing des heren collatoren einen anderen kiesen. Hebben mede an den
E. E. juncker Balthasar Ripperda, alss unicum collatorem ter plaetse,
diergelieken schryvent affgeverdigt , biddende im nhamen des synodi, dat
syn E. E. die Hermmanno conferierte undl) confirmierte vocation umb
vele reden , im sulvigen schryvent utgedrucket , cassieren und ein tuchtige
persoen hem , als unwerdig dat predigampt tho bekleden , substitueren wolde.
Waertegens syn E. E. vor Hermannüm schrifftlichen geintercidiert, daerby
verklarende, dat syn E. E. gesinnet sye Herm. tho manuteiniren unde
by die eenmael an hem conferirte undl) vorsegelte vocation vermoge
sins hebbenden rechts der 2) collation tho persistieren. Welcke interces-
sionsschryft deputati synodi ^) med viele wichtige reden beantwordet
und nochmaels instantelick angeholden zyn E. E. up haer vorgaende ver-
soek, twelck sick synodus heft laeten gevallen, unde verblift gantzlicken
noch bij die vorige in den vorigen actis artic. secundo sess. tertiae
utgedruckte resolutie.
2. Hebben deputati classis üiiddelstumanae geprotesteert tegen dat
examen Alberti Husingit, so desen vergangen winter van classis Eneru-
manae deputatis in absentie deputatorum synodi examinert iss und umb
den 4) prediger tho Sandtweer arbeitet, alss welches stridet tegens ofFter-
1) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v."
2) „der" naar YY. Onze cod. heeft „die".
3) „deputati synodi" staat in onzen codex vóór dezen volzin op een afz. regel,
doch hier geplaatst naar Y''Y'.
^) „den" YY heeft „een". Voor „prediger" moet zeker „predigen" gelezen worden.
251
mals in synodis genamene resolutien, dar synodaliter verbaden wert, dat
nemandt mach geexamineert worden, ehr he eine rechmetige beropinge
van eenige gemeente konne verthonen.
[Res.] synodus, dat classis Midd. (ungeachtet der reden der and. i)
deputati class. Enenimanae sick meinten tho entschnldigen) nit sal ge-
holden syn in siQcken examine tho acquiesceren , sonderen gemelten
Albertum wal moge de novo examini snbycieren unde dissfals doen , wat
sie der kercken Christi am stichtlicksten tho syn erachten und befinden.
3. In sacken MELcmoius Balthasaris iss van D. deputatis synodi und
classe Suidthorrumana vormuge daervan gestelte acten , by doininis depu-
tatis synodi 2) berustende, also gehandelt, dat synodus ein goet conten-
tement aen 3) heeft
4. Hebben D. deputati synodi vorklart, dat folgende pastoren ten
achterfolge articuli 3 sess. 3 in haer handen avergelevert hebben die
testimonia van haren examini bus , welcke vor genoechsaem a D. deputatis
approbieret sint, als D. Gerhabdüs Loelingius, pastor tho Wagenborgh,
D. Dajoel Huelssbuss, pastor tho Ostwolda, D. Johanïjes Winckenius,
pastor tho Borchsweer.
5. Is den synode tho erkennen gegeven, dat folgende personen thom
predigampt in dese provincie gefordert unde van dero classibus, daerunder
sie respective gehorig, examiniert und admittiert sint, van welcke exa-
minierung synodo genochsame testimonia sint verthonet aileene uth classe
Dammonensi D. Johanxis ÜLcnENius^), pastor tho Siddeburen. De anderen,
80 hare testimonia im synodo nit avergelevert , sollen geholden syn sulckes
tho doen an deputatis synodi etc.
6. Folgende personen, staende under den examine, sollen geholden
syn dessulvigen sufficientia testimonia D. deputatis synodi finito examine
tho vortonen, als Carol. Reneman, heropen thom pastom in Crewert,
Petrus Bernhardi, gekohren van die gemeendte tho Upwierda, sorterende
beide under classe Dammonensi etc.
7. Ritze Wattens angaende blifft synodus by vorgenamene resolutie,
articulo 1 sess. 4 exprimirt, verstaende dat die vermahninge der pastoren
nit fruchtbarlicks by hem wolte schaffen.
1) „nMlen der and." YY heeft „ahnwesenden".
2) „synoili" naar YY en ZZ. (hize codex heeft alleen „8."
3) „aen" YY heeft „dahran".
4) „Clchenius" YY en ZZ hebbeu „Ulkenius".
252
Seiiuuntur gravamina generalia.
|8]i). Iss befunden, dat in 1 unde 3 gravamina angaende die iinder-
teckunge novae formulae confessionis , unde coUigiening der argumenten
pro et contra de quaestionibus controversis inter ortodoxos et Harminianos
van den classibus, in vorige acte genominiert, niet widers gedaen sy,
welcko doch van synodo denuo ehre8 2) amtz dissfals vermaent synde,
anbelavet sulckes na vermogen henfemers tho achterfolgen.
fOJ. Secundo gravamini belangende die articulen, up welcke classes in
oxaminibus soUen letten, iss van D. deputatis synodi genoch gescheen,
welche darin gemelte articulos an alle classes schriftlick hebben aver-
gesonden 3).
[10]. Quartum gravamen angaende catechismum Aldegonde, iss van
einige heren predigers achtervolget unde van den anderen gelikfals tho
doen belofFte gedaen, etc.
[11]. 5 Gravamen belangende pastoryen, vicarien ende andere geiste-
licke goederen. Iss nha bevel van D. deputatis synodi an syn G. unde die
E. E. heren Gedeputeerden by requeste versocht met specificatie van
abalienatie ecniger kerckliker goederen , waerop S. G. und die E. E. heren
Gedeputeerden eenigermaten gedaen, blyckend by die requeste unde
darup gegeven apostille, by dominis deputatis synodi benistende. Unde
werdt dominis deputatis synodi thokumstig mitzdessom belastet op dit
gravamine vortaen sonderling tho letten und datsulvige tho urgieren.
Sessio quarta 10 May hora 9 antemeridiana.
1. Is van D. deputatis des classis in Oldenampt an synodum vorsocht ,
dat synodus D. mag. Schepplitio, pastor tho Wedde, doer guede recom-
mandatie unde vorbode an die E. E. heren committerden van die closter-
landen wolden beforderlick sin, dat he tho nothwendiger behulp siner
huissholdinge eine verehmnge van hoer E. E. uth gratia muchte erlangen
ende genieten 4).
Kes. Synodus hefft sick srjne persoon willig angenomen unde D. Hil-
LENiuM , D. Samuelem Smaltzium und D. Bernhardum Goltsweerden daede-
lick afgeferdigt umb den E. E. heren vorschreven nomine synodi ein
request tho presentieren , darinne versoeckende dat haer E. E. believen
wollen gemelten D. Scheppelitio in ansehung sines geringen thostandes
med ein gude verehnmg tho begunstigen.
1) De articiüeering is overgenomen uit YY.
2) „ehres'* naar YY' en ZZ. Onze cod. heeft „theres".
3) Dit geheelc^ art. O is in ZZ op den rand bijgeechreven.
4) „ende genieten" ontbreekt in YY.
253
2. Iss van classe Enerumana »ynodo tho erkennen gegeven, dat die E. E.
Reindt Alberda alss collator an Leffertüm HaittinOi borger van Embden,
den predigdenst tho Leenss geconfiriret hebbe, unde sick onderstaen nae
syn utterste vermogen densulvigen der gemeente aldaer tegens haeren
willen up tho dringhen , wesshalven oiok ein klagschrifPt , van die meesten
ingesetenen des caspels tho Leens underteckent , in synodo vorgelesen,
warin sie verklaren tsamentlick, dat sie umb reden, in haeren schriven
verbalet, gedachten Leffertüm voer keinen prediger erkennen noch achten
wolten unde wuntschen, dat sie syner dessfals machten ontslagen worden.
Waertegens synodus vorstendiget worden, dat den E. Reindt Alberda
by den E. E. unde hochwisen heren hovetmannen rechtlick verkregen,
blickende wt gemelter heren 2 sententien, in synodo verthóont, dat
classis Enerumana sal geholden syn binnen sekere besterapte tydt Lef-
fertüm HAirrmo tho examiniren in presentia D. Cornelu Hillenu, D.
Bernhakdi Theodorici, pastoren in Groningen, imd alssdan haer urtheil
van syn wetenschap und i) gaven haer E. E. tho erkennen geven , waerin
sick classis beschwert gefimden, nademmale he airede in coetu tho
Embden examiniert und thom predigdenst admitttiert iss, na wtwisinghe
hem van coetu communicati testimonii. Jedoch erachtenn sie na harder
meinung und mochten wel liden, dat die gemeente tho Leenss med ein
anderen meer gequalificirten prediger konte vorsien worden , insunderheyt
dewil die gemeente ganzlick tho syn persoon niet genegt iss. Begerende
dess ehrw. synodi rath und^) bedencken van disse saecken.
Res. synodus: 1. dat idt nit behorlick noch rathsam sye Leffertüm
de novo examini tho subycieren als streckende tot verkleinerung des
coetus Eradani, waruth veel swaricheiten lichtelicken muchten ontstaen.
Helft deswegen D. Hh^leniüm med D. Bernhardi Andreae gecommittiert
sulckes des E. E. heren hofftmannen an tho denen unde die inconve-
nienten unde schwaricheden , so nach achting des synodi tusschen den
coetum Embdanum und ministerium hujus provinciae uth solche wise^)
tho handelen errisen konnen, haer E. E. in bedencken tho geven undl)
an tho holden , dat haer E. E. classem Enerumanam niet beschwai'en woUe
tegens dit giitduncken des synodi, undi) tho praejudicio undi) misscon-
tentement coetus Embdani gemelten Leffertüm de novo tho examinieren.
2. Iss vor guet gefunden Leffertüm Hanting vor [dem] 3) synodum up
den namittag tho forderen, und^) dewiele de gemeente tho Leens pre-
tendiert an gemeltes Lefferti gaven im predigen geenen gefallen tho
1) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v."
2) „wiw" naar YY. Onze cod, he<»ft „wint", ZZ „twist".
!i) ,.[deiii|" aangevuld uit YY.
254
dragen, Bine gaven im synodo eenmael tho hoeren, updat synodus siilcke
sulvest gehortt hebbende med meerder fryheit in syn saecke moge han-
delen. Tho welckere ende hem in synodo vorschinende up des ehr. synodi
citatie injungert ist eine korte proefpredigt in synodo up avermorgen
namiddach, wesende den 12®° May, tho doen aver die worde versie 38
capitis secundi Actorum , welckes he im synodo angenamen unde tho
achterfolgende belavet.
3. Iss Thbodoricüs, pastoor tho Lanum^) in Ostfrieslandt, in synodo
oompariert sick beklagende, dat hy umb reden, einssdeels dem synodo
vorklaret dor tusschenspreken des coetus Emdani, sinen deenst tho Lanumi)
resigniert hebbe, daerup frundtlick begerende, dat synodus sin person
de recommandatie an enige vacierende gemeente in deser provincie tho
siender befordering wolte behulplick syn.
Res. synodus, dat he D. deputatis synodi thokumpstig gude testimonia
van coetu Embdano verthonen sal, welche solche guttbefunden hebbende
hem in sinen begehrten wilfahren unde nomine synodi die behulplicke
hant leisten sollen.
4. Heift sick synodus laten gefallen, dat uth den heren predigeren,
den synodis vorthan bywahnend, commimib. sufPragiis ein prediger sal
eligiert worden umb an die plaetse, der synodus celebriert wordt, under
wehrenden synodo ein predicatie doen 2) an stede der pastorenn dar-
sulvest, waema sick himae ein ider mach schicken.
Sessio 5 pomeridiana 10 Ma^ hora 2 finitis precibus.
1. Hebben D. Hillenius und D. Bernhard Andreae van empfangen
antwort van die E. E. heren hovetmannen im synodo report gedaen unde
vermeldet, dat hoer E. E. sick dergestalt up synodi versock erklaret
hebben , dat dersulvig intent und 3) meinunge nit gewest is noch uth den
gegeven sententiis sal konnen blieken dat examen coetus Emdani eeniger-
wise tho krencken, sonderen dat haer E. E. in twivel getagen hebben,
dat gemelter Leffertus in hypothesen nit genochsam qualificiert sie umb
sodanige gemeente, als tho Leens iss, med stichtinge tho bedienen, unde
mogen derowegen wel liden, dat synodus in die saecke handele, alse sie
id am stichtlicksten vor die kercke Christi beHnden, welche haer E. E.
dissfals nit prejudiceren wil. Daerby doende dat de E. Reint Alberda
etlickemael tegens har E. E. sick hefft laeten verluiden, dat sin E., in
gefal Leffertus van dem classe unduchtig und 3) unbequaem befunden
werde solchen dienst tho bekleden , van sinem proposito wolde desisteren.
1) „Lanuin" YY heeft „Canum".
2) „doen" YY heeft „doen sall".
^) „und". Onze cod. heeft slechts de afkorting „v."
256
Sindt revidirt gravatnina specialia.
2. Angaende articulum 8 sess. 4 wordt synodus adverteert, dat Jaoobüs
Jamcuu siek unstichtelyek drage by sin gemeente, waerup classis Gro-
ningana in synodo, under welcher he sortirende iss, angenamen hefft up
sin person wat meerder tho letten, unde hem schuldich befindende tho
doen na behoeren.
3. In D. Hermaitni Drecioi saecke vermoge articnl 9 iss van D. depu-
tatis synodi by den E. E. heren (ïedeputteerden gehandelt, woe ock
wegen der alumnorum hujus provinciae, als haer articulo 10 belastiget
na wtwisinge der acta, bq i) D. deputatis synodi berustende.
4. Sindt van synodo an den E. E. Reint Alberda gesonden D. Andreas
Straetmanntjs , dominus assessor, unde D. Bartholomaeus* Billerbeecic
nomine synodi sin E. an tho denen , dat die prediger dess classis Eneni-
manae up die bestembte tydt na uthwisinge unde erfordering der E. E.
heren hovetmannen sententie in Leffarti saecken nit konnen handelen,
und dat synodus in die saecke gesinnet is tho doen, als id tho vorbrei-
dung gotlicher ehre und erbuwinge der kercken Godtes, wo ock tho
verhodung veler ergemussen na Gottes wordt tho geschien kan befunden
worden, unde dat syn E. E. id darup ditmael wolde laten benisten.
Waerup sick den E. E. Reint Alberda tegens haer w. verklaret, dat
S. E. synodi vorstell in sin bedencken neme unde dor D. assessorem
tegens morgen dem synodo sin meininge und andtwordt woUe inbringen
laten.
Sequuntur gravamina, in synodo proxima nyes gehandelt
in sess. 5 etc.
5. Angaende gravam. classis Groninganae befindet synodus, dat die
D. deputati in gravamine primo angaende die praebenden gehandlet,
blickende uth der acten by haer w. berustende.
6. Up 2 gravamen van introductie der prediger synodus nader gelettet
hebbende, betindet gut tho syn ad conciliandam ministerio inprimis au-
toritatera, dat die nye ankomende predigers solenniter in presentie thom
minsten eeniger collatom ter plaetse sellen introduciert werden, unde
gelick als in der stadt Groningen jurisdictie geschiet, also ock in den
Omblanden sulckes observiert und onderholden sal worden.
7. Up gravamen 4 angaende die bededagen befehlt synodus, dat alle
predigers nochmals vlitig sullen lettenn na uthwysinge gemeltes grava-
minis , mede den D. deputatis thocompstich belastende by den E. E. heren
1) „hij" naar YY en ZZ. Onze t'od. heeft „b."
256
Gedeputeerden an tho holden, dat haer E. E. believen wolde in die
uthschrivinge der bedeldaghen uthdruckelick te mandieren, dat up den-
sul vig fast undi) bedeldag keine krogers mogen bier ofte wyn tappen,
by uthgedruckte straffe und^) broke.
8. Angaend gravamen quintum van die uthlegginge unde colectie ge-
wisser penningen ten profyt der nachgelatenen weduwen undi) kinderen
der verstorven pastoren in deser provincie hefft D. HiLLENros als depu-
tatus synodi cum collegis synodo referiert, dat haer w. in jungst gehol-
denen visitatie in allen classibus umb consensuin [angeholden] 2) und van
den meisten vorkregen. Die anderen hebbende sulckes in haer wider
bedencken genomen, hebben hoer w. mede gewisse articulen, nae die-
welcke voerss. peningen coUigiert ende administrert sullen worden, an
alle classes schriftelick overgesonden , verhapende dat diesulvige van allen
approbiert und acceptiert siendt worden.
Waerop synodus van die tegenwordigen h. broders verklarunge ge-
fordert van die meinunge der broederen in haeren classibus. Daerup
tegen wordige D. fratres uth den Omblanden undi) Oldenampte verklaret,
dat die meisten predigers in dit stucke noch swaricheit maeken unde
datsulvighe in wider deliberatie nemen.
Synodus merckende, dat vomemelick een nach den anderen wachtet,
siet vor gut an, dat tegen wordige D. fratres synodo bqwohnen^) die
vorgemelte articuln, van D. deputatis gestellet, vor haere person anderen
thom exempel und nafolge undertekenen , nit twivelende sulcke anfanck
gemaecket synde, dat die anderen desto gewilliger sollen folgen.
9. Belangende articulum 6 sessionis 5 van den schoelmeister tho 01-
densiel iss mede van D. deputatis synodi in haer remonstrantie up den
landtstag ingegeven, waenip noch resolutie tho verwachten undl) tho
vervorderen steit.
Gravamina classis Dammonensis.
10. Angaende 1 gravamen van den tuffelsbanner in den Dam, iss van
D. deputatis by den E. E. heren Gedeputteerden vorkregen, dat haer
E. E. believet an den redger ter plaetsen tho schriven und gebeden, dat
he dragende 4) amptshalven in de saecke doe nae behoren.
Grav. secundum aengaende die Wederdopers, daervan ock articulo 4
1) „Tin(V\ Onzo cod. heeft Blcchts de afkorting ,»v."
2) .,[angeholden]" aangevuld uit YY.
•*) „bywohoen" YY heeft „bvwohnende".
*) „dragende" YY heeft „dragende8'\
257
sedeionis secundae gemeldet, iss van D. deputatis na uthwisinge haer
acten gehandelt Unde findet synodus nodig, dat int kumpstige b^ die
E. E. heren Gedeputeerden umb executie gepublicierter mandaten tegens
die Wederdoopers instantelick van D. deputatis synodi angeholden worde.
Tertium gra vamen, als aengaende die enthilligung des sabbathdages ^)
und2) die grote leedtbieren, hebben die E. E. heren Gedeputeerden op
anholdent D. deputatorum synodi belovet sulckes mede in har E. E.
propositien up den lantsdach in tho geven, waerup noch niet ervolget.
Gravamina classis Loppersumana.
11. Angaende 1 werdt van synode nit doenlick befunden die Mennisten
van den ghebruyck der kerckenlanden af tho krigen, mer vor guet erachtet
unde tho dem ende allen predigers in den Omblanden befahlen, dat se
allen vlit anwenden scholden, dat die Mennisten, noch kein gebnück der
kerckenlanden hebbende, vortaen umb daertho tho geïangen oeck soveel
mogelick afgeholden worden.
II Gra vamen, dat classis bégert, dat dat iraterhuss muchte provinciael
gemackt worden.
Iss van D. deputatis synodi mede up den landtztag vorgedragen und
versocht, waerup noch resolutie vorwachtet wordt. Unde dewile uth der
ordinantie, van einen ehrbaren und 2) hochwisen rath deser stadt Groningen
im fraterhuse gestelt, gude hope geschopfet wert, dat die predigers
meddertyt tho haeren begeren einigermaten mochten geïangen, so wordt
D. deputatis synodi belastiget in die sacke tho eferen.
Gravamina classis Middelstumanae.
12. I Gr. van underholdinge dor gelickheit in ceremoniën wordt van
allen classibus achterfolget.
2. Belangende die unordnung , so by den boeckdruckers in Gronningen
gepleclit wordt, hebben up versock D. deputatorum synodi die E. E.
hochwisen heren borgermeisteren unde rath der stadt Groningen belavet
up datt dnicken goede ordre tho geven unde synodum in folgenden tyt
diessfals klageloss tho stellen.
3 Gra vamen belangende die reparatie der kercken tho Rottura, hebben
die E. E. heeren gecommitteerden D. deputatis synodi belavet desulvige
tho reparieren.
13. Gravamen secundum classis Ener. klagende, dat die coUatoren
1) jysabbathdages" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft ^^sabbathages".
2) „und" Onze cod. heeft slcdits de afkorting „v."
Acta ityn. prov^inc, VIL 1'
258
tegens danck undl) willen der pastoren nndi) der gemeente an enige
plaetsen kosters offt schoelmeisters willen indringhen, iss, soviel haeren
classem angeit, by classe afgehandelt.
14. Grav. secundum classis Siiidthorr. angaende pastores enieritos,
dat diesulvige met eenige underholt muchten van der provincie vorsehen
worden, hebben D. deputati synodi sulokes mede haerder remonstrantie
aen die landtstende incorporiert.
15. Orav. classis in Oldenampt klagende, dat kerckvogten, niet allein
kein f runde sonderen ock Handen synde unser christlicken religie, ge-
duldet werden, hebben D. deputati an die E. E. heren burgemeisteren
unnd ratli der stadt Groningen remonstriert , welcke belovet hebben van
dessen stuck met den heren drost in communicatie to treden unde tho
doen na behoeren.
16. Belangende articulum 1 sess. 7 van den prepositurenn , hebben
ü. depulati synodi rcferiert, dat haer w. die questie die preposituren
angaende so in genere alss in specie van die prepositurenn tho ITsquart
up den landtstag mede ingegeven, als blyckt uth denn actis, by D. de-
putatis berustende, synodo vorgelesen.
17. In sccundo artic, belangende die reconciliatie des E. Geert Clantz
med den pastorenn tho Schermer, iss wegen langwiruger absentia des
E. E. Geert Claiïtz noch niet gedaenn.
18. In 20 angaende die kosters und schoelmeisters, soe van die
kloestorgoederen solarisoert worden, in solckes iss bi den E. E. heeren
gecommittierden gehandelt, als blicket uth den actis bi D. deputatis
synodi, unde den rentmeister uperlecht geen geit aen sodanighe par-
soonen uth to tellen , ehr sie guet getuchenisse vann haeren classe , daer-
under sie staon, kunnen verthoonen etc.
Sessio 6 antemeridiana hora 9, 11 May finitis precibus.
1. Hefft classis Enerumana synodo klagende tho vorstaen gegeven , dat
den E. Reint Alberda gesinnet sye die weduwe des saligen pastoris in
Leens in haeren gnadenjahr, van classe bedenet vor die weduwe, tho
bekorten unde sie derwegen vor die E. E. heren hovetmannen gecitiert,
begeerende dat synodus soveel mogelick sulcken wolde vorkommen, daer-
mede dit exempel niet ock van anderen in quade consequentie moclite
getagen unde nachgefolget werden.
1) „1111(1". Onze coil. heeft slechts de afkorting „v."
259
Synodus de saecke behertigende unde vorstaende, dat ditsulvige in
tegen wordiger tydt vor die E. E. heren hovetmannen solde dienen, heft
D. Bernhardum Andreae assessorem unnd D. Andream Straetm^vn. aen
die E. E. heren hovetmannen aifgefertiget umb haer E. E. van die ge-
legen theit des genadenjahres recht tho informiren, imd in nhamen der
samptliken heren predigers an tho holden , dat haer E. E. up begerent des
E. Reindt Alberda nit bewilligen wollen , dat tho vorkortinge unnd nadeil
der weduwe unnd consequentelik ock andere prediger mocht strecken.
Warup D. BsRimARDüs unnd D. Straetmann in synodo relatiert, dat
sie twaer sick understhaen eerstelik des E. E. Reintz Albekda gemoet
doer frundtlike versoken unnd intercessie tho mogen veranderen unnd
darhen inducieren, dat sin E. E. die gratie vorss. weduwe oick wolde
genieten laten, welcke bethero alle andere genaten hebben, averst niet
konnen verwerven. Unde dewile liaer w. vorsthan, dat den E. E. Reindt
Alberda van die weduwe noch anders nit bi rechte fordert alss die
upruiminge van die pastorienbehuisinge tho Leenss, hebben sie hoer
bootschap an die E. E. heeren hovetmannen nit laten gelangen, und let
synodus disse sacke solange berusten, bet dat sin E. wat widers tegenss
die weduwe tho krenckunge dess genadenjahres rechtlicken attentiere.
Sullen alsdann D. deputati synodi sick vorss. weduwen annemen und
haer saecken nomine synodi na vermogen helpen beforderen.
2. Iss voracheenen im synodo Hilbrandus Yallensis, pastor tho Sal-
lincki) in Overijselt, tho erkennen gevende, dat he umb reden hem
movierende unde synodo mede vorgestellet locum tho mutieren gesinnet
was, so he doer goede recommendatie und vorbede des ehrw. synodi in
disser provincie ergens mochte gepromovieret worden , presen tierende guede
getuechenisse sines vorholts tho allenn tyden te vortoonen.
Res. synodus, dat etziger tytt keine bequame2) gelegentheyt sy umb
syne persoen na sin begeeren tho beforderen. Imfall averst eenige
occasie muchte vorfallen, sullen D. deputati, gude getuechenisse sines
vorigon vorholtz und levendes geseheii hebbende, sick siner persoen an-
nemen unnd nach hoerenn vennogenn tho synnen vernemen behulplick syn.
Gravamina , nyes im synodo van den classibus ingebracht
ende affgeliandelet.
Gravamina classis Groninganae.
1. Also temet wort vernomen ende voer vast bekent, dat ten ansien
1) „Sallinck" naar ZZ. In onzen cckI. staat „Sallingcn" en daarboven de letter»
ck. YY maakt daaruit ,,Salckingen". Be<ioeld ia Zaik.
2) „bequame" naar YY en ZZ. Onze cod. breekt den regel af met „bequa".
17*
dèss hóuwëlicken staets benevens andere misbruyken insonderhéit hierin
die kerckenordenunge \yort overgetreden» dat niet alleene eenige tesamen-
gegeven worden, welcker proclamatien alleen op een plaetse, tsy daer
die bruidegom tsy daer die bruydt wonet, sin gegeven ende niet meer
op andere plaetsen, daer d'eene ofFt d'ander haer woninge ende haer ver-
naemste vrinden hebben, ja dat méér iss, dat met sodanige nalaetinge
der proclamatien noch buyten wetene, ja tegen den danck der olderen
eenige in echte worden thosamengegeven tot een openbare nasprake ,
lasteringe unde imtstichtinge over den dienst der kercken , off niet nodich
sy, dat synodus daerup lette,. daerto arbeide, dat sulcks vortaen werde
verhindert, unde bedencke, wat censura sodanig prediger werdig sal
syn , de hem daerin heeft verlopenn. \
Resolutiones synodi.
Hefft sick up voergaende citatie dominus Thobias Seusingius synodo
sistiert unde avertuiget synde, dat lie in dem Delphzyll 2 jonge persoenen
sonder van hen to eisschen getuichenisse van proclamatien, so tho Gro-
ningen, daer de bruidt unde haer olderen med der woninge residerenn,
behoorden vorhergegaen tho hebben, tegens danck unde willen der
olderen copuliert hefft, stridende sulckes tegens Godttz woert unde den
66 articul der kerckenordeninge , waerumb Tobias, met geene gefonderte
redenen und bewlss sick entschuldigen kennende, im synodo culpam
deprecim motenn unnde scherpelick gecensureert worden, befehlende
hem diergelicken niet meer tho doen.
2. Het wort bevonden, wie kennelik iss, dat in eenige dassen deses
synodi verscheiden persoenen syn, die malkanderen beswagert offt ock
doer bloetverwantschap verbonden syn, waerdoer tot syner tijt in die
nodige handelinge unde saecken der kercken doer een tsamenstemminge
der sodaniger die vruchtbarheit unde stichtinge verhindert unde öck die
vryheit, tsy van sodanige verwante persoenen selve offte doer lieffte
offte doer ontsich vor malkanderen ingeholdenn wordende , tsy inssgelicks
ock van die classicale vergaderingen , niet weinich gekrencket unde wech-
genomen soude mogen worden. Wort gevraget, offt het niet nodig ende
geraden sy, dat die synodus daerop ini) tyts achtinge geve, ende doer
een bequame resolutie in sodanige saecken tot die beste stichtinge
orden stelle.
Bes. synodus. Synodus, sulckes befunden hebbende in classe Middel-
stumana unde Enerumana, hefft daerin tho remedieren na ripe delibratie
eentrachteliken folgendergestalt resolviert, unde gebut allen classibus
1) „iu" naar YY en ZZ. Onze cod. heefi „ein*\
261
dtrictelick tho observierene, alss 1. dat die pastoren, in einem classe staende
unde under einander befrundet oifte beswagert synde, in vorhandelinge
haerder eegen saecken , een ofTte meer van haer angaende , sullen uthgaen
et reliqiiis fratribus classis thostahen van haer sake in ipsorum absentia
tho deliberierenn unde tho schluten.
2. In gemeine saeken in de stemmen , haer niet coneemierende , sullen
gemelte persoenen gelick die anderen frye deliberatie und thostemmen
hebben. Jedoch so vermereket wurde, dat sie offt eenige under haer sick
thosamen hielden partyschap thonende, sullen sulcker stemmen thosamen
niet mehr als eine stemme vorstrecken.
3. Wenn vota occulta coDigieret und gegeven sullen worden, sullen
sulcko befrunte pastoren niet mehr als eine stemme vor sick allen geven
konncn.
Darbenevest wert classib. eemstlikeni) anbefahlen, dat sie sr)veel mo-
geliken verhinderen, dat consanguinei oft befrundete pastoren in een
classe sick so seer nit vormehren unnd sterken.
Oravamina classis Dammonensis.
1. Beklaget sick classis, dat die duvelbanner noch in den Dam onge-
straffet ende on verhindert, tot vieler menschen ergemisse ende verfoeringe,
verblifft ende in sinen dingen voertvaret 2).
Res. synod., dat idt by voriger resolutie artic. 19 sess. 5 verblivet,
unnde injungieret D. deputads synodi, dat sie by instantie an die E. E.
h. Gedeputeerden henfemers noch anholden.
2. Claget classis over die ontheliginge des sabbathdages, so ongestrafft
so langer ho groter wort
Res. synodus3), dat domini deputati synodi so by die E. E. heren
gedeputerden alss ock up den Oester unnd Westerwerff sullen anholden,
dat allen redgeren uperlegt werde ten achtervo]ge haeres dragenden
amptes sulke sunde unnd abusen in haer judicaturen tegenss tho sthan
unde tiio straffen.
3. Klaget classis , dat viele vann die Mennisten , welchen die copulatie
in onsen kercken ge weigert wort, eer sy gedoopt syn, na Maryenhave
in Oestf rieslandt ende tho Hage sick verfoegen , daer sy •^) , die pasteer
1) „oernslliken" naar YY. Onze cod. en ZZ hebl>en „wustiiken".
2) Hierop volgde alleen in onzen cod. : „Re«. a. , dat domini deputati synodi , so
bij die E. E. heren (Jedeputeerdcn ai is verschreven". Doch deze woorden zijn onder-
sc-hrapt op eene wijze, die evengoed een doorhaling kan beteekenen.
J^) „synodus" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft slechts de afkorting „s.'*
4) „sy-' ontbreekt in YY.
262
een vorehrunge van sick geven hebbende, copulieren, offt synodus doer
behulp des coeius tho Embden solckes niet solde konnen vorkommen.
Res. synodus 1), dat domini deputati synodi sullen by die E. E. heren
Gedeputeerden anholden, dat van haer E. E. ein schrivent an denn wol-
gebaren heren heren Enno, graifenn und heren zu Oestf riesslandt , afge-
ferdiget und begeret werde, dat S. Gnaden dem ministerio dusser provincie
tho gefallen inhibitie doe, dat sucks vortaen in S. Gnaden landt niet
mehr geschiee.
Sessie septima hora 2 pomeridiana 11 Ma^ fusis precibus.
I. HefFt dominus assessor ingebracht, dat die E. E. Reint Alberda
synode up dessulvigen aen hem gedaene begroetinghe vor antwortt let
wetenn , dat sin E. E. gantzlick gesinnet sye van die sententie der E. E.
heren hoevetmannen in gratiam synodi nit tho declinieren , daerby doende
dat sinn E. E. Lefferto by verlesunge seiner gunst unde gratie, ock cassatie
der van sin E. hem conferirte vocation vorbadenn hebben dem synodo
nit tho parierenn, noch dessulvigen judicio angaende disse questie sick
tlio submittieren.
II. Iss compariert D. doctor Andreas Winshemius med vulmacht des
caspels Leenss unde nevenst anderen reden, so die gemeente in haer
vorige request, an synodum gementioniert , urgieret dat dat testimonium
coetus Emdani Lefferto Hanting medegetheilt vann sinnem examine unnd
admissie thom predigampt, conditionall unnd seer schlicht sy, van middel-
matige gavenn unnd wetenschap Leffekti getuigende, versocht derowegenn
im nahmen der gemeente tho Leenss , dat in conformitee der E. E. heeren
liovetmannen sententie gemelter Leffertus geexaminiert werde, nit in
thesi tho krenckunge examinis coetus Embdani, sonderen in hypothesi
tho beprovinge siner geschicktheit und gavenn, offt he die gemeente tho
Leens genochsaem unnde vruchtbarlick konne bedienen, biddende ock dat
die ehrw. synodus up bequame middelen wol dencken, daerdoer sy desses
Leffertz mochten entschlagen unnd eines anderen bequameren unnd
duchtigeren predigers mechtig werden.
Res. synodi. Waerop syn. hoer to erkennen heft gegeven, dat synodus
in disser saeke hefFt angefangen tho handelen unnde gesinnet sye sulvest
gemeltes Lefferti profectum unnd gavenn up morgenn an tho horenn,
unnde dann in die saeke volkomelick schluten.
Sessio 8 antemeridiana hora 9, 12 Maij.
1. Post preces hefft die E. E. Dodo van 2) Ajisweer doer D. assessorem
1) „synodus" uaar YY en ZZ. Onze eo(i. heeft slechts de afkorting „s.''
'-) „Dodo van" naar ZZ. Onze a)d. en Y'^Y hebben „Dot»".
263
undi) dom. Straetmannijm an synodiim fruntliken versocht, dat synodus
sin E. assistieren wolle in die questiose saeke angaende die preposituren,
80 nit alleen sin privaet persoenn sundor dat gantze ministerium unnd
kercken disser provinciën sin concernierende.
Res. synodus, dat sie vorstaen hebbende, dat in disser saecke angaende
syn persoenn unnd hierbevoer empfangene speciall commissie up den
landtstag all resolutie gefallen iss, unnd concludieret sulcks woll vor
nodig und christclick achten, unde geneiget was sin E. in gemelte sake
by to staen, beklaget sick averst nit to weten eenige middel unnde wise,
woe solckes in desem thostaende fruchtbaerlich geschien moge.
Anlangende averst die preposituren in genere, wert D. deputatis synodi
belastiget vortaen instantelick bi die landtstenden desshalven an tho
holden in sulcker wise, als D. deputatis airede up den landtstag in re-
queste remonstrieret hebben, unnde daerby doen, imfall in den eermaels
gestelten unnd approbiertenn articulis die forme unnd wise van die be-
dieninge der preposituren betrefFende etwes mochte begrepen sin , dat die
rechters ofFt redgers erachten, dat idt mochte strecken tho haerder pre-
judicio imnde infrengerunge haerder macht unnd gerechticheiten , dat
solches mochte geendet unde gemelte articulen by de landtstende resu-
mieret worden.
2. Hefft Leffertus Hantino im synodo eine propositie gedaen, gelick
hem van synodo injungert was, unnde hebben sine gaven denn D. fratribus
teraelik well gefallen, welche die hopcninge schopfen unde eracliten, dat
he vlitich vortaenn studierende und sick oefenende in vinea Domini goede
frucht sal konnen schaffen. Synodus ock gesien hebbende honestura et
egregium testimonium vitae suae anteactae van dem consistorie tho Emb-
dcnn, oeck testimonium examinis sui van eoetu darsulvest, hefft dacran
ein guet behagen. Daerup hefft synodus D. Hilleniüm und D. assessorem
an die E. E. heren hovetmannon affgeferdiget umb sick by haer E. E.
tho crkundigenn, imfall die ehrw. synodus Leffertum in hypothesi sulvest
kortlick undersochte und examinierte an stede classis Enerumanae, offte
darmcde haer E. nit thofreden sye unde achte , dat haer gegeven sententie
voldaen werde, darmede diessfals die E. Reint Albeeu)a niet hadde tho
pretendicren.
H. Iss die E. E. Geert Claxdt companert in synodo, begerende dat
die resolutie, anno 1613 im synodo aver dem pastoerenn tho Scharmer
genamen tho deportament dess pastoerss van sin prodigdienst aldaer,
mochte executiert werden, nademall gemelter pastoer sunder frucht tho
1) „und" naar YY. i^nze coii. hwft „van d.'' i'n ZZ „v."
264
schaffen aldaer Btaet unde doer uneinicheit, twist iinde veele moyte
g^ote ergemisse anrechte, item dat gemelter pastoer geit empfanghen
unde echteluden gescheijden hefft etc.
Wamp Bynodus sinn E. gefraget, offte diesiüvige im nahmen unnde
uth last der gemeente tho Schermer offte vor sine persoenn allene solche
klagte tegens den pastoeren iastellet. Helft sin E. geantwordet snlckes
tho doen niet nth last der gemeente snnd^^n alss magistratus ter plaetse.
Respondet synodus in die saeke niet tho konnen resolveren inaudito
pastore, unnde derowegen sinn E. metsampt dem pastoeren Schrankkn-
HULLER tegens 2 uhren up namiddag bescheiden wedenimb tho comparieren.
Sessio 9 pomeridiana hora 2, 12 May.
1. Reportierden D. HiLLEinus unnde D. Bernhardus im synodo folgende
andtwort van die E. E. heren hovetmannen entfangen tho hebben, dat
haer E. E. voer guet insuet, dat synodus persoenen uth haeren middelt
committiere, welcke in presentia D. Hillenu unnd D. Bernuardi The-
ODORia gemelten Leffertum undersoeken unnde in hypothesi examen
medt hem beginnen, daerby vermanende dat synodus vorsichtich in
dusser saeken handele, dat infall die persoon mucht duchtich befunden
worden in sulcken plaetse met stichtinge tho staen, synodi handlinge
nit tho undertruckinge unnd vorstoringe der gemeente strecke, die tho
sin persoen gantzlick niet gesinnet iss.
2. Iss D. doctor Winshemius compariert up erforderen dess synodi,
unnde gefraget synde alss volmacht des carspels Leenss, offte die gemeente
sick dem judicio des synodi underwerpenn , unnde imgefall Leffertüs
80 qualiftciert befunden worde, dat synodus erachtet, dat het met
f nichten wel by sie konte stahnn unde dienen , sie den i) in sulke guet-
dunckent unnde urtheill synodi soldenn wollenn acquiesierenn.
Hefft D. doctor up vorgestelter vrage putative geantwordet nit tho
orachtenn, dat de gemeinte daerhenen solde konnen induciert unnd ge-
bracht worden etc.
3. Synodus, in disse saeke viel swaricheit befindende unnd noch tho
moete sionde, helft dom. Uilleniüm unnd D. assessorem Bernh. committiert
met Lefferto Ha:«tixg privaetelick to sprekenn umb sin gemoet tho
beproeven, ofFt hie niet lever der vocation gewetenshalven sick woUe
entschlagen alss tegens der gemeente willenn laten indringen. Waenip
hare w. w. 2) synodo relatiert, dat sie Lefferto Hantixg med vele reden
1) „den" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „dem".
2j „hare w. w." naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „hc w."
265
entlick daerhen persuadiert unnd indnciert hebben, dat Leffertüs goet-
willieh angenamen die empfangene vocation wederumb in handen des E. E.
Reint Alberda aver tho lieferen unnde syn E. E. deswegen tho bedancken
etc., begehrende dat synodus hein wolde tho einen anderen dienst be-
hulplick syn unnde van den dre^ folgende puncten schriftlicke getuichnisse
medetheilen, alss:
1. dat synodus dat examen coetus Embdani sinn persoenn angaende in
sinn esse let bliven unnd vor gut kent;
2. synodi urtheill unnd goetduncken van syne gethane propositie unnd
gaven;
3. dat he umb geen ander reden der beropinge sick entschleit, alss
dat he sick in syn geweten beswaret vindet sick tegens den willen der
gemeente tho laten indringen, welchesi) hem belavet.
4. Synodus, des E. E. Oeeudt Clandtz [klachten] 2) tegens den pastorm
tho Scharmer unde des pastorenn verantwordinge ingenamen unnd aver-
wegen hebbende unnde befindende, dat die ingebrachte klagtenn nit
veriftciert werden, resol viert unnd kent vor guet, dat den E. E. Geerdt
GiiAirr, imgefall henn E. by gedaenen klagte gedenckt tho persisteren,
diesulvige alss eigentlick classicael synde in classe Dammonensi verfolgen
soll, classem autoriserende daerin tho handelen na behoeren.
Wat anbelanget privata uneinigheit under malkanderen, hebben beide
parthyen doer viell tusschenspreken unnd vermanen des synodi malkan-
deren die hant gegeven tot ein teken van broederlicker reconcilatie unnd
voergevinge, etc.
5. Dom. deputatis synodr wordt belastet, dat sie die saeke HEiNma
MEiNAm)! , welcke he im synodo bi requeste ingegeven , up den landtsdag
synodi nomine soDen verdragen unnd vorderen helpen.
6. Iss dominus Hermannus Dreckius beschuldicht , dat hy einen man
met siner vorigenn frouwen susterdochter , so he thovoren beslapen,
hadde gecopuleirt, welcher sich heropen up classis ]^[iddelstunianae con-
sensum, welche sulches tho doenn hem pannittiert, uth der oersake dat
gemelte persoenen nit langer in hoererye muchten leven, unnde Ritzkeks,
die redger ter piaetse, sulckes mede urgiert na luit sin egen schrivent,
im synodo vorgelesen.
Res. synodus, dat classis qualick gedaen und pecciert hebbe tegens Gottz
woert und die gemeine regell: non esse facienda mala, ut eveniant bona.
1) „wclchefi" YY heeft „welches synodus".
2) „[klachten]" aangevuld uit YY.
266
Hefft darumb classem censureert undo vormanet tho tho siehen, dat sie
Bick in tali vel simili casii dergestalt nit mehr verlopenn.
Sequitur grava. 4 classis Dammonensis.
7. Elaget classis, dat die echtestaet daerin ock seer van ontellike
persoenen onteerett wordt , dat sie nae gedaner proclaraation einn geniyme
tyt, jae wel ettelicke jaren by malckanderen als echteluden convereieren
ende huyssholden sonder sick tho laten in der kercken copulierenn,
welckes doch van den redgeren hier unnd daer niet gestraifet noch
wedersproken wert.
Res. syn., dat D. deputatis synodii) kumpstig sulckes an die E. E.
hoechw. heren hovetlude sullen remonstrierenn unnd nomine synodi
anholden, dat haer E. E. docr expresse mandaten die redgeren constrin-
gierenn up diejenigen, so proclamiert synde ane copulatie tsamenleven ,
tho letten unnde solche grote unordnung unde enteherung des h. echte-
standes tho straffenn na behooren.
Gravamina classis Loppersumanae.
8. 1. Dat doch ordening gestellet unnde underholden werde over het
versoecken des h. ministerii, ne tam impudenter currant candidati antequam
vocentur, ut ita scandala maxima vitentur et Anabaptistanim in s. mini-
sterium calumniae praecidantur.
Res. syn , dat classis up solche persoenen achtunge sollen hebben , dat
diesulvigen dem 13 articulo der kerckenordenung gemess sick dragen
und holden unnd denne, so sulcks tenbutengahenn , tegenstaen und
straffen.
2. üewile dagelicks viele unnd grouwelicke abusen int anverden van
den ehestandt gesporet worden , dat doch die solanghe vorwachtede echt-
ordenungc eenmael vorfeerdiget unde confirmiceret moge worden.
9. Res. Syn. will D. deputati synodi sulckes in haer remonstrantie
up den Jantdsdach mede avergegeven hebben, dat vortaen D. deputatis
sulckes urgieren unnd urab resolutie anholden.
3. üewile in den Omblanden vele syn, diewelcke gene Mennonisten
en syn, dannoch haore kinderenn ongedoopt liggen laten, unnde ette-
lickemael vermaent synde datselve moetwillich verschloffen , dat daer
einige voerseninge in geschienn muchte.
10. Res. synodusi), dat die prediger by alsulcken luyden haer ampt
sullen neerstelick met vermanen ende straffen verrichten unnde den
successum Godt befehlen.
Ij „svnodi" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft slechte de afkorting „s."
267
4. a. Hoe men sick holdenn sal mit sodanighe luden, die Mennisten synde
sonder eenige wettelicke proclamatien sick van die Mennonisten vermae-
neren laten copulieren, b. item die van unss vor die copulatien quasi
uth dwanck gedoept synde , daerna den Mennonisten weder bi vallen ende
onse ordeninge lasteren.
11. Res. synodusi) up die eerste f rage a: willidt up den Westerwerff
beslaten iss, dat sulcke copulatie vor unwettelick unnde keinder weerden
sullen geholden werden , dat D. deputati synodi copie van sodanige resolutie
forderen unnde anholden umb publicatie dessulvigen.
Up die 2 frage respondiert synodusi), dat raen sick sall richten na
der kerckenordening unnde bethere underlioldenen gebruyck, mede med
vermanen vor unde na der copulatie anholden , dat ander Godt unnd haor
conscientie befehlend.
5. Dat doch S. G. unde die E. heren Gedeputeerden, willende 2) tot
verhoedinge van die alienatie een register oprechten van die geistelike
goederen, sodanige registeren door mandaten offte andere middelen van
die heren collatom oift kerckvoegeden wollen vorderen unde daermede
den predigeren niet beswaren , opdat si in harer stichtinge by edelen und
unedelen nit verhindert mogen worden, unde meestelick daemm dewile
voele predigeren syn, die wel lange gestaen hebben in einige plaetsen
unde die weete niet krigen konnen van die geistelike goederen, by haer
gelegenn.
12. Res. syn. Blifft synodus by de vorgenamen resolutie in articulo 1
sess. 5.
6. Dat dese moderatie gebniycket worde in die jaerlicksche visitatie
der h. deputatorum synodi , dat sy nergens anders en visitieren , als daer
eenige groote swaricheit opstaet, welke vann den classis niet bygelecht
kan worden, ende dat erstlick tot vermidinge van grote jaerlicksche
kosten, 2. ende ock updat der classium authoriteit daerdoer niet ge-
swecket worde.
13. Res. synodus, dat idt sall vorbliven bij voriger resolution unnde
angefangenen gebnicke.
7. Dat doch domini Leonis Abelt zaliger, item domini Lucae, pastoris
in Zeripe, ende domini Hendrici, pastoris in Woltersum kinderen tor
schoeien liggende met einen behoerlicken stipendio versien mogenn
werden na so lange versoeken, updat sy haer angevangene studia
mogenn achtervolgen.
1) „fivnodiis" naar YY. Onze cotlex heeft sleehts de afkorting „s.''
'^) „willende" YY heeft „willen".
268
14. Res. synod., dat domini deputati synodi by denn h. rentemeister
J. HüissMAN sick sullen erkundigen, offte eenige allammatiol) gegahnn,
linde den gemelte kinderen an die E. E. h, gecommitterden van die
landtschap nomine synodi recommendieren vor anderen gefordert te worden.
Gravamen classis Enerumanae.
Wordt alsnoch de novo geklaget, dat eenige sick anmatigen om in
kerckensaecken willen tho gebieden hebben, daer sie doch unser religiën
unde alsoe der Gereformerder kercken niet toegedaen synn, sonder
vianden derselver synt, unde daerup vorsocht, dat sulckes mochte afFge-
schafFet worden.
15. Res. synodus, dat idt nit behoere tho geschien, unde na allen
vermogen sal gewehret unde tegengestahnn werden.
Gravamen classis Suidthorumanae.
Also die predigeren, op die frontieren van Frieslanndt woenende,
klagen, dat se grote narede moeten hoeren wegen dess, dat sie unge-
doepte persoenen niet willen copulieren, welckes dannoch in Yrieslandt
gedaen wordt, so iss des classis versoeck, dat dese synodus een vrindelick
schrivent an den synodum van Vrieslandt wolden laeten gelangen, omme
comformiteit sowell in de ceremoniën als in de leer tho holden.
. 16. Res. syn., dat sulckes nodig unnd behorlick sy, unde belastiget
D. deputatis synodi eerster gelegentheit datsolvighe int werck tho stellenn.
Gravamina classis Oldamptensis.
Sess. 10, 18 May hora 8 antemeridiana.
1. Classis doleert, dat die Mennisten niet alleene opentlich lerenn,
stridende datelick tegenn der E. E. heren verbotsmandaet, gedateert unde
gepiibliciert den 8 January anno 1614, sonderen oick boeken drucken
laeten, daerin sy seltzame, schricketicke erroren openbaren tot nadeel
der warenn gemeene Christi.
1. Res. syn., dat domini deputati by den E. E. hochw. heren borger-
meesteren unnde rath tho Groningen anholden sollenn umb executie
haerders E. E. tegens der Wederdoperen exercitie gepiibliciert mandaten ,
unnd by den E. E. heren drost versoecken, dat Jajt Dericks wegen syns
boecks to rede gestellet werde, unde sonderling van hem vorforsche,
woe syne negest uthgegangen 2 boecken gednickt syn.
2. Dat eenige kerckvogeden , diaconen noch geen lidtmaten der gemeene
Christi sint, sonder eenige sint verachters des h. ministerii, unde ettelicke
levenn seer dissoluit tot grote ergernissen der gantzscher gemeine unnde
1) „eenige alummatio" YY heeft ,.ock enige alimentationes''.
269
kleinachtinge der vromer dienaren, unnde klagelike voertplantinge der
sonden des dronckenheits, godeslasteringe unnde andersins.
2. Res. synodus, dat classis die namen sulcker personenn ann D.
deputatos synodi averschriyen , die datsiilvige an die E. E. heren borger-
meisteren unnd rath sullen laeten gelangen om daerin tho remedieren.
3. Dat noch die vastelavontsboven i) ongestraffet alle jahren ontrent
vastelavont mit vermommingen, verkleeden, dansen, hoeveren 2) unde
andere onchristelike idelheit ende moetwille lopenn, tot openbare voert-
plantinge der sonden ende godtloosheyt, strydende tegen dat uthgedruckte
woert Godes ende alle erbarheyt.
3. Hes. synodus, dat tegenn annkumpstigen fasluachlen deputati synodi
by die E. E. heren borgermeister unnd rath ansoecken om sulckes emstlick
tho vorbeden unnde tho straffen, desgelicken sie oeck sullen doen an
die E. E. heren Gedeputeerden, dewile desgelicken clage van allen clas-
sibus geforet wert.
4. Dat oick op eenige plaetsen den weerden unde krogeren des Son-
dages voer ende under die predige bier tappen by den dronckers énde
andere sittende gasten tot droeffenisse veeier fromen, daerdorch die
godtlossheyt sowell bij sulcken weerden und krogeren alss by den
dronckers gepleget unde gestercket wort.
4. Res. synodus, dat deputati synodi ann die E. E. heren borgemeister
unnd rath, woe ock wegenn der Ommelanden an die E. E. h. Gedepu-
terden sullen remonstreren , dat sulckes emstlick verboden ende gestrriffet
werde.
5. Isst im synodo eine questie gemoviert, oft een stieffvader sins
stieffsohns nahgelaten weduwe moge trouwen unnd echtigenn.
Respondiert synodus, dat sulkes nit moge geschien noch bohoero tho-
gelaten to worden.
6. Eracht die ehrw. synodus, dat D. deputati synodi in haerén ampte
sick trouwelick unnd behoerliken hebben gequeten, sick tegens haer w.
voer haeren trouwen dienst vlitig bedanckende.
7. Iss censura morum geholden unnd godtdanck nemant straffweerdich
eerfundenn worden , alssdat sie sick by wehrendem synodo anders souden
gedragenn hebben, alss behoret.
1) „vastelaventsboven" YY heeft „vastelavontsboevon" , ZZ „vastelavontsbieren'*.
2) „hoeveren" YY heeft „lioerieren".
270
8. Sint in deputatos synodi eligiert worden: D. üchtemannüs l) , D.
Berxhaudüs2) Esingamis, Flacws'^), Rembertus Georgu^).
Endtlich iss die christliche synodus met dancksaginge besehlatenn,
unnd die acta vann die ahnwesende heeren broders underteckent
Chrlstophorus Uchtexiannus , servus J. C. in ecclesia Groningana, synodi
praeses.
Berxuardüs Andreae, pastor iilsinganus, assessor synodi.
Georoius PLAaus, pastor Dammonensis, scriba synodi.
Henricüs Crevelt, prediger te Middelberth.
KoDOLPHüS WicHERiNGE, oldefünge.
UiDDO LAMBEitTi Groothusanus , in Fermsum pastor.
TiTUs Theodori, in Slochtem pastor.
WiLHEiJkiTJS Walraven, v. d. m. in Westererabden.
JoHANNES Egberti, pastor in Lhermisz.
Lucas Wiedemariüs , pastor in Zeeripe.
Andreas Straetmannüs , pastor in Suidtwolda.
IIermannüs Arkoldi RHEXA^^JS, pastor in Middelstiim.
Wilhelmus Johaknis, pastor in Huesinghen.
Adolphus Besten, pastor in Whee.
JoHANNES ScuMALTZius, pastor in Tinallinga.
Bartholomaeus Billerbeke, pastor in Werfliusen.
NicoLAüs Petri, pastor in Visvliet.
JoiLAjfNEs LuBBERTi, pastor in Gripskerken.
Rembertus Georgij, pastor Medanus in Veteri Praefectura.
Berxhardus GoLTsvERifEN , pastor in Bleiham.
Desse acta synodalia sint van unss alss deputatis synodi overgesien
und collationeret, unde mit den iindergeteeckenden originali overeen-
stemmende befonden, ohrkonden wi ondergeschr. mit unsen egen handen.
Actum Groningen den 13 Junq anno 1G15.
Christophorus üchtemannus, deputatus synodi.
Georgius Placius, deputatus synodi.
Rejibertüs Georgii, deputatus synodi &).
i} „Uchtenianniw" ZZ heeft „Christophorus Uchtemannus Gron."
2) „Bcrnardus" ZZ heeft „Bernardus Andreae".
3) „Placius" ZZ heeft „D. (ireorgius Placius DammonenR".
4) „Georgii" ZZ lieeft „Georgii Medanus".
^) Hierop volgt nog in YY: „Actorum synodalium anni 1G15 finis".
271
Acta synod/i proüindalis , deivelcke van onsen wel-
geborenen genadigen heren stadtholder ende den E,
E. heren Gedeputeerden van stadt Gronningen ende
Omlanden is wtgeschreven ^ unde in Appingedam be-
gonnen den 13^^ May ende qeendiget den 17^^^ ejus-
dem dezes lopenden jaars 1616^ in presentie der E.
E. hoochwysen heren Rudolf Wicheringe unde
Pabo Broorsema, gedeputeerde heren des collegii,
tvelcke hare credentzhrieven wetlyc hébhen vertoont.
Sessio 1 hora ponierid, 3. 13 May.
1. Is dese synodus met anroepinge godtlyckes namens van den praeside
des vergangen synodi , domino Christophoro üchtemanno , pastore in Gron-
ningen, christlyc angevangen.
Unde syn daarop credentzbrieven omnium classiiim ingelevert unde
gelesen, unde mede gelyc censura morum na gewoonheyt gehouden, in
"welcke tegens niemandt der h.h. brooderen is ingebracht, waarom den-
selvigen sessio solde mogen geweigert werden.
Syn derhalven alle geadmiteert dese navolgende gecommiteerden :
ex elasse Oronningana:
dominus Christophoküs Uchtemannus, pastor in [ecclesia]!) Groningana,
dominus IIenricus Crevelius, prediger in Gohrecht,
de erentf. hooghgeleerden dominus Egbertts Halbes, ücentiatus;
ex elasse Dammonensi:
dominus Jou.vnnes Laxtemus, pastor in Holwirda,
dominus Tiieodorüs Folckeri, pastor in Schilwold,
dominus Reinerus Wolhus, pastor in Solwert;
ex elasse Loppersumana :
dominus Jesrael Vinckeliüs, pastor in Loppersum,
dominus Wilhelmus Walraven, pastor in Westerembden ,
dominus Lucas Widesiarius , pastor in Zeerip;
ex elasse Middelsumana :
dominus Wolfgangus Agricola, pastor in Bedum,
dominus Goüfridus Lomeirus, pastor in Usquart,
dominus Antonius Strombergius , pastor in Rottum;
ex elasse Enerumana:
dominus Johannes Sjialtjus, pastor in Tynalling,
1) „[ecclesia]" aangevuld uit YY.
272
dominus Petrus Crusius, pastor in Saxenhuysen,
dominus Justinüs Havexbergius , pastor in Sawert;
ex classe Suithormiana:
dominus Johannes Schoneborch, pastor in Adwert,
dominus Gerhardus Johannis, pastor in Northorm,
dominus Johaxnes Lubberti, pastor in Gripskerck;
ex classe Oldeampt:
dominus Henrkus a Vreeden, pastor in de Schempte,
dominus Jouannes Nicasiüs, pastor int fortres Burtang,
do eersame und achtbaar Eppe Eltkens, kercvoget ende medelitmaete
der gemeente in der Meden.
2. Daarbeneven is per communia fratrum sufragia in pi'esidem eer-
welet worden dominus Wolgang Agrigola, pastor in Bedum, in assessprem
dominus Christophorus Uchtejiannus , pastor Groninganus, in scribam
dominus Wilhelmus Walraven, pastor in Westerembden.
3. Voorts zyn de h. U. broderen gekoren , de na older gewoonhey t
de gravamina omnium classium solden innemen unde in ordine redigeren ,
alse naemtlyc dominus Johannes Nicasius, pastor in de fort Bourtang,
dominus Johannes Schoneborgh, pastor in Adwert, dominus Petrus
Crusius, pastor in Saxhuysen.
4. Entlyek is deselve opgemelte dominus Petrus Crusius daarto eerwe-
'let , dat he des volgenden Woonsdages de predige too Appingedam in de
kcrcke solde [doen] i), juxta articulum ultimum sessionis 3 synodi superioris.
Sessio 2 antemeridiana die 14 Maijj hora 7.
1. Fusis ad Deum precibus, dominus preses voorgestelt hebbende
de principale fines synodonim heft den christlycken synodo te bedencken
gegeven, nademael het openbaar, dat de jesuitrie ende andere secten , de
gereformeerde religie contrarye, meer ende meer in dese provincie in-
reten, ofFte het niet solde raetsaem zyn, dat alle classis op middelen
dencken met allen flyte, daardoor sulckes mochte verhindert ende de
enigheyt der lere geconserveert werden. Heeft oock daarbeneven enige
middel voorgeslagen, de hem duchten, dat daartoe goedt ende denstlyc
te syn: 1. oft het niet laetsaem, dat alle classes de annotatien Francisci
KosTERi, die hy over het nye testement geschreven heeft, daarinne dan
vele absurde errores gevonden werden, kopen ende deselve nalesen om me
do errores an te mereken ende hare auditores te waarschouwen : 2. item
dat men in alle 2) classibus sich veerdigh make met goede redenen, wt
^) „[doen]" aangevuld uit YY.
2) „in alle" naar YY. Onze cod. heeft „alle in".
Oodes woordt ende elders heergenamen , daarmede men den E. Ë. heren
daartoe mochte bewegen, dat se dese sake wel ter hertten nemen unde
na vermeuge mochten remedieren.
2. Daarbeneven is in synode eerschenen Hakmannus Christophori , de-
moedelyck versoeckende ende biddende , dewyle hy nu sodanige conditien
hadde volgedaen, als hem in de limitatie der sententie op het intercéderen
des erenfest redgers Conradi van Rensen in synodo Dammonensi anno
1614 waren opgelecht, so wilde dennu synodus eenmael op syne saken
letten ende hem konsenteren, dat he aldaar to Jucquaart weder ingestellet
mochte worden. Heeft oock intercessionbreef van den E. E. junckeren
Carolo Viotore Ripperda, juncker in Veerhusen, unico collatore tot
Jucquaart, ende ooc getuchenisse der recopciliatie van sqn gewesene ge-
meente tot Westerlee. Daarentegen is enige swarigheyt ingebracht, de-
welcke tot verhinderingh van desen solde strecken, naemlyc dat Harmanus
voorss. noch met den classe Oldeampt niet en was gereconcilieert, twelc
nochtans in deselve gemelte limitatie was bescheyden. Was ooc noch niet
versoenet met den personen , dewelcke he sonderlinge in desen synen val
hadde gelederet.
Synodus heeft hierop Hermano bevolen, dat he op ankomende namid-
dagh benefTens syn ander bescheit de remissie des bannissements der E.
E. heren sal vertonen. Alsdan wil den synodus vortan op syn begerent
votiren na behoren.
3. Voorts syn de acta synodi voorgenomen te revideren in presentie
dominonim deputatonim.
Wert befunden, dat angaende den 3 articulum sessionis 2 van de veer
kercken in Vredewolt domini deputati synodi hebben soovele tewege
gebracht, dat dese sake by die E. E. heren in consideratie is genomen,
ende seer goede hope voorhanden is, dat aldaar in Vredewolt twee pre-
digers gestellet ende met nooddruftige middelen verseen sullen werden.
Ende de E. E. heren Gedeputeerden sel vest hebben in specie dese sake
op enen provincialen landtdagh in hare propositie stellen laten.
4. Item angaende articulum 2 sessionis 3 relateren domini deputati
synodi, dat se na Inde der sententie der E. E. heren in bysyn veer
brooderen ex classe Enerumana op den classe Middelstumana l) Albertum
HusiNGiiJM wederom hebben geexamineert, ende het vorige gescheen
examen classis Enerumanae also geconfirmeert.
1) „ex classe — Middelstumana" verbeterd naar YY. Onze cod. en ZZ hebbon
„op classe Middelstumana Enerumana".
Acta mjn, provinc. VII, 18
274
5. Daarbeneven is den synode voorgestellet, dat nafolgende predigeren
in dese provintie ad ministerium z^n toegelaten, als in classe Dammo-
nensi Carolus Reneman, gestellet in Crewert, item Petrus Brrnuardi in
Opwirda. Beyde sullen hare testimonia examinis den tokomenden deputatis
sinodi moeten vertonen.
In classe Loppersumana is toegelaten Leffardus Hajïting in Spiek,
heeft syn testimonia examinis in vergangenen synode Gronningana vertoont,
In classe Middelstumana Albertüs Hüsingtjs is in Santweer toegelaten ,
ie seg angenomen. Sal noch syn testimonium examinis vertonen. Item
Wilhelmus Geruardi is in Wthusermeden toegelaten, heeft classi suae
testimonium examinis, Gronningae in academie geholden, rede vertoont.
In classe Suthormiana syn angenomen Johannes Hasenbechixts in Tolbert,
welkes testimonium voor den sinode is gelesen. Item Wilhelmus Johannis
in Nuiss, welke syn testimonium examinis den deputatis sinodi ver-
tonen moet.
In classe Oldeampt is int klooster ter Apel angenomen N. Meyer,
item Matthias Fabricixts in Onstwedde, welckers testimonia noch den
sinode sullen werden getoont.
6. Ad gravaminum generalium 1 et 3, angaende de onderschiivinge
novae formulae confessionis unde coUigeringe der argumenten pro et
contra de quaestionibus et controversiis inter ortodoxos et Arminianos,
werden alsnoch vermanet de classes, de den decreto synodi niet syn
nagekomen, se willen sich henfemer bevlitigen daartoe na behooren.
7. Quartum gravamen, belangende den kleinen catechismo des heren
Aldegundi, wert ooc alsnoch een ider classi vermanet, se willen deselve
sake bevordren tot stichtinge ende onderwysinge der jonger jeuget in
deze provintie.
8. Ad 5 gravamen , vermitz door sekere occasie van de abalienatie der
vicarie tot Leens van de misbruc der geestlycker goederen int gemeyn
airede [mentieji) is gefedlen, soo wert mitzdesen den deputatis synodi
last gegeven, dat se eemstlyc by de E. E. Gedeputeerden mit remon-
streren sullen aenhouden, dat haere E. E. beleven wil op enen vullen
provincialen landagh in hare propositie mede te laten stellen, nameliken
dat daar een gemeen register der kerckelike goedren dezer provintie
mochte werden opgericht, opdat also de rechte oft onrechte gebruick
derselviger te beter bekent ende verbetert meuge werden.
9. Interim is den synodo advertissament gedaen ende gewaarschout
1) „[mentie]" aangevuld uit YY.
Ö7S
worden, dat dewyie men vermoede ende vernomen hadde, dat een seker
persoon, Johan Gerkitz Hovel genaemt, welcke suspect worde gehouden ,
dat hy een libertqn oft frygeest syn soude, alhier in deze provincie een
kerckendienst [soeckt]!), ein jeder classis wolde sick wel voor sulc een
persoon hoeden ende wachten.
10. Ad revisionem gravamium spedalium in sessione 5, art. 2.
1. Angaende dominum Jacobum Janicüu, pastoren in Noordyck, de-
welcke beschuldiget was geworden , dat he sick enigermaten onkristelycken
soude gedragen hebben, classis Ghroningana heeft op dese sake, als haar
belastet was, eemstelyc gelettet ende in opentlycke visitatie bevonden,
dat he daaran onschuldigh sy. Houdet hem dan ooc synodus billick
onschuldigh unde wil, dat na desen, indien enigen broder wat op een
ander weet te straffen, datselve niet voort den synodo dan velemeer den
classi, daarunder persona delinquens sorteret, ordentlyc andene.
11. Wat belanget der opentlycken introductie der nyen predigem,
datselvige wert wel van alle classibus geobserveret.
12. Qravamen 4 van den bededagen wort alsnoch voor gut angeseen, dat
voorder tot bevoordringe deser deputati synodi by den E. E. heren Gre-
deputeerden sullen anholden, dat hare E. E. wille beleven in een jeder
karspel eyn gedruct mandaet van soodaniger inholt als voren toeschicken
unde datselve eerstlyc publice proclameren laten unde ooc daarna affigeren
laten, opdat dese sake by een jeder te meer autoriteyt gewinne, ende
ooc diegene daarvan meugen verstendiget werden , de selden oft nummer-
meer ter kercken komen.
13. Gravamen 5 van de collecte der prediger dezer provincie tot profyt
der nagelaten weduwen derselvigen, daaromme hebben domini deputati
synodi, nadat haar was belastet, het beste gedaen in de visitationibus
classium. Dan dewyie alsnoch enige classes in dese sake gantzlyc sick
beswaret vinden , wert den anwesenden broederen belastet van den synodo ,
dat [se] 2) deze sake wederomme haren classibus sullen voordragen ende
soovele meugelyc daartho induceren , unde aldan de verklaringe der clas-
sium eerster gelegenheyt den deputatis synodi wederomme overschryven.
14. Ad revisionem gravaminis classis Dammonensis angaende den
duvelbander, de sick in den Dam erholdet, daarvan verklaren deputati
sinodi, dat se een request den E. E. heren Ghedeputeei*den hebben over-
geven , welck niet allene in den collegio , maar ooc in enen vollen landagh
1) „[soeckt]" aangevuld uit YY.
2) „[se]" aangevuld uit ITY.
18^
2^6
18 gelesen worden. Daarop dan den E. redger van Farmsom present
zynde is angesproken, dewelcke heeft geantwoordet , dat disse duvel-
banner sulc toverwerck nicht langer ofFende, maar dat hy sick stille
hielde. Dan indien daar jemant ware, die hem jet^) konde overtugen,
alsdan wolde hij in de sake doen na behooren.
15. (Jravamen 2, wat angaet de vergaderinge der Wederdoperen , al-
hoewel deputati synodi daarin haar last getrouwelyck hebben volbracht,
wort nochtans den kimfftigen deputatis weder van den synodo last gegeven,
dat se voorder by de E. E. heren Gedeputeerden anholden, dat indien
die dagelycke ende gewoontlycke byeenkomsten derselver nicht allerdingen
konnen werden verhindert, dat dannoch hare E. E. goede voorsorge wilden
dragen, dat de extraordinarie quasi sinodale vergaderung, van dewelcke
sekere blic is , dat tot Holwirda in vorigen tyden syn geholden geworden ,
muchte bekent ende belettet worden.
16. Qravamen 3, van de excessive doodbeeren, unthilligung des sabbats
ende andere abusen meer, is van 2) deputatis synodi in hare remonstrantie
op enen provincialen landagh overgeven. Wert alsnoch antwoord ende
resolutie verwachtet, ende een jeder prediger wert van den synodo ver-
manet, dat he na syn beste vermogen ter plaetze, daar hy wonet, by
synen redger oft overheyt bearbeyde ende anhoude, dat daarinne ver-
sehung geschee.
17. Ad gravaminis revisionem 1 classis Loppersumanae van den Ministen
te weren van het gebruc der kercken oft provincialen landen, dat latet
synodus by voriger resolutie.
18. Gravamen 2 belangende het fraterhuss, dat datselvige provinciael
mochte gemaket werden, sal alsnoch int versoeken van tselvige by den
deputatis synodi werden gecontinueert.
Sessio 3 pomeridiana 14 May hora 2.
1. Na den gebede is geprocedeert ad revisionem gravaminum classis
Middelst
Ad 1, belangende de gelycheyt der ceremoniën in den kerkendienst
deser provinciën, syn de classes alle van den synode vermanet worden,
sy willen alletydt goede toesicht dragen, dat int gemeen gelycheyt der
ceremoniën unde in specie de bedeninge des h. nachtmaels in alle kercken
vlytich gevoordert mochte werden.
1) „hem jet" ontbreekt in YY.
2) „van" naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „den".
277
2. Interim is Hermanub Christofhori wederumb, als hem bevolen,
eerschenen den synodo vertonende sekere schriften, onder welcken ooc
mede was ene sekere remissie van het bannissement der E. E. heren
burgermeestren ende raedt der stadt Grronningen , waarinne hem de voor-
geschreven heren consenteren, dat he wel in hare stadt Gronningen,
stadtstaefel, Gerecht i) unde Oldeampt mach komen ende converseren, maar
niet wonen ende verblyven, begeerde ende versochte noch als te voren,
dat he weder tot het predicampt und in syn plaetze aldaer tot Juoquaart
mochte toegelaten worden.
Respon, synodi, dat Harmanus , dewyle de sake so wichtigh is, als
blycket, sal eerst moeten vollenkomen remissie versoecken van de E. E.
heren burgemeesteren unde raedt der stadt Gronningen van syn bannisse-
ment, dat he niet allenne in haar E. E. gebede ofte juridictie meuge
komen ende converseren, maar ooc wonen ende verblyven, ende daar-
beneven2) dat hy oock met den classe Oldampt und oock andere van
hem geledeerde personen plene gereconcilieert meuge werden. Dat gedaen
synde, soo sal die gehele sake staen tot verklaringe des toekomstigen synodi.
Dewyle overst Harmajtüs klagelyc daartegen protesteert unde begeert
eenmael een finale decreet van syne sake, opdat hy entlyc eens na
soolange lopent ende vorwachtent ten eynde meuge komen, antwoordet
synodus, dat se blyft by hare resolutie eerst genomen, doch also dat
Harmanus, indem he onderdes vriewilligh begeert te vertrecken und
sick op een ander plaetse buyten dese provintie te begeven, so mach hy
sick an den classe Oldeampt unde consistorio Dammonensi addresseren,
dewelcke hem dan een testimonium na haar discretie , tot syn bevordringe
streckende soovele meugelyc, sullen mededelen.
3. Ad gravamen 3 van de reparatie der kercken tot Rottum is van
den pastore loei illius geantwoordet , dat deselve kercke is angevangen
gerepareert te worden, verhopet dat daarin sal worden gecontinueert.
4. Ad revisionem gravaminis classis Suithormianae belangende het
underholt emeritorum ministrorum, dewelcke swacheyt halven de kercke
Kristi niet langer konnen bedienen , word den kunfFtigen deputatis synodi
alsnoch belastet umb noch veemer daarop an to holden.
5. Ad revisionem gravaminum Oldeampt van den kerckvooghden ,
welcke geen religioonsgenoten maar ooc vyanden van de relegie syn,
domini deputati synodi hebben hierinne getroulyc haar devoir gedaen.
Dan, dewyle de E. E. heren borgemeistere unde raet wt haren middel
1) „(rorecht" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „gericht".
2) „daerbeneven" YY heeft „daarenboven".
278
enige mannen hadden gecommiteert , de daarin solden remedieren na
behoren , und deselve in die tydt harer commissie afgetreden syn , aoo ist
voor ditmael daarby verbleven, und mach derhalven tselve op gelycken
voet wederomme versocht werden.
6. Angaende de kosteren ende schoolmeistren , de wt de geistlijcke
guderen hare solarium geneten, dat deselve jaarlycks getuichenisse van
classe sullen moeten hebben, alehr sy ehre penningen meugen geneten,
tselve laet synodus noch daarby verblyven, ende wil dat het stichtelyck
nagekomen werden.
Volgen nu de gravamina, die op den verleden synodo syn
ingelevert worden i).
7. Ad revisionem gravam. classis Groninga. van den bevrundeden
predigeren, de in einen classe tosamen staen, wil oock synodus, dat
alsnoch voordan worde onderholden.
8. Gravamen classis Dammon. van de enthilligung des sabbatdages.
Hebben deputati sinodi , als haar belastet was , op den Oster und Wester-
warf remedie daartegens versocht Doch dewyle de sake daar tor plaetze
nicht competeerde, wordt wederom den thokonfftigen deputatis synodi
belastet an tho holden by den E. E. heren Gedeputeerden, dat se Godes
ehre ende den ministerie te gevallen deselve sake in hare propositien op
enen vollen provincialen landagh willen laten voorstellen.
9. Van de Mennonisten, dewelcke umbdat se sick niet willen laten
dopen voor de copulatie, overtrecken na Marienhave und andere Lutter-
sche kercken und sick aldaar laten coppuleren, duncket synodus guet,
dat deputati synodi desfals ein schryven sullen laten gelangen an den
eerweerdigen coetum Bmdanum, dat sulvige den wolgebomen h. Enno,
graf und here tho Ostvreesslandt , sulckes wille tho kennen geven unde
begeren dat sulckes van Syne Genade mochte geinhibert werden.
10. Van de preposituren 2) int gemeen, gelyc hetselvige de E. here
Dodo van Amsweer vaken den synode heeft overgegeven, tselve laet
synodus alsnoch blyven by voorleden genomen resolutie.
11. Belangende dat 4 gravamen classis Dammon., dat thot enteringe
des h. eestandes vele lude sonder copulation by malcanderen wonen,
hebben deputati synodi haar devoir gedaen, ende is van den E. E. heren
hovetluden sodanige antwoort gepasseert, dat den predigeren, den sodane
1) „Vulgeü — ingelevert worden" ontbreekt hi YY en ZZ.
-) „preposituren" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „prepositie".
279
unheil bewust is, sodanige lude an den redgeren sollen overgeven, dat
se daarmede procederen na rechte ende belior. Und ingevalle alsdan de
redgeren haar devoir in dese sake nicht doen, soo sullen wederomb
deputati synodi, des van den predigeren verwittiget synde, by h. h.
hoftlude anholden, soo willen hare E. E. de redgeren daartoe tot vol-
doninge haars offici constringeren.
Sessio 4 antemerid. 15 May hora 7.
Post fusas ad Deum preces seqiuita est revisio gravaminum Loppersom.
1. Angaende het eerste van de unordenunge in de versokinge des h.
ministeri, datsolvige latet sinodus verblyven by de vorige resohitien, vor-
beholden nochtans hetgene dat hierna van desnlvige sake sal gehandelt
werden.
2. Ad gravamen 2 belangende de abusen, die in den h. estande ge-
speuret worden, antwoordet synodus, dat alsnoch deputati synodi daarop
eemstlycker und instanter sullen moeten urgeren, dat de eheordnungh
meuge voorveerdiget werden.
3. Ad 3, dat vele luden gene Mennonisten synde de dope harer kin-
dren versloffen, tselve blift ooc by de resolutie des vergangenen synodi,
eo addito nochtans dat ene jeder prediger ooc by synen redger behoret
an te holden, dat deselvige door starcke mandaten sodanige versuminge
entegenkome.
4. Ad 4, waarin den deputatis belastet wordt copiam resolutionis van
den Ooster ende Westerwerf tho vorderen, in welcke resd veert is, dat
de copulatie der Mennonisten vermaneren imwettelyck ende van gener
weerden sal geholden werden, relateren deputati synodi, dat se twaar de-
selve gevordert hebben, doch dat ene van den secretarien geantwoordet ,
dat se de resolutie soeckende nicht hebben konnen vinden, wolden hen-
vorder haar beste doen omb na tho soecken, waarop de deputati synodi
sullen anholden.
5. Van de alienatie der geestelycken goederen, nademael synodus
nicht siet middelen, waardoor sulckes solde konnen gebetert werden,
latet se het blyven by de resolutie, de op den synodo Dammonensi anno
1614 ad gravamen classis Gronninga. genomen is, doch daarby voor
raedsaem vindende, dat deputati synodi sullen anholden by den h. Ge-
deputeerden, dat hare E. E. woUe gelieven in hare propositie op enen
provincialen landagh tho versoeken, dat diei) studenten op enige pro-
1) „die" naar YY. Onze cod. heeft „der".
280
pendel) studerende mogen geregistreert worden, opdat men wete, wat
personen deselvige gebrucken, und alsdan gestellet worde een inspector,
dewelcke op deselvige meuge opsicht hebben ende toeseen 2), dat de
geconfeereerde guderen nicht worden misbrucket. Daarbeneven dat de
vicarijen meugen geinployeert worden tot profyt der iztsiger predigeren,
na inholt der kerckenordeninge imd resolutiones van vele synodis, ofte
daarto dat in groten karspelen .beneven enen prediger noch ein adjunct
mocht onderholden werden.
6. Ad 6, belangende de jaarlycsche visitatien deputatorum synodi, blift
datselve noch by resolutie voorgaende. Ende dewyle classis Groningan. dit
voorleden jaar nicht visiteert is, sal datselvige de eerste syn, de na desen
geholden synodum van den deputatis sal werden gevisiteert.
7. Ad 7 van den kinderen salig. Leonis Abeu, dn. Asrom Stbom-
BEROu, pastoris in Rottum, domini Henbici Woltersumani , Lucae Wide-
MAiu, dat deselvige enich subsidium ad studia continuanda mochten
bekomen, daarop sollen wol deputati synodi anholden in hare remon-
strantie, dan synodum duncket intrem raetsaem, dat een jeder bisunder
privatim voor syne kinder by enige personen behoret an te staen, de-
welcke hem in dese sake mochten favoriseren.
8. Ad gravamen classis Suithorm., in welcke de bredere des classis
doleren, dat se narede moeten horen van deswegen, dat se ongedopte
personen niet willen coppuleren, soo doch in Westvrieslandt contrarye
geschiet, derhalven sollen alsnoch deputati synodi ein vrintlick schryven
gelangen laten an den nakunfftigen synodum provincionalem , de aldaar in
Westvrieslandt sal geholden worden, doch dat classis Suithorm. densel-
vigen schriftlick sal moeten verwittigen van der tijdt, wanneer synodus
aldaar sal worden geholden.
9. Ad gravamen 1 classis Oldampt. van den Mennonisten opentlijc
lerent ende boeckeschryvent tot verbreidinge hare dwalinge, daarinne
hebben deputati synodi haar devoir getrouwelyc gedaen, soowel by de
E. E. heren burgermeisteren ende raed der stadt Gronningen alse oock
by den E. ende gestrengen heren drosten van den Oldenampte. De reste
van desen wert den classi belastet vemer wt to richten.
10. Ad 3 van de vastelaventloperen relateren deputati synodi, dat se
derhalven ooc dat hare hebben gedaen, alsoo dat daarop sekere mandaten
van onse christlycke overigheyt syn gepasseert. Doch dewyle geklaget
1) propende" YY heeft „praebende".
2) „eiide toi^seen" ontbreekt in ZZ.
281
wert, dat deselvige mandaten al to late syn wtgesonden, wert van synodo
allen predigem int gemeen und jeder int besunder opgelecht, dat se
vlitigh by eren redgeren intydes anholden, dat nicht allene het lopen
der vastelavendesboven maer oock dat blakeren op Meyavent und
andere tyden, item bnidegamschencken et caeteros abusus mochten
werden verboden. Xlnd inden dan de redgeren in de sake nicht willen
vorsehn, sullen de predigem tsolve by den E. E. heren Gedeputeerden
ofte by den E. E. heren hovetluyden versoecken, dat deselvige dan in
tydts dorch vroegh genoegh wtgesonden mandaten daarinne verseheu wollen.
11. Voort hebben domini deputati synodi veemer relatie gedaen , hoe-
dat se vlytelycken op hare overgeleverde remonstrantie van wegen des
synodi op verscheiden landagen instantelyc resolutie versocht ende ver-
wachtet hebben, alles na haren last und commissie. Dat se averst nicht
meer hadden wtgerichtet, datselve hadde nicht an hare flydt sonder an
hare macht gebroken. Synodus haren w. vlydt ende trouwigheyt speu-
rende, latet sick deselve hertlyc gevallen, und bedancken harer w. grotelyc
voor hare angewenden vlydt ende moeye.
12. Daarna heeft dominus Geoboiüs Platius, pastor Dammon., getonet
ene missive van synen vader domino M. Lakpaoio, pastore et professore
Bremensi, waarinnde den synodo wert gerecommandeert een seker per-
soon , Jaoobus Lambertus Pomeranus genomet , dewelcke alehr ein prediger
was gewest, maar alsnu an syne tonge und sprake enigh gebreck gekregen
hebbende, alsoo dat he tot het predicampt nicht langer bequaem were,
versochte dat hy wahr tot ein ander conditie in dese provintie geholpen
mocht werden.
Synodus literas domini M. Lampadu recommandationis loco gelesen heb-
bend , antwoordet dat itzunder gene plaetsen vorhanden syn, daar deselvige
persoon bequamelyc solde konnen gepromoveert werden. Indeme doch
etwes mochte verfallen, solde dor dominum Flaciüm hem weder geant-
woordt werden.
Sessio 5 pomerid. 15 May hora 2.
1. Post fusas ad Deum preces heft synodus domino Petro Crusio
bedancket voor de predige, de he desen dagh in Appingendam gedaen
heft op der h. h. broederen eerwelinge , ende also enen anvangh gemaket
van de ordeninge, de op vergangen synode is besloten.
Daarna syn de gravamina classium voor de hand genomen worden.
2. Gravamen generale 1. Wordt gedoleert over het afbedelen der steramen
by den collatoren, daaronder dicwils symonie menget, desgelijcken over
het onordentlyck lopen und indringent veler personen ahn sodanige plaet-
282
zen, daar de pastoren noch nauwelyck gestorven oft recht kolt syn,
waardoor vele vrome geergert, dat h. ministerium by den vyanden der
waarheyt gelastert unde de desolate weduwe noch meer bedroevet wer-
den, dat doch synodus umb sulckes voor tho komen op enigh bequaem
remedium wolde dencken.
Hierop is ommegevraget worden, oft daar ooc enich special exempel
conde werden voorgebracht van enige sekere personen, de sic daarin
solden verlopen hebben. Xlnd is also voorgekomen, classis Enerumana, in
welcken dominus Bernhardüs SAorrrARius , gewesene prediger in Nahndel ,
van den hooghgeleerden heren landtsyndico beschuldiget was , dat he sick
in de pastorye tho Enenim hadde ingedrongen und de vota collatorumi)
ostiatim geemendiceert. ünd eftewol sinentwegen van den classe ein ander
schrift van enige coUatoren derselviger kercken worde ingebracht, de-
welcke dorainum Bernhardum van alle sulcke unordentlychey t excuseerde ,
800 hadde nochtans Beiinhardus opgemelt inconsulta classe den kercken-
deenst aldaar tot Enerum angefangen und sick mit der woninge begeven.
Synodus dit betrachtet hebbende ende oock gehoret, hoe classis Ene-
rum mit domino Bernhardo hadde geprocedert, stellet de procedure den
classe veemer heim, nademael se sick in de vorige handel wel hadde
gequeten, mits dat Bernhardüs geholden sal syn de aver hem gevellede
sententie des classis te acquiesceren. ünd angesien dit ene saeke is van
quader consequentie, soo is emstlyc van den synodo geresol veert und
besloten, dat alle classes mitsdesen hooghlijck sullen vermanet sijn, dat
se in sodanigen zaken stricktelijcken de kerckenoordeninge observeren
und verhoeden, dat daar int geringhste nicht tegen en gesche.
Und dewyle intrim is voorgestellet worden , dat een naemhaftigh joncker
in dese Umblanden sulfst insonderheyt solde gedoleert hebben over het
onordentlyck lopent und unverschaemde anstaen der candidatorum minis-
terii, und besonder aver Hermantjm Drecktctm, pastorem in Middelstum,
dewelcke mit Bernharpo Gerhardo, ministerii tum temporis candidato,
solde by syne edl. und meer andren tot Gronningen opt wijnhuijs syn
geweest unde merckelijcke onkosten gedaen , tot dien fine dat Bernhardüs
opgemelt de favor derselviger mochte erlangen und also tot Leermes tot
den kerckendienst mochte toegelaten worden, 2. dat dominus Lambartüs
HENRïa, pastor tot Witte werom, oock buten kerckenordeningh voor enige
candidato solde hebben geintercedeert , resolveert synodus , dat classis Lop-
persumana dominum Lambertum Henriq , ende classis Middelst dominum
Hermanum Dreckium derhalven sullen tot reden stellen ende eemstlyck
ï) „collatoruin" YY heeft „coUationura".
283
examineren. Und indeme deselve broederen nicht kennen excuseren, soo
sullen classis deselve suspenderen voor een tydtlanck tot harer discretie.
Ende wert hiermit allen classibus hooghlyc belastet, dat se alsoo sullen
procederen met allen denjenigen, de bevonden worden sick also verlopen
te hebben.
8. Hieretusschen is in synode eerschenen een seker vrouwe, Turyne
Sywerdes gênant, gewesene weduwe van sa. Teünis Eysens, dewelcke
door den schoolmester van Holwirda voorstelde, dat se na des voorge-
schreven Teünis Eysens, hares vorigen ehemannes averlyden wederomme
getrouwet hadde einen man, Johan Reunebs van Creuwert genaemt,
was oock mits denselven wetlyck geooppuleert , ja hadde oock een half-
jaar met hem in den estandt gelevet, was overst Jouan Reynebs van
haar affgelopen, hadde ehr malitiose verlaten, was oock nu dree jaren
van haar gebleven und dat gantz sonder oorsake, alleen pretenderende
dat hy haar nicht lyden mochte. Sochte derhalven dese vrouwe raedt
ende troost van den christlycken synodus, sick dermaten verklarende
dat, indeme Johan Re^-ners weder inquam und sick voordan alse eyn
oprecht eheman werde dragen, soo was se wol gesinnet weder met hem
sick tho verenigen.
Synodus verstaen hebbende, dat dese sake aler by den erentfest.
redger dar ter plaetze gedenet heeft, wil sij tot reddinge deser vrouwen
op haar versoec eyn schryvent an denselven redger laten gelangen, van
syne E. versoeckende dat he in dese sake officii et conscientiae ratione
soovele wolde doen, dat dese vrouwe mochte werden geholpen. Indien
dan de redger nalatigh blyft, soo sal classis Dammon. tselve an den
E. E. heren hovetluijden nomine synodi andenen.
4. Daarboven is in synodo eerschenen Jaoobus Lambakti Pomerants,
van welcken in verleden sessie gementioneert is, met sekere breven van
recommandatie van den eerw. ministerie Bremensi, begerende alse oock
tevoren van synentwegen begeret was, enige conditie oft schooldenst in
dese provintie.
Resp. synodus. Dewyle vermoeden is, dat de schooldenst tot Sandwehr
noch vacerende is , wil synodus ein gutlyck schryvent synenthalven laten
gelangen an den edl. junckeren collatorem ende pastoren daar ter plaetze ,
opdat he aldaar tot denzelvigen dienst bevordert mocht werden.
5. Is daarenboven angebracht seker boeckschen van den edl. Dodo van
Amswehr und daarby enige missive, waarin syne edl. begeret und ver-
socht, dat synodus dit boec wolde examineren, na lude deses syne
gantsche saecke (de prepositure angaende) namaels oordelen.
284
Op welcker versoeck synodus verklaret , alsdat sy avermaels noch dese
sake considerende persevereert by den advysen ende resolutien, by velen
voorgaenden synoden aver dese sake gestellet, dewyle insonderheyt dese
sake nicht allein den E. E. Dode van Amswehr sunder ooc de gehele kercke
is concernerende. Unde verklaart daarby , dat de hoogeste noodt und tho-
standt der kercken Christi in deser provintie ereischet, dat de probstyen
tot haren rechten und eigenen gebniyck angewendet werden , und dat unse
christlycke overheyt als sogammen unde voormunderen der kercken und
kerckenguderen amptshalven behoren op dese saken op soo veelvoldiges
langduriges anholden des E. E. Dodo van Amswehr einmael tho dboen
unde also tho ordineren, dat daardeur nicht allein voor syne persoone
salveert (alse wy christlyck und billick achten) maar oock de groote unde
vele abusen, soo dagelyx meer unde meer inryten unde de eerbouwinge
der kercken Godes mercklycken verhinderen, mogen weghgenomen werden.
Waartoe wy (gelyc wy amptes und conscientienhalven nicht hebben
konnen underlaten) unse leve christlycke overicheijt demoedichlyck ver-
manet und, umb Gades ere unde der kercken eerbouwinge willen, willen
thom hooghsten gebeden hebben.
Sessio 6 antemerid. 16 May hora 7.
1. Na gedanem gebede is 2 gravam. generale voorgesteUet , nemlyck
ofte nicht synodus sodanige middelen kan vinden, daardurch nicht alleen
de abusen, soo by velen collatoren int beroepen nyer prediger sunder
oock by den gemeenten sulvest gespeuret worden (als welcke den can-
didaten beginnen voor overleringe der beroepinge conditien voor tho slaen ,
hoe, an wehm, woe duyr etc. se de pastorijelanden sullen verhuijren)
geweret werde.
Eesol. synodus, dat de classes alle eemstlyc daarop behoren te letten
umme tho ca veren, dat soovele meugelyck nicht sulckes geschee. Sunst
sal sodanige handlungh nul ende van gener weirde geachtet worden.
2. Gravamen 3. Wordt den synodo tho bedencken geven , oft idt nicht
solde stichtelyck und nodigh syn, dat de kercke, daar ein prediger ver-
storven is, duyrende dat gnadenjhar nicht allein alle veertien dage maar
ooc alle Sondage (gelyc in andre gereformeerde plaetzen geschut), daar
het meugelyck is, bedenet worde, unde oock andre gude oordonantien
desfals gestellet werde omme alsoo de collatoren, welcke soo heftig dat
gnadenjahr bestrijden, des te beter te contenteren.
Eesp. synodus, dat de classes met discretie daarop moeten letten, dat
dan also geschee, dat idt sy tot contentement van de h. h. collatoren
unde gemeente daer ter plaetse.
285
3. Gravam. 4, ofte het niet solde raetsaem sijn, dat door synodi bevel
und resolutie in allen dassicalibus conventibus, gewissen thesibus [probatis
anteaji), vrundlycke collationes und disputationes geholden werden , daar-
dorch de prediger tegen de manigerley tegenwoordige 2) inritende secten
opgescherpt worden, imd insunderheyt de novitii tho studeren angeporet
und geexerceert worden na dem loflycken exempel des coetus Emdani.
Resp. synodus, datsulve sal blyven by de resolutie, de anno 1613
synodaliter daarvan genomen is.
4. Gravam. 5, dewyle enige wt dese provintie by den vyanden der
waarheyt in Jesuitische scholen und academiën worden opgetogen, dat
desulve door ein edict hoger overigheyt mochten vandaar revoceert worden.
Eesp. synodus , dat den deputatis synodi belastet sal syn , dat se by
de E. E. heren Gedeputeerden daar emstlyck op sullen anholden. Interim
sullen classes, indem sy enige weten, desulvige den deput. synodi
namhaftich maken, opdat se des te gewisser gaen meugen.
5. Gravamen 6, dat doch conventicula Papistarum clandestina et
aperta, soowol int landt alse in der stadt, muchten dorch ein emstlyck
edict der overicheijt verbaden und aver sodanigh edict strengelyck ge-
holden werden in ansehn der emstlycken sententie unses Heren Jesu
Christi: wol nicht mit my sammelt, de verstroyet.
Ites. synodus , dat alsnoch 3) per deputatos synodi sal angeholden werden
by den E. E. h. Gedep. , dat se doch in deaen hare E. E. ampt und den
heyl des vaderlandts int gemein und der kercken int besunder wollen
betrachten, und in dese sake vorsehen na behoor.
6. Gravamen 7 , dewyle den inwoneren der Omlanden van den luyen ,
stareken bedelem grote molestatie geschut, wort versocht, dat sulckes
soowol in den Omlanden alse in der stadt mochte gewehret worden.
Res. synodus, dat deputati synodi oock sullen anholden by de E. E. heren
Gedep., opdat sulcke onordnungh in den Omlanden moge gewehret worden.
7. Gravamen 8, dewyle vele und grote misbrucken und lichtveer-
dicheyt in dem h. ehestande gescheen, oock seltsame casus, daarinne^)
men nicht lichtlycken can disponeren, voorvallen, wort versocht, dat
doch entlich eenmael de lange verwachtede eheordnung van den E. E.
h. mochte verveerdiget werden.
^) „[probatis antcaj". Aldus door ons hersteld. In onzen codex staat hier zeer
leesbaar „prolati antens" , YY heeft . . . . , ZZ ,,probatis an eens".
2) „tegenwoordige" ontbreekt in YY.
^) „alsnoch" ontbreekt in YY.
^) „daarinne" ZZ heeft ,,daerinue vorfallen".
286
Bes. synodus, dat deputati synodi, om einmals soo meugelyck thom
ende tho kamen, op dese eheordmmgh ernstlyc dringen sullen, und op
einen vullen principalen!) provincionalen landtagh dit punct der voorge-
schreven eheordnung angaende allene eens remonstreren. Unde opdat
immers de E. E. heren des te beter daartoe induceert [mogen worden] 2) ,
sullen de classis enige enormia exempla der entehrung und sohaidung
des h. ehestandes, de in plaetzen onder haar sorterende syn voorvallen 3),
den deputatis synodi overschrijven, welcke se dan ere remonstrantie
sullen byvoegen.
8. Qravamen 9, dat het tappen van brandewyn, behr, alse oock wter-
lycken arbey t van plogen , seijen under dergelycken , item het collecteren
der hoomgelde by den pachteren op Sondagen meuge verboden syn.
Re. Deputati sinodi sullen ernstlyc anholden by de geborlycke overic-
heyt, dat se sodanige abusen unde onorduimg, tegen de hiUigung des
sabbats strydende, door emstlycke mandaten an de redgem wollen soecken
af te schaffen.
Gravamina specialia.
9. 1. Classis Dammonensis beklaget sick, dat den duvelbanner noch
ongestraffet blijft, ende tot veler menschen vervoeringe ende ergemisse
van der overicheijt in syne saken ongeturbeert voortvaret
Res. synodus, dat classis Dammon. wolde ernstlyck und vlytigh daarop
letten, ofte se nicht eenmal ein seker bewys konnen bekamen, daardoor
deselve duvelbanner by em voor den E. redger muchte avertuget werden ,
opdat also den redger beter gelegentheyt mochte hebben tegens hem te
procederen. Inden alsdan de redger nicht sal doen na behoor, soo sal
men het hoger overighe^t andenen.
ünd dewyle oock sodanigh duvelbanner in classe Loppersu. by Wir-
dumertyl wonet. Lubbert Slow4) genomet, van welcken notoir is, dat
hy syn toverwerc in Bedumer karspel und op ander plaetsen exerceert
heft, wert classis Loppers. operlecht, dat se deswegen den edl. juncker
und redger de Mepsche sal anspreken unde verwittigen, dat zyne edl.
daarinne wolle vorsehninge doen.
10. Gra vamen classis Loppers. L Classis vindet stichtelyc, dat Enum,
under hoer sorterende, welcke suslange umb oorsaken mit Leermes ge-
combineert is gewesen , mit einen eigen prediger mochte versehen werden.
1) „principalen" ontbreekt in ZZ.
2) „[mógen wordenj" aangevuld uit YY.
•i) „voorvallen" YY heeft „voorvallende".
4) „Slow" YY heeft „Slurp".
287
De middelen aldaar belangende achtet classis genoegsam tho syn umb
einen prediger tho onderholden.
Synodus gevet classis Loppers. mitzdesen last, dat enige, van haar
daartoe gecommiteert , sullen sick addresseren by de h. h. collators nnd
kerckvogeden aldaar und vrundtlijck vomemen, hoedanige middelen, de
pastorye thoegehorigh , aldaar tho Enum syn , und offt se ooc suffisant syn
einen prediger tho onderholden. ünd indem also, dat men dan versoeke
an denselvigen , dat tot beroepinge enes eigenen predigers treden wollen ,
unde soo se nalatigh blyven, dat den classis tselve deputatis synodi
andene, die het alsdan by hoger hant sullen versoeken.
11. 2 Gravam. Dewyle de E. E. heren gecommiteerden nicht daartho
geinduceert konnen werden umb einen eijgenen prediger in Thesinga tho
stellen , soo bevindet dannoch classis noothwendigh , dat het met den Buir
omme reden gecombineert wordt. Derwegen ordelt classis, dat synodus
behore goede middelen voor de handt te nemen , daardorch sulckes entlyck
einmal in effectum meuge gebracht werden.
Ites. synodus, dat daarin van deput. sinodi gedaen is na haren last,
und dat alsnoch resolutie van den landdagh deswegen verwachtet wort.
12. Grav. 3. Dewyle classis lofweerdigh berichtet is, dat ein seker
Jesuita, tot Jacob silvesters huis in Thesinger carspeli) syn anholt
hebbende, in Theisinga vaken prediget, misse doet, oock instrumenta der
afgoderye wt hetselve klooster bekomt, versocht classis, dat hiernamaels
sulckes verhindert werden.
Res. synodus. Dewyle notoir, dat twee Jesuitsche papen in dese pro-
vintie ommelopen, de beide met einem name Johan Simons genomet
werden, und alhier wt dese provintie geboertich syn, wordt deputatis
synodi belastet, dat se eemstlyck vordan sollen anholden by de E. E.
heren Gedeputeerde, dat denselven int besunder und allen andren int
gemein tegenstandt mochte gedaen werden.
13. Grav. 4. Synodus wolde doch vernemen van den classibus, ofte
se oock na behoor mit dengenen, de sick enormiter hebben verlopen,
procedeert hebben.
Daarop syn van den synodo de protocolla classium, daar men enich
gebreck geweten, naegeseen. Und also is gelesen, hoe mit sodanigen
personen, de sich hadden verlopen, was geprocedeert und gebleken, dat
sich de classes alle wol und trouwelycken daarinne gequeten hebben,
welck sick den synodus heeft welgevallen laten.
1) „carspel" YY heeft „clooster".
28S
Gravamen classis Suithormianae.
14. Doleert aver de grote indulgentie, [die]i) in haar quartier tegens
de doodtslagers wordt 2) gepleget, dat doch van der overigheijt daarin
meuge versehen werden.
Kes. synodus, dat classis sal moeten specificeren, war ter plaetze
sodanige indulgentie werde gepleget, und die den dominis deput synodi
andenen. So sollen se sick an de kamer der heren hovetluden addresseren
und versoeken, dat hare E. E. beleven wolde de greetmannen daartho
the holden, dat se sodanige doodtslagers geen geleide in hare gretenijen
und juridictien vergunnen.
Sessio 7 et ultima die 16®° May pomerid. hora 2.
1. Post preces absoluta gravaminum tractatione, is im synodo voorge-
stellet, hoedat de E. E. juncker Reint Alberda tho Spiek apentllyck
etlycke malen den pastoren tot Wehe, dominum Adolph. a Besten, van
horerye beschuldiget heeft und sick oock verluden laten , dat hy by syne
beschuldiginge wolde bestendig blyven und domino Adolpho datselvige
overtugen.
Daarop heeft synodus beslaten, dat classi Enerumanae mitsdesen be-
lastet sal syn, dat se dominum Adolphtjm daartho holden, dat he sick
van desen graven anticht, soo leef alse em syn ehre is, mit dem aller-
eersten purgere.
2. It. is voorgestellet im synodo nomine pastoris in Winsum, nademe
Winsum 3) und Obergum 4) , welcke he allene bedenet , twee grote caspelen
syn und derhalven sin denste sehr swaar vallen, vorsocht he emstlycken,
dat hem ein adjunct mochte werden thogefoget tho syner verlichtinge.
Res. sijn., dat de gemeente tot Winsum sulckes behoort op den kunff-
tigen landdagh in tho geven und voor heur und ehren pastoren sulckes
tho versoecken.
3. Entlijck is voorgestellet, dewyle de Mennonisten vaken sick laten
heimlick copuleren sunder enige voorgaende proclamatie efte kundigungh ,
waarwt dan groot onheil kan errysen, und rede al vaken erresen is, dat
den deput. sinodi emstlyc op enen provincialen landdagh in hare remon-
strantie wolden anholden, dat de E. K heren beleven wolde mit starcke
mandaten tho verbeden, dat niemant in dese provintie wohnen mochte,
dewelcke nicht apentlyck in der kercken na kerckenordnungh was gepro-
clameert und copuleert worden.
1) „[die]" aangevuld uit YY.
2) „wordt" ontbreekt in ZZ.
3) „nademe Winsum" ontbreekt in YY.
4) „Obergum" naar ZZ. Onze cod. en YY hebben „Ebergura".
289
4. Syn daarna in deputatos sinodi geeligeert worden:
dominus Christophorus üchtemanüs, pastor Groningensis,
dominüs Georchius Plahüs, pastor üammonensis ,
dominus Wolfganüus Agricola, pastor in Bediim,
dominus Johannes Niavsius, past. in de forte Burtangh.
5. Daarenboven is wederumb alse thovoren censura morum geholden
worden , und is godtloff nemandt bevonden worden van den h. h. broderen
in desen warenden sinodo, de sick anders dan ehristljc und wol solde
gedragen hebben.
6. ünd soo is dese ehristljcke sinodus mit dancseggnng beslaten , und
de acta van den anwesenden broederen ondertekent worden, als volget.
WoLFGAXGUs Agricola , pastor in Bedum, praeses sinodi.
Christophorus üchtema>'üs, ecelesiastes Groning., assessor sinodi.
Wilhelmus Walraven, d. m. in Westerembden , schriba sinodi.
Heniucus Creveliüs.
Egbertus Halbes.
JoHANNES Lachten, pastor in Hollwird.
Theodorüs Folkeri, pastor in Schil wold.
Reinfjiüs Wolffius, pastor in Solwert.
Iesreel Vinckelius, pastor Loppers.
Lucas Widemariüs.
GoDFRinus Lomeierus.
Antonis Strombergius.
JOANXES SmALTIUS.
Petrus Crusius , [p.] i) in Saxenhusen.
Justinus Havenberoius.
JoHiVNXEs ScnoNEBORCH, ecclesiastes in Adwert.
JOHANXES LuBBERTI.
JOHANNES NiCASIUS.
Hexricüs a Freden.
Eppo Eltkens.
üese synodale acten sint van ons deputatis synodi door-
gelesen, tegen synen originalen gecollationeert, daarmit ge-
lyckluydende bevonden den C**®" July 1616.
Christhophorus Uchte\lvnus, ecelesiastes Groningensis.
JoHANXES NicASius , ecclesiastcs [in] 2) Beurtange 3).
1) „C-ruHius, [p.]" naar YY. Onze cod. heeft „Gusius".
2j „[in]" aangevuld uit YY.
3) Hieronder volgt in ZZ „Finis" , in YY „Finis actorum Bynodalium anni 1616".
Acta syn. provinc. VIL 19
290
Acta synodi provincialis , dietvelcke van onsen
genedigen und wólgehoornen heren stadtholder unde
de JE. E. heren Gedeputeerden der stadt Groningen
und Omlanden is wtgeschreven ^ unde in de stadt
Grofiifigen anno 1617 dsn 6^^^ May angevangen.
Die E. E. heren als der E. E. Geert Hoornkens und der E. E. Erenst
IsELMUYDEN, dcnwelcken van den collegio om den loflycken synode by
tho wonen sint gedeputeert und geeommi teert, synen noch nieti) praesent.
1. Die synodus is mit anroepinge godtlycken namens van den w. w.
domino Cornelio Hillenio , prediger in Groningen , in absentia des w. w.
domini Wolfgangi Aoricolae, praesidis anteactae synodi, begunnen und
credentsbrieven omnium classium ingelevert und gelesen, dewelcke allen
sint voor goet gekent. Doch is hierby van den synode geresol veert , dat
niemant van den classibus ad synodum gedeputiert de credentsbrieven
mogen onderteikenen, oock dat sy hen vorder in vulgari idiomate sollen
geschreven und van 2 predigeren des classis onderteyckent worden.
2. Daarna is juxta morem in synodo usitatum censura der tegenwoor-
digen predigeren und olderlingen geholden , und is tegens niemandt etwes
voortgebracht , waarom sessie densulvigen sulden mogen geweigert werden.
Doch dewijle nochtans dominus Geraiu)us Steniüs, pastor in Baffelt, by
velen in religiën verdacht geholden, und overst synodus noch niet ten
vollen bericht und versekert is, oft voorgedachten Stenius sick sal mogen
genoegsaem van de suspectie gepurgeert hebben, is de sake Stenu bet
op den namiddagh gedilfereert.
3. De broederen samptlyck hierna genoemt sint geadmiteert und den-
sulvigen sessie gegunt, als
ex classe Groningana:
dominus Corxelius Hillenius, ecclesiae in Groningen pastor,
dominus Maktinus Meyer, pastor in Westerbroeck ,
de erenfesten achtbaren und hoochgeleerden 2) Egbertus Halbes, j. u.
licentiatus ;
ex classe Dammonensi:
dominus GEORGins Placil's, pastor in Appingdam,
dominus Tueodokus Kli^xuamekus , pastor in Tiaraswecr,
dominus Johaxnus Ulkenius, pastor in Siddbuiren;
1) „niet" naar YY. Onze cod. en ZZ hebhen „in".
2) YY he<»ft hier „lioochgeleerdc und achthare" , maar door het bovenplaatsen
der cijfers 1 en 2 is deze volgorde der titulatuur hersteld.
291
ex classe Loppersiimana :
dominus Iesrael Vinckelius, pastor in Loppersum,
dominus Johanxes Stoveritjs, pastor in Benim,
dominus Lambartüs Hinricides Groning. , ecclesiastes in i) Post et Wite-
werum ;
ex classe Middelstumana :
dominus Wesselijs Rodiüs, pastor in Cantes,
dominus Wilhelmus Joannis, pastor tot Huijsingen,
dominus Joachimüs Bürgesius, pastor in Westerwitwort ;
ex classe Eenrumana:
dominus Bartholomeus Bilderbeeck, pastor in Wartfluiysen ,
dominus Gerardus Stexhts, pastor in BafFelt,
dominus Petrus Crusius, pastor in Saxehuysen;
ex classe Suithormiana :
dominus Gerardus Johannis, prediger tot Noorthorn,
dominus Joillnnes Scroneborgh, pastor in Adwert,
dominus Everhardus Valc, pastor in Old und Nijehoven;
ex classe Oldampt:
dominus Wigboldus Homerus, pastor tot Midwolde,
dominus Joannes Nicasius, pastor in Burtang,
den ehrb. und achtb. Wyert Ailken, senior in Winschoten.
4. Daarbenevens syn dorch meeste stemmen in praesidem hujus synodi
dominus Cornelius Hillenius, v. d. m. in Groningen, dominus Georgius
Placius, pastor in Apingdam, in assessorem, und in scribam dominus
Lambertus Henricidus, pastor in Post und Witwerum, geeligeert.
5. Entlyck is juxta decretum synodi per communia suffitigia dominus
Georgius Placius om de predige morgen Woensdaeghs in templo Martini
te doen van den synode genomineert.
Sessio 2 hora 2 pomeridiana.
1. Effusis ad Deum precibus heeft dominus praeses den eergemelten
heren gedeputeerden des collegii voorgestelt, dat men domini Geerardi
Steni sake, bet op den namiddagh gediffereert synd, wolde voor de
hand nemen , wesshalven dominus Christophorus I^htemannus verwittiget
om hier te willen komen und rapport te doen van tgene in Stexi sake
solde mogen in visitatione classium verhandelt wesen.
2. Daarna is dominus Uchtemanus als medeaeputatus des vergangenen
synodi in synodum gekomen , ende heft gerelateert in visitatione classium
1) „in" YY hoeft „pastor in".
19^
292
bevonden te syn, dat dominus Steniüs de formulaer, eoneernerende de
ondertekeninge der Nederlandscher Confession und Catechismi Heidel-
bergensis, wal ooc mede heft onderteikent doch mit sekere clausuia,
scilicet secundum scripturam. Derwegen he van den synode is gevraget,
waarom und om welcker oorsaken he den opgemelter formular mit soo-
dane clausuia und niet simpliciter gelyck alle andre predigeren deser
provintie onderteykent hadde, daarbenevens door welcker occasie he
Stenius in sulcke suspicie geraden were.
Op de eerste questie heeft hy Stenius sick oprichtich verklaret, dat
he sodane ondertekeninge niet om captie oft dubbelsinnigheyt willen
heft gedaen, sonder velemeer om sick daardeur bekent ende openbaar te
maken gesondt und suyver te syn in den older reformeerde religie.
Angaende de anderde vrage heft voorgeroerten Stentos daarop den synode
tot een response gegeven, dat he wal enige collation ende discoursen
mit domino Bernhardo SAorrTAiuo hebbe gehadt, doch alleen exercitii et
temporis fallendi gratia, vermeijnt overst daarmit gene occasie gegeven
te hebben.
3. Wider heft dominus Steniüs sponte voor den synode een confession ,
ortodoxae et reformatae nostrae doctrinae conform, tot goet benoegen der
gantscher synode gedaen. Daarbenevens is hem van den praeside gevraget,
off he wal van hertten und met goeder conscientie voor Godt begeerde
simpliciter den formulaar opgemelt te subscriberen. Waarop Steniüs
sich rotunde verclaart, dat he om sulckes te doen paraet und geneiget
sy ende was.
4. Heft derwegen synodus verordent syne vorige onderteickeninge te
purgeren und simpliciter de novo tonderschrijven den Stenio belast, dat-
welcke oock terstondt in presentia des gantschen synodi van Stenio is
geschiet, ünd van hem dat gedaen synde, is den Stenio oock met den
samptlycken broederen des synodi sessie toegelaten worden, mits noch-
tans dat he ernstlyck van den synodo is vermaent ende geadhorteert om
henvorders sick vlitich van sodane reden, collatien oft discoursen, daar-
her sulcke quade suspicien und rumoren beide in Stadt und Omlanden
(ach leyder) sint ontstaen , tsy gescheet dan serio vel joco vel quocunque
modo, sal onthelden, daarmit niemant geoffendeert , in twiffeling gebracht,
und occasie tot sulcke suspicie mach gegeven werden, dwelck he ooc
met raondtlycke confessie und handtiekening i) tobserveren voor den synodo
heft angelovet.
1) „handtiekening" naar ZZ. Onze cod. heeft „handtieking" , YY ^jhandttostinge
und handttieckinge".
293
Sessio 3 hora 7 antemeridiana den 7®" Mav.
1. Na anroepinge godtlyckes namens heft synodus geresol veert , dat
die h. h. broderen, dewelcke (gene suflBsante exciisatien hebbende) niet
in tempore sullen mogen present syn, 6 stnyvers bb. tot multam sullen
geven. Die overst sich gantschlyck sonder verheeflycke oorsaken absen-
teren, sullen na des synodi discretie gemulteert worden.
2. Daarna heeft men de acta des lestgeholden synodi voor de handt
genomen te ^e^^de^enl), nnd sulx in presentia der E. E. heren gede-
puteerden des coUegii.
[3] 2). Wydere is den synodo voorgestelt de nabeschreven predigeren
in deser provintie ad v. d. m. nieus sint geadmiteert, als:
in classe Dammonensi dominus Antonius Wilech, pastor in Scharmer,
van domino doctore Ravtksspergero geexamineert. Sal averst syn testi-
monium examinis den komstigen deputatis synodi exhiberen.
In classe Loppersumana dominus Bernhardus Coxradi, pastor tot
Leermess. Syne testimonium examinis is den synodo voorgelesen und
van den geapprobeert.
In classe Middelstumana Gabiuel Assweri, pastor op de Briede, und
moet noch testimonium anteactae >itae den komstigen deputatis vertonen.
In Suithormiana classe Nicolaus Petri Knyphusaiojs , van D. D. Raven-
spergero geexamineert , dan moet testimonium sui examinis den deputatis
synodi sien laten.
In classe Oldampt sint 2 toegelaten, als Petrus Meinardi in Vinser-
wolt und Homerus 3) Buteri , welcken beyde ere testimonia anteactae
vitae et examinis den deputatis synodi moeten exhiberen.
4. Naderaael synodus bevindt, dat enige personen sick in de actuele
denst des predigens instellen, eer und bevoren se sint soleranelycken
geintroduceert, werd daaromme samptlycken classibus injungeert vlytige
achtingo te nemen op sodanige personen und mit densulvigen na kerck-
ordenungh und acta synodi te procederen.
5. Also de deputati classis Suidth. ad synodum hebben te kennen
gegeven, dat dominus doctor Alstorfius und Joua^'nes Hoornburgii noch
niet den classe sick liadden gesisteert , is derwegen classi Suidthormianae
operlecht , dat die dese personen om sick an den classem te addresseren 4)
1) „te revideren" naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „reviderende".
2) „131" aange\'uld uit YY.
^) „Homerus" Y'Y heeft „Henricus".
4j ., addresseren" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „addressen".
294
nomine synodi doet citeren und sie daarhen holden, dat sy den kerck-
ordeninge als andren voldoen.
6. Daarbenevens i) dewyl appert imd openbaar is , dat Hakmantjs Chris-
TOPHoui den decreto synodi int geringhste niet en heeft geoptempereert
und noch conturaaciter in den denst continueert, resolveert synodus, dat
sulcke een scandelose2) persene niet sal noch behoort langer getoUereert
te werden, sonder dat die over hem genomene in vorigen synodis resolutie
int werck gestelt worde, daartoe de deputati synodi den autoriteit der
E. E. heren Staten der stadt Groningen und Omlanden solen versoeken.
Sessio 4 hora 2 pomeridiana den 7 May.
1. Finita precatione is dorainus Adolpuus Besten, pastor te Wehe, op
syn begerent audiëntie vergunt und van den synodo versocht, dat daar
enige luyden wt syne caspel , die hem voor een schelm gescholden solden
hebben und hem also in synen name und fame geinjurieert , om in
synodo te compareren muchten geciteert werden.
Synodus verklaart averst, dat de sake niet sy synodi 3) hujus sed
politici fori. Doch is den classe Eenrumana belastet, dat die goede ach-
tinge nemet , dat dominus Adolphus in syne beschuldinge tegens sodanige
personen sick defendiert und purgeert. Ende soo den classe sal mogen
bekent worden dominum Adolphum onschuldigh te sijn , soo sal de classis
(gelyck geboret) hem bestes vermogen in syn rechthebbende sake
mainteneren.
2. Bovendesen is synodus getreden tot revisie der gravaminura ge-
neralium. Angaende de onderschryvinge der formulaar confessionis ende
colligeringe der argumenten pro et contra de controversiis et quaesti-
onibus inter Refomiatos et Amiinianos, worden avermael die classes
vermaent, die de synodale resolutie noch niet hebben achtervolget , dat
sy sulckes te doen alsnoch wilden bevlitygen.
3. Gravamen 4 sessie 2, concemerende den cleynen Aij)EGoyDE cate-
chismi, sullen alsnoch tot stichtinge der jonger jeuget de predigeren
effectueren, dat die in de scholen geleert worden.
4. Gravamen 5 artickel 8 , van die abalienatie und misbruick der geest-
lycken goederen , heft dominus üchtman daarvan relatie gedaen , dat D. D.
deputati aclitervolgende hare last daarin haar beste hebben gedaen. Und
wordt voorts den komstigen deputatis operlecht, dat sy tselve voordan
1) „daarbi'nevous" naar ZZ. Onze cod. on YY hebben „daarbevens".
2) „scaudelose" naar YY'. Onze cod. en ZZ hebben „schandale".
^) „syncHli" ontbreekt in YY.
. 295
met vlyte vervordren und sien te bekomen enigh register derselver
goederen.
Ad revis. gravaminum special, sessi. 2 art. 10.
5. Wat angaet den gravamen van de opentlycke introductie der predi-
geren, datselvige wort van allen classibus geobsen^eert. Averst alsoo dominus
UcHTMAN relateerde, dat dominus ANT0^^s Wiuch, prediger tot Scharmer
under classi Danimonensi, und Jouannes Hornebürgh, under Suithormiana
classe sorterende, noch niet sint geintroduceert , sal dat van den beiden
classibus verricht worden, als tevoren besloten sessi. 2.
6. Gravamen 4 van de toUerantie der bededagen wort alsnoch voor
goet gevonden, dat tot bevordringe deser deputati synodi by den E. E.
heren Gedeputerden wyders anholden, daarmit sodane resolutie der voriger
synoden int werck gestelt mach worden.
7. Gravamen 5 sessie 2, belangendel) de collectie der predigeren deser
provintie tot assistentie harer nagelaten weduwen, daarin hebben deputati
synodi volgens hare commissie haren besten vlyt in de visitatie der dassen
angewendt. Dan nademale sick noch enige classes beswaail; vinden, wor-
den de tegenwoordigen predigeren van den synodo geinjungeert om
haren midtbroederen , soveel mogelyck is, dat te induceren, ende dat de
deputat. synodi moeten in visitationibus classi um daarop achtinge geven.
Ad revisionem gravamin. classis Dammonensis.
8. Wat angaet den duvelbanner in den Dam, daarover vake in ver-
scheyden synodis doliantie is geraaket, und he averst sulckes van hem
tgescheen negeert , heft dominus Placitts geredet , dat enige fratres classis
Dammonensis hem soodane duvelbannerye tsyner tydt wollen averwijsen.
9. Sovele angaet gravam. 2 sessie 2, de vergaderinge der Wederdoperen ,
oftwel de deputati des voorleden synodi by den E. E. heren Gedepu-
teerden trouwelyc hebben geremonstreert , soo wordt nochtans den kom-
stigen deputatis van den sijnode belastet om tot befordring des lö®^ artic.
2 gravaminis des vorgangenen synodi by den E. E. heren Gedeputeerden
widers an tho holden.
10. Gravamen 3 sessie 3 art. 16 van de exessive dootberen, enthilli-
gung des sabbatsdages und meer ander abusen. Wordt den deputatis
voordren last gegeven om resolutie op den provincialen landdagh, daar-
mit sulcke abusen und excessen mogen werden afgeschaffet , te versoeken.
1) „lH.'langcnde" naar YY. Ouze cod. heeft „belange".
296
Ad revisionem 1 gravamin. artic. classis Loppersamanae.
11. Van den Mennisten te weren van het gebruick der kercken oft
provincielanden , dat blyvet by vorige resolutie synodi.
12. Gravamen 2 ejusdem sessi., dat idt fraterhuis provinciael mocht
gemaket worden.
Res. synodus , dat daarin niet meer , also daar ist geschiet , kan gedaen
worden, als namentlyck dat mensa gratuita blyvet voor de stadt alleen:
de ander twe staen den provintie open.
Sessie 5 hora 7 den 8 Maij.
1. Post fusas ad Deum preces heeft men voortgevaren ad revisionem
gravaminum classis Middelstumanae.
Wat angaet de gelycheyt der ceremoniën in de kerckendienst wort
alsnoch geapprobeert.
2. Belangende dat de schoolmeestren und kostren , de wt de klooster-
goederen eer tractement genieten, jaarlijxsche gctiiychenisse van den
classibus hebben moeten, eer se haar tractement mogen bekomen, laet
synodus noch daarbij verblijven, und sal oock van den deputatis synodi
tselve den nijen rentmeester Yerrutio verstendiget worden.
3. Interim i) heft dominus üchtman van de bevordringe der ehe-
ordningh relatie gedaen, mit vorschriven van dat die deputati synodi
haren vlyt wel hebben gedaen met remonstreren an den lantdagh und
Syner Genaden wal hebben angewendet, dan nicht konnen wtrichten. Sal
noch gelyckwal dat van den deputatis synodi soovele meugelyck geur-
geert werden.
4. Hierna volgen die gravamina , die op den synodo Dammonensi anno
1616 sint ingebracht.
Wat angaet de bevnmde predigeren, in een classis tsamenstaende ,
sal gelyck voorheen besloten is, geobserveert 2) worden.
5. Wat angaet tgravamen van lijeden geen Mennonisten synde, [die]^)
den doop harer kindren versloffen, tselve blyvet by de resolutie des
verledenen synodi.
6. Dat gravamen 4 sessie 3 artic. 4 van copiam resolutionis der Ooster
imd Westerwerff tho vordren , hebben sulckes wal deputati synodi volgens
Ij „interim" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „intrum".
2} „geobserveert" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „obseert".
8) „[die]" aangevuld uit YY.
297
liare commissie verricht, dannoch niet konnen erlangen, weshalven die
komstige deputati tselve noch in achtinge sullen nemen.
7. Gravamen 5 sessie 4 artic. 5, concemerende die alienatie der
geistlycken guderen, hebben sulckes D. D. depntati an den E. E. heren
Staten geremonstreert , dan verwachten noch antwoort, welcken den
kumstigen depiitatis staet te vordren , opdat daarin vermoge des 5«" artic.
sessie 4 des sinodi vorieden Damraon. anno 1616 gedaen mach werden.
8. Wat anlanght de jaariyxsche visitatie deputatonim synodi, wort
dat noch by de voorgaende resolutie synodi gelaten.
9. Underdesen is gementioneert , dat classis Groningana voorhen niet
sind gevisiteert verieden jaar van den visitatoribus geworden. Syn nu dit
jaar d'eerste in der visitatie geweest. End also classis Oldeampt niet en
is gevisiteert, soo sal die eerste anvanck van denselven geschien.
10. Ad gravamen classis Suidthormianae artic. 8 sessie 4, die broederen
des classis dolerende, dat noch in Westfrieslandt ongedopede personen,
de hier de copulatie werd ge weigert, aldaar treckende worden gecopuleert,
sal daarom van den deputatis synodi in achtingh genomen worden, dat
so men niet kan eflBcieren , dat de van Frieslandt sick in allen mannieren
ons corforraeren, dat se doch ten minsten niemand, wt deser provincie
komende, sonder getuychenisse van voorgaende dope und proclamatie en
wolden copuleren.
11. Dat gravamen 1 classis Oldampt art. 9 sessie 4 blyft noch open,
und sal de classis in Oldampt noch nakomen , wat haar daarin te doen staet.
12. Ad gravamen 3 sessie 4 art. van de vastelavendsloperen relateren
depntati synodi hierin haar debvoir gedaen te hebben , alsoo daarop sekere
mandaten van den E. E. heren Staten sint gepasseert.
13. Soovele angaet dat gravamen 1 generael sessie 5 art. 2 over het
afbedelen der stemmen by den hee. collatoren , daaronder dicwils symonie
menget, als oock over het onordentlyck lopen ende indringent veler per-
sonen, heft daarwt synodus oorsake genomen een decretura om daarin
te remedieren te maken, alse namentlyck soo enige personen werden
hierna bevonden enige plaetsen te ontyde oft dorch ongebeurlycke mid-
delen tarabieren, sollen niet tot dat predickampt in die plaetze, onangesien
sy sunst mochten gequalificeert syn, geadmiteert worden.
14. De sake Berniiardi Sagitarii, pastor tot Endrum, is in classo
afgehandelt, waarin synodus acquiscert.
298
15. De saecke Hermani DRECEn , pastor tot Middelstum , luit den artic.
2 sessie 5 wordt wtgestelt tot de koumste van domini Lügae, pastoris in
Zeerype, van den synode verwittiget zynde.
16. Wat angaet die sake van dominus La3£berti Hsimia, des pastoris
te Wiltewenim, dewelcke buyten kerckordningh voor een candidatoi)
solde hebben 2) geintercedeert 3) , is daarop van den classe Loppersumana
verstaen, dat de in dese sake, alsoo haar belast was, hebben gedaen,
und geen anelage vernemende, dat sy domini Lamberti defencie voor
goet hadden angenomen, gelyc oock dieselve voor desen synodo bekent
gemaeckt synde, by dezelve met genoegen is angehoort ende angenomen ,
daarby oock wederom de resolutie des voorleden synodi, anno 1616 in
Apingdam gecelebreert , bevestiget, als namentlyck indien enigen broeder
wat op een ander weet te straffen, dat tselve niet voort den synodo,
dan eerst den classi, daaronder persona deliquens sorteert, ordenlyck
andenen sal.
17. De resolutie des verleden synodi 2 gravamen general. sessie 6
artic. 1 sal vlytich van allen geobserveert worden.
18. Dat 3 gravamen ejusdem sessie artic. [2] 4) blyft in syne esse
und weerden.
19. De resolutie 4 gravamen ejusdem sess. artic. 3 wort alsnoch
geapprobeert.
20. Dat gravam. 5, angaende dat enigen wt dese provintie in Jesuit-
sche scholen worden opgetogen , daarvan hebben de deputati synodi relatie
gedaen, dat sy hebben verricht, gelyck haar van den sinodo was oper-
lecht, averst noch geen andwoordt bekomen. Sal derhalven van den
deputatis daarom noch angeholden worden.
21. Gravam. G artic. 5 sessie 6 van den clandistinis et apertis papis-
tarum conventiculis , soo beyd in stadt und lande geschien, laet sinodus
dat by voorgaende resolutie verblyven.
22. Gravam. 7. Int omlopen der groter loyen bedelaren is van den
E. E. hee. Gedeputeerden gedaen, alse sick gebeurt.
23. Wt oorsaken van den schentlycken misbruycken und lichtveerdig-
1) „candidato" verbitterd naar YY en ZZ. Onze ood. heeft „candito".
2) „ftolde hebben" ontbreekt in ZZ.
3) „geintercedeert" verbeterd naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „getercideert".
•*j »l'^J" bijgevoegd naar p. 284. YY heeft . . .
299
heyt in den h. ehestandt, sint eniger i) perticuliere personen exempelen
hierna gespecificeert , als binnen der stadt: Philippüs in de Sleutel, de-
welcke ter ehe heft genomen sijner vrouwen suster.
JoAXNES CiRs te Middhuysen suld mit syn stiefdochter boleren, und
van den redger daarom wal gebroket, averst blyft alsnoch daarin con-
tinuerende.
Ebele, schipper te Wirdum, die by zijns stiefsoons wyf licht.
Item PiETER Frericx soon tot Onderwirdum wil tho ehe nemen sijne
salige ooms vrouwe.
Item tot Huijsingen Peter Weerts2), tegen woordigh in den Dam int
gasthuijs , vader van Weert 2) timmerman in den Dam , heft tot Huysingen
getrouwet ene weduwe mit namen Jantjen , unde daarna door syns soons
vrouwe de trouwe wederom brengen laten. Daarop gevolget, dat der 3)
vrouwe de trouwe wederomme van sick geworpen.
Tot Leens een schoonmaker, heft sick van syne wetelijcke vrouwe
gescheijden.
Te Visvliet ener, die gekomen is van Franiker N. N., die sqner
vrouwen suster heeft getrouwet.
Item Kemppo, enen linnenwever, heft sijne voriger vrouwen halfsuster
ter ehe genomen.
Item to Midwold int Westerquartier in de Linde, met namen Plagge-
MEYER, heft sick mit sijner vorigen vrouwen suster verehelyckt.
Daarna Pauel, een linnen wever, heft sijn ehe vrouwe voormaels tot
Grijpskerck sitten laten, sittet nu sonder copulatie by een ander vrouwe
tot Marum.
Item een lazarus, genoempt Christoffer, die in den Dam bij een
ander wijfT sittet, daar de vorige noch levet.
24. Wat angaet dat de pachteren under de predicatie geen hoomgeldt
sullen beuren, daarin is van den E. E. heren Gedeputeerden versenungh
gedaen.
Und belangende de unthillingh des sabbatdages und ander dergelycken
misbrucken, is den classis geinjungeert, dat sy, daarmit sulckes mach
worden ge weert , an den redgeren versoeken om door eernstlycke mandaten
tselve te doen inhiberen.
25. Intrim sint enige exempelen der dootslageren , die grote indul-
gentie wort gegeven, voortgebracht, als tot Grijpskerck is ener Romke,
1) „eniger" verbeterd naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „enige".
-') „Weert" YY heeft „Wicrdt".
:•) „der" YY heeft „die".
300
wonende tegens de kerck over in tselve huys voor desen , daar die dood-
slagh is geschien.
Item Wn.LEM Ritskens, tot Dosiim op enen dagh ende in twee uijren
twee doodgeslagen hebbende i), wort noch getoUereert.
26. Dewyl is gementioneert, dat Thesing mitten Buir om reden moet
werden gecombineert , heft der E. E. Ernst Isselmuuden verklaret tselve
6 weken voor des s. pastors [doodt] 2) geschien te syn.
27. Also voorhen Adolphus Besten is van den E. E. juncker Reint
Alberda tot Spyck opentlyc van horerye beschuldiget , und synodiis daarop
besloten hebbende in vergangen synode, dat classis hem daartoe solden
holden om sick van desen groven anticht, soo lief als hem syn ere iss,
cerstesdages te purgeren, de classis averst Eenrumana daarvan ad syno-
dum raport doende, is bevonden, dat classis haar devoir daarin heft
gedaen, und is de sake den wereltlycken gericht anhengigh gemaeket,
gelyck hij Adolphus met een sententie , van den E. E. hovetmannen daar-
over geprononceert , in pleine synode heeft gedemonstreert , und moet
datselve soo tot syne defencie als om des ministeri ere willen vervolgen
und uytvoeren.
28. De deputati des verleden sinodi van allen pointcn vermoge
liarer commissie an den synodum raport gedaen hebbendel), sint daarop
wtgegaen , oft sy oock ergent in te vermanen weren. Is averst van genen
etwes voortgebracht, sonder sint velemeer van allen und jegelyck wegen
haar trouwigheyt und praesteerde delligentie hooghlijck bedancket worden.
29. Nademale per occasionem is gementioneert, dat die E. E. heren
Gedeputeerden tot de administratie der cloostergoederen Antonio K,
gewesene schoolmeester tot Loppersum, een vulkomen vocationbrief om
dat predighampt tot Colham te betreden sullen ter handt gestelt hebben
und den classem, daaronder de plaetze sorteret, voorbygegaen , heeft
synodus voor goet angesien end geachtet drie predigeren wt t midden
des synodi an den E. E. heren Gedeputeerden af te veerdigen om van
densulven te verstaen, wat doch van haar E. E. daarin mochte gedaen
pyn. Und sooveerne blycken weert, dat tselve van hare E. E., also boven
geraelt, is geschiet, siet synodus voor goet aen, dat die h. h. predigem
erenstlyc versoeken, dat daarin hiernamaels voorsichtiger mocht gehandelt
werden und den dassen niet alsoo voorbygegaen werden. Hiertho om
tgene te expediëren sint die w. w. h. h. pastores, als Wigboldtjs Homeri,
Georgiüs Placiüs und JoAcriuiius Bürgesius genomineert. Und diewyle
1) „hebbende" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „hebben".
2) „[doodt[" aangevuld uit YY.
301
verschreven heren geen byeenkomste geholden hebben, sal sulckes van
den deputatis synodi nevens Georgium Plaoum ter gelegener tydt ge-
effectueert werden.
Sessie 6 die 8 May hora 2.
1. Na anroepinge godlycken namens is Adolphus Empeniüs, pastor tho
Oldenzyl, in synodo erschenen iind heft den loflycken synodo mit
doleantie voorgedragen, hoedat he van synen classe ad mensem was ge-
suspendeert, waarin hy meend, dat hem van den classe ware ongelijck
geschien, wesshalven he van des classis sententie ad futuram synodum
te appellerende veroorsaket is geworden, welcker appel he klagede van
den classe niet geacht te syn. Begeert daarop des synodi verclaringe,
oft tselve wel oft qualyc van den classe gedaen sy.
Synodus averst vlytich end wel opt voorstel domini Adolphi gelettet
und des classis andwoordt und bybrengent daarop gehoort hebbende,
declareret dat classis meer dan genoeghsame reden om soodane sententie
over hem to vellende hebbe gehadt, ja is classis wegen haren iver und
ernst daarin to lovende. Wat angaet syn appel, is ongefondeert und
qualyc gedaen te syn van den sinodo erkant, weshalven he noch meerder
is te reprehenderende , dat he den van dem classe geablegeerten prediger
om den denst aldaar te doen tot excutie latae a classe sententiae gein-
hi beert und tegengestaen heft. Daarom synodus decreteert, dat de sententia
classis op ankomstigen Sondach, wesende den elfden May anno 1617,
syn anvanck sal nemen. Na expiratie overst der 4 weken sal Adolphtjs
tot synen dienst wederom , soovere hy sick niet mucht in der tydt sijner
suspensie verlopen, geadmiteert werden, und dat mit naebeschreven
conditien, als eerstlyck dat he sick mit den classe sal reconcilieren und
van den classe afbiddinge doen, diewyl hy den classe als wt quader
affecten mit hem te handlen beschuldiget, daarna dat ener wt den classe
op den vierden ende lesten Sondagh hengesonden word, diewelcke sal
die gemeente voorholden een formulaar, also hier volget.
Andachtige goetgunstige vrunden ende thohoorders. Alsoo enige oorsake
is voorgevallen , waardoor eerst die classis van Middelstum und daarna de
synodus der stadt Gronningen und Omblanden , die sake tot haar gebracht
sinde, is bewillight und noodsaket worden jouwen pastorem Adolphum
Empemüm, tot synen besten und ten dienste ende stichtinge der gemeente
Gods, voor den tydt van vier weken van den dienst der kercken tontslaen
und daarvan op to schorten und te laten rusten, ten ende deselvige nae
het endigen der gementioneerden tydt , te weten 4 weken , hem stichtelyck
dragende wederom tot het predickampt to bewaren sold thoegelaten wor-
den, soo ist dat j.1. by desen wt voorgemelten namen angedient und
302
bekent gemaect word, dat jouwen pastor mit die voornoemde [synode]!)
und by name mit de classe versoent, ende des synodi resolutie voldan
liebbende, van nu voort wort toegelaten synen kerckendienst wederom te
betreden und waar tho nemen. Willen derhalven een jegelyck vermaent
hebben desen jouwen pastor daarvoor te eerkennen, an te sien und na
eysch des kerckendienstes in eren tho holden, und soo jemant sick an
enige sijner daden oft woorden geergert mucht hebben, dat he hem
sulckes ten besten wil duijden, omme Jesu Christi willen vergeven und
alle gunst und ere wil bewysen umme in hem alsoo temmeer enen iver
tot syn ampt und in u enen lust tot den h. dienst te verwecken, und
alsoo over u beyden des Heren genadigen segen tho verwachten und te
verkrygen, waarom wy tot nakorainge dessul ven een jegelyck orame .lesu
Christi unses saligmakers willen vermanen und vrundtlyck ansoecken.
Aldus gedaen in onse sinodale vergaderinge binnen Gronningen, den
Qden May anno 1617.
Oock is he Adolpho wel eernstlyck und scherpelijck van den synodo
vermaent, dat he sick henvorder christlyck und stichtlijck drage, opdat
de classis und sinodus niet mogen veroorsaect worden om hem gansslyck
van synen dienst te deporteren unde af te setten. ünd wordt mitdesen
den classe belastet goede achtinge op syn persoon end levendt te willen
nemen.
2. Daarbenevens tot naarder verclaringe des appels heft synodus hier
geadjungeert end bijgedaen, dat namentlijc soo jemant van des classis
resolutie ad synodum mucht appelleren, dat onder des classis resolutie
sijn voortgangh sal nemen und deselve geexcuteert worden. Ingevalle
averst synodus noch lange staet te verwachten , sollen alsdan de deputati
synodi in loco et nomine ejusdem geautoriseert sijn om in sulcken sake
na behoren te doen.
3. Voort heeft sinodus voor goet aengesien, dat de deputati synodi
van den curatoribus oft proffessoribus hujus academiae versoeken copiam
van de resolutie, in welcken is gestatueert, dat de deputati synodi de
examina, soo van professoribus teologiae mucht geschien, mede solen
by wonen.
4. Item dat wanneer enig artyckel int examineren van domino doctore
Ravenspergio is geendiget, den anwesenden deputatis vrystaen sal dat
horen na eren discretie daarby te doen.
5. Alsoo doorgaens wort vernomen, dat enige verscheijden boecken,
1) „[synode]" aangevuld uit YY, ontbreekt ook in ZZ.
303
tracterende de rebus theologicis a d. d. professoribus wtgegeven, worden
gednict, eer se sint gevisiteert, acht synodus hooghnodigh, dat de deputati
synodi van de E. E. heren Staten versoecken, dat haar E. E. wolden
geleven voorsieningh te doen, dat de E. E. euratores hujus academiae
und deputati synodi eenmael muchten by malcandren komen om daarover
goede ordning te maken.
G. Nademael bekant is , dat de deputati synodi niet mede die testimonia
examinis candidatorum , die van D. D. Ravks'spergero sint examineert,
hebben onderteyckent, verstaet synodus, dat de testimonia oock van den
anwesenden deputatis behoren onderteyckent te worden.
Oravamina classis Loppersum.
7. Gravamen 1, dat Enum met een egen prediger mucht versien
worden, diewijl die classis vermient, datter wel soovele middelen sint,
daarvan een eygen prediger kan leven.
Res. synodus, dat de deputati sinodi van den h. h. Gedeputeerden
versoecken, dat hare E. E. tselven soovele mogelyck wolde beleven te
effectueren.
8. Gravamen 2. Dewyle een decretum synodi is gemaket, dat gene
candidati, legitimam vocationem nondum habentes, sollen worden geexa-
mineert, und averst a professoribus contrarie geschiet, soo gevet de classis
Loppersum den lofflycken synodo te bedencken, oft tselve den classib.
als den professoribus hujus academiae te mogen doen niet werd vrygestaen.
Resolveert synodus na lange ende rype delyberatie , dat niet [een] i)
der candidatorum wegen veler daarwt rysende inconvenienten , streckend
tot onstichtinge van Gods kerck ende quaed bedencken tusschen den
ministerium und vele collatoren, sick sollen onderstaen enige vocatie
taccepteren, eer und bevoren sy mit enige preparatoriale ondersoeckinge
haarder bequaemheyt, doctrinae et vitae oft van den professoribus theolo-
giae oft den classibus is geschiet. Wan se averst na sodane ondersoeking
een legitimam vocationem muchten bekomen, soo solen sy alsdan eerst
plenarie worden geexamineert. Daarbenevens sal oock van deputatis synodi
op den landsdagh vrundtlyck versocht werden, dat de heren collatores
wolden beleven tho stichtinge van Godes kercke niemand hare stemmen
te geven oft volkomen beroepingh te confereren, eer sy van den profes-
soribus oft classibus hebben grontlyck erkent und vernomen , oft sodanige
candidati tot sulcken hogen und h. ampt duchtigh und bequaem sint.
Oock [sullen] 2) de deputati met den professoribus van dese resolutie
1) „[een]" aangevuld uit YY.
2) „[sullen]" mmgevuld uit Y^Y.
304
communicative coafereren, opdat gelijcheyt in desen beijdersijts mach
geobseneert werden i) unde geholden werden, twelc oock strecket tot
naerder verklaringe der voriger sententien in synodis, over dese sake
genomen.
9. Daarby noch synodus decreteert, dat gene predigeren enige candi-
datos den coUatoribus sollen recommanderen sonder tevoren seker und
vast wetenschop harer duchticheyt te hebben. Und soo jemant contrarye
doende 2) bevonden wert , sal men mit densulvigen na behoor syner
verwerckinge procederen.
Oravamen classis Middelstumanae.
10. Idt wert den synodo te bedencken gegeven , oft idt niet nut sij ,
dat de preceptores soowel in de latynsche als duitsche scholen und also
oock professores in academia, gehorend under den synode der stadt
Groningen und Omlanden, ad retinendum consensum et pacem in ecclesia,
schola et republica hu jus provinciae gelyck den predigeren underteikenen
formulam unionis, soo deselve alhier gebrucklyck [isJ^J), in betrachting
dat se even soowal als die predigeren erroribus obnoxii syn en meer mit
controversiis omgaen, ooc juventuti novitatis avidae praefecti syn, inson-
derheyt dewyl causa erroris et dissidii liodie in Belgio gliscentis van
den academiis eerst herroert.
Res. synodus, dat tselve behoort te geschien, gelyc het ooc in lestge-
holden synodo nationali Hagen si artic. 47 , woo oock te voren Dordracena
secunda artic. 50, is geresolveert.
11. Noch is gra vamen, dat het unfletigh dansen muchte afgeschaft
worden.
Res. synodus , dat deputati synodi daarom solen anholden by den E. E.
Gedeputeerden , opdat sulcke idelheyt in dese landen mach geweert worden.
12. Nadem classis Oldampt doleert, dat den Wederdoperen noch hare
vryheyt van haar opentlycke vergadering wort toegelaten, res. synodus,
dat den deputatis belast sal syn om te versoecken, dat hetselve door
liet edict van der hoger overicheyt magh verboden worden.
13. Wijders is geproponeert , dat enigen idioten tot dat predicampt
toegelaten worden.
Res. synodus, dat daarin sal gehandelt worden nae voorgenomene in
synodis resolutie over dese saeke, conform artic. 21 synodi 1 Dordrachenae
nationalis.
1) „werden" ontbreekt in YY.
2) „doende'' YY heeft „doen und".
^J »[^J" aangevuld uit YY.
305
14. Entiyck wort den deputatis synodi mit desen belast, dat sy willen
goede achtinge hebben op den derden artic. sessie 7, vermeldende van
de heimlycke copulatie der Wederdoperen , sonder dat daar is te voren
enige proclamatie oft afkundinge geschien^), imde dat sy in desen luijdt
und vermeuge der voorgedachten artic. handlen.
Sessie 7 den 9«" May hora 7.
Finita precatione heft dominus Antoniüs Strombergius , pastor in Rottum ,
an den synodum libellum supplicem overgegeven, waarmit he [an den] 2)
synodum claghlyc remonstreert , dat hy van synen classe Middelstum
[sy]2) gesuspendeert, welcke classis senten tiae he wal obediert, dergestalt
nochtans dat he sick beclaget beswaart te vinden in materia et forma
suspensionis , daarvan een scnipnlum in syne conscientie dragende. Pro-
testeert daarwegen contra classem van enige ongerechticheyt desen an-
gaende unde versoecket, dat hem van den synodo word geconcedeert
suam causam^) contra classem voor den deputatis synodi schriftlyck te
mogen handelen.
Synodus averst, des pastoris Strombergii supplicatie wel ingenomen heb-
bende , decemeert und statueert , dat de sententie des classis syn voortgang
sal nemen, und dat he syne sake doch op syne eegen kosten (si cadat)
an den deputatis synodi niet schriftlyck dan mondtlyck sal mogen laten
gelangen, dewelcke geschien sal in presentia und mede overstandt der
twee afgaende deputatorum synodi, als domini Christophori üchtmanni
und domini Georgh Placu. ünd soo he komt in syner vermeendt recht-
hebbende saecke te succumberen, alsdan staet hem ooc een swaarder
censura und straffe te verwachten.
Bovendat wat die saecke Hermani Dreckh, pastor in Middelstum,
daarvan in sessie 5 artic. 2 mentie geschiet , wort die a synodo ad classem
tanquam primum judicem geremiteert, opdat de saeke daar eerstlyck ten
overstaen van des synodi deputatis, als sy classem Middelst. weerden
visiteren, moge volgens de acta synodi geagreert und 4) zoo roeugelyck
afgedaen werden.
3. Wyders is censura morum (gelyck in anvangh) over de anwesenden
broedren geholden, und godtlof niemandt strafbaar bevonden.
4. Nadesen sint in deputatis sinodi geelegeert dominus Corneltüs
1) „getK'lüon" YY heeft „gedaen".
2) aangevuld uit Y'Y".
3) „dat hem — causam" ontbreekt in YY.
4) „und" ontbreekt in YY. *
Acta 8yn. provinc. VIL 20
306
HiLLf:Niü8 1) , pastor in Groningen, dominus Wioboldus Homerus, pastor
Midwold, dominus Wolfoangus Agsicola, pastor in Bedum, dominus
JoANNES ScHONBOBOoH, pastor in Adwert.
Unde is alsoo de sinodus met dancksegginge besloten , und de acta van
den anwesenden broederen (also volget) ondertekent:
CoRNEUus HiLLENiusi), dienaar Jesu Christi in Groningen, synodi praeses.
Georoius Placiüs, ecclesiae 2) Christi 3) in Apingdam, sinodi assessor.
Lambertus Henricides, V. d. m. in Post et Wittewerum, sinodi scriba.
Egbertus Halbes licentiatus, senior.
Martinus Meyercs, pastor ecclesiae 4) Westerbroeck, in fidem praeceden-
tium haec scripsi et subscripsi.
Teodorüs Klixchamerus, pastor in Tiamsweer.
JoANNES ÜLKENros, pastor in Sidbuiren, manu propria.
Israël Vinckelius, pastor in Loppersum.
JoANNES Stoverius, pastor in Berum.
JoAcimnjs BuROESiusö), ecclesiastes in W. Wytwert.
Wilhelmus Johannes, pastor in Huysingen.
Wesselus Rhode, pastor in Cantes.
Bartholomeus Bilberbeeck, pastor in Warfhuysen.
Petrus Crusius, v. d. m. in Saxenhuysen.
Gerardus Stenius, in BafFelt pastor.
Everardus Valckius, V. d. m. in 01de und Nyehovcn.
Gerhardus Joannes, pastor in Noorthorm.
JoANNES ScHONEBERGH, ecclcsiastis ïii Groot Adwert.
"Wioboldus Homerus, pastor Middwoldanus Oldampt.
Wyert Ailkens, olderlinck tho Winschoten.
Dominus Nicasiüs, wegen syner kranckheyt af wesen, heft niet onderteikent
Dese acten sinodi by unss den deputatis deselven in alles over-
gesehen ende gecollationeert sijnde , hebben die in alles mith
de originele resolutie deses sinodi gelyckluydende bevonden.
Actam den 18«" Juny anno 1617.
CoRNEUus HiLLENius, dienaar Jesu Christi tot Groningen.
WoLFG^YNGUS Agricx)la , pastor in Bedura.
WiGBOLDUs Homerus, pastor in Midwold int Oldampt.
JoAXNES ScnoNEBORGH, ecclcs. iu Groot Adwert fi).
1) „Ilillenius" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „Heleniua".
2) „ec<!lesiae'' YY heeft „minister ecclesiae".
3) „Cliristi" ontbreekt in ZZ.
4) „ecclesiae" YY heeft „in".
ö) „Burgesius" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „Burgesis".
^) Hieronder volgt in YY: „Actorum »$ynoclalitfm airni 1G17 fmis".
307
[Commissie voor de visitatoren der classes in het Wester-
kwartier, inzonderheid classis Zuidhom. J
Alsoe men voermaels vuyt het rapport van den heeren predigeren,
gelast totte visitatie der dassen, claerlick vernoemen heefft, dat dselve
visitatieii goede vruchten geschaffet hebben , ende daeromme alsnu noodich
bevonden wordt, dat tot dienste van de kercke Christi ende entdeckinge
van veele disoirdren wederomme eenige persoenen tot dien fine gecom-
mitteert werden, soe ist dat dheeren Gedeputeerden der stadt Groningen
ende Ommelanden alsnoch by desen authoriseren ende lasten den weer-
digen ende welgeleerden heeren Corneuum Hillenium, Wolfoangum Agri-
C0LAm\ WlGBOLDüM HoMERI CUde JoANNEM ScHONENBERGIUM 1) , OmmC Sick
aen allen dassen int Westerquartier ende insonderheyt Suydthorruraanam
te transporteren ende op de gelegen theyt van alle ongeregeltheyden ende
abusen, die daerinne tegens die kerckenordeninge ende suyvere lere des
godtlicken woordes gepleget worden, tinformeren ende daervan goede
notule tholden, oock dienvolgens den heeren Gedeputeerden voorss. dselve
te remonstreren ende an te dienen, opdat daerinne soevoele meugelick
geremedieert ende alle quade gebruycken ende inreten teenemael affge-
schaffet moegen worden.
Datum Groningen den 17®" Augusti anno 1617.
C. H0ERNKENS2).
Ter ordonnantie der heeren voorss.
W. Meunardi2), 1617.
[Verscheyden remonstrantien aen de E. E. heeren, met de
apostillen of resolutien der heeren over deselvej^).
Edelen, eerentf esten , seer wijsen, voorsienigen heeren, den E. E.
heeren Gedeputeerden der stadt Gronningen ende Ommelanden.
Edele eerentfeste etc. heeren.
Wij, ondergeschreven deputati synodi, connen volgende onsen last niet
nalaten tot wechneminge eeniger grooter ongeregeltheiden, tot vorderinge
der stichtinge van Godes kercke, ende dat alles tot grootmakinge van
1) „Wipboldiim — Sclionenborgiuni" zijn met dezelfde hand op den r«ind bijj?e-
schroven , en tusöohen „Hillenium , Wolfganginn" is „en<le" d(K)rgehaald.
2) Deze undertet^kening is eigenhandig.
3) Dit opschrift is niet een andere hand buiten op het stuk geplaatst. Daaronder
,,Nuin. XII".
20*
308
Godes ere sodanige volgende stiicken te vertoonen , als in laestgehoiiden
synodo voorgestelt ende besloten sija, uwe E. E. wth haren name voor
te dragen.
Ten 1®»* dat Hermaxnus CniusTOPiioRi , die tot noch toe tegen den danek
des synodi tot Juckwert den kerokendienst hefft betreden, ende die van
den voorgaenden synodis van wegen sinen schantlicken ende seer erger-
licken val ende sonden verclaert is niet bequam noch stichtelick te sijn
den kerokendienst teeniger plaetsen te connen noch mogen bedienen , ende
nochtans tegen de aensegginge ende verbott des synodi den kerokendienst
oeffenende hem ongehoorsam, ja wederspannich vertoont ende gedragen
hefft, eenmael tot wechneminge des groeten naesprekens, ergemisse der
kercken ende de onteeringe des heiligen naeras Godes vandaer met den
eersten doer uwe E. E. autoriteit geweert mochte worden, volgende de
resolutie ende tversoeck des lestgehouden synodi sess. 3 art. 6.
Die heeren Gedeputeerden sullen laeten opsoecken, wat
desenangaende by oirdre van desen coUegie gedaen mach
wesen i).
Ten 2®" dat doch met vlijt achtinge genomen ende verhinderinge ge-
daen werde, dat de sabbathdagen doer het tappen voer, in ende nae
de predicatien, oock doer het bijeencomen der partidigen menschen
op de gemeene wegen ende plaetzen om die te beschimpen, die ter
predicatien gaen om Godes woort te hooren, ende doer meer andere
middelen niet soseer ontheiliget werden, oock dat tot de seeckere an-
dieninge ende bekentmaeckinge der bededagen an een jeder carspel een
gedruckt mandaet van sodanigen inhoudt, als de voorgaende sijn gewest,
mocht gesonden, daeraen publice geproclameert ende eintlicken aen de
gewoonlicke plaetzen geaffigeert worden, ten eijnde deselve saecke, hooch
noodich ende gemein sijude, meer autoriteit bij een ij der gewinnen, ende
oock die bekennen ende weten mogen, de selden oft nimmermeer ter
kercken koomen, sess. 2 artic. 12 anni 1616, et hujus anni sess. 4
artic. 6.
Tot verhinderinge ende affschaffinge van desen sall an
den respective redgeren ende richteren wel emstlicken ge-
schreven, ende voorts op de gedruckte mandaten der bedo-
daegen, proclamatie ende affi x ie dersel ver behoorlicke oirdre
gestelt werden.
1) Dit apostU der Gedeputeerden en de volgende, door inspringende regels aan-
geduid, zijn met een andere hand op den rand bijgeschreven.
309
Ten 3«n soo de dagelijckscho ende gewoonlicke bijcoemsten der Weder-
dooperen niet in alles, hoewel seer nodich, connen werden verhindert,
dat dannoch uwe E. E. goede voorsorge believen te dragen, dat de
extraordinarie ende als synodale vergaderingen, gelijck in voorgaende
tijden tot Holwierda ende oock op de Leegemeeden sijn gehouden gewest,
mogen werden voorgecomen ende verhindert, volgende tversoeck des syuodi
anno 1616 sess. 2 artic. 15 ende deses jaeres sess. 4 artic. 9, gelijck
mede wort versocht, dat met vlijt achtinge mocht werden genomen ende
door ein strickt verbodt orden gestelt, dat de Papisten niet so vrjj, niet
alleen heimelick maer oock opentlick, gelijck insonderheit in het landt
also mede in der stadt, en vergaderen, ja dat diegene sodanig edict
strictelick ende getrouwelick executeren, de daerthoe gestellet sijn in de
acten des synodi anno 1616 sess. 6 artic. 5 ende deses jaers sess. 5 arüc. 21.
Sall op den landtsdach geproponeert ende daerop resolutie
versocht moeten worden.
Ten 4:^^ also vernomen wort, dat eenige studenten op Jezuitische aca-
demiën sijn bestelt ende noch meer gesonden mochten worden, wordt
van dem synodo versocht, also sulcks strecket tot nadeel so der kercken
Gods alsmede der gemeijne saecke, dat den £. E. heeren soude believen
daerop te letten, dat de wthgesondene doer een publiek mandaet inge-
roepen ende voortaen het wthsenden mochte werden verhindert , in synodo
praecedenti sess. 6 artic. 4 et hujus anni sess. 5 artic. 20.
Hyrin is all voerdesen by publicque placcaten ende an-
pleckingen versien.
Ten 5®n angesien onder wilen eenige personen , niet wel duchtich sqnde,
door de bestemminge eeniger collatoren tot den dienst der kercken worden
gevordert, waerdoer daernae eenige moeijten ende ontstichtingen oomen
te ontstaen, dat uwe E. E. soude believen de voorsieninge te doen, dat
de E. E. heeren collatoren, also de stichtinge der kercken daeran son-
derlinge gelegen is, doch niemant souden willen haere stemmen geven
ende veelniin volcomen beroepinge confereren , eer se nae gelegenheit der
personen off van den professoribus off van den classibus grontlick hebben
erkent ende vernomen, off sodanige candidati tot alsulck een hooch ende
heijlich ampt bequaem ende stichtich mogen sijn, sess. 6 artic. 8.
Die heeren Gedeputeerden sullen, voer soeveele in haer
is, die goede handt daeraen holden, dat dit artickel, in
voegen alhier versocht, mach worden geeffectueert , ende
geene persoenen van den collatoren totten dienst des pre-
dichampts gepromoveert , die niet van den professoribus
academiae offte classibus eerst behoorlick sullen wesen ge-
310
examineert, ende van heiir beqnaemheyt tot alsulcken hoegen
ampt goede blycke conden verthoenen.
Ten 6®" dewile om gewichtige redenen groot bedencken ende swario-
heit int uitgeven ende dnicken van verscheiden schriften ende boecken
temet voorvalt ende noch meer gevreest wordt, uit oorsaecke dat geen
seecker orden is gestelt , waemae een ijgelick hem hijrin sal dragen , ver-
soeckt de synodus, dat uwe E. E. believe te bevorderen, dat de E. E.
heeren curatores academiae ende de deputati synodi tesamen eenmael
mochten comen om van dat stuck der dnickerqe te spreecken ende eenige
orden te beramen, waemae een ijder sick in toecomenden tijdt soude
hebben te reguleren, sess. 6 artic. 5.
Hyrop is by den heeren borgemeysteren ende raedt deser
stadt goede oirdre gemaeckt.
Ten 7«" oock dat uwe E. E. orden believe te stellen, waerdoer een-
mael middel ende orden werde beraemt , dat doch het lichtverdich dantzen
verhindert wordende temet een ende moege nemen.
Sall op den landtsdach moeten voergestelt worden.
Ten 8®"" also oock dagelicks wordt vernomen, dat de Mennoniten ge-
meinlick haer heimelick laten copuleren sonder eenige voorgaende pro-
clamatien offte kundigingen, waeruit dan geen klein disorder ende onheql
kan ontstaen, ja oock temet ontstaet, dat uwe E. E. soude believen te
beneerstigen, dat door een sterck mandaet verboden werde, dat niemant
in dese provincie soude mogen woonen, die niet opentlick nae kercken-
ordeninge in der kercken sij geproclameert ende gecopuleert, in synodo
anno 1616 sess. 7 artic. 3 et hujus anni sess. 6 artic. 14.
Golyck mede het inholden van desen.
Ten 9®" hoewel de plaetze Enum van wegen de bequame opkompsten
nootlick dient vereien te worden met een eijgen predicker, nochtans dewile
het daerthoe voerdesen niet hefft conen gebracht worden , ende de classis
van Loppersura, op de gelegentheit ende stichtinge der gemeinte aldaer
lettende, opt begeeren des jonckers terselver plaetze voor raetsam hefft
ingesien den pastori van Zeerijp bij provisie te vergunnen den dienst
aldaer te betreden , mits hie van uwe E. E. daertoe consent soude mogen
vertoonen, so wordt dan uit voorstel desselven classis an uwe E. E.
versocht, dat uwe E. E. believe den voorn, predicker van Zeerijp toe te
laten aldaer mede te mogen prediken, opdat den dienst tot Enum nu
insonderheit om ongelegentheit des ankomenden winters niet naeblive,
oock den collatoren eenen seeckeren tijdt nae het eindigen des winters
te ordineren, ten einde se arbeiden ende haer beste doen mogen om
binnen sjaers eenen eigenen predicker na orden te bekomen.
311
Die heere Ubbena verclaert wel te moegen lyden, dat
die van Enum van eenen eygen prediger bedient ende in
Godes hillige woordt onderwesen werden, indien sy een
bequaeme persoen conden becoemen, die sick met d'up-
kumpsten van de dartich grasen landes wilde laeten oon-
tenteren.
Ten 10®" is in visitatione classium versocht geworden:
1. bij den classe van Appingadara, dewile Marsiim met üthwierda
gecombineert sijnde seer qnalick wordt bedient, sodat in een jaer boven
twee offte driemael niet wordt gepredickt, dat dan uwe E. E. soude
willen believen te wege te brengen, dat Marsum voornoemt met Solwert
mocht worden gecombineert ende de coUatoren van beide kercken bewogen
orame samen tlick voor deselve plaetzen eenen bequamen predicker te be-
roepen, ende daerbij doer uwe E. E. autoriteit te verhinderen ofF voor te
comen , dat die van Solwert niet heimelick (so men verstaet) met de van
Opwierda om een seecker stucke gelts söude accorderen om onder sick
ein combinatie an te stellen.
Die heeren gedeputeerden, sullende op den synodo in
den Dam wegen des collegii naeme gesonden worden , sullen
onderstaen, offte haere E. den collatoren van Marsum ende
Solwert niet tot combinatie sullen coenen bewegen ende
die saecke sulcx beleyden, dat bij heur tsamentlick een
eygen prediger bij werde beroepen.
2. bij de classe van Loppersum, dat uwe E. E. believen wil in tijdts
bij mandaten het vastelavontloopen voor te comen ende te verhinderen.
2. In desen is by mandaten , in de respectieve quartieren
der Ommelanden vuy tgesonden , reede versien.
3. bij de classe van Suithorrum, dat tot Sibaldeburen , alwaer jaerlicks,
als den eedt van den redgers wort affgenomen, op Hemmelvaertsdach
een kermisse wordt gehouden tot grooter ontstichtinge , oneerlicke ende
schandelicke daden , ende tot verhindoringe des goddelicken dienstes bijnae
int gantze quartier , deselve kermisse affgeschaffet ende in tijdes voor den
Hemmelvaersdach mochte worden verboden.
3. Desenangaende sall an de beyde grietsluyden , soe
van oost als westerdeel van Langewoldt, wel emstlicken
worden geschreven.
Daerbeuevens dat uwe E. E. believen den collatoren tot Saexum daertoe
te brengen, dat hare E. aldaer, daer men verstaet bequame middelen te
sijn, eenen duchtigen schoolmeester metten eersten mochten stellen.
Die collatoren van Saexum sullen versocht worden omtrent
312
institutie van de jonge jeiiget een bequaem sclioelmeister
met den eersten te willen stellen.
Aldus gestelt desen 30®** Septembris anno 1617 , uwer E. E. onderdanige
ende dienstwillige dienaren in den Heere, de deputati synodi.
CORNELITJS HiLLENlUS.
WOLFGANOUS AgRIOOLA.
JOHAIÏWES SCHONENBORCH 1).
Aldus gedaen ende geresolviert in coUegie ter presentie
van den heeren deputatis synodi op den lesten Aprilis anno
1618.
E. TiARDA det.i.)
Ter ordonnantie der heeren voorss., abs. secret.
FrEDEIUCK LuiTHIENSl).
[Rapport der deputaten namens de synode aan de hoofd-
mannenkamer over eenige disorders en ergerlijkheden.J
Ann die edele, eerentfeste, hoochwijse, versienige ende seer
discreete heeren, die h. h. hoevetmannen van die provintiale ge-
richtscamer der stadt Gronningen ende Ommelanden.
Edele, eerentfeste, hoochwijse, verseenige, seer discrete heeren.
Also op laestgeholdenen provintialen synodo alhijr binnen Gronningen,
onder andere dissorderen ende groote schandalen streckende tot veront-
hilliginge des groeten namens Godes ende ergernisse sijner christlicken
kercken, mede voergevallen sint seer groote indulgentien , so tegens den
dodtslageren in den Ommelanden gepleget worden, item eenige miss-
bruicken, so in den h. ehestandt tegens Godes h. woordt ende alle
politische erbarheit sint ingereten, so hefft de christlicke synodus, lettende
voemeemelicken op de eere Godes ende stichtinge sijner kercken, ons
ondergess. deputatis synodi belastet daervan eenige particulariteiten , so
haer sint voergekomen, te remonstreeren , met demoedich versoeck an
ü E. E., dat desulvige alse hooge ende souveraine oevericheit daerinne
behoerlicken remedieren ende mit christlicken ijver ende eemst sodanige
missbruicken ende dissorderen bestes vermoegens , voreerst Gode ter eere
ende demnegest siner kercken ten besten, affschaffen wolden.
1) Deze onderteekeningen zijn eigenhandig.
313
Eerstlicken 1) dan de onthilliginge in den ehestandt belangende, behalven
ontaDicke exempelen dergener, welcke onordentlickerwijse sonder eenige
voerlieergaende wetlicke proclamatien [ende] eopulatien tsamenloopen , ende
also hen keren tegen alle politische erbarheit , wordt insonderheit seer ge-
claget over eenige excessive groote exorbitantien van bloetschande ende
dergelijcken misshandelingen, strijdende tegens godtlicke, natuerlicke ende
weltlicke wetten 2).
Einer JoHAN^^:s Zijes, to Midhuisen woonende, welcker mit sijner
stieffdochter in ontucht solde leven, unde offte he wel van dem redger
ter plaetze daerover gebroecket is, dannoch gelijjckewel blifft conti-
nuerende.
Item Ebele, schipper toe Wirdum, welcker bij sijnes stieffsoenes
frouwe licht.
Noch Peter Frericks soene toe Onderwierum , mit sines vaders broeders
frouwe boeleerende.
Toe Leens ein schoemaecker, welcker sick van sijne wettlicke ehefrouwe
hefft gescheiden sonder rechtes kennissen.
Verners is toe Fissvliet einer van Franeker gekomen , de siner voerigen
f rouwen suster hefft getrouwet, mit noch ein ander daerselvest, Kempe
geheeten, ein linnen weever, de siner voerigen f rouwen haiffsuster hefft
ter ehe genomen.
Item toe Midwolde in Fredewoldt einer mit namen Plaggemeuer, in
de Linde woonende, welcker sick oock mit sijner voerigen huissfrouwen
suster hefft verhijlicket , met noch einer mit namen Paul, ein linnen-
wever, welcker sijne ehefrouwe toe Grijpsskercke hefft sitten laten,
ende nu tegen woordich sonder ordentlicke copulatie toe Marum bij ein
ander frouwe sittet.
Hijrtoe kumpt noch ein lazarus in den Dam, Christoffer geheeten,
welcker bij een frouwe tegen woordich sittet, daer nochtans sijn voerige
frouwe noch levet.
Wat wijders anlanget de overgroote indulgentie, so tegens dat on-
menscheJicke feijt van doodtslagen in desen Ommelanden wordt gebruicket,
offtowel daervan ontellicke veele exempelen sint besonder in het Wester-
quartier an die frontierplaetzen , so an Friesslandt grentzen, alwaer
veele ballingen gevonden worden, so wth Friesslandt wegen sodanigo
missedaet sint overgevluchtet , te woonen, so worden dannoch den mesten-
ij Voor „eerstlicken" zijn doorgehaald de woorden: „Sint demnegest de parti-
culiere exempelen , welcke sint voergevallen ende dem synodo bewoat , voemeemelicken
de.se: albe".
2j „Ijehalve ontallicke — wetten" Ls met een andere hand op den rand bijgeschreven.
314
deeli) voerb^gaende enige weinich van de enonneste ende reoenteste^
exempelen ü K K remonstreret , welcke nnangesien dat U K K doer
opentlicke plaocaten den redgeren, grietmannen ende rechteren belastet
hebben tegens desulvige te procederen , geligekewel met oonniventie ende S)
oogeluickinge getolereert worden.
Alse^) toe Grijpsskercke einer Romke geheeten, recht nerens de kercke
over woonende in tselvige huiss, daer voer de doere he den doodtslach
heflFt begongen.
Ilem noch einer, Luthex Watze geheten, met noch Sithr-ert op de
Waerten in Aart Willem huis corttebg, daer Cobxeles toeholdende met
oock einer Sciiallebiter geheten , so onlanges in het leste Collumer merckt
nu in Septemb. geholden, einen gaer schentlicken doodtslach begaen
hefFt , ende niettemin toe Grijpskercke ende daeromtrent getoleriert worden 5).
Item noch einer toe Doesum, WnxEM Rffzkexs genoeraet, so in einen
daeh , jae in eine stunde twe enorme doodtslagen hefft gedaen , ende dies-
niettegenstaende gelijckewel in goeden rust ende frede daer blifft woonen.
Dese ende dergelijcke meer andere seer groove ende enorme feyten,
alle welcke te verhalen onmogelick, in eine welbestellede heijdenesche,
wij geswijgen christlicke politie ende republigcke niet behoorden tolee-
reert to worden, worden nochtans dagelijcks in dese provintie tot leedt-
wesent ende ergeniisse veler f romen gevonden, hetwelcke dan grootlickes
is streckende tot onteeringe van den h. namen Godes ende verhinderinge
van den voortgang des hillogen evangeliums, jae oock tot naedeel ende
smaet van onse christelicke reformatie.
Versoecken daarumme seer oetmoedichlicken uth name ende van wegen
des gantzen ministerii deser provintie, dat U E. E. alse hooge ende
suiveraine magistraet deselver ö) , oock lieffhebbers ende voortplanters van
alle goede ende christlicke ordening, believen wolle mit aller eemst ende
autoriteijt hijrinne te versien ende sodanige ordre stellen, dat disse ende
dergelijcken dissorderen 7) teenenmale verhindert ende affgeschaffet moegen
1) „worden —mestondwir' , doorgehaald is „sint dannoch dt»sulvige".
2) „tanige — r<»cento8tc" , met andere hand op den rand bijgeschreven in plaat8 van
de d(K)rgehaalde woorden „alh'ine twee".
8) „welcke onaengenien — ende", met andere hand op den rand bijgeschreven in
plaatH van d<» doorgehaalde woorden: „ende sulckes van sodanige perBoonen, welcke
Heer enormelicken hijrinne binnen dese j)rovintie verloopen hebben ende nochtans rait".
4) „alw^*' doorgehaald zijn de woorden: „alse te weeten eerstlicken einer".
^) „item noch einer Lijthen Watze — wortlen", met andere hand op den rand
bijgevoegd.
*») „der»elv(T" ter vervanging van de doorgehaalde woorden „deser provintie ende".
7) Na „dissorderen" is doorgehaald „geweerdt ende".
H15
worden , alles gereickende tot grootmaeckinge des godtlicken namens , ver-
breidinge sines hilligen evangeliums, stichtinge siner christlicken kercken ,
ende oock tot maintenatie van goede wetten ende statuiten, tot voort-
plantinge aller erbaerheit ende tot welstandt des gemeinenbesten.
Dit doende, actum den 30 Septemb. anno 1617.
U E. E. onderdanige dienars in Christo, de deputati synodi deses jares:
CORNELIUS HiLLENIUS.
WoLFGANGUs Agricola , past. in Bedum.
JOHANNES SCHONENBORCH 1).
[Versoek der deputaten om vergoeding van kosten] 2).
Remonstreren cum rev. wij ondergesch. dep. syn., hoedat wg doer
U E. E. advi^ss ende goetvinden om in de saecke Antohoi Strombergii
unde siner gemeinte te Rottum noodigen informatie te nemen, derwarts op
twe verscheijden tyden, als 7 ende 14 Augusti hebben moten reijsen, ende
daerbenevens oock met U E. E. credentsbrieven de classes in den Omme-
landen ende Oldenampte visiterende, eenige oncosten so van wagenfrachten
so andersins in den herbergen hebben moeten doen, waervan de specifi-
catie hg ronder volget, versoeken darommen, dat ü E. E. order wildo
gelieven te stellen, daermede sodanige onkosten eerster gelegen theit be-
taelt moegen worden.
Copiaadclas«emJSJJ^l^t-
Weerdige weigeleerde 1. medebroederen. Also seeckere swaricheit is
voergevallen , over welcke de E. E. heeren Gedeputeerde nodich geachtet
hebben de deputatos synodi te committeren umme met u. w. daervan te
delibereren ende te concluderen, so ist dat wij tot sulcken ende voer
goet ingesien hebben ons bij u. w. in juwer classe te vervoegen ende
aldaer de saecke bekandt te maecken. Versoecken daeromme fnmdtlicken ,
dat gij wel doen wollen ende tegens anstaenden t) ^ dage wesende
( 5
den o Novemb. deses lopenden jaeres uwen classem op de ordinaris
plaetze verbootschappen, op welcke tijdt wij alsdan mit Godes hulpe ver-
meinen bij u. w. te komen ende onse ontfangen commissie te volvoeren.
Actum den 29 Octob. 1617 wth Gronningen.
U. w. toegeneichde ende goetwillige medebroederen deputati synodi.
1) Deze onderteckcningen zijn eigenhandig.
2) Deze remonstrantie en copie-inissive volgen in dit stuk op de laatste bladzijde.
316
[Remonstrantie der depntaten van de synode aan burge-
meesters en raad van Groningen].
Ann die edele, eerentfeste, hoochwijse, versienige ende seer discrete
lieeren , de heeren borgemeisteren ende raedt der stadt Gronningen.
Edele, eerentfeste, hoochwijse, versienige ende seer discrete heeren.
Also ini) laestgeholdenen provincialen synodo deser stadt Gronningen
ende Ommelanden ende visitatione classium voergevallen sint verscheiden
groote abniseri ende missbriiicken in kercklicken saecken , so hen ende heer
niet alleen in den Ommelanden dan oock mede in den Oldampten, onder
U E. E. jurisdictie behoerende, gespoeret worden, welcke billicken
remedieeit unde afgeschaffet behoren te worden, so ist dat wij ondergess.
deputati synodi 2) ampteshalven niet hebben koenen naelaten U E. E.
deselvige nomine synodi in aller behoerlicken reverentie voer te dragen
ende te remonstreren , met onderdanige versoeck dat deselvige alse supre-
mus magistratus doer haere autoriteit daerinne behoerlicken versien wilden,
daermit sodanige abusen gew^eeret unde afgeschaffet mochten werden.
Eerstlicken doleert classis in Oldenampt, dat de "Wederdoperen , onan-
geseen hare conventicula doer verscheiden placaten van U E. E. dickwils
sint verboden, dannoch gelijckewel continueeren ende daerin voortvaren,
haere vergaderinge niet allene bij nachte ende heimelicken, sunder oock
bij dage ende opentlick holdende, dat U E. E. doch believen wolle ein-
mael doer ein opentlick edict tselvige emstlick te verbeeden ende stricte-
licken daerover te holden.
Claget oock classis voergess. over einen schoelmeister toe Westerlee,
mit namen Laurextius Albei^ti , welcker wegen velen oorsaecken onduch-
tich solde wesen eine schoele te bedienen, ende versocht derwegen, dat
U E. E. de verseenige doen wolle, dat deselvige alse onduchtich vandaer
geremoveert mochte werden ende de plaetze mit einen anderen duchtigen
persone wederomme bestellet.
Also oock de schoelmeister te Borchsweer , Woltrk Gerbraistts geheeten ,
seer sober onderholt daer ter plaetze hefft, biddende seer demoedichlicken
dat U E. E. denselven eenige benevolcntie wilden bewijsen ende sijn
onderholt ein weinich soeeken te verbeteren offte tenminsten de verseliinge
doen, dat dat landt, so he van de kercke gebruicket, hem f rij mochte
toegestaen worden.
1) „Also lil". Doorgi'haald zijn do woonlen : „Wij ondergess. deputati des".
2) „ende visitatione — synodi" niet dezelfde band als verbetering aangebracht boven
<h doorg(^baalde woorden : „koenen niet naelaten onnue mit aller l>eboerlicke reverentie
T; E. K. voer te dragen eenige abusen ende niissbruicken onder U E}. E. jurisdictie
btihf ►erende , so is daerop ons onderg(^ss. deput. des synodi voergess. I)ela8tet omnie
U E. E. deselvige nomine synodi voor te dragen ende te remonstrerendc".
317
Also oock de ervaringe leeret, dat het ydele ende lichtverdige dansen,
twelck oock bij den heijdenen onerbaer is geholden gewest, gelijck meest
overal also oock in den Oldenampte seer wort gepleget i), dat ü E. E. believen
wolde daerin te remedieren ende tselvige soveele moegelick affschaffen.
Dewile2) ein seer onchristelick ende meer als heidensch gebruick ge-
spoeret wordt, dat eenige menschen tegens den vastelavont sick onge-
boerlickerwijse met kleideren vermommen ende also hen unde weder doer
het lant loopen dantzen, oock den luiden geit, fleisch, speek unde
anders affdrissen ende dringen, hetwelcke se dan namaels verswelgen
ende onnuttelicken verteeren moegen 3), item dat de hooge fest ende
sabbathdagen niet alleine met uterlicken groven arbeit , rennen ende jagen ,
dan oock met biertappen, drincken voer ende onder de predicatie des
godtlickes woordes ende dergelijcke meer andere onbehoerlickheiden seer
werden geprofaneert ende enthilleget, wolde doch ü E. E. eens voer
all met ein generael ende algemein mandaet, twelcke jaerlicks te repe-
teren niet ware van noden , sulcke ende dergelijcke inconvenienten in den
Oldampten verbeeden ende affschaffen.
Eindelicken 4) doleeren de predigeren in het Goorecht , oock onder U
E. E. jurisdictie behoerende, dat het mandaet van den laetsten, nu den
10 Septembris geholdenen vast ende biddedach eenigen seer spade als
den naestvoergaenden dach , eenigen gantz niet is geinsinueret. Versoecken
daerumme U E. E. wolde in toekumpstiger tijdt de voersorge dragen , dat
hetselvige tijdtlick f roe den predigeren bekant mochte gemaecket werden ,
daermede idt also der gemeinte intijdes van hem angedienet mochte
werden, ende se oock daertegen des te bequamer sick praepareren ende
bereijden mochten.
Dit doende werden ü E. E. Godes eere ende siner christlicken kercken
erbouwinge grootlickes voortsetten ende daerdoer Godes segen over landt
unde luiden erlangen.
Aldus gedaen in Groninghen den 30 Septemb. 1617 , bij ons U E. E.
onderdanige dieneren, de deputati des provincialen synodi.
CORNELIÜS ELlLLENroS.
WoLFüAjfGüs AomcoLA, past. in Bedum.
JOHANNES SCHOXENBORCH 5).
1) „wort gepleget" staat boven hot doorgehaalde „tocniiiipt".
'^) voor „dewile" is doorgesc-hrapt „eindelieken".
3) Op „moeden" volgden de doorgestreepte woorden: „woe dan snlckes oock voer-
nemelicken in den Oldampten wort ge8ix)eret".
4) „Eindelicken" enz. Dit is daarna bijgevoegd, want op „afschaffen" volgde, maar
18 doorgeschrapt het slot van dit verzoekschrift ,,Dit doende — erlangen". Zie beneden.
5) Deze onderteekenlngen zijn eigenhandig.
318
Acta sijnodalia vanft jahr 1618^).
1. Up huiden den 4 Maij anno 1618 iss na uthschriving van dem
wollgeboraen unsen gnedigen stadttholder etc. sampt den E. E. hoch-
wijsen heren Gedeput. der stadtt Gronningen und Ummelanden, ther ehren
Gades und tot uperbowing der christlicker kereken ein provineionaell
sijnodus in den Dam angefemgen tho holdenn.
2. De E. E. heren, welcke na oldem gebruike van dem coUegio der
11. Gedeput. dem sijnodo mit haere authoriteit plegen b^ tho whonen,
sind in dese erste session noch nicht tegenwordig gewesen.
3. Dorainus CoiöfELiiis HnjiEyirs , welcke int vorige jahr is des synodi
praeses gewesen, hefift mit de anropinge godtlickes namens angefangen,
darup de credentzbrieven van de predigers eines jeglicken classis sin
avergelevertt und gelesen, und darup niet tegengebrachtt, dan allein ditt.
Vorerst dewile dominus Schonenborgius , pastor in Adewertt, vor ditmall
woU niet is deputertt um van wegen classis Suidhormianae dem sijnodo
bij tho wohnen dan in de platze van dn. Johanxis Haselbeku, pastoris
in Tolbertt, (de sick umme enige reden, wowoll bij dem sqnodo niet
genochsam erkant, hefft moten absentieren) van ehrer classis deputatis is
upgenomen sunder classis verweten, nademmall classis darvan bij tijjden
niet hefft koenen verwittigett worden , iss domino Scuonenborgio well sessio
thogestahn , doch dat in solckem casu van niemandt hemamals sunder des
classis verweten sall gedahn worden.
Dewile ock dominus Stepiiaxus Cohnius , pastor in de Buirtangen , noch
nieuwlick wth ein ander provincie aldaer is heropen, und mede tho dem
sijnodum van classe Oldamptina is gesonden, alehr dat he noch sine
testimonia vocationis et vitae anteactae dem synodo hefft vertoent , wowoll
up sine persene sunst niet the seggen, sall solckes hemamals in neene
consequentie getrocken worden.
4. Dama is na olde christlicke maniere censura morum geholden mit
de predigers und olderlingen, welcke van hare respective classibus an
den synodum sijn geschicket, und is up niemant ichteswatt vorgebracht,
darup hen althesamen is sessio thogestahn.
5. De namen der predigers, welcke tho desen sijnodum sijn ge-
schicket, sijn dese:
1) Hierop volgt in YY: „Haec est aynotliw provinoialis urbis Groningae et
Omblandiae XXIV".
319
ex classe Groning. :
dominus Oorneuüs Hillenius, pastor ecclesiae Oroning.,
dominus Maktinüs Meierus, pastor in Westerbrock,
de E. E. Koppen Jarghes, olderling;
ex classe Dammonensi :
dominus Georgius Placius, pastor ecclesiae Damm.,
dominus Reinerus Wolfius, pastor in Weijwertt,
dominus Henricüs Banius, pastor tho Hellem, loco senior;
ex classe Loppersumana:
dominus Joachdius Sorius, pastor tho Loppersum,
dominus Wilhelmus Walravius, pastor tho Westerembden ,
dominus Lambertus Henrictoes, pastor tho Witte wehnim;
ex classe Enerumana^):
2. dominus Alardus a Besten, pastor in Petersburen,
dominus Johannes Smaltius, pastor in Tijnallinga,
dominus Bernhardus Sagittarius, pastor in Ehnerum;
ex classe Middelstumana:
1. dominus Wolffgangus Agrioola, pastor tho Bedum,
dominus Joachimus Borgesius, pastor tho Westerwitwertt ,
dominus Godfridus Lomeierus, pastor in üsquartt;
ex classe Suidhormiana:
dominus Gerhardus Johannis, pastor in Northorn,
dominus Johannes Schonenborg, pastor tho Grott Adwertt,
dominus Marctjs Marsmannus, pastor in Wij rum;
ex classe Oldamptina:
dominus Wigboldus Homerus, pastor in Midwolda,
dominus Johannes Loeungius, pastor tho Nortbroke,
dominus Stephanus Cohnius, pastor in de Buirtange.
6. Dama sijn bij de meeste stemmen geeligert in praesidem dominus
GEOK(iius Placius, in assesorum dominus Cornelius Hiixenius, und in
scribam Henricus Banius.
7. Entlick hefft sijnodus vor gudt angesien, dat dominus Wilhelmus
Walraven, pastor tho Westerembden, de predige up mid weken in de
kercke van den Dam soUe dhoen. Und is mede resolvert, dat ditt her-
namals per vices bij de dassen sall ummegan, und mogen dan de prediger
des classis, an wien de vices sollen fallen, uth ehrem middell einen uth
dien, welcken se an den sijnodum werden schicken, dartho nomineren.
Hiermede is de erste sessio geendiget.
1) De vergissing in de rangorde der classcn, die in YY en ZZ in acht genomen
is, wordt liier door de voorgeplaatste cijfers hersteld.
320
Secunda sessio antemeridiana Maij 5.
1. Heift domiims praeses de actie mitt dat gebedt angefangen.
2. De E. E. heren van den eollegio der heren Gedeput. dartho ge-
committertt umme dem sijnodo bij tho wohnen , als de E. E. heren Joost
Valgke und Willem Ubbena , sijn in sijnodo erschenen und hebben ehren
credentzbriefF vortoent.
3. Sijn de acta sijnodalia des vorigen jaers gelesen und vorerst gelettett
up den 1 art. sess. 3, the weten van de mulcta der predigers, de in
tempore niet present sin, als men sessie in sijnodo sall nemen, edder
sunder verhefflike orsake sick absenteren , welckes alsnoch van dem sijnodo
wertt approberett und vor goet ingesien.
4. Is in achtervolg art. 3 ejusd. sess. in dem sijnodo vertoont und
gelesen testimonium examinis van domino HENmco Stalio, pastore then
Buer, welckes testimonium van dem sijnodo [is] approbertt.
5. Ingeliken de testimonia vitae anteactae van Helxsio FkiDERia, pas-
toren tho Calepende, sijn gelesen und geapprobertt.
6. Dominus Eilardüs Roveriüs, pastor tho Behrum in classe Lopper-
sumana, und dominus Stephanus Cohnius, pastor in de Buirtange in classe
Oldamptina, sollen de testimonia van hare beropingen und vitae ante-
actae den deputatis sijnodi, welcke finita sijnodo sollen eligert weidden,
vertoenen.
7. Artic. 5 ejusd. sess. van domino doctore Alstorffio und Johanne
HoRNEBURCH iu classe Suidhormiana , datselve is van dem classe mit de
predigers bovengemeltt afPgehandeltt.
8. Hefft de E. Conradtt van Rensen, redger, dem sijnodo avergelevertt
ein schrifftlicke vorbede vor Hermanno Chrktophori tho Juckwertt thot
solcken ende streckende, datt HermjNjjnüs in dat predigampt tho Juck-
wert, allwaer he beth hertho invita sijnodo hefft gestanden, moge continuertt
und ten vullen wederom angenomen werden, dartho vortbrengende enige
reden, in sin E. schriften wittlofftich verhaeltt.
Is dese sake in bedencken genomen und well ripelick darup gelettett
und van dem sijnodo resolvert. Dewile Hermannus Christophori beth hertho
noch niet iss nagekamen, watt hem up andere tijde van verscheiden sijnodis
is uperlechtt, so blifft ock alsnoch sqnodus bij de vorige resolution, tot
verscheiden malen darvan genamen, mits dat de domini deputati sijnodi
mit thodoent der E. E. h. Gedeput. sollen den E. E. juncker Caroll
YicTOR RippERDA, als sijudo collator tho Juckwertt, enttweder muntlick
321
80 mogellck edder schrifftlick darvann adverteren nnd mit reden dartho
induceren , datt de resolutiones sijnodales tot verseheiden malen Hermanni
saken angaende mogen int effect gestellet werden.
9. Bernhardus de Indema , pastor in de Harekstede , hefft in den sijnodo
proponert, woverre dat he mit de gemeinte tho Marsum up eine ordent-
licke beroping is angekamen, jedoch van ehnen nu frustrertt und ge-
schuinet werde, versoeckende damp datt enige van de gemeinte aldahr
als Frerick Cornelus, Willem Peters, Harcke Peters, und Johan van
LiNGEN, ingeliken Johannes Laxtenius junior mochten geciteertt werden,
welckes hem thogestahen. Darup twierleij verscheiden schrifFten afiFgefer-
diget, datt de personen bovengemeltt jegen den 6 Maij, sijnde Woonssdag,
namiddage jegen 2 uhren in sijnodo erschinen sollen umme van dese
sake the handelen.
10. Art 2 sess. 4 van de collection der argumenten in de controversia ,
de dar pro èt contra van de Reformerden ter eener und den Arminianen
ter ander sijde vortgebrocht werden, darvan hefft dominus Hillenius
rapportt gedahn, dat darvan alberei t enige theses und antitheses wehren
geconcipiertt. Sollen overst tho siner tidtt gedrucket und den classib.
thogeschicket werden.
11. Art. 4 sess. 4 van de entfrombdinge und missbruck der kercken-
goederen, darvan hefft dominus Hillenius ock dem sijnodo angedient de
sake albereitt up einen goeden voet angefangen tho sin.
Sessio 3, 5 Maij pomeridiana.
1. Hefft dominus praeses de actie mitt dat gebedtt angefangen.
2. Is in sijnodo erschenen Dooke Walpaertt , tho Norttdicke ingeseten ,
und hefft vorgegeven, wodat de junge joget tho Nortdicke door gebreck
van einen bequamen schoUmester versuimet worde. Hebben de prediger
wth dem classe Groningensi verklaertt, datt de sake haeren classi was
anhangig, und datt se darmede besig wehren darin gedahn the worden.
Wertt derwegen datselve van dem sijnodo an denn classem upgemeltt
renvoijertt.
3. Art. 7 sess. 4 van den collecten der predigers in dese provintie
tot assistentie van haeren nagelaten weduwen etc. Sijn de artikelen, gelick
de darvan up andere tijde concipiert sin, wederom doergesien und enige
mitt gemeine ad vis daerinne verandert , und sullen de predigers , up desen
sijnodo versamlet, haere respectieve classen daerhen vormanen, dat sodane
penningen den deputatis sijnodi jegen ankumpstige classicale visitation
mogen ter handt gestelt werden. Jedoch is mede resolvertt, datt so ein
Acta 8yn, provinc, VIL 21
322
prediger, de mede de artikelen van de collecten nndertekent hefFt und
bereit is nu van dato a£f up the brengen, tusken dit und thokumpstige
visitation mochte sterven, so sall hetselve syne nagelaten wedwe mogen
genieten. Und wert vor guedt iugesien, dat de predigers, de in den
respective dassen undertekent hebben, sick underdes mit malckanderen
bereden sollen, in watt forma, in wiens name und an watt orden und
plaetsen de penningen ten bequaemsten moegen uthgedaen werden. Sullen
ock de classes omtrent twee weken the voren darvan doer de deputatos
sijnodi geadvertert werden umme jegen de anstaende visitation de pen-
ningen verdig the hebben.
4. Ad artic. 8 sess. 4 van den duvelbander in dem Dam, beloven de
predigers des classis Dammonensis hirinne na vermogen haer beste tho
dhoen und darvan an de deputatos sijnodi in de thokumpstige classicall
visitatie tho relateren.
Sessio 4 antemeridiana G Maij.
1. Post fusas ad Deum preces is men vortgefahren om acta sijnodalia
des verleden jahrs na the lesen.
Ad artic. 2 sess. 5 van den schollmesteren und kosteren, de uth den
klosterguderen haer tractament genieten , dat se sullen jahrlicks ein testi-
monium van dem classe, dar se under geseten sin, hebben, is datselvo
woll an den rentemester Verutium remonstrert , und dewile men vermerckt
damp niet gelettet the sin, sollen domini deputati sijnodi noch damp
anholden.
2. Datt den Wedderdopers allerleij boeken the Gronningen drucken
the laten wert thogestahn, und deselve hen und wedder under de luide
uthstroijen, darmit hetselve raoege afgeschaffett werden, hebben domini
deputati sijnodi hirin haer devoir gedahn, verwachten darup alsnoch ein
thovorlatige antwordtt.
3. Ad art. 12 sess. 5 belangende dat vastelaventlopen hebben deputati
sijnodi darvan relatertt darin bij den heren Gedeput. gedaen tho hebben,
welckes ock van den heren is int werck gestellt. Sullen ock de domini
deputati sijnodi jarlicks bij den heren Gedep. anholden , datt solcke man-
daten ajle jahr continuert werden.
4. Ad art. 20 ejusd. sess. van neene studenten uth dese provintie in
de Jesuitische scholen the laten studeren etc, hebben domini deputati
sijnodi den E. E. h. Gedeput. datselve remonstrert. Sullen deputati sijnodi
alsnoch bij den heren anholden, dat het mandaet darvan einmall uthge-
gaen moge renovert und int werck gesteltt werdenn.
323
5. Artic. 22 sess. 5 van den loijen xmd stereken bedelers, hoewell
van den heren Gedep. darin is gedahn, so sollen evenwell de deputati
sijnodi bij den heren anholden, datt mit raerder ernst daraver moge ge-
holden werden.
6. Art. 23 sess. 5 van de schentlike missbruken, lichtferdlcheiden ,
ehebrekerien , bloetschande, lichtferdige ehescheiden iind andere enormi-
teiten, so dagelicks in den ehestant vorfallen, worden domini deputati
sijnodi belastet emstlick bij den E. E. heren hoof tmannen an the holden ,
dat darinne moge remediert werden.
7. Artic. 24 sess. 5, datt de pachters des Sondages plegen the sitten
und de luide daerdoer an de anhoeringe des gottlicken wordes verhindertt
werden, klaget sijnodus, dat van den heren Gedeput. datselve well ver-
baden wert, overst van den pachters niet in acht genohmen. Werden
deputati sijnodi alsnoch vermaent bij den E. E. h. Gedep. an tho holden,
datt solcke inhibitie moege verniewert und den pachters emstlick inge-
bunden werdenn up Sondagen nene sessionn the holdenn.
Sessio 5 pomeridiana 5 Maij.
1. Hefift dominus praeses de action mitt datt gebedt angefangen, und
dama is men int lesen der acta sijnodalia des vorigen jahrs vortgefahren.
2. Angaende art. 25 sess. 5 van den doetslageren etc. hebben de heren
deputati sijnodi mit haere nersticheit sovele thowege gebracht, dat van
den E. E. warfsheren ein mandaet desenangaende is uthgegaen, darvan
men ock verhopet, dat tho sijner tidt sall na behoer executeert werden.
3. Ad art. 27 sess. belangende de questie van Adolpho Besten, pas-
toren tho Wehe, welcker van den E. E. juncker Reint Alberda tho Spiek
van ene leelike daet is beschuldiget worden etc, iss darup Adolphus
Besten in sijnodo erschenen. Und gefregct, woeferre dat he mitt dem E.
E. juncker in sine pleitt iss angekamen, darup he sick in sijnodo beklaget,
dat he mit de sake niet koende ten ende kamen, nademaell de E. E.
juncker Alberda mannigerlei uthfluchten soecke, begerende darin des
sijnodi assistentie, versoeckende ock ad vis und raet, woedat he mit behol-
dinge sijner ehre und sonder scandalizatie des predigamptes moge van
de tedieuse pleitt afgeholpen werdenn.
Is dama ripelick gelettet und befunden, dat AnoLPHus in modo proce-
dendi sick hirinne watt heft thobuten gegaen. Derwegen in ansehn der
heren hof tmannen sententie, imd dat de E. juncker Alberda sick up
tuigen, van welcken sine E. solckes solde gehoret hebben, beropet und
tot solcken ende producert heft den ehrn. Sweer Hoenderickx, dessen
21*
324
getuchnis ock gelesen, sullen deputati sijnodi mit thodoen des classis
van Enerura sick van de gelegentheit deser saken bij den em. Hendrickx
erkunden und alsdaen in de sake dhoen, wo se upt bequaemste doenlick
und behoerlick koenen erfinden.
4. Sijn in sijnodo verschenen de vulmachten van Wirdum, the weten
PoPKE Abels, kerckvoget, und Allert Aris mit haeren advocaet, vorstel-
lende woedat se na vortreck van liaeren pasteer Hermannüs Dungkerus
in sine plaetze samptlicken vociert hebben Antonium FRmERicuM, itziger
tidtt pasteer tho Öarrelswehr , und thot solckem ende dem pastori upgemelt
eine beropinge, van enige collatoren und ingeseten aldahr undertekent,
ther handen gestelt, overst darinne van den jufferen van Froma, de ock
medecoUatoren aldaer sin, ingesperrett worden. Hebben damp de beropinge
dem sijnodo vertoent umme darup the letten, offt deselve unwettelick
und niet solle ratificeert werden.
Wertt van dem sijnodo resolvert, dewile de heren gecommitterden als-
mede collatoren in dese sake doende [sindt] i) , dat het binnen korten
dagen tot enen goeden ende sall komen. Woe overst niet mochte gescheen ,
wert solckes den deputatis s^nodi ther handen gesteltt, darmede de
vidlmachten sijn thevreden gewest.
5. Sijn Frerick Cornellis und Johan van Lingen tho Marsum up de
citation an hoer gedahn in dem sijnodo verschenen und the reden ge-
stellet, dewile se sick mit worden und thosagen mit Bernhardo de
Indema, pastoren in de Harckstede, hebben ingelaten belangende de
beropinge aldahr tho Marsum , worumme se sodaene belofftenn wolden 2)
retracteren und also Bernhardum spotten und schuinen. Waerop de van
Marsum sick hebben verklaert, wodat de kerckvogden aldaer weinich
tits na de doott van domino Egberto Mengerinck, saligen pastoem tho
Uthwijrda, de Marsum eine titlanck mede bedient hadde, mit domini
Laxtenu tho Hollwirda sohne enige worden hebben gehatt und belofften
an hem gedahn, und dat se niett wusten sick soferre mitt Bernhardo
ingelaten the hebben. Darup Bernhardus wittlofftige verklaring gedahn,
wodanig de sake beschapen, wanip de van Marsum niet sonderlikes
hebben koenen togenbringen, dan uth ehre ungestadige worden sick
mercklick entfallen laten, dat se sick mitt uthfluchten wolden behelpen.
6. Is ingeliken dominus Johannes Laxtenius junior up de citation an
hem gedahn in sijnodo erschenen und gefraget, woeverre dat he mit de
1) „[«indtj" aangevuld uit YY.
2) „wolden" onthreekt iu YY.
325
[van]l) Marsum we re angekamen, und offt he ook eine beropinge van de
gemente aldaer hadde. Darop LAXTEinüs eine beropinge dem s^nodo
exhibertt, de ook gelesen.
Is 2) in dem sijnodo hirup vele consideratie und bedencken gefallen
und vor goet angesien, dewile up andere tijden damp versciieiden reso-
lutiones s^nodales gepassert belangende de combination van Marsum und
Solwertt, werden deselven resolutiones sijnodales alsnoch van dem sijnodo
approbertt, und is doininus Laxtenius mitt emste darhen vermaent sodane
resolutiones na tho kamen imd sick der combinatien van Uthwijrda mitt
Marsum the entholden. Und imgefalle he sick dem sijnodo woUé tegen-
setten , is classi Dammonensi van dem sijnodo woll emstlick ingebunden ,
datt he alsdan tot dat examen niet soUe thogelaten und vor geen mem-
brum classis erkant werden. Wert ock de beropinge van Marsum vor
nuU und nener werden gehalden, ensdels stridende jegen de resolutiones
sijnodales und anderdels in sine behorlike forma niet gestellet sijnde.
De 3) ingesetenen van Marsum sijn ingeliken vermaentt van de combi-
nation haerer kercke mitt Uthwijrda af tho treden und sick hirinne ver-
holden na verscheiden resolutiones sijnodales, hirup genomen. Un<J so se
bij de gedaene belofften an BERNHAm)UM niet willen persisteren, datt
sijnodus hirdoer sall verorsaket werden the arbeiden doer behoerlike
middell, dat de van Marsum entwedder allein einen egenen prediger
sick sollen heropen ofte ten minsten mitt de van Solwerdtt tho de ver-
kiesinge van einen anderen treden.
Sessio 6 antemeridiana 7 Malj.
1. Hefft dominus praeses de action mitt dat gebed tt angefangen.
2. Hefft de E. E. Dodo van Amswehr dem sijnodo vorehrtt enige
boeken, van sin E. uthgegeven, darvan de vorrede is gelesen om den
inholtt darvan te verstaen, welckes werck sijnodus sick hefft woUgefallen
laten, und doet sine E. fruntlick bedancken vor de vorehrde exemplaria.
Ingeliken is ock ein geschrift desselven heeren Amswehr dem sijnodo
thogeschicket om gelesen tho werden. Dewile overst datselve schriven watt
lanck, sijn dartoe nominertt dominus Cornelius Hillenius, sijnodi assessor,
dominus Joaciiimüs Soriüs und dominus Gerhardüs Johanitis datselve
schriven mitt flite doer the lesen und an den sijnodo rappartt the dhoen,
watt de inholdt darvan und des E. E. Ajiswehr versoeck is, darmit als-
daen darin mag gedahn werden.
1) „fvan]" aangevuld uit YY en ZZ.
2) Hiervan maakt YY een afz. artikel door het nummer 7 voor te plaatsen.
3) Hieraan geeft YY het nummer 8,
326
3. Is8 men vortgefahren in dat lesen der acta sqnodalia des verleden
jahrs. Und belangend art. 1 sess. 6 van de suspensie Adolphi EicPEini ,
pastoren in Oldensijll , hebben de predigers uth dem classe Middelstiunana
an den sijnodiiin relatertt, datt achtervolgende de sijnodale resolutie mitt
Adolpho geprooedertt sij und solckes niet fruchtlos affgegaen.
4. Artic. 2 sess. G int stuck vant appelleren a classis sententia an
einen sijnodum, wertt de resolutie, darup in sijnodo genomen, alsnoch
approbertt imd vor goet ingesieni).
, 5. Ad artic. 3 et 4 sess. 6, belangende dat men copiam moge
erlangen van de resolutie, datt deputati sijnodi sullen mogen bijwohnen
dem examini, so wanneer enige studiosi theologiae in academia Oroning.
van denn professoribus theologiae mochten examinertt werden, darvan
hebben domini deputati sijnodi relatertt, dat se b^ dominum doctorem
Ra.vensbergerum angeholden hebbenn om copiam darvan the mogen hebben,
und dat dominus doet. Ravensb. belofften gedahn deselve an handenn
van deputatos sijnodi tho stellen.
6. Ad artic. 7 sess. 6, datt Ehnum mitt einem egen prediger mochte
versehn werden etc, hebben deputati sijnodi darvan relatert darin van
hen gedaen the wesen sovele mogelick. Und hefft de E. E. Willem
ÜBBENA geklaget tho Enum gene sufficiante middelen tho wesen umme
einen prediger allein te underholden, und darup versochtt, ofF niet eine
bequame combinatie mitt Ehnum konde getrefiFet werden. Waerup synodns
verklaert, off se woll achtet, dat well solden gefunden werden bequame
mannen , de sick mit de upkumste tho Ehnum well solden genoegen 2)
laten, und doer solcke exceptie de sake men verlengett wertt, doch ver-
wachtende den uthganck der beropinge pastoris in Garrelswehr na Wir-
dum, leth sijnodus dese sake den deputatis sijnodi bevolen sijn umme
neffens classem Loppersumanam der gelegenheit van Ehnum und benach-
berde caspelen , van welcke combination gesproken is , sick tho erkundigen
und daen darin the dhoen, als se solckes behorlick the sijn sollen erfinden.
Wertt ock de combination van Zeerip mit Ehnum in sijnodo unbehoerlick
the wesen verklaert.
V 7. Ad artic. 8 sess. 6 , datt de heren collatoren haere stemme velemin
plenariam vocationem an neene persene behoeren the confereren, voor
und alehr se sick desselven bequamheit, idtsij dan bij de respective
dassen edder bij de professores tho Gronningen, erkundiget hebben etc,
1) Dit art. 4 is in ZZ met een andere hand in niarg. bijgeschreven.
2) „genoegen" naar YY en ZZ. Onze cod. heeft „genegen".
327
hebben deputati sijnodi den E. E. h. Gedeput. solckes remonstrertt
Und derselven B. E. apostille danip gelesen sijnde leth tegen wordige
sijnodus sick deselve woUgefallen , und achtet sijnodus, datt noch de
vorgaende noch dese resolutie niet sail edder kan strecken tot enige
prejuditie der heren collatoren. Und hebben de E. E. heren, up dem
sijnodo tegen wardig, angenomen (dewile haer E. E. sick verklaerden
darvan nene last the hebben) deselve sake up den ersten ankomenden
landsdag upt feivorabelickste vor tho stellen.
8. Ad artic. 10 sess. 6, dalt de praeceptores und mesters, sowoll in
de duitsche und latinsche schole, alsook mede de professores in de
academia tho Gronningen sollen mede undertekenen de formulam unionis ,
gelick hier gebruickelick ad retinendum consensum et pacem in ecclesia ,
schola et repub. hujus provinciae etc, iss na relatie der deputati sijnodi
van gemelten doniinis professoribus Groning. darin gedaen tot goet genoegen
des sijnodi.
9. Ad artic. 12 sess. 6, dat den Wedderdoperen int Oldeampt noch
eine vrije und apenbare vergadering wortt thogelaten etc, hebben de-
putati sijnodi daervan relatert solckes den heren borgemesters und raett
tho Gronning. van hen remonstrert tho wesen, averst geen effect damp
gefolgett Werden deputati synodi alsnoch belastet ferner bij den heeren
borgemesters und raedtt an tho holden , datt darin moege gedahn werden.
10. Artic. 14 ejusd. sess. van de hemelicke copulatien der Wedder-
doperen etc. Damp van den deputatis sijnodi geantwordet, datt himp
van den E. E. warffsheeren alberei tt resolutie is genomen. Und werden
deputati sijnodi vermaentt mit den ersten copiam hirvan tho lichtenn.
Sessie 7 pomeridiana 7 Maij.
1. Post effusas ad Deum preces iss men vortgefaren. Domini deputati
sijnodi und de neffens hen wehren gedeputertt tho verhandelinge der
sake Antonu STROMBEiian in Rottum, van all hetjenige in deselve sake
was vorgefallen und verhandeltt int lange rapport doende, hebben ver-
klaertt, wowell se noch in lehre noch in leven sodanige stucken niet
hadden vernomen, worumme he sinen denst hadde moten verlaten und
afgestelt the worden, nochtans befunden hadden, niet allein dat he hem
doer hevige worden und schelden so an enige particuliere personen als
insonderheit dem classe van Middelstum hadde verlopen , woraver he sine
schuldt bekent, mitt deselve versonet und ock apenbare satisfactie hadde
gedahn, maer ingelicken sodane verbittemnge und verfrembdinge der
gemoederen so bij de ingeseten van Rottum insonderheit alsmede in
Antonio Strombergio tegen den anderen hadden vernomen, waeruth an-
328
gemerckt wirdt, dat he aldaer weinig solde koenen stichten etc., dat
se oversolckes mitt verweten und advis der E. E. heren Gedeput. vor
goet ingesien und geresolvert hadden , dat ANTOimis Strombergiüs tot Maq
deses jahrs 1618 den dienst tott Hottum betreden und undertuschen na
ein andere platze offte beropinge uthsien solde om alsdan, hem middeler-
tidt well dragende , mitt ein gudt getuchnis vandaer the vertrecken , gelick
dan deselve resolutie ock bij Stbomberoio ingewilliget «itde, deselve bg
haer, de E. E. heren Gedeput. und Anton. Strohb. was undertekent.
Hebben vorts de deputati verklaert , datt Strosibergiüs midlertitt neene
beropinge hadde koenen bekamen, dat he hem (vor sovele bekent was
und mede by dem classe verklaertt wertt) well hadde gedragen, ock
datt de E. E. heren gecommitt. haer hadden angeseit, dat de inwonders
nu beter tegen Strosibergium geneigt solden sin und darbij vor goedt
insagen, datt he noch by provisie tott Rottum solde mogen verbliven,
totdat he eine andere beropinge solde bekomen , gelick mede Strombergiüs
ten selven ende ein othmodige supplication an sijnodum hef t avergegeven ,
de ock is gelesen, versoeckende dat de ehrwerdige sijnodus wolde ben-
dencken, wadt hirin solle dienen gedahn the worden.
De sijnodus up alles well lettende, de sake well overwegende und
averleggende , dat he was geordinertt umme the vortrecken, niet ten ansien
der lehre und quade stucken maer insonderheit ten ansien der verfrembdinge
der gemoederen, ock dat he hem middelertijdt well hadde gedragen, in-
gelicken dat de heeren gecommitt. van veranderinge der gemoderen andere
verklaringe deden und de provisionele tholatinge in den denst vor gudt
solden insien, und datt Strombergiüs niet en diende ock niet verdient
hadde so hastelick und hardelick verstoten the worden, helft vor goedt
ingesien, dat Strombergius bij provisie tho Rottum noch sall verbliven,
totdatt he eine ander beropinge dartho arbeidende sall bekamen , ofte dat
he mit sijnen inwonderen also kame the verdragen, dat se selven sijn
bliven solden moegen versoecken, und dat alles up conditie datt de
deputati sijnodi mit de van dem classe van Middelstum mit den E. E.
heren Gedeput. sullen spreken und de gantze sake vorstellen , und so haere
E. E. solckes mede vor goedt sollen insien, dat alsdan de resolutie vor
vast geholdenn und Strombergiüs vermaent sall worden hem fredelick
und sticlitelick so in sin gemeinte als in classe van Middelstum int gemein
und besonder te dragen, ofte so he hem darin wederumrae solde komen
te verlopen , datt lie datelicken solle nae befindinge der saken geremoviert
worden. Und sall de classis van Middelstum up denselven in der tijdt
goede und flitige achting geven.
2. Sijn de olderlingen van den Dam in sijnodo comparert, the weten
329
DuiRTT Ehmens, Antonij van Breda, Dooke Luninckhtjisen l), Gertt
Habmens , vorwendende datt na de reductie van de stadt Gronningen und
Omlanden achterfolgende de kerckenordeninge ook ein bruick is gewesen ,
datt de olderlingen van den Dam stedeshen de elassicale vergaderingen
hebben bijgewont und nu eine titlanck sij thoruggegebleven, versoeckende
in sodane olde gebruick wederom ingewesen the worden oft orsake the
weten, warom dat idt hen niet solde wederom thogestaen worden.
Is ditt versoeck der olderlingen in acht genomen und darup gelettet und
resolvert, dewile darvan in den nationalibus sijnodis verscheiden resolutiones
sijn genomen , dat se sullen to de elassicale vergaderinge thogelaten wer-
den, kan ock den olderlingen van den Dam hoer versoeck niet afgeslagen
werden, mitsdien dat uth haerem middell van den consistorio aldaer ein,
de daertho schintt de bequaemste the wesen, sall eligert worden umb
sick nefPen den pasteer aldaerhen te vervoegen, j edoch dat ditt den van
dem Dam dermaten niet sall thogestaen werden als hebbende eine pree-
minentie boven de andere kercken in dem classe , sonder dat idt ock den
anderenn kercken , dar idt bequamlick gescheen kan , sall thogelaten wer-
den, bij sovere se ditt in den classib. werden versoeken.
3. Dominus Cornelius Hilleniüs, dominus JoAcmMus Sorius und
dominus Gerhardus Johannis hebben wederom dem sijnodo rapportt ge-
dahn de schrifft des E. E. Doode van Amswehr doorgelesen the hebben,
und verklaren den inholdt darvan the wesen sijne truwe arbeitt, ner-
sticheitt und grote kosten vor de kercke und armen van hem angewent
bekant the maken, twelck de sijnodus mit benoegen hefft angenomen.
Sessie 8 antemeiidiana 8 Maij.
1. Hefft dominus praeses de actie mitt dat gebedt angefangen.
Van den gravaminibus classium.
Gravamina classis Dammonensis.
Ad 1 gravamen, dewile de geruchten gaen streckende tot verkleine-
runge des h. predignmpts und verhinderung gueder prediger, de hoere
conscientie hirin niet beswaeren willen, datt enige sick understahn deer
geschencke und gifften der collatoren stemmen an sick te kopen und vor
pastoriedensten grote summa van penningen uthbieden , oft niet de ehrwer-
dige sijnodus enen weg koene finden, woerdoer den collatoren de hope
umme geschenck tho genieten afgesneden und den anderen de hant ge-
sloten werden moge, resolvert sijnodus, datt alle predigers, de van nu
vortan tho dat predigampt mochten heropen werden und sonst van de
l) „Luninckhuisen" YY heeft „Luijnckhui»en".
330
eene platse iip ein ander mochten vertrecken, allehr datt se van den
classibus angenoraen werden, behoeren in dem collegio der E. E. heren
Gedeputerd. mit eede the verklaren, dat se per simoniam edder doer
belofften van geschencken, an den collatoren gedahn, de beropinge niet
erlanget hebben, dat ock domini depiitati sijnodi sullen bij de E. E.
heren Gedeput. anholden, datt siilckes efFectiiertt moge werden. Sall ock
up den lantsdag vorgestellet werden, wo den collatoren, hirinne delin-
querende, sall mogen tegenstan worden. Sullen ock de predigers vor
haere respective classen sancte betuigen neen simonie van hen gebruicket
the wesen.
2. Ad grava. 2, dewile men spoertt, dat idt den kerckvogden und
caspelluiden an velen orden mehr umme de pastorielanden , dat se deselve
umme halve hure mogen an sick holden als umme einen pastor tho
doende is, woerdor se de beropinge einer predigers soken te verhinderen
und retardieren, ofte ten minsten enen prediger vor overleveringe der
beropinge darhen dwingen , datt he hen de belofften moet dhoen de landen
ehnen the laten holden vor gewisse und minder huiringe, off men solcke
unordnung niet koene bejegenen edder affschaffen, res. sijnodus, dat
solckes van den dominis deputatis sijnodi an de heren Gedeputerd. sall
geremonstrert werden, datt hen van den E. E. heren de hant darom
gelentt worde, dat solcke abusen afgeschaffet mogen werden, und wadt
van den heren Gedep. niet kan gescheen, solckes wijders up enen lants-
dag versocht the werden.
3. Ad 3 grav. , offt dar iemandt uth den classen wolde wadt drucken
laten , of he dan niet sall geholden sijn solckes erstlick dem classi , under
welckem he sorterende is, the laten visiteren, ehr he idt tho dem ende
den heren professoribus tho Gronningen exhibertt, iss resolvert, dat hirinne
na de kerckenordning und verscheiden resolutiones synodales sall gedahn
werden, und datt men de respectieve classes niet sall vorbijghaen.
4. Ad grava. 4 solde classis geme sehn, dat nochmals om ein sekere
eheordening und affschafFung des missbruickes des sabbathdages und der
grote leedtbehren muchte angeholden werden.
Res. sijnodus, angesien do kerckenordnung dat in denn mundt hefft,
und hett landtrecht selven lib. 3 art. 66 sick referiert tho sekere wetten
der h. kercke, dat men up de lantsdage solle anholden, dat solcke
wetten gestelt und apentlick bekant gemaket werden. Desgelikenn ock
wegen den missbruick des sabbathdages und de excessive kosten up den
leedtbehren.
331
Gravamina classis Loppersumanae.
5. Ad grav. 1 , dewile ehrtits ein decretum up den sijnodis is genomen
worden, dat sick niemandt sall verdriesten ein beroep des h. ministerii
an te veerden sunder consent der vacerende gemeinte und approbatie
des classis, und doch van enigen dar platt tegen gedahn wertt, so wolle
de ehrv, sijnodus verklaeren, "wattvor censura aver sodane delinquenten
beheert the ghan.
Res., dat de censura daraver sall ghan, dat de vocation niet beheert
legitima geachtet te werden, dat ock de persona, daraver dit gravamen
vomemelick gesteltt, niet geachtet wertt tegen classem Loppersumanam
delinqiiert the hebben.
6. Ad grav. 2, nademale befunden wert, dat enige personen sunder
verlofF des classis up enige vacerende platsen predigen, und ock (de be-
ropinge darvan erlangett hebbende) sunder verlofF derselver datelick sick
mit de woninge aldaer nedersetten, gifft classis dem sijnodo tho bedenc-
ken, watvoer censura hemamals aver solcke personen beheert geholden
tho worden.
Res. , datt classis , lettende up alle circumstantias , indien solcke exem-
pelen mochten vorfallen , entweder allein edder mit ad vis der deputatonim
sijnodi darinne solle dhoen.
7. Hirtuschen hebben de ingeseten van >Iarsum ein schrift ingelecht
deses inholdens sehr verwundert the wesen, datt sijnodus haere beroping,
an Laxtejstum juniorem thogesonden, als unwettelick the wesen cassert
hefFt, betuigende dat se by sodane beropinge gedachten the verbliven
und nummermehr darvan af tho treden, mit vele andere ungeschickedo
und ten dele unwaerhaftige reden, wittlopig darin verhaelt.
Res. sijnodus alsnoch the verbliven bij de vorige resolutie.
8. Ad grav. 4, nademall ehrmals ein decretum in sijnodo is gepassertt,
datt men in platse der disputatien sick in allen classibus exercere in
concionando, welckes denn sehr profitelick is umme vele reden, datt
solckes sowell in dem einen classe als in den anderen sonder under-
scheitt moge werden geplegett, wertt van den sijnodo angenomen, und
sall van denn deputatis sijnodi in allen classib. hirup gelettet werden,
oft dar ock in gedahn werde.
9. Ad grav. 5 entlick, dewile nu ein jahr edder twee hett verletten
van ossen, peerden und dergeliken sehr is ingereten, welckes dan is
eine occasie van de enthilligung des sabbathdages und van vele unor-
332
dentluïheiden und enomie sunden, wert versocht, dat solckes doch van
unse christlike overicheitt mochte werden gewehret
Ees., dat deputati sijnodi solckes den E. E. h. up den lantsdagen
sollen remonstreren.
Gravamina classis Middelstumanae.
10. Grav. 1, ofFt niet de inlandische und prediger kinder in de pro-
vintie in promotionibus voor den anderen behoeren befordert the worden
caeteris paribus.
Hes., datt idt billick behoere te geschieden und b|j den heren an tho
holden, datt idt ock moge effectuertt werdenn.
12. Grav. 2, dewile grote negligentia wert gespoert in de classicalo
vergaderingen , datt vele sick absenteren und in langer tijdt niet tho den
dassen komen, wadt remedie men sall vor de hant nemen umme solcke
negligentiam aff tho schaffen.
Res. sijnodus, datt de predigers sullen emstlick vermant werden de
kerckenordnung desenangaende the volgen, de classicale vergadening
flitig bij tho wohnen, und de hirtegen mochten dhoen, bij soverre se
nene wettlicke entschuldigung ehrer absentie koenen inbringen, daraver
van haere respective dassen sollen censurert und mulctert werden, ünd
so enige de authoriteit des classis werden verachten, sullen de deputati
sijnodi in denn visitationibus de hant daran holden.
Gravamina classis Enerumanae.
12. Grav. 1, oft idt niet nottsakelick wehre, dewile de kremer allerleij
papistische boeken allenthalven in de ümmelanden bringen the verkopen ,
daerdoer vele abuijscn und andere ungeregeltheiden ontstaen, datt men
bij de E. E. h. Gedep. vant stadt Gronningen und Ümmelanden anholden
soUe, datt se dariu remedieren und die versieninge dhoen, datt sodan
laster und afPgodische boecken henfemers niet mogen allenthalven the
verkopen ummegedragen werden.
Iss resolvert, datt men solckes doer de deputatos sijnodi an de h.
Gedeput. soUe versoecken.
13. Gravamen 2 , dewile Adolphus vax Bestex doer andrivinge des in
dem jahr anno 1616 in dem Dam geholden sijnodi in einen swaren pleitt
tegens den E. E. juncker Reint Albeiida tho Spiek van wegenn enige
famose beschuldingen , so dem sijnodo bekent, iss gekamen, welcker
juncker allerhande uthfluchten soecket, also dat de sake tho nenem ende
kumpt, und derwegen hem domino Adolpho allein tho swahr sall fallen
sodaenen pleitt tegens den E. E. juncker vorschreven uth the foeren, so
noch sub judice hanget, of den niet behoerliken was, datt de ehrw.
333
sijnodus hem Aix)lpho de behulplike hant darin the leisten, darmit sine
ehre und gude name geredde t moge 'werden.
Hes., datt darin van dem s^jnodo sall gedahn werden.
Oravamina classis Suidhormianae.
14. Grav. 1. Klaget hett classis noch aver datt punctt van de doope,
datt hirinne niet gelick gehandelt wertt als in Fresslandt unse naberschup ,
angesien datt de prediger alldahr ungedopte personen copuleren , nnd also
datselve bij uns niet mach gescheen, so werden unse medebroders sehr
gemolestert und de kerckendienst bij uns gelastertt. Iss derhalven des
classis versoeck, oft idt den predigers ter platse, daer solcke moijte
entstaet, niet mag fre^stahn up alle circumstantien te letten.
Res. Is in sijnodo resolvertt, dat men desenangaende doer de deputatos
sijnodi sall schriven an den coetum Embdanum und ock an den sijnodum
in Westfriesslantt, datt se sick mit uns hirinne sovele mogelick wolden
verenigen, und so solckes niet gescheen kan, dat tenn minsten de pre-
digers in hoeren respective coetu und sijnodis darhen tho holden de
personen uth deser provintie, de ungedoopt sin und copulatie aldaer
versoecken, niet willen copulieren.
15. Grav. 2, of de dope, so van den circumforaneis papistarum
bedient wertt, sall vor legitimus geholden worden hir bij uns in unsen
orden, dar ordentlick kerckendienst is, und daer hoer dienst van den
magistraet verboden is.
Verklaertt sijnodus, datt se sick hirinne gelickformich holdett der
antwort des sijnodi nationalis , tho Middelborch geholden , in quaestionibus
particularibus quaest. 73, luidende van wortt tho wortt wie volgett:
Waervoer men de doop der vagabunden papenn holden sall? Res. indien
sie macht hebben umme the doopenn volgende der regulen der Komischer
kercken , so sall de doope bij haer bedient (hoewell sie uth haeren platsen
verdreven sin) niet wederhalt werden. Maer de doope van monniken und
dergeliken, de nene macht hebben om the dopen volgende derselver
regulen, sall van neener werden geholden werden.
Sessie 9 pomeridiana 8 Maij.
HetTt dominus praeses de actie mitt datt gebedtt angefangen.
Gravamina classis Oldamptinae.
1. Grav. 1, of niet christelick, dat van dem sijnodo doer dessen
deputatos nerstig werde gearbeidett, dat dat affgodische altaer in do
kercke tho Siddebuihren , sijnde ein schandelos averblifsell des heillosen
paussdoemss, doer autoriteitt der wettelicken magistraten weggeschaffet
werde.
334
Res. Yerklaert sijnodus, datt solckes van hoeren deput. den E. E. h.
Gedeput. soUe remonstrert werden, darmitt hettselve moge afTgeschaffet
werden.
2. Grav. 2. Also im voerganden sijnodo sess. 6 art. 11 rede is besloten,
dat de christlicke overieheit tho affschaffing des nnfledigen dansens sall
werden sollicitiert, of niet nodig, datt de kercke ock hirin dat hoere
dhoe, dat solcke lichtferdieheitt doer eine synodale resolutie an alle
ledematen der gemeinten verboden imd den pastoribiis uperlecht werde,
dat ein jeder bij siner gemeinte und dessen ledematen mit vermaningen,
und by den halsstarrigen mit kerckelike censura doer thodoent der respective
olderlingen van allsulck ergerlick huppen imd springen soecke the siii-
veren, und datt ten volge de classes in haere elassicale censuren damp
letten, of ein jeder hirin sin ampt genochgedahn hebbe.
Res. sijnodus, datt de predigers hirinne haer beste dhoen sollen, datt
solckes erstlick bij haere ledematen , darna doer de autoriteit der overicheitt
by den anderen moge afgesehafTet werden. Und sollen de classe haere
respective predigers darhen emstlick holden und vermanen hirin hoer
ampt trowlick na tho kamen.
3. Nadem de gravamina classium sin afgehandelt, und de deputaü
des verleden sijnodi an desen sijnodum rapport gedahn hadden, watt se
vormoege haerer commission gehandeltt hadden, sijn se uthgegaen, of se
ock ergentwaer in vermaentt behoren the worden. Is nichtes vorgebrachtt,
dan sie van dem sijnodo samptlick ehres truwen denstes, vlitt und
nersticheitt hochlick bedancket wordenn.
4. De prediger des sijnodi gefraget sijnde, of se ock noch ichteswatt
vor tho stellen hadden , sijn enige reden vorgefallen , datt de E. E. juncker
Starckenborch tho Wetzinga an den collegio der h. Gedeput angegeven
liadde, wodatt ein prediger uth dem classe van Enerum sick dermaten
mit drunckenschop verlopen , dat he up und van dem wagen hadde moten
getiltt worden.
Sullen deputati sijnodi darhen arbeiden, datt sodane person namhafftig
gemaket moge werden, und solckes dem classi an tho dienen, darmit
na behoeren darin gedahn werde.
5. Is doer enige fratres dem sijnodo van dem classe Middelstumana
angedienett, dat se tegen de vorige resolutiones sijnodales des pastoris
tho Middelstum sohne thogelaten hadden den predigstoell in sines vaders
absentie enige weeken tho verwahren , welckes sijnodus ten hogesten hefft
improbertt, in betrachtung datt he noch sehr junck und tot sulcken denst
unbequam geachtet wertt, so van wegen sijn habijt wo ock andere mores
335
indecentes, und dewile he ock noch niet to dat predigampt thogelaten.
Daraver classis tho reden gestellet s^jnde darup verklaertt, dat se hem
woll solckes uth enige reden hebben thogelaten, doch niet absolutelick
sunder mit gewisse restrictie, und dat de sake noch in integro sij.
Resolvert ergo sijnodus, dat em sall hirmede verboden sin in solcker
forma the predigen, doch of he mochte vor einmall loco patris predigen,
dat solckes sall gescheen in bijwesen eines edder twier predigers.
6. Sullen ock domini deputati sijnodi mit domino doet. Ravensbergero
sick bespreken, dat de studiosi theologiae, de ad s. ministerium aspireren
und in Gronningen in concionando sick exerceren , sullen vermaent werden
sick watt matiger in haeren kledingen the dragen.
7. Is ock vorgef allen eine f rage, of niet vor guedt geachtet wertt,
datt de nederlantsche catechismus mit de gétuichnisse der sproken , darvan
up de kant alleinlick anwisinge gedahn wertt, ten vullen achter ein jeglike
frage gednicket werde, gelick de hochduitsche catechismus und Neder-
lantsche Confessie gedrucket sijn.
Achtet sulckes sijnodus nutlick the wesen, und dat derwegen deputati
sijnodi einen edder twee dartho sollen nomineren, de hen dartho dunckt
bequaemst the wesen, umme sulckes int werck the stellen und bij den
E. E. h. Oedeput. umme de kosten dartho an the holden.
8. Sall ock ein geschrift van sijnodo afgeferdiget worden an Jodocüs
BuLow, sick uthgevende vor pastor tho Veerhuisen, datt he sick des
predigamptes solle entholden, beth dat he sall dem classi Enerumanae
vullgedaen hebben, und so he contumax mochte befunden werden, solckes
den deputatis synodi angedient te worden om alsdaen nae behoer daerin
gedaen the worden.
9. Sijn deputati sijnodi genominert, und bliven vann den vorigen de-
putatis doniinus Corneliüs Hillenius und Johannes ScHONENBORorüs , bij
welcken nu adjungert werden dominus Georgius Pi^aus und dominus
JOHANNES LOLINGIUS.
10. Indien ock enige predigers uth desem sijnodo mochten van den
broderen uth Hollandt entboden worden, syn dartho elegert dominus
CoRNELTOS HiLLEinus uud domiuus Georgius Plaous.
11. Is censura morum geholden, wo anfencklick geschen, und up
nemant ichteswat strafbarlick vorgebracht.
12. ünd is also de sijnodus mit dancksegging geendiget, und de acta
van den anwesenden pi*edigeren, up den sijnodo vergadertt, undertekent
worden.
336
Georgius Plaoijs, pastor Dammonensis , sqnodi praeses.
CoRNEiJus HiLLENius, sorvus Jesu Christi Oroningae, sijnodi assessor.
Henricüs Baniüs, pastor in Hellem, sijnodi scriba.
Martinus Meierus, predicant tho Westerbroeck.
CoppEN Jarges.
Reqnerus Wolffius, pastor in Weijwerdt
Walraven!), servus J. C. in ecclesia Westererabdana.
JoACHiMus Sorius, pfcdigcr tho Loppersum.
Lambertus Hexricides, prediger ten Post und Wittewerum.
WoLFFGANGus Agrioola , prcdigcr tho Bedum.
JoACHiMTJs BoRGESius, ccclesiastes in Westerwitwert.
QoDEFRrous Lo3£EiERius, p. tho üsquafdtt.
Alardus Besten, ecclesiastes in Petersburen.
JoHANNES ScHMALTiTJS, pastor in Tynallinga.
Bernhardus Sagittarius, pastor tho Enerum.
JoHANNES ScHOONENBORCH , ecclosiastes in Groot Adewaert.
Gerhardus Johannis, pastor in Noorthorm.
Marcus Marsmannus, dienaer Christi in Wirum.
JoHANNES LoLiNGius, occlesiastes in Noortbroeck.
WiGBOLDiTS Homerus, pastor tho Midwolda.
Stephanus Cohnius, pastor Bourtanganus.
Dese acta synodalia mit den originali exemplari gecolla-
tioneert, syn mit denselven accorderende bevonden.
Actum 3 July anno 1618.
CoRNELiuB HiLLENius, doputatus synodi.
Johannes Schonenborch , deputatns synodi.
[Missive der deputaten namens de synode van Groningen
aan die van Friesland].
Eerweerdige, godsalige, welgeleerde, wyse, voorsienige broeders.
In den laetsten synode nationali is geresolveert, als de e. w. broeders
weten, dat geene persoenen tsy beyde tsy eene derselver ongedoopt synde
in den hou wely eken staet souden tsaraengegeven worden, ten ware dat
die beyde off immers de eene, ongedoopt synde, na orden den doop soude
ontfangen. Dit wort by ons, wanneer wij sulx vernemen, onderhouden.
Doch verstaende dat sulx by den predickers, onder uwer e. w. synodo
1) „Walraven" YY heeft „W. Walraven".
337
behoorende, niet alleen niet soude nagecomen worden, maer oock dat in
eenige plaetsen ons nabygelegen sodanige tsamengegeven souden worden,
dien in onse quartieren sulx wordt geweygert, waerdoor de predickers
deses synodi, die uwer e. w. quartier naestgeseten syn, niet weijnig
worden beswaert, ende eenige nasprake ende onstichtinge coemt te ontstaen,
soo en connen de broeders des synodi deser provincie niet nalaten de
e. w. broeders vrientlyek te versoecken , soo hierin deselve met ons ende
andere quartieren geene gel^ckheydt connen houden, dat ten minsten in
de plaetsen off kercken uwes sijnodi de predickers die niet souden in
den echtenstaet tesamengeven ofT bevestigen, dien sulx om sodaniger
oorsake by den kercken alhier wordt geweygert, tenware dan dat de-
selve kercken oft predickers sulx om eenige insichten schriftelyck mochten
versoecken, ten eyndo het quaetspreken der Mennoniten ende andere
voorgecomen , sodanige onse predickers niet door misnoegen ende beschul-
digingen beswaert ende alsulcke ongelycke handelyngen in plaetsen, soo
na den anderen gelegen, bevonden souden worden. Wij twyfFelen niet, ofF
uwe e. w. sullen dit tot stichtinge bedyncken ende sooveel mogelyck ons
de vrucht laten vernemen, bereyt synde mede alles te doen , des versocht
wesende, wat tot ruste ende stichtinge der kercken onder uwe e. w.
geseten soude mogen dienen.
Eerw. , godsalige, welgeleerde, wyse, voorsienige broeders, de goede
God wil uwe e. w. genadelyck segenen, verstercken ende in uwe e. w.
vergaderinge door synen geest praesideren.
üyt Groningen desen 29®» Maij anno 1618, ende uyt last ende den
name onses synodi, in desen jare in Appingadam gehouden, by ons de
deputati desselven synodi.
Ada synodi provincialis extraordinariae , uytge-
schreven ^) van Syn Gn. stadtholder und den E, E.
heeren Gedeputeerden der stadt Groningen und Om-
lafiden , begonnen in Gronifigen den 7^^^ Septembris
ende qeeyndigt den 10^^ ejusdem anno 1618.
Sessio 1» den 7«« Septemb. hora 3» pomeridiana.
1. Is synodus van Georgio Placio, jongstgeholden synodi praeside,
met den gebede aengefangen.
1) „Acta — uytgeschreven" YY heeft: ,,Acta extraordinariae synodi provincialis
(haec fuit secunda anni 1618 et XXV in ordine) uthgeschreven".
Acta syn, provine, VIL 22
2. Syn uyt allen classibus deser provincie volgende personen met
credentien verschenen, gecompareert und in censura inculpabel befunden
synde, om sessie tho hebben toegelaten:
ex classe Oroningana:
Dn. CoRNELius HiLLENius, predigcr in Groningen,
Dn. HuBERTUs Brucherüs, p. in Haren,
Dn. licent. Egbektüs Halbes, senior;
ex classe Dammonensi:
Dn. Qeorgius Placius, p. Dammonensis,
Dn. TiTus Theodori, p. in Slochteren,
D. Regnerus WoLFFiüs, p. in Weywert;
ex classe Loppersumana :
Dn. JoACHiMus Zoritjs, p. in Loppersum,
Dn. W1LHE1.MU8 Walraven, p. in Westerembden ,
de E. E. joncker Johan RmFFELAERT , senior van Stediim opt Woel;
ex classe Middelsumana :
Dn. WoLïxsAKOus Aokicola, p. in Bedum,
D. Andreas Straetman'nus , p. in Suytwolda,
D. JoAciimus BoRGESirs, p. in Westerwy twert ;
ex classe Enerumana:
Dn. JoHANNES ScHMALziiTS, p. in TynaUinga,
D. Petrus Crusius, p. in Saxiimhiiysen ,
D. Bernhardus Sagittarius, p. in Enerum;
ex classe Suythomimana:
D. Bernhardus Andreae, p. in Esinga,
D. JoHANNES LuBBERTi, p. in Grypskcrcke ,
D. Gerardus Valckius, p. in 01de und Nihehoven;
ex classe Oldampt:
D. WiGBOLDUS HoMERi, p. in Midwolda,
D. JoHANNEs LoLEVGius, p. tho Noortbrock ,
D. Stepilvnus KoHNius, p. in Bourtanga.
3. Censiire over eenige credentien^), — Synodus in eenige credentien,
den E. broederen van verscheyden classibus mitgegeven , de gewoonlycke
clausulam desiderende (alsdat classis sich den judicio synodi submittere,
derselven resolutien aenneme tho achtervolgen) daerenboven aenmerckende,
dat de restriction , van eenen classe haren credentzbrief inverly vet (alsdat
hare deputati sich sullen hebben tho reguleren na haer classicael boeck),
niet alleen niet gewoontlyck is, sonderen tho praejudicie des synodi
1) De randschriften in deze acta , die ook in Y Y voorkomen , ontbreken in ZZ.
339
conde geduydet worden, res. synodus, oft sij wel voor ditmael in der
verandtwoordinge der tegenwoordige h. broederen, over dese hare credentien
gedaen, acquiesceert erachtende, dat de faulte meest by den schry veren
derselver syn begaen, doch de classes hiermede wil vermaendt hebben,
dat hiemamaels in sulcken saecken voorsichtiger gehandelt und die
voorsorge gedragen werde van de classibus, dat op anderen t\jden de
credentzbrieven in debita forma gestelt werden , imde hebben classes hare
deputatos eeniger poincten wegen te belasten, dat densel vegen particuliere
instructien daervan gegeven werde.
4. Electie praesidis, assesaoris et scnbae. — Syn met gemeijne stemmen
eligeert in synodi hu jus praesidem D. Corneliub Hillexius, in assessorem
D. WoLFGANGUs Agricola, iu scribam Georgiüs Placius.
_5. Professores theologiae ad synodum te noodigen etc. — Is van D.
praeside voorgestelt, dewyle in synodo nationali Dordracena anno 78
Inyth des 52®" articuli goedtgevonden und resolveert is, dat soo classes
oft synodi quamen tho vergaderen in plaetsen , daer professores theologiae
syn, deselve sullen Itegroetet werden sulcken classicalen of synodalen
vergaderyngen by tho wonen und met haren raedt und instemmingen
tho assisteren, of deswegen D. D. Gomarus, synde van den theologis
alleen tegenwoordig in Groningen, niet solde begroetet worden.
Res. Welckes , dewijle synodus sich heeft laten gefallen , syn D. praeses
und D. assessor belastiget sulckes nomine synodi aen D. D. Gomarum te
versoecken.
6. Predicatie op Mittweecke nomine synodi. — Heeft D. praeses uyt
begeerte D. Bernhardi TnEODORia, pastoris Groningani, aengediendt und
versocht, dat op volgende Midtweken een uyt dese vergaderinge syne
vices int predigen wolde vertreden volgende de synodale resolutien, nu
etlycke jaren achtervolgt, waerthoe D. Joachimus Borgesiüs, p. in Wes-
terwytwert (synde de ordininge gecomen ad classem Middelsumanam)
genomineert is.
7. Tydt der vergaderinge. — Is besloten morgen onx.9 uren weder tho
vergaderen.
Heeren Gedeputeerde te versoecken. — Desgelycken van D. praeside und
assessore begeert, dat hare w. de E. E. h. Gedeputeerden versoecken
wolden, daromit uyt haren collegio eenige heeren mochten committeert
werden desen synodo als gewoonlyck by te wonen.
Sessio 2^, 8 Septembris hora 9 antemeridiana.
1. Rapport van wegen D. D. Gomari eoccuse om niet te compareren. —
22*
340
Heeft D. praeses relateert, dat syne w. neffens D. assessore D. D. Gomaro
des synodi versoeck insinueert hadden, ende dat D. D. twaer geneyget
Tind bereydt was den synodo to wilfahren, sich averst excuserende, dat
solckes niet conde geschieden buyten versuuymenisse der lectionum und
noodtwendiger occupatien, voorneemlyck wegen eener disputation, soo
geholden solde worden, begeerende dat synodus dese syne excusation
und uy tbly ven ten besten wolde opnemen , verclarende oock indien synodus
syn advys und stemme over eenige puncten solde forderen, bereydt und
willig tho syn den synodo na vermogen daermet tho dienen.
Wordt wederom aen ü. ü. Qomartjm gesofiden. — In welcke excusation
D. D. GoMARi synodus niet acquiescerende, heeft D. Stratemannum met D.
licentiate i) Halbes afgeveerdigt nochmaels syne E. te begroeten, dat deselve
onbeswaert wolde syn, wo niet desen voormiddag doch tenminsten na
den middag in synodo to verschynen und denselven in dese wichtige
saecken, die den lectionibus und anderen occupationibus behooren voor-
getrocken te werden, mit syn raedt und stemme behulplick te syn,
welckes van D. Stratoianno und D. licent. Halbes alsoo baltt verrichtet is.
Belovet te covien, — Und heeft D. D. Gomauüs belovet sich opt begeeren
der heeren broederen in tho stellen.
2. Rapport van wegen der E, E, Iieeren comparitie, — Heeft D. praeses
mede den synodo te verstaen gegeven, dat hy neffens D. assessore mit
den E. E. Bocco Auma2), idtzo praesiderende in den collegio des heeren
Gedeputeerden, gesproken hadde, dat eenige uyt den collegio, gelyck
gewoonlyck is, der synodalen vergaderinge und handelynge mochten
by wonen, waerop syne E. E. belovet heeft, dat sulckes solde geschien.
Dewyle averst tegenwoordig noch niemandt was van den voorss. collegio
gecompariert , syn D. Crüsius ende D. Borgesius aen dat collegium we-
derom gesonden uyt namen des synodi te versoecken , dat de E. E. heeren
uyt haren middel wolden believen te committeren sodanige, die der
religiën toegedaen und membra ecclesiae syn, gelyck geschiet is.
Comparitie der E, E. heeren ende D, 1), Gom^vri. — Unde syn daerop
in synodo tot dien eynde erschenen de E. E. Johan Drews und de E. E.
Bocco Aitma2), waerna D. D. sich oock ingestellet, die deswegen van
den praeside nomine synodi syn bedancket worden.
3. Uyischrgnnge ende articulen des synodi naiionalis. — Hebben de
tegenwoordige heeren Gedeputeerden des collegii die uytschrijvinge des
1) „licentiata'* naar YY. Onze cotl. heeft de afkorting „li".
2) „Auniu" YY heeft „Ainvoma'*.
341
synodi nationalis und d'articulen dienaengaende , bij den Hooch Mogenden
heeren Staten Generael gearresteert und gestelt, den synodo insinueert.
Die voorgelesen syndel), soo heeft synodus tot achtervolginge volgender
puncten volgende resolutie genomen.
4. In actis synodorum na te sien^ of eenige saken ad s^ynodum natio-
nalem gerefereert »yn, — Eerstlyck aengaende de quaestien ofte swarichey-
den, soo in provincialen synodis niet hebben connen afgehandelt werden,
sonderen ad synodum nationalem geremitteert syn, siet synodus voor
goet aen, dat de acta synodonim praeteritarum in dese provincie van
anno 94 aen doorgesien , und die saken , soo tot den synodum nationalem
refereert syn , gecoUigeert und den synodo bekendt gemaeckt worden. Und
om sulckes te verrichten syn D. Bernhardus Andreae ende D. "Walraven
besteraraet worden.
5. Dat de vyf articule ende ander dwalingen der Arminianen sullen
ondcrsocJit werden. — Aengaende de 5 articulen , soo van den Remonstranten
in controversiam getogen, die na goetvindinge der Hooch Mogende heeren
Staten Generael in synodo nationali sullen geexamineert worden, is van
D. praeside voorgestelt, dewyle niet alleen de gereformeerde leere door
de vyf articulen, in der conferentie gestelt, van den Harminianen ende
Vorstianen bestreden, sonderen vele andere grove dwalingen daeronder
schuylen, und meer articulen und puncten der waren gereformeerden
religiën aengevochten worden, oft niet noodig solde syn, dat niet alleen
op de voorss. 5 articulen, sonderen op alle articulen der gereformeerder
leere na ordre des Heydelbergschen Catechismi und der Nederlandtscher
kercken Confession, und woefeerne der Harminianen gevoelen und schriften
daermet overeencomen of niet, gelettet worde tho merder openbaringe
der valscher leere der adversanten und tho befestigung und versterckung
der rechtgelooviger kercken.
Res. synodus, dat solckes goet und noodtwendig sal syn.
Sessio 3» hora 2* pomerid. 80 Septembris.
1. Oordeel des synodi over de 5 articulen der Bemonstranten. — Fusis
precibus sindt de 5 articulen, gelyck se van den Remonstranten in der
conferentie gestellet und van henselvest in horen eygen schriften ende
boecken verclaret worden, in der vreese des Heeren overdacht und na
den regel des geloovens der h. schrift examineert worden. Und verclaert
synodus eynhellig:
Over den l^^o artyckel. — Aengaende den 1®° articulum van der prae-
1) „synde" YY heeft „sijn".
342
destination, dat deselve Godes woordt niet is conformlyck gestelt iind
insonderheydt na hoer eygen verclaringe , soo in der eonferentia als andere
horen schriften by henselven over dussen artyckel gedaen , gantzlyck stryde
tegen Gods h. woordt und gevoelen der rechtgelooviger kercken.
Over den 2^. — Desgelycken van den 2®" articulo, dat Christus voor
alle und een yder gestorven sy etc, verdaert synodus, dat deselve
directelyek tegen de h. schrift stryde , und van den Remonstranten vreemde
und onschriftmatige reden in denselven gebruyckt worden.
Over den 3«". — Tertius articulus van de oorsaecken des geloofs, oft
het wol in rechten verstandt konde geduldet worden, jedoch ten aensiea
harer verclaringen und geduirige leer der Arminianen van desen puncte.
werdt gelyckerwyse als onschriftroatig und bedrieglycken gestelt, van
synodo verworpen.
Over den 4«". — Articulum quartum van de werckingen der genade
Godes, item de gratia resistibili etc. verwerpt synodus mede ten aansien
sonderlyck harer eygen verclaringe und clausulam, desen articulo byge-
voegt, als valsch und mit Godes woordt strydig.
Over den ö®». — Articulus quintus aengaende dat gevoelen und twijffel
der Arminanen, soo van de volharding der gelooviger als derselver totale
und finale afwyckinge van Christo, werdt mede als onrecht und tegen
Godes woordt, natuir und beloften strydende verworpen.
Sessio 4», 90 Septerabris hora 9* ante meridiem.
1. Of eenige ie citeren syn. — Is van D. praeside omgefraget, of
eenige classes in saken und quaestien mede aengaende persoenen, die
absent syn, synodum hadden te consuleren, opdat d'absentes, soo idt noodig
und doenlyck was, mochten om te compareren citeert worden.
Classis Loppersumana doleert aver eenen Vito tot Garsshuysen, — Is
daerop alleen van classis Loppersumanae deputatis voorgestellet , dat haer
classis doliantien hadde over D. Vitum, voceert thom pastorem und
wonende in Garshuysen, in welcker saken sy uyt last hares classis des
synodi advys und raet hadden te versoecken.
Res. synodus, dewyle D. Vitüs absent und de tydt tho kort is hem
te verwittigen, oock in negestgeholden synodo aireede etwas in deser
saecke gedaen is, dat de reste, soo niet kan in classe Loppersumana
afgehandeJt worden, ad deputatos synodi devolveert wordt, conform der
resolutie des voorgangenen synodi,
2. Gravamina, die ad synodum nationalem dienen gebracht te worden, —
Sint volgende gravamina van den classibus ingebracht und noodtwendig
343
befunden, dat deselve nomine hujus synodi den aenstaenden synodo
nationali voorgestelt werden, als het mede den landtstanden sal believen
und van denselvigen approbeert worden.
1. Van een cUgemeyne kerckenordininge ende gelyckheydt der ceremo-
niën. — 1. Dat een algemeene kerckenordininge in synodo nationali ver-
feerdiget werdo, waerin van het beroep der dienaren der kercken, van
wien und woe deselvige behoort te gescliieden, daerbenevens oock van
gelyckheydt der ceremoniën und der feestdagen gehandelt werde.
2. Van een gemeyne eheordininge, — 2. Dat oock een algemeene ehe-
ordininge, daerna een ygelyck sich hebbe tho richten, gestellet werde.
3. Vant mishruyek der geestelycker ende kerckengoederen, — 3. Dat de
misbruycken der geestelycken und kerckengoederen gecorrigeert und ge-
betert moge worden.
4. Of eener, in syn ouderdom alleen van den Wederdooperen gedoopt
synde ende hem nu by ons gevende , ten avontmael begeert te begeven , eerst
dient by ons gedoopt te worden. — 4. Wat men solde doen , wan yemandt
van der Wederdooperye , soo niet in syn jonckheydt maer van den Weder-
dooperen to syn jaren gecomen synde gedoopt is , nu sich tho der Refor-
meerden kercken begeeft und tho den avondtmale des Heeren toegelaten
te worden begeeren wurde, of hy, te voren van den Wederdooperen ge-
doopt synde, in onsen kercken behoeve eerstlyck gedoopt tho syn.
5. Vant weeren der conventiciilen der Papisten ende Wederdooperen, —
5. Dat oock der Papisten und Wederdooperen hoog schadelycke conven-
ticulen van der christlycker overheydt ernstlyck afgeschaffet und verboden
mogen worden.
6'. Van de onbehoorlycke vuyttingen ende doodtbieren, — 6. Dat de on-
behoorlycke utyngen und doodtbieren, woe niet gantschelycken afgeschaffet,
doch ten weynigsten met meerder moderation mogen geholden worden,
tenware dat onderdussen de standen van Stadt und Omblanden, daertoe
door deputatos synodi versocht synde, door behoorlycke middelen solcke
abusen mochten alTschaffen oft deswegen orden stellen.
7. Van de legibus sumptuariis^ de cxcessive bruyloften ende dansen der
lidtmaten. — 7. Dat oock leges sumptuariae gestellet, insonderheydt de
excessive bruydtloften door de christelycke magistraten gematiget, und dat
dantzen onder der ledematen der gemeynte eens voor all afgeschaffet werde.
8. Dat aUe diie jaren synodiis natümalis moge gehouden worden, —
8. Dat men by den Hoog Mogenden heeren Staten Oenerael aeuholde om
eenmael vast und seker te ordineren, dat alle drie jaren een synodus
nationalis tho onderholdinge der waren christelycken religiën und disdplyn
der kercken aengestelt und geholden werde, na luyt und inholdt des
44®" artyckels synodi nationalis Hagiensis.
344
9. Waervoor ie houden sy de doop ende eopulatien der omhapende
papen, — 9. Wat van der doope und copulation, by den omloopenden
papen administreert, tho holden sy, van welcken vaganten men niet weten
can , oft sy van den Papistischen kercken authorizeert syn tho doopen oft
niet, und word begeert, dat tegenwoordige synodus nationalis hierop
wolde naerder verclaringe doen van die antwoordt, in synodo nationali
Middelburgensi op den quaestionem 73 gegeven.
10, Hoe men met die sal handelen j die niet weien ^ of sy gedoopt syn ende
daerover ongerust syn, — 10. Desgelycken woe men niit den persoonen,
van welcken men niet can weten, of se in hare jonckheydt gedoopt syn
ofte niet, sy selve daeraen twyffelende und deswegen ongerust synde
in haer gemoedt, sal handelen.
3. Van de redgers, die op geldtstraffe den doop voorderen^ ende igeldi
onifangen hebbende die naderhandt met vreden laien, — Is van classe
Middelsumana den tegen woordigen synodo voorgestellet und remedium
versocht legen die redgers, die by geltstraife den luyden gebieden hare
kinderen ter doop te brengen, averst dat geldt genoten hebbende sie
uamaels met vreden laten.
Res. synodus, dat classis, daervan exempel hebbende, hetselvige den
deputatis synodi bekendt maecke , die by den E. E. hoeren Gedeputeerden
sullen aenholden, dat daerinne moge gereraedieert werden.
4. Classis 1) Enerumana int particulier doleert:
1, Vant mishruyck der vicarien ende praebenden tot voorderinge der
Paepsdier afgoderie, — 1. Dat de geestelycke goederen als vicarien und
praebenden seer werden misbruyckt, oock mede tot bevorderinge und on-
derholdinge der Papistischer afgoderie int stift Munster ende benach-
buyrde landen.
2, Van herckvoogden , die geen lidi?naten en syn, — 2. Dat soo in hare
als in anderen classibus verscheyden kerckvoogden syn , die nene lidtmaten
der Gereformeerde gemeynte syn , waeruy t niet gerynge onlust und moy te
in der kercken ontstaet.
5. Van diegene , die by ons gecopuleert ende gedoopt synde , by de papen
weder copukert ende gedoopt worden, — 3. Dat eenige sich laten in onsen
kercken proclameren , averst van Papistischen omloopenden papen trauwen ,
desgelycken eenige sich laten copuleren in onsen kercken und hore kinder
doopen, averst by den Papistischen sich und hare kinderen namaels
wederom laten copuleren und doopen.
Die stucken sullen dcputati goede kennisse krygende aen den heeren
5) \V>ór (lezen regel lii^eft YY in margine: „Classis Eneriimanac doleantien".
345
rernonstreren. — Res. synodus , dat classis , van sodanige stucken gewisse
kennisse hebbende, sulekes mit den eersten den depiitatis synodi mit den
circumstantiis , soo noodig syn tho weten , sollen bekendt maecken , welcko
den E. E. heeren des coUegii tselve sullen rernonstreren und aenholden,
dat mit den eersten und mit ernst solcker onordininge moge bejegent
worden.
5. Van den Mennoniten^ dien de copulatie hy ons geweygert synde, in
Oostvrieslant hoer by de Lutersche laten copuleren^ sullen de E, heeren
versocht worden oen graef Enno te unllen schryven. — Is oock van den
classe in Oldampt tho erkennen gegeven, dat Mennoniten, weleke als
ongedoopte persoenen, de proclamation und copulation in onsen kercken
geweygert synde, sich in Oost-Vrieslandt by de Lutersche predigers ver-
foegen, de copulation van denselvigen erlangen. Und synt eenige dersel-
vigen genoemt und die plaetse, daer se copuliert sint
Res. synodus, dat door den E. E. heeren Gedeputeerden des coUegii
aen Syn Genade graef Enno geschreven und Syn Gn. begroetet werde,
dat Syn Genade believe solckes in syner graefschap te verbieden und
tegen den delinquanten behoorlycken te animadverteren.
Sessio 5* hora 3* pomeridiana.
1. Oniheyliginge des sabbatsdags door den pachters ende andersins ^), —
Classis Suythornimana neffens den anderen mede doleert seer over de
ontheyliginge des sabbathdags soo door de pachters als anders, und dat-
selvige , of t reede de E. E. heeren Gedeputeerden een mandaet daertegen
hebben laten uytgaen, doch niet cessiert sonderen veelmeer thoneemt.
Res. Synodus siet voor goedt aen, dat elck prediger sulcke abusen
und nalaticheydt der redgeren den classi, daeronder sy respective ge-
hooren, bekent sal maken, dat sulx aen den deputatos synodi sollen
overschry ven , weleke met allen vlydt by den E. E. heeren Gedeputeerden
daerop sollen aenholden, daermet einmael emstlyck hierin mochte versien
werden.
2. Des caspels van Wirdums clachte over het incomen D. Aknoldi Hou-
BiNon in den dienst tot Wirdum, — Sint vulmachten des caspels Wirdum,
als de eerb. Popko Abels und D. Johanites Bertlyiïg, secretarius in den
Dam, verschenen, dagende dat D. Arxoldus Hubingius 2) door eenige
coUatoren tegen der meesten collatoren danck und der gantscher ge-
meynten wille in den kerckendienst tho Wirdum is ingesettet, und den
1) „OntheyligiDge — andereins" YY heeft „Doleantie classis Suidhomimae et
alianim over die onthelliginge des sabbaths".
2) „Ilubingius" YY heeft „Houbingius".
346
dienst aldaer verrichtet, oock van classe Loppersumana tegen ordre der
kercken und resolutie des synodi op haer eerste gravamen, in jongst
geholden synodo genomen , is introduceert und gemanuteneert worden tot
destructie der gemeynte aldaer, versoeckende dat synodus wolde ver-
claringe doen, off des voorss. D. HouBmon beroepinge sy wettelyck ofte
niet, und deselvige onwettelyck und der kerckenordininge niet conform
synde, of dat caspel niet behoort te verblyven by de beroepinge aen D.
pastorem in Garrelsweer , daertho sy noch geneyget waren , ofte tenminsten
tot kiesinge eenes anderen pastoren moge treden, als nu und nummer-
meer in die beroepinge D. Arnoldi Houbingii tho konnen consenteren,
doende van allen, wat by hen desfals gepasseert was, openinge.
Waertegens D. Walravius tot voorstandt des classis Loppersumanao
und D. HouBiNon ingebracht heeft:
1. Dat in aenfange D. Arnoldus predigende met goedt genoegen der
gemeynte sy gehoort worden , averst tusschen Popko Abels und de juffer
FromaI) eeno particuliere quaestie erresen synde, heeft gemelte Popko
Abels andere des caspels aen syne sydt getrocken und gesocht den
pastorem tho Garrelsweer aldaer te beforderen, niet ten aensien van syne
gaven und persoon (gelyck Popko Abels selves sich solde hebben laten
vernemen), sonderen dat hy alleine der juffer mochte tegenstaen und
haer voornemen verhinderen, welckes van Popko alles ontkendt werdt
2. Heeft D. Walravius ingebracht, dat de E. E. burgmeester Gruijs
unde de E. E. heeren gecommitteerden der cloostergoederen , dese on-
eenicheydt vernemende, sich daerentusschen gestelt und D. Arnoldum
HouBiNGiüM aldaer gesonden to predicken, welcke prodigt den caspel-
luyden gevallen hebbende (welckes doch van den volmachten ontkendt
werde), hebben se Popko Abels neffens andere des caspels Wirdum
voorss., die als volmachten des voorss. caspels tho Groningen erschenen
syndt, alwaer se met den voorgedachten heeren wegen der beroepinge
Arnoldi op folgende condition syn eenig worden: 1. dat Arnoldus by
provisie op een jaer solde blyven als pastoor; 2. dat hy de 30 daelders,
soo syn antecessor Dunckerus uy t de vicarye jaerlix hadde genoten , solde
missen, daerby doende dat hy D. Walravius solckes van den E. E. burg-
meester Grui's und D. Verrutio, rentmeester, verstaen hadde.
Waerop tegenwoordige volmachten excipieerden , dat de committeerde
des caspels Wirdum doenmaels solckes niet hadden aengenomen , sonderen
allen uytstal begeert op acht dagen om datselvige den caspelluyden
und den anderen collatoren tho communiceren, welcke solcken voorslach
niet hebben willen aennemen , oock noch niet aen to nemen gesinnet syn.
1) „Froma'* naar YY. Onze cod. hoeft „Frona''.
347
3. Femers heeft D. Walkavius ingebracht , dat de E. E. heeren hooft-
mannen, door de E. E. heeren gecommitteerde van deser saecke, und
insonderheydt wat D. Arxoldo tho Wirdum bejegent was, verstandiget ,
eerstlyck door een mandaet den caspelluyden injungeert, dat se D. Arnoldum
in syn predigampt solden onperturbeert laten, nachmaels na verhooringo
beyder partien by sententie verclaert, dat Popko Abeus niet qualificeert
sy over de vocation D. HouBmon te disputeren, und dat classis op be-
geerent der E. E. heeren gecommitteerden, de saecke aldus staende, D.
HoijBiNüiuM introduceert hebbe.
De volmachten daertegon verclaerden, dat sy der heeren hooftmannen
doen in syn weerden lieten blyven. Voor sooveel averst als dese sake
kerckelyck was und eygentlyck tho kennisse und oordeel des synodi
staende, soo erachteden sy, dat classis tegen kerckenordininge und
haer eygen gravamen und daerop gefellede resolutie in negest geholdenen
synodo procedeert hadden, begeerende und verwachtende des synodi
oordeel in dusser saken.
D. Bernhardus Andreae ende D. Bernhardus Sagittarius om by eenigen
heeren na de ivyse der vocatio D. Arnoldi te vernemen i). — Res. Synodus
op de saecke lettende, eer sy daerin coemt te resolveren, siet voor goet
aen door eenige committeerden uyt desen middel den E. E. borgmeester
Grfys sampt den E. E. heeren gecommitteerden to verstaen, wat order
by hare E. E. int voceren D. Arnoldi is geholden, of sulcks is geschiet
na voorgaende wettelycke proclamation und convocation der collatoren
und caspelluyden, conform den landtrechte und kerckenordininge. ündo
syn daerto bestemt D. Bernhardus Andreae und D. BERimARDus Sagittarius.
Sessio 6*, 10 Septembris hora 8 antemerid.
1. Hermanni Trecti versoeck om eenig voorschryven des synodi te ver-
crygen aen de Ho. Mo, heeren Staten QeneraeL — Heeft D. Hermannits
Treccitjs by requeste den synodo dagende tho verstaen gegeven, dat hy
doort beleydt der papen und insonderheydt des papen to Renen int stift
Munster in synen aldaer liggende^ landen und goederen merckelycken
vercortet wordt, und gesinnet is derhalven by de Hoog Mogende heeren
Staten Generael dese ünieerden Provinciën tho versoecken, dat hare
Hoog Mog. wolde believen hem een voorschrift mede tho deelen aen de
overheydt ter plaetse, dat hy in syn hebbende recht und goederen niet
moge vercortet worden, offt hem mochte vergunnet worden repressalie, of
dat hy sich mochte holden aen de landen und opcoemsten , soo in dese landen
den papen und monnicken toestendig, beth hy tot den synen, daertoo
1) „vernemen" YY heeft „vernemen geablegiert".
348
liy genoegsaem is berechtiget, moge gelangen etc. Versochte tho den
eynde van den synodo, dat deselve door schriftelycke intercessie aen de
Hoog Mog. heeren Staten hem wolden behulpig syn , dat hy desto lichter
tho synen voornemen mochte gelangen.
JJe depuiati sullen deselve aen den E, E. heeren Gedeputeerden versoecken, —
Res. Svnodus verstaende, dat solckes niet alleen D. Hermanno TREoao
sonderen dergelycken meer anderen, insonderheydt mede D. Johanni
Friderici, pastori in Onstwedde, van den papen der orter bejegent, siet
voor goet aen, dat deputati synodi sullen by den E. E. heeren Gedepu-
teerden nomine synodi aenholden, dat hare E. E. selvest de saecke aen
de Hoog Mog. heeren Staten Generael laten gelangen und voor gemelte
broederen intercéderen.
2. D. Bernhardi Andreae ende D. Bernh. Sagittarh rapport^), —
Hebben D. Berxhardus Andreae ende D. Bern. SAGiTTARms na verrich-
tinge haerder commissie den synodo weder ingebracht, dat sy de E. E.
heeren borgmeester Gruys, D. Verrtttium met eenige der heeren gecom-
mitteerden gesproken und van denselven verstaen hebben als volgt:
1. Dat haer E. E. de vocation, aen D. Hotjbingium geconferiert , voor
wettelyck holden, dan te voren alle caspelluyden und collatoren tot ver-
scheyden malen verwittigett sint om neffens hen de beroepinge mit ge-
meynen consent te doen, und of sy sich rede niet alle hebben ingesteltj
hadden sy doch solckes te willen doen belovet.
2. Dat volmachten des caspels Wirdum in de beroepinge D. Arnoldi
op voorgenoemden condition geconsenteert hadden, und tom teycken
haers consens de 30 daler voer sich wolden holden und Arnoldo niet
laten volgen.
3. Welckes den E. E. heeren hooftmannen mede aengediendt synde,
hebben deselvige voorgedachte hare sententie daerop fundieret.
4. Mede verclarende, dat sy achten, dat Popko Abels uyt privaten
haet und affectie D. Arnoldüm tegenstaet, und andere van den gemeynen
luyden, die dagelycks met hem convercieren und ommegaen, aen sich
hangen und derwegen op syn voorgeven niet sy te letten.
5. Concluderende, dat hare E. E. by hare gedane beroepinge aen D.
Aknoldum gedencken te persisteren, naemtlyck dat hy dit jaer tho Wir-
dum sal verblyven. Na verloop deses jaers sint se niet gesinnet hem
tegens der gemeynten wille aldaer to holden, ofte einen anderen ane
hore bewilligung te stellen. Und begeerden, dat synodus sich deser
sake wolde ontslaen und by haren voornemen laten berusten.
1) „rapport" YY heeft „rapport van hare commissie in causa D. Houbingii,
v<K'ati pasloris in Wirdum".
349
Synodi resohitie over de beroepinge D. Arnoldi etc. i). — Res. Synodus ,
op alle ingebrachte redenen und circurastantien rypelyck lettende, befinden :
1. Dat beyde beroepingen, soo aen D. Arnoldum als oock aen dominum
pastoren! 2) in Garrelsweer geconferiert , niet in alles conform syn den
woorde Gods und der kerckenordininge.
2. De saeke averst alsoo staende befindt synodus goet, dat den E. E
heeren Gedeputeerden wolde believen de heeren collatoren und caspel-
luyden tho Wirdum door manniere van inductie te bereden soo mogelyck,
dat D. Arnoldüs de reste van dit jegenwoordige jaer tho May toe mochte
tot Wirdum in dienste geduldet werden om meerder swaricheydt te
verhoeden.
3. Dat na verloop desselvigen die heeren collatoren und caspelluyden
tosamen ein nieuwe beroepinge, den landtrechte und kerckenordininge
conforralich, oft aen D. Arnoldum ofte eenen anderen behooren uyth
to brengen.
4. Und so nene reconciliation tusschen D. Arnoldum und de gemeynto
aldaer conde getroffet worden , dat men ondertusschen sal arbeyden , datter
een permutatie mochte geschien tusschen D. Arnoldum und einen anderen
prediger, tot beter contentement der heeren collatoren und gemeynte.
5. Eyntlyck verclaert synodus, dat classis Loppersumana in verhan-
delynge deser saecke sich feeme hebbe te buyten gegaen und gehandelt
directlyck tegen ordre der kercken und resolution, mede op haer eygeu
gravamen in jungst geholdenen synode genomen, und deswegen fratres
classis Loppersumanae scherpelyck gecensureert. Und nadat sy depreca-
tionem culpae gedaen hadden, is hen geinjungeert worden hen verners
voorsichtiger und sonder affecten in soo een gewichtige sake der kercken-
ordininge und Godes woordt gemes sollen handelen.
3. De E. E, Dodo Amsweer recommandeert de sake der prohatie , ten
eynde die ad synodum nationalem mocht gebracht worden, — Heeft de
E. E. Dodo van Amsweer door een schrift de sake van de probstien
den synode commendiert und begeirt , dat deselve mede mochte in synode
nationali voorgestellet worden.
Res. Synodus achtet , dat solcks mede in de artlc. , van den geestelycken
goederen und derselven abusibus handelende, begrepen sy und daerby
cone und behoore verhandelt te werden.
4. Dat geen ander stuiken in voorgaende synodis ad nationalem fiyn
gerefereert^ als in voorgaende gravaminibus begrepen syn. — Hebben D.
1) „etc." YY heeft „Houbingu tot Wirdum."
2) „als— pastorem" naar YY. Onze cod. heeft „als D. P."
H50
Bernhardus Axdreae und D. Walraviüs de puncten, soo sy int doorlesen
actorum synodalium hujus provinciae na hebbende last van den synodo
befunden, dat van den synodis hujus provinciae op synodum nationalem
geremitteert syn, ingebracht. Und befindt synodus, dat deselve in voor-
gestelden gravaminibus, so ad synodum nationalem sollen gebracht wer-
den, mede begrepen syn.
5. Electie der persoonen ad synodum naiioficUem. — Syn met geme|jne
stemmen eligeert und bestemt worden wegen deses synodi om op synodum
nationalem te reysen und denselvigen by te wonen folgende persoonen:
D. CORNEUUS HiLLENIÜS, D. JoHANNES LoELINGIUS ,
D. licent. Halbes, senior,
D. WOLFGANGÜS AORIOOIiA , D. GeORGIUS PlACIUS,
de E. E. juncker Johan RurraLAERT senior.
Sessio 7 hora 2* pomerid. 10 Septemb.
1. Geen particularia^). — Is omgevraegt worden, oif oick yemandt
van de h. broederen etwas int particulier voor hare peraoon hadden voor
te stellen, und is niet voorgebracht worden.
2. Oncosien deses synodi extraordinariae suUen uyt de cloostergoederen
hetaelt worden, — Is voorgestelt, waerher de kosten sullen genomen
worden , die in desen synodo extraordinaria gedaen syn , waerop de E. E.
heeren Gedeputeerden desen synodo bywonende belovet daerhen to arbey-
den, dat dese kosten mochten uyt den cloostergoederen betaelt worden.
3. Van D. Viti versoeck om tot Garshuysen ie predickeny iwelck hem
a dasse om volgende redenen tvas verboden. — Is D. Vrrus, gewesen
pastor in Horhuysen , nu beroepen und wonende tho Garshuysen , gecom-
l^areert und gebeden, dat in syn saecke van den synodo mochte gedaen
und hem vergonnet worden tho predigen tho Garshuysen , synde hem van
classe Loppersuraana solckes verboden om volgende redenen , die van den
deputatis classis Loppersumanae gementioneert syn, als:
1. dat de beroepinge tho f roe und untyde, alse binnen twee maenden
na des za. pastons Sibrandi doodt, aen hem gedaen is;
2. dat de beroepinge sonder weten ende consent der gemeynte ge-
schiet is, die alsnoch niet en consentiert;
3. dat D. ViTus sich mit der woning tho Garshuysen begeven heeft
sonder des classis begroeting und consent, ende dat solckes strecket tot
krenckinge des genadenjaers voor de weesen des zal. Sibrandi.
Waerop D. Vitus syne verclaringe gedaen, welcke synodus met de
Ij „partioularia" YY heeft ,,particularia in hao synodo vörgebracht".
351
voorgedachte redenen des classis overlegt hebbende erachtet, twaer dat
D. ViTüs sich daerinne hebbe te buyten gegaen, dat hy sonder weten
des classis sich tho Garshuysen met der woninge gesettet und deswegen
censurabel sy. Doch dewyle samptlycke collatoren syn vocation onder-
teyckent hebben und de gemeynte sich itziger tydt daertegens niet op-
poniert , laet synodus de beroepinge passeren , consentierende domino Vito
den dienst aldaer als prediger nu voortaen tho bedienen, doch dat D.
YiTus aenneme und mit syn eygen handt becrachtigen die kinderen in
den genadenjaer in geryngsten niet te willen vercorten, soo wyt als
datselvige strecket na goetvindinge des classis und deputatorum synodi.
Welckes D. Vitüs heeft belovet te doen und dese acte met syn eygen
handt onderteyckent. Johannes Vitüs.
4. Depuiati hy provisie gestdt in plaetse deputatonim^ die ad syn,
nation, reysen, — Dewyle drie van den deputatis synodi na den synodum
nationalem te verreysen geeligeert syn, und D. Schonenborgius alleen
van den deputatis thohuys blyft, soo syn genoemt D. Uchtemannus und
D. Stratemanntjs , welcke loco deputatorum synodi absentium sullen in
voorfallenden swaricheyden domino Schonenborgio (van hem daerto ver-
wittiget synde) assisteren, oock nomine synodi de credentzbrieven und
instructien, soo den deligeerden ad synodum nationalem sullen mede-
gegeven worden, tho subscriberen.
5. Deputati synodi suUen class, Enerum assisteren om hare synodale etc,
oncosten van jonc, Stejikenborq te hecmnen, — Dewyle noch van classe
Enerumana werdt begeert, dat haer mochte de handt geleystet worden,
dat sy de synodale und classicale costen , by joncker Sterckenborg reste-
rende imd van hem geweygert worden, tot nu toe mochten genieten.
Res. synodus , dat deputati synodi daerhen by den E. E. heeren Gede-
puteerden bestes vermogens sollen aerbeyden, und dat mit den eersten.
6. [Censura morum geholden^ ende niemandt censurabel hefonden\'^), —
Eyntlyck is censura morum geholden und godloff niemandt censurabel
befunden.
Und syn daerop dese acten van den samptlicken aenwesenden broe-
deren onderteyckent:
Corneuüs Hillenius, minister Jesu Christi Groningae, synodi praeses.
WoLFFGAjfGUS AoRicoLA, pastor iu Bedum, synodi assessor.
Georgius Placixts, pastor in den Dam, synodi scriba.
Hubertus Brücherus, p. in Haren.
1) Dit bijschrift aangevuld uit YY.
352
Egbertxts Hai.bes licent. , senior.
Trrus Theodori, pastor in Slochteren.
Reonerüs Wolffius, pastor in Weiwert.
JoACHiMus ZoRius, pastor in Loppersum.
Wilhelmus Walravhts, pastor in W. Embden.
JOIÏAN RUFFEI.AERT.
Andreas Straetmannüs , pastor in Suytwolda.
JoACHiMus BoROEsnis, V. d. minister in Westerwytwertt.
JoHANNES ScHMALTius, p. in Tynallinga.
Petrus Crusius, v. d. m. in Saxumhiiysen.
Bernhardus SAorrTARius, p. Enenimanus.
Bernhardus Andreae, V. d. m. in Esinga.
JoHANNES LuBBERTi, m. V. d. in Grypskercke.
E\'ERHARDU8 Valckius, V. d. Hl. in 01de und Niehove.
Steiiiaiojs Kohnius, pastor Bourtanganus.
WiGBOLDüs HoMERi, pastor tho Midwolda.
JoHANNES LoLiNGius, pastor tho Noortbroeck.
Dese acten des eersten synodi extraordinariae , met den
originale acten gecollationeert synde sint in alles gelyck-
luydende befunden.
Actum desen 15«" Octobris anno 1618.
CoRNEuus HiLLEXius, doputatus synodi.
Georgiüs Placius, synodi deputatiis.
Synodm provincialis extraordinaria secunda anno
1618 ^).
Den 2) 23«" Septembris is jungsigeholden synodus in Groningen op
iiytschry vent ende bevel der E. E. heeren Gedeputeerden des collegii
wederom vergaderdt unde nevens den E. E. heeren gedeputeerden , soo den
vorigen synodo bygewesen, syn de volgende heeren van stadt Groningen
und Ommelanden den synodo by tho wonen gecommitteert erschenen als :
die E. E. heeren borgermeesters Johan Wyfferinoe , Johan Northoorn ;
1) y^secunda anno 1618" YY heeft ,,sccunda, quae est tertia anno 1618 celebrata
et XXVI in ordine".
2) „den" YY heeft: „Anno 1618 den" en plaatst daarvoor het randschrift:
„Synodus extraordinaria secunda, celebrata revisionis et eniendationis articulonim
synodi superioris gratia."
35ar
die E. E. und achtbare raetsheeren Roelof Wicheringe i) , Onno Bau-
WENS unde de E. D. Winshemius;
voorts 2) de E. E. jonckeren Reynt Albarda opt Sandt, Julius Meckema,
SioER SioERS, Edsart Clandt, Remdt Jenbema, Johan de Mepsche und
de E. E. D. ScHATO Gocsinoa, mit den E. Wiardo Meinardi, secretario
des collegii der E. E. lieeren Gedeputeerden.
Desgeljcken is oock D. D. Gomarus opt versoeck des synodi gecom-
pareert.
Sessie 1» liora 2» pomeridiana 23 Septerabris.
1. Voorstel der E, E, heeren tot resufnptie der acten des voorgaenden
synodi, — Heeft D. D. Winshemtos cortelyck wederhaelt und voorgestelt ,
lietgone soe in laestgeholdenen synode aengaende synodum nationalem resol-
veert und van den deputatis synodi op den landtsdag remonstreert was,
unde dat dewyle de Mogende heeren Staten deser provinciën merckelycke
swaricheyden in sodanige resolutien fonden, soo hebben hare Mogent-
heyden goetgevonden synodum wederom te convoceren und deselve
resolutien ter presentie der gemelte heeren toe resumeren und daerop
te resolveren, woe sulckes tot de meeste stichtinge der kercken, ruste
ende eenicheydt in dese provincie sal mogen dienen.
2. Of alle leden des vorigen synodi tegenwoordig waren, — Heeft D.
doctor gefraget, oft deselvige persoenen, soo den vorigen synode byge-
wonet und van denselvigen met genoegsame credentien van de respective
dassen verschenen und geaccepteert synd, nu wederom gecompareert
waren conform de uytschryvinge der E. E. heeren Gedeputeerden des
collegii. Waerop de praeses geandwoordt, dat dem alsoo sy , alleen absent
te syn een persoon Johannes Lübberti, past. in Grypskercke, die syn
absentie hebbe laten excuseren als wegen lyvesswackheydt niet te connen
compareren.
3. Rapport der voriger resolutien aengaende den synodum nationalem, —
Heeft D. praeses van die handelyngen des vorigen synodi, sooveel die
aengaen synodum nationalem, folgende verclaringe gedaen, alsdat in
synodo des Hooch Mogende heeren Staten Generael uytschryvinge und
project sy gelesen und ten achterfolge desselvigen folgende resolutien
genomen.
Van den vyf articulen der Bemonstranten, — 1. Hadde synodus goet-
gefonden haer gevoelen van den vyf aiüculen , soo van den Remonstranten
1) Bij „Wicheringe" teekent ZZ aan: „N.B. Defuit".
2j „Wicheringe — voorts". Tusschen deze naoien zijn in onzen cod. en ZZ ruimten
opengelaten.
Acta m/n. protinc, VIL <i^
354
in de cx)iiferontie gestellet und gecontroverteert worden, te stellen, niet
dat sulckes solde strecken tot eenig praejudicium des synodi nationalis,
sonderen solde syn een getuygenisse van het gevoelen deses synodi over
gemelte puncten, daermit niet alleen van den gecommitteerden int stuck
der leere merckende de conscientien etwes toe nadeel der kercken ia
dese provincie mocht gehandelt worden, sonderen als des noodig und
verheyst synde, die gecommitteerden tot beforderinge der waerheydt deses
synodi ad vijs conden vertoonen, conform den gebruyck in der kercken
Gods geobserveert, und dat synodus erachte, dat sulckes niet stryde
tegen het intent der Hoog Mogenden Staten Gtenerael, gelyck blyckt uyt
voorgemelten harer Hoog Mogentheyden project, datnamentlyk van desen
vyf puncten alsoo sal worden gehandelt, dat doch de suyverheydt der
leere altijdt sal worden beholden.
Van de generalia ende specialia gi-avamina ad nationalem synodum niet
sander consent der m. h. Staten desci' pronncie i). — 2. Hebbe synodus
die gestelte soo generalia als specialia gravamina twaer goetgefunden ad
synodum nationalem te brengen , a verst met deser conditien dat deselvige
den Mogenden Staten deser provincie eerst sullen bekentgemaekt werden ,
und daerop hare Mogentheyden consent und approbatie versocht worden,
synde daermit deputati synodi belastet, und dat synodi meeninge niet
geweest was , oock noch niet ware in deser saecken buy ten kennisse ende
believen harer Mogentheyden het geryngste te handelen oft te attenteren.
4. Antwoort D. D, Gociongae, op het voorgaende dricpoincten te hedyncken
gevende, — Op dit voorstel und verclaringe, by D. praeside gedaen, heeft
de E. E. D. GocKiNGA wytloopig geantwoordet , insunderheydt dat die
tegenwoordige heeren niet alleenlyck als gecommitteerden van Stadt unde
Landt, sonderen mede als ledematen der Gereformeerden kercken com-
pareerden, und dat hare E. E. eenig oogenmerck mede sy Godes eere
imde de ruste und stichtingo syner kercken, und daerop in tegen woör-
diger handelgnge voor alles sullen letten. Voorts begeerde syne E. E.,
dat synodus op folgende drie puncten wolde letten, waervan dit syner
E. E. gevoelen was.
i. Dat het stellen des oordeels over de 5 articulen tot praejudicium synodi
nat, ende tot opspraeck der partien soude strecken 2). — 1. Aengaende de
resolutien, van synodo over die 5 articulen genomen, dat ofwel synodus
van gemelten articulis, voor sooveel als die noch bekennet und geventi-
leert waren , conde haer gevoelen geven , doch niet dienstig solde syn tot
1) „provincie" YY voegt daarbij „te senden".
2) „strecken'' YY heeft „strecken ende geduidet wonlen".
355
beforderung der gemeenen saecken und afweeringei) der calumnien den
gecommitteerden daervan instructie te geven, als welckes niet alleen tot
praejudicium synodi nationalis solde strecken, sonderen oock den adver-
sariis oorsaecke ende gelegentheydt geven de handelyngen des synodi
nationalis te traduceren, alsdat sy, eer sy tot audiëntie gestellet, prae-
judicio synodonim provincialium aireede veroordeelt worden.
Dai het versoecken eener kerckenordininge in den synodo nalionali behoort
nagelaten te worden. — 2. Was den besluyt by den Hoog Mogenden heeren
Staten Generael over het holden synodi nationalis genomen entegen, dat
men sodanige gravamina , als eenige van den laetsten synodo gestelt syn ,
solde tot kennisse und oordeel synodi nationalis brengen, dan aengaende
het gravamen van de kerckenordininge hebben de standen deser provincie
int consenteren synodi nationalis conditioneert und bedongen, dat van
kerckenordining , daeraen men in dese provincie solde syn verbonden, in
synodo nationali gantsch niet solde gehandelt ofte gedisputeert worden,
warom synodus tot erholdinge van rust und eenicheydt in dese provincie
oock mede te eviteren die calumnien, van den adversariis tot vercleyne-
rung des ministerii veelmaels uy tgestrooy t , als wan die predigers der
overheyt sochten in haer ampt te grypen und derselven gerechticheydt
und hoocheydt in dit stuck aen sich te trecken, behoorde dit gravamen
gantschlycken uyt te laten.
Dat eenige andere gravamina hier connen afgedaen worden, — Voorts
dewyle eenige andere gravamina sodanig syn, dat sy, daervan genoegsaem
blyck und specification gedaen synde, in dese provincie wel connen afge-
handelt worden , derwegen onnoodig und tot vercleenerung deser provincie
was streckende deselve buyten deze provincie op synodo nationali tho
oordeelen.
Dat wol den synodo ioecoemt dejyersoonen te nomineren j maer den E, E.
heeren de commissie ende credentxbrief te geven. — Eyntlyck aengaende
die election und credentsbrief , van den synodo haren gecommitteerden
midt tho deelen gestellet, stonde twaer die election und nomination der
persoenen by den synodo, maer die commissie unde credentsbrieff by de
overheydt der provincie gegeven te worden, gelyck mede uyt den project
der Hoog Mogende heeren Staten Generael was blyckende.
Concluderende dat derwegen noodig sy op dese drie puncten wat
naerder te letten.
5. Resoluiien^), — Is goetgevonden dese drie puncten teen na het
ander te resumeren.
1) Boven „afweeringe" staat met dezelfde hand „refutatie".
2) „resolntien" YY heeft „resolutiones synodale»".
23^
356
Opt 1® pwict , dat hei speciad oordeel over de 5 artieulen sol nablyven. —
ünd aengaende het eerste punct volgende resolution eendrachtelyck ge-
nomen , dat die speciale uytdruckinge van het gevoelen deses synodi over
die voorgemelte artieulen gantsclyck sal nagelaten worden.
Commissie den gecommitteerden ad synodum ncUionalem over dit punct
mede te geven, — Und den gecommitteerden ad synodum nationalem acte
medegedeelt worden, dat sy geauthorizeert worden van desen synode te
handelen die vyf bekende puncten und die swaricheydt, daeruyt resulte-
rende , und te sien woe men mit ruste van der kercke (beholdende alty ts
die suyverheydt van der leere) deselve opt geboerlyckste solde konnen
nederleggen. Ende sullen sy met behoorlycke und volcomen ondersoeck
alleen öodes woordt ende niet eenige andere schriften thoe richtsnoer
nemen, waertho ende dat sy niet anders dan die eere Godes und rust
van de kercken en sullen voor ooge hebben, sy behooren met eede
verplicht te worden. Ende wat alsdan by die meeste stemmen voor goet
gevonden sal werden, sal voor een synodael besluyt und regel by ons
geholden und geaccepteert worden.
6. Is goetgevonden , dat die ander twee puncten in deliberatie genomen
worden tot margen, ünd is die vergaderinge wederomme gestemmet op
9 uren.
Sessio secunda hora 9 antemeridiana 24 Septembris.
1. tVersoeck der kerckenordining op den syn, naiio, sal nablyven '^y —
Heeft D. D. Winshemius den synodo te erkennen gegeven , dat aengaende
het ander punct van den gravaminibus , dewyle verscheyden gravamina
und dyngen in denselven voorvallen, der tegenwoordigen meenige was,
dat punctuelycken een gravamen naer het ander ponderiert ende daerop
geresol veert worde, gelyck gescheen.
Und is met believen der E. E. heeren tegenwoordicheydt van synodo
goetgevonden , dat gravamen 1""* , voor soovele hetselvige handelt van der
kerckenordining, soo int gemeyn als int particulier, wie und door wien
de beroepinge der dienaren behooren te geschieden, ad synodum natio-
nalem niet gebracht sonderen voorbygegaen werde, und synodus de
stenden deser provincie die abusen und onordiningen , soo in dit stuck
voorvallen, sal remonstreren und aenholden, dat hare Mogentheyden
sulcke abusen met behoorlycken ernst begegene und goede ordre handt-
have thoe bevoorderinge und voortplantinge der reyner leere und meeste
1) YY voegt hier nog bij: „ende sullen d'abüsen, die int poinct van beroepinge
nioogen voorvallen, aan d'Pxl. Moo. h. h. Staten deser provincie gereraonstriert
worden".
357
stichtinge der kercken Christi, waerin die tegenwoordig heere versocht
syn haer beste te doen tallen tyden, und synodus het beste verhoopt
2. Oelyckformicheyt in ceremoniën te versoecken, — Wat averst aen-
langt die gelyckformicheyt in kerckelycken ceremoniën te onderholden,
sal van den gecommitteerden op synodum nationalem voorgestellet iind
versocht worden, dat gelyck op het stuck van de leere also oock hierop
gelettet worde, dat gelyckheydt und eenparicheydt in den dienst und
feestdagen na gelegentheydt der plaetsen und meeste stichtinge mochte
observiert worden.
3. Eheordininge te versoecken sal nablyven. — Oravamen 2"™ van de
eheordining is geresol veert , dat mede sal uytgelaten worden, und die
misbruycken und sonden , soo in den ehestandt hier thoe lande voorfallen ,
van den predigeren der dassen den deputatis synodi und door dieselvige
den E. E. heeren (Gedeputeerden sullen bekendtgemaecket worden, dat
deselvige amptshalven daerinne doen na behooren.
4. Maar sal deselve aen heeren deser provincie versocht worden, —
Wordt oock goetgevonden , dat men voortaen instantelycken aenholden
sal , dat eene gewisse eheordining by den stenden deser provincie , waema
een yder sich hadde te reguleren, gestelt werde, gelyck sulckes in onse
kerckenordiningen belovet is.
5. Men sal ad synodum nationalem niet brengen de gravamina van den
misbntycke der geesiel, goeder ^ van den conventiculen der Papisten etc,^
van den lietbieren ende legibus sumjytuariis ^ maer wel vant dansen der
lidtmaten, — Is onnoodig und verachtsaem befonden folgende gravamina
4
op synodum nationalem te brengen , als gravamen 3""* van den misbruyck
der geestlycken und kerckelycke goederen, gravamen 4""* van de con-
venticulen der Papisten und Wederdooperen , gravamen 5""* und 6""™ van
den onbehoorlycken lietbieren und legibus sumptuariis, sonderen dat
deselve in dese provincie op behoorlycke plaetsen renionstreert unde
decideert werden, uytbesondert wat gestellet is van den onbehoorlycken
dantsen in den lidtmaten der Reformeerden gemeenten.
Is bestemmeti) op drie uren namiddag wederom te vergaderen.
Sessio 3* hora 3» pomeridiana 24 Septembris.
1. Particularia gravamina sal men ad syn. nationalem brengen, —
Syndt gravamina particularia revideert und alsnoch noodig befonden, dat
1) „Ijcstemmet" YY heeft „beslooten".
358
deselve ad synodum nationalem gebracht \ind desselvigen advys daerop
versocht worden.
2. Credentibrüf des synodi gelesen ende op sekere conditie geappro-
beert. — Aengaende dat derde punct van de credentien is de credentzbrief ,
van den synode gestellet, voorgelesen und daerin eenige woorden veran-
dert, und 800 veel mogelyck den project der Hoog Mogenden heeren Staten
Generael conformeert synde geapprobeert , doch mit dese conditie dat
sodanige credentzbrief des synodi in synodo nationali niet overgelevert
noch te voorschyn gebracht werde, idtsy dan dat die gecommitteerden
uyt d*ander provinciën met dergelycke credentien van haren synodis
instrueert syn und dieselvige den synodo nationali vèrthoonen.
3. Wort gevraecht , 1, offer eenige meer gravamina waren , 2. of synodus
oen den geeligeerden persoofien ad syno. nation, hoer benoegen hadden. —
Is van den E. D. Winöhemio gevraget: 1. of oock eenige andere soo generalia
als particularia gravamina voor te stellen waren , waerop omvrage gedaen
und niet ingebracht worden, soo noodig erachtet is boven die voorgemelte
gravamina op synodum nationalem te brengen;
2. of de synodus aen den geeligeerden persoenen haer contentement
hadden, waerop omgevraegt synde is geantwoordt, dat het synodus by
voriger election uud nomination laet verblyven.
Is besloten raargen op halfachten wederom te vergaderen.
Den 25®" Septembris is ultima sessio geholden hora 8 antemeridiana.
1. Voorstel van de saecke Arnoldi HübinguI) tot Wirdum om die ie
resumeren. — Heeft de E. E. D. Gocionga proponeert, dat die sententie
by synodo over de beroepinge , aen D. Arxoldum Hubingium l) tot Wierdum
efgaen, erachtet wordt te strecken tot nadeel der coUatoren und infrin-
gering harer gerechticheydt, derwegen op erforderung der landtsstenden
(deeren sententie op den landtdag, over die voorgemelte sententie des
synodi genomen, voorgelesen is) behoorde resumeert te worden. Is oock
mede D. Verrutius rentmeester compariert und verclarung gedaen, welcker-
gestalt die beroeping aen D. Arnoldum HubingiumI) ergaen.
Is na erwegung der saecken van den E. D. WmsHEmo voorgestellet , dat
die volgende reden in des synodi resolutien gestellet, daermit deselvige
niet tot nadeel der collatoren mochten misdudet worden, dergestalt
verandert worden, dat de E. E. heeren collatoren sullen versocht worden
eenen pastoren aldaer (soo geen reconciliation 2) tusschen D. Arnoldum
1) „irubingii" YY heeft „Houbingii".
2) „reconciliation" verbeterd naar YY. Onze cod. en ZZ hebben „resolution". ZZ
teekent op den rand aan: „forta. reconciliation".
359
und der gemeente kan gedrapen l) worden) te stellen , daer die gemeente
mit reden niet op hebbe te praetenderen.
Syn twee predigers na Wirdum gesonden 2). — Is voor goet gef unden ,
dat uyt desen middel twee predigers aen die caspelluyden toe Wirdum
afgeveerdiget worden om thoe versoecken, oft D. Hubingiüs und die
caspelluyden solden connen reconeilieert worden, und daervan rapport
doen aen die E. E. heeren Gedeputeerden des collegii. ünd sind daertho
gedeputeert D. Andueas Stratejüannus ende D. Bekxhardüs Andreae.
3. Ttvee predigers versocht om op den synodum tot Delf te verschynen ,
moer om redenen geexcuseert. — Is een missive van de classe Dordracena
ad ministerium deser provincie gesonden und van D. praeside voorgelesen ,
daerin versocht wordt, dat uyt dese provincie mochten 2 predigers ge-
sonden \md volmachtiget worden om haren synodo, die den 8«o Octobris
stilo novo binnen Delf sal geholden worden, mede by te wonen om, gelyck
te voren gedaen, goede correspondentie tusschen die kercken deser pro-
vincie und de hare te onderholden.
Dewyle averst de tydt te cort is und dese synodus selvest doende is
om praeparatie te maecken tot den synodum nationalem, is goetgefonden
dat nomine hujus synodi aen den gemelten synodum in Delff geschreven
werde, dat men om voorgemelte reden voor ditmael haer begeerte niet
heeft connen voldoen.
4. Wie den gecommitteerden ad synodum nationalem sullen volgen , soo
eenige derselver door sieckte verhindert unerden, — Is oock besloten, dat
ingevalle van den gecommitteerden ad synodum nationalem yemants solde
door lyvesswackheydt verhindert worden, dat hy niet conde vertrecken,
denselven sullen succederen , die soo volgens de meeste stemmen hebben ,
als wegen die stadt und Oldampt D. Beunhardüs THEonoiua, hebbende
twee stemmen, D. üchtemaxxus een stemme, D. Wigboldus Homeri acht
stemmen; wegen die Omblanden D. Borgesius 5 stemmen, D. Andreas
Stratemannus 3 stemmen, D. Bernhardus Andreae 4 stemmen.
Und dewyle aengaende de olderlyngen soo van stadt als vant landt
die meeste stemmen sich steecken, soo sindt opt nieu met de meeste
stemmen gecoren om den gecorenen olderlyngen, soo die of een dersel-
vigen door kranckheydt of andersins verhindert werde te trecken, sullen
succederen, als wegen der stadt die E. E. Wu^helm Barnda, vant landt
de E. E. Reindt Albarüa upt Sant.
1) „gedrapen" in alle codd. Zal moeten zijn : „getroffen" of iets dergelijks.
2) Op „gesonden" volgt in YY „omme onderlinge versoeninge tosBchen D. Hou-
1)ingiuui pitótoren und die caspelluiden van Wirdum the treffen, soe docnlick".
360
[5J1). Aldus is dese synodale handelynge geeyndiget iind mit den
gcbede besloten, oock van allen aenwesenden h. broederen mit eygener
handen ondergeschreven desen 25®'» ISeptembris anno 1618.
CoRNEUüs HiLLENius, synodi praeses.
WoLFGAXGUS Agrioola , assessor.
Georgius Placiüs, scriba.
HuBERTUs Brucherus, p. in Haren.
E. Halbes, licentiaet 2) , senior.
TiTus Theodori, p. in Slochteren.
EIegnerus Wolfiüs, p. in Weiwerdt
JoAanMus ZoRius, p. in Loppersum.
W. Waliravius, p. in Westererabden.
JoiiAN Ruffelardt 3) , senior.
Andreas Strateman, p. in Suytwolda.
JoACHiMus BoRGEsroa, p. in W. Wydtwert
Johannes ScHMALznjs, p. in Tynallinga.
Petrus Crusius, p. in Saxumhuysen.
Berxh^vrdus Sagittarius, p. in Enerum.
Bernhardüs Axdreae, past. in Tesinga.
EvEUHARDus V^vLCKiüs, p. in 01de Nienhove.
Stephanus Khonfüs, p. in Bortange.
WiGBOLDUs Homerus, p. in Midtwolda.
Johaitnes Lolingius, p. in Noortbroeck 4).
Acta sijnodi Groningensis ^) anno 1619.
Also S. Gn. ende die E. E. heren Gedeputeerden van stadt Groningen
ende Ommelanden einen synodum provincialem tegenss den 21 Junq binnen
Groningen tho holden hebben uthgeschreven , sindt darup undergeschreven
personen ter plattze ende tydt erschenen, alss:
ex classe Groningana:
D. Bernhardüs Theodoiuci, p. in Groningen,
D. HüBERTüs Brucherus, p. in Haren,
die E. hochgelehrde D. Egbertus Halbes, 1. senior;
1) „[5]" naar YY.
2) „licentiaet" is later l)oven den regel bijgeschreven.
3) „Ruffelardt" YY heeft „Ruijffelaert".
**) Hierop laat YY volgen: „Actorum synodalium anni 1618 finis" , ZZ „finis".
5) Op „Cironingensia" laat YY volgen: „quae est XXVH in ordine".
361
ex classe Dammonensi :
D. HiDDo Lamberti, p. in Farmsum,
D. Reonerus Wolfius, p. in Weijwaert,
D. Bernhardus Iin)EMAl), p. in Harckstede;
ex classe Loppersumana:
D. Henricus Hoübingius, p. upt Sandt,
D. Lambertus Henricides, p. tot Wittewijnira ,
ü. Wilhelmus Walrave, p. tot Westeremden ;
ex classe Middelstumana :
D. WoLFGANGus Agricola , p. in Bedum,
D. Ain)REAS Straetmannus , p. in Suitwolde,
D. JoHANNES Alberti, p. in Noortwolde;
ex classe Enrumana:
D. Bartholomaets Billerbeke, p. in AVarffhusen,
D. Petrus Crusius, p. in Saxenhusen,
D. Adolfus Stükerus, p. in Wetzinge;
ex classe Suithormiana:
D. Samuel Smaltzius, p. in Suithonn,
D. JoHANNEs LuBBERTi, p. in Grijpskerckc ,
D. Marcus Marsmannus, p. in Wijrum;
ex classe Oldamptina:
D. Wigboldus Homeri, p. in Middewolda,
D. Rembertus GEORGn, p. up die Meden,
D. Bernhardus Qoldsweerden , p. tot BleyhanL
2. Heft dn. Wolfgangus Aqrioola, assessor dess vorigen synodi, in
absentia dess gewesene praesidis den synodum mit dem gebett angefangen.
Damp sindt die credentzbrieven overgeleevert , ende iss censura monim
over die anwesenden broedem geholden, ende iss nicht beswaerliches
vorgefallen, darup jemandt sessie mochte geweigert worden.
3. Hierup iss man getreden tot die electie dess praesidis, assessoris
et scribae, und sind bq die meeste stemmen geeligeret in praesidem
D. Bernhardus Theodorici, in assessorem D. Andreas Straetmannus, in
scribam Samuel Smaltzius.
4. Also die ordeninge tho predigen an het classis van Enrum gekomen
iss, heft het classis angenomen up thokumpstigen Woenssdag den dienst
te verwaeren, ende heft also D. Adolfus Stukerus denselven verrichtet.
1) „Indoma" YY heeft „de Indema"
362
Sessio 2 antemeridiana et poraeridiana 22 Junq.
1. Na gedaen gebett heft D. praeses proponeret, oft het ock nodig,
dat jemandt van den D. D. professoribus academiae in unse synodale
vergaederinge gefordert worde.
Res. synodus, dat man het voor ditmael sal laten berusten ende ver-
wachten die kerckenordening dess synodi Dordracenae om sick hiema-
maels daemae tho reguleeren.
2. Sindt twe uth unsen middel, alss D. Wolfgangüs Agricx>la ende
D. Bartholomaetjs Billerbeke affgefehrdiget om bij den E. E. herm
Gedeputeerden an tho holden, dat haere E. wolde believen twe uth
haeren middel tho senden om den synodo bq tho woenen.
Damp sindt in synodo erschenen die E. E. heren Geert Hornkens
ende Eembt Rengerss.
3. Sindt die vorige acta dess synodi Dammonensis vorgcnomen tho
revideren ende nafolgende consideratien daerover gefallen int bqwesend
der heren deputatorum dess verledenen synodi, die up begehrend dess
synodi sindt gecompareret ende up nafolgende puncten relaess gedaen.
4. Ad art. G sess. 2 werd befunden, dat D. Stephanus Cohniijb syn
testimonium examinis dem synodo noch haeren deputatis niet heft ver-
toenet. Sal derenthalven noch geholden sijn den thokumpstigen deputatis
tho verthoenen.
5. Ad art. 11 sess. 2, dat die kerckengoeder nicht mochten miss-
bruicket ende verfrembdet worden, damp hebben die deputati synodi
ein seker register van kercken, pastorijen, vicarijen, praebenden, kosterqen
ende calendengoederen int oosterdeel liggende i), alss Hunsinga ende
Fivelingoe dem synodo overgegeven , nae welches hiemamaels sal achtinge
gegeven worden, dat na dit register nichts moege veralieneert worden.
G. Ad art. 3 sess. 3 , van dat coUectum dess pundtgröthes hebben die
deputati synodi driehundert daler verleden jahr entfangen ende dieselvigo
der stadt Groningen op rente gedaen, jahrlicx 21 daler daervoer tho ge-
nieten nae luith dess verzegelden brieves, van der stadt entfangen ende
dem synodo vorgelesen. Daerop D. Cornelixjs Hilleniüs ein boeck ver-
ordineert, darin die rekenung van deser handelung sind angefangen tho
noteren.
Bij dissem iss vorgestelt , oft niet die personen , so undertekent hebben
ende noch niet betaelt, schuldig sind haere belovede penningen op tho
brengen.
1) „liggende" ontbreekt in YY.
363
Res. synodus, dat diesel vigen sullen geholden sijn nae hiith haer egen
handen tho bethalen, ende dat nae ordenung der articulen dieses wercks.
EntUeken also die anwesene broeders van haere classicale mitbroeders
liet pundtgroet voor die weduwen nae luith der articulen niet hebben
mitgebracht, res. synodus, dat die tegenwoordige heren broeders sollen
geholden syn nu ter plaetze nae ordenung der articulen haer geit tho
erleggen, ende die niet praesent hebben, sollen mit die andere classicalen,
denen het die tegenwoerdige broeders sollen eerster gelegenheit tho weten
doen , dat sie samptlick haer geit sullen contribueren met ock denselvigen ,
die daer hebben undertekent ende noch niet betaelt, bij cassatie van
haere naem tegen thokumpstigen Jacobi, welcker werd sijn den 25 Julij,
erleggen ende bethalen.
7. Ad art. 4 sess. 3 van den duivelbanner in den Dam wort het
classis in den Dam ende einen ideren prediger vermaent achtinge op
hem ende sine wercken tho geven, updat men etwas gewisses daervan
mochte bekomen om dat der overheit over tho leveren.
8. Ad art. 1 sess. 4 van den schoelmeisters , so haer tractament van
der provincie genieten, sollen jaerlicx den rentenieister testimonia van
classe oder haeren predigern exhiberen.
Respondent!) D. deputati synodi, dat sie bq dem E. rentemeister Ver-
Runo hebben angeholden. Daerop antwoordt entfangen , dat hie hem hier-
naemaels daema wille reguleren.
9. Ad art. 4 sess. 4, dat geimpedieret moege worden, dat gene
studenten uth dese provincie in der Jesuiten schoeien gesonden worden,
hebben D. deputati hierin haer devoir ock gedaen, ende werd den vol-
genden ock belastet om bij die E. E. heren an tho holden, dat haer
wolde believen haer placaet, vor dissen hiervan gepubliceert , moege
geexecuteert wordeu.
Ende bij desen siet ock het synodus vor goet , dat dem E. rentemeister
wolde believen den D. deputatis daer ock kentnisse van te openen, dat
sie mogen weten die namen van den alumnis studiosorum provinciae.
10. Iss ock noch den D. deputatis van dem synodo belastet bij tijden
by den E. E. heren an tho holden, dat haer wolde believen door haer
placaet en die vastelavenslopers ende bieren tho verbieden.
11. Ad art. 6 sess. 4, dat die schendlicke missbruicken im h. ehe-
standt moege afgeschaffet worden, res. D. deputati, dat disse sake doer
1) „respondent" naar YY. Onze cod. heeft alleen de verkorting „Rd."
364
deselver vortreck na Hollandt up het synodus national. noch niet iss
gereraonstreert.
Bekstet derenthalven synodus den folgenden deputatis hierover bq die
E. E. heren an tho holden, dat die abusen mogen afgeschaifet worden.
12. Ad art. 2 sess. 5, dat die dootschlagers uth dese provincie mochten
removieret worden, res. synodus, dat die ü. deputati dar noch sullen
achtinge up nehmen ende anholden, dat die placaeten, b^ die E. warifs-
heren genomen, ter executie moegen gestellet worden.
13. Ad art. 3 sess. 5 van die sake D. Adolfi van Besten, woeveer
hie met sijn process tegens den E. Reint Alberda ende Sweer Hoenricx i)
gekomen sij, refereren D. deputati, dat sie hebben den E. Sweer Hoen-
ricx i) na haere last angesproken, fragende oft hie bq sinen woorden
wolde stendig bliven, die he van D. Adolfo gespargieret hadde. Darop2)
geantwoordet , wat hie gesecht heft, waar tho sijn, maer dat hie hem
niet will alss ein ankleger tegen D. Adolfüm sisteren. Helft dan bq
desen het synodus voor goet gefunden, dat die D. deputati met hem
Adolfo wolden an die E. E. heren hofftmannen gaen, dat sine sake
mochte verfordert worden.
14. Ad art. 6 sess. 5 van die combinatie van Marsum, an D. Johannem
LiVXTENimi gedaen, wordt het classis van dem Dam tho reden gestelt,
warumb het classis na luith der resolutie dess vorigen synodi die com-
binatie niet hebben gecasseert. Hijrup het classis haere verantwoordinge
gedaen, dat het classis haer devoir naer luith der vorigen acten gedaen
heft, dat sie nomlick D. Laxtenium niet ad examen admitteert, veel
weiniger pro membro classis hebben accepteert, ehr ende bevoer he die
combinatie hadde goi*esigneert. Dit gedaen sqnde, heft het classis hem
admitteert ende pro membro classis accepteert. Darop hebben die van
Marsum eine nije beropinge an hem weder uthgebracht
Dat dusse selvige beropinge bethher noch iss getolereert, heft het
classis disse oorsaken ingebracht: ten eersten dat die kercke musste
bedient worden, ion anderen dat die siekentröster in den Dam Jan
WiLCKES, die tot einen prediger tot Solwert is heropen ende na disse
combinatie trachtode, niet konde thogelaten worden, dewile het classis
hem den siekentroester inhabel ende unduchtig noch ter tijdt tot disse
bedieninge achtede.
Het synodus dith verstaen hebbende injungeert den classi Dammonensi
1) „Hoenricx" YY en ZZ hebben „IIoendrLx".
-) „darop'' YY heeft „daarop hie".
365
alssnoch ernstlick haer tho reguleren na die vorige resolutie ende die
nije beropinge, so an Laxteniüh gedaen, casseren.
15. Die saken Jan Wilckes siekentroester in den Dam selvest belangende,
diewelcke tot einen prediger van die E. E. heren collatoren tot Sohveert
beropen iss, ende up disse beropinge ter benoemder plaetze, noch niet
geexamineert synde, ohne consent dess classis geprediget ende die sacra-
menta geadministreert , konde hie niet van voorbenoemden classe tot den
examen geadmitteert worden, ehr ende bevoer hie schultbekenninge gedaen
liadde, welckes na luith classis protocol, darin sine actie wijthlöpig be-
schreven iss, opentlick gedaen ende umb vergifFenisse gebeden, darop
het classis ein examen met hem angefangen.
Dith het synodus also verstaen ende op alle saken gelettet, so veror-
dineret het synodus , dat twe van den deputatis synodi haer in den Dam
verfögen solen umb dit examen bij tho wonen ende met den classe in
der saken doen naer behoer.
Sessio 4 antemeridiana 23 Jun\).
1. Fusis precibus iss die sake van den siekentröster Jan Wilckes in
den Dam wederom vorgenomen tho revideren , ende na naerdor deliberatie
beschieten, dat vorbenoemde persene tegen ankumpstigen Frijdag, welcko
werd sijn den 25 Junq , sal geciteret worden , darop ein citatie an hem
verfehrdiget.
2. Iss men voortgefahren int lesen der acta synodalia dess verledenen
jahrs.
Ende gekomen ad art. 4 sess. 6 int stucke van appelleren a classis
sententia ad synodum, res. synodus, also die sake thot summige tijden
niet konen beth up naestkumpstigen synodum uthgestelt worden, sal die
requirant sick addresseren ad deputatos synodi.
3. Ad art. 5 sess. G, also bij die E. E. h. keine resolutie genomen iss,
dat D. deputati synodi dem examen solen bijwohnen, die daer geschehen
a professoribus theologiae in academia öroningana, res. synodus, dat D.
deputati synodi alssnoch sullen anholden om copiam van dusse resolutie
a D. professoribus tho erlangen.
4. Ad art. 6 sess. 6, dat Enum mit einen egen prediger sal versehen
worden, darop heft het classis van Loppersum bericht gedaen, dat die
van Enum doende bint om einen prediger tho beropen, alss noemlick
Wesselum Sögelman, nu thor tydt schoelmeister tot AVirdum. Ende also
he dem classi ten erstenmael eine unformelicke beropeninge heft getöhnet,
iss ehm van classe injungeret op naeste classicale vergaderinge eine
ordentlicke beropinge tho thonen.
3GG
Darop het classis van synodo werd vermaenet ende injungeret, dat sie
willen achtinge geven ende anholden, dat het ordentlick ende spödelick
sovoel mögeliek moge verrichtet worden.
5. Ad art. 7 sess. 6, dat die collatoren der kereken niemand thot
oinen prediger wolden heropen, voer ende alehr sie güde testimonia a
classe oder D. professoribus gesehen hebben, hiervan relateren D. deputati
synodi, dat sie dit punct den E. E. heren hebben geremonstreert ende
darop ein favorabel apostill erlanget, dat haer E. E. up het allerfl^tigste
darop achtinge willen nehmen.
6. Ad art. 9 sess. 6, dat den Wederdöperen int Oldampt gene ver-
gaderinge moge thogelaten worden , res. syn. dat D. deputati hierom by die
E. E. borgemeisteren ende raht sollen anholden umb tho verboden worden.
7. Ad art 10 sess. 6, also eine resolutie bij die E. E. warflFsherren
iss genomen over het punct van die heemlicke copulatie der Wederdöperss?
ende den deputatis iss belastet hiervan copiam tho lichten, res. D. depu-
tati , dat sie hierin rait flythe hebben gearbeidet by D. secretarium Julsixo ,
maer noch niet entfangen.
Belastet derenthalven synodus, dat folgende deputati dit sullen ver-
fehrdigen.
8. Ad art. 1 sess. 7 l) belangende die handelung D. Antoxh Strom-
BERon, iss afgehandelt.
9. Ad art. 1 sess. 8, dat einen prediger noch die E. heren collatoren
behoeren liaere stemme tho kopen ende verkopen , item art. 2 sess. 8 vant
contract, dat summige collatoren kerckvoegden mit hoeren pastoren, den
sie annemen, maken, item art. 4 sess. 8 van die profanatie dess sabbaths,
item aii;. 4 sess. 8 van alle imordeninge, so up den sabbath geschehen,
item art. 12 sess. 8 van inhibitie umb die papisten boeken tho verkopen ,
van disse puncten relateren D. deputati , dat sie dieselvige in haere remon-
strantie den E. E. heren Gedeputeerden hebben overgegeven , ende damp
hefft D. HiLLENius die overgegevene remonstrantie dem synodo vorgelesen.
Ende also hierup noch gene apostil van den E. E. heren iss gefolget
umbt vertreck der deputatorum ad synodum nationalem, so wordt van
synodo belastet, dat die folgende deputati disse ende andere mehr, so
haer in disse acten worden gerecommendeert , avermaels den E. E. heren
over tho leveren ende an tho holden, dat haere E. E. wolle gelieven die
saken tho maintineren ende soovele moegelick die abusen remedieren.
1) „7" ontbreekt bij YY.
307
10. Ad art. 5 sess 8 ende G art. ejusdem sess., dat niemandt sick
eenige beropeninge oder dienst sal anveerden ende int ministerinm treden
ohne consent dess classis, res. synodus, dat het sal bliven b\j die vorige
resohitie.
11. Van het predigen in die classicaele vergaderinge oder hoere dis-
putationes werd differeert, beth men entfanget die kerckenordnung dess
synodi nationalis.
12. Van die ungedoepte personen tho copuleren, item het judicium van
die doepe , so geschehen van den ummelopenden papen , hiervan werd ock
verwachtet die resolutie dess synodi nationalis met die kerckenoi'dnung.
13. Het synodus belastet noch haeren deputatis , dat sie solen anholden
bij den E. E. magistraet, dat die reliquiae papistarum gantzlick mogen afge-
schaffet worden, alss die altaeren tho Siddeburen, Nuijs ende Calepende
ende het sacramenthuijsien thot Unstwedde met noch andere, waer sie
moegen gefunden worden. Item imgelijcken solen D. deputati anholden, dat
die danssschoelen beide in stadt ende ümlanden moegen afgeschaffet worden.
Sess. 5 pomeridiana 23 Junij.
1. Praeraissis precibus iss D. praeses voortgefaeren int lesen van die
vorige acten ende gekomen ad art. G sess. 9, darin den D. deputatis
synodi belastet wass mit D. D. Ravenspergero te spreken, dat die
studiosi theologiae, ende sonderling die haer exerceren in concionando,
haer wolden matigen int habyt haerer kledern.
Resp. D. deputati, dat sie van disse sake mit dem heren professoren
gesproken hebben, ende sovoel moeglick dat darin sal geremedieret worden.
2. Ad art. 7 sess. 9 van het wedderdruckent des Heidelbergischen
Catechismi mit die Nederlandische Confessie res. synodus, dat die sal
uthgestelt worden ende berusten up het werck, dat het synodus nat.
hierin gedaen heft.
Hiermit sind geendiget die vorige acten dess synodi Dammonensis.
3. Sindt die acta dess eersten praeparatoriae synodi van verleden
heriïst vorgenomen tho revideren ende van D. praeside gelesen, maer
darin iss niets nothwendiges um tho noteren vorgefallen.
4. Iss men getreden tot revisie der acten dess laesten synodi praepa-
ratoriae. Ende ock van D. praeside vorgelesen, iss demgelycken niets
nothwendiges [vörgevallen] i) um in dese acten te insereren , maer ver-
wachten up die puncten het relaess van den D. deputatis synodi nationalis.
1) „[vörgevallen]" aangevuld uit YY.
368
Sess. 6 antemeridiana 24 Jun^.
1. Finita precatione iss D. Johannes Wolfiüs, pastor tho Leens, np
sijn begerend ingefordert Ende audiëntie vergündt heft hie dem synode
eine schrift overgegeven, darin hie van dem E. E. juncker Juliüs Meckema
ende die gemeente tho Hoerhusen begeret wordt, dat hie ein jahr lang
Hoerhusen met bedienen wolde. Hefft darop begeret, dat die combinatie
hem mochte vam synode geaccorderet worden. Daerup heft het synodus
het classis van Eennim verstaen, wat van haer in die sake gedaen iss.
Und also het synodus verstaen heift, dat het classis up alles heft
gelettet ende niet goetgef unden , dat die combinatie stichtlick kan D.
WoLFio concedieret worden, res. synodus, dat sie het laeten berusten bij
die sententie dess classis van Eenrum. Word derenthalven D. Wolfio
belastet und injungeret van die combinatie afstandt tho doen.
2. Hefft Martinus Kerckman ein request dem synode ingelanget, be-
dagende sinen soberen standt ende begei-et van dem ehrw. synode ein
subsidium. Dith het synodus behertigende heft em 7 carolsgulden verehret.
3. Sind die gravamina, so dem synode sind overgegeven, vorgenomen
ende geventileert
4. 1 Gravamen, dat die profanatie dess sabbaths insonderheit under
den gottesdienst als door lotterijen, pachterijen, gökelqen etc, die ge-
spöret worden tho geschieden, mogen afgeschaffet worden.
Res. synodus, also dese puncten van den D. deputatis synodi in haere
i'emonstrantie van den E. E. heren sindt geremonstreert, so resol. synodus,
dat ein jeder prediger, dar hie hierin abusen Undet, sal geholden sijn
dith den deputatis synodi over tho geven, die solen geholden sijn dith
den E. E. heren Gedeputeerden vor tho dragen.
5. 2 Gravamen, dat die conventiculen van allerleij secten. Papisten,
Mennisten etc. mogen afgeschaffet worden ende van den redgeren niet
gemainteret tho worden.
Res. Dit word D. deputatis noch belastet hierover bij die E. E. heren
ferner an tho liolden.
6. 3 Gravamen, oft geen middel kende verschaffet worden , dat sulcke
redgeren (met beleit nochtanss der E. E. hovelingen) konden gestelt
worden, die selvest geen vianden en waren van die religie maer ten
minsten diesel ve thogedaen.
Res. synodus. Dit punct werd uthgestelt, beth die acta synodi nat. sind
van die hoge overhelt gearresteert.
7. 4 Gravamen, dat die uthgeschreven mandaten van bededagen an
3G9
tho stellen, unordnung der vastelaven tho verbedên etc. tot meerder
contentement so der predigern alss der gemeenten, die sie vorgelesen
behoren tlio worden, henforder mochten gedrucket ende einen ider pre-
diger ende dat by tijdes een exemplaer daervan gelaten worden.
Res. synodus. Wordt den deputatis synodi belastet bij tij des bij den
E. E. heren Gedeputeerden an tho holden, dat die mandaten frohe ge-
noech ende gedrucket ommegesandt mogen worden na gedaener thosage,
van den E. E. herrn an den deputatis synodi gedaen.
8. 5 Gra vamen, dat doch mit flijte moge angeholden worden, dat
den olden predigern, die olderdomshalven nicht stichtlick dem predigtampte
mehr bedienen konen, mit ein behoerlick underholdt versehen worden.
Res. synodus, dat die classes solen geholden sijn speciale exemplen
den deputatis synodi over tho geven. Dieselvige solen haer beste doen
hierover bij den E. E. heren an tho holden.
Hierop heft het classis van Suithorm den olden pasteer Johannem
Elingium vorgestelt volgende der kerckenordnung art.
9. 6 Gra vamen, wat vor ein censura sal worden [geholden]!) over
die predigers , die ungedoepte und ungeproclameerde personen uth andei'e
ordern herlopende copuleren.
Res. synodus. Also in desen punct gepecceret iss tot Groningen, sind
hierup van synodo gefordert die boeckholder van die matrimbhiale saken
met die beide oosters umb reden tho geven, warum sulcker personen
naemen2) sind overgeven den predigern umb tho copuleren.
10. Sind die testimonia examinis gelesen van die predigers, die dit
jahr ad ministerium sind thogelaten, alss ü. Rodolfi Ovinou, pastor in
WarlTum, D. Arnoldi Hoübingii, pastor tot Wirdum, ende sqn a «ynodo
geapprobeert.
Bij dusscn worden D. deputati belastet tho letten up die testimonia
«
D. AuTopAEi, prediger in Delffzijl. Dessgelijcken 4 personen: Henricus
Siso tho Winschoot, Wesselüs Dorgelo tho Oestwolt, Johannes Fabricius
tot Unstwedde, und Johanxf^ Pir/ENius, p. in Saexum.
Sess. 7 pomeridiana 24 Junii.
1. Na gedaen gebede heft D. praeses ummegefraget , oft ock jemand
under den broederen dem synodo hadde etwas vor tho stellen. Darup
liebben enige classes uth den üralanden geantwoordet , dolerende over
D. Hexricum Rodolfi, prediger in Groningen, dat hie up den Sondag,
1) „[geholden]" aangevuld nit YY.
2) „sulcker personen naemen" naar YY. Onze cod. heeft „sulcke personen naem".
Actn Hijn. pi'ocinc. VII. 21
370
Misericordias Domini genoempt, welcker wass die 11 Aprilis, die dassen
ende predigers in den Umlanden opentlick in sine predige tot groete
seandale solde gelaederet hebben. Begeren darop, dat hie mag tho rede
gestelt worden. Iss darop ten eerstemael geeiteert tegen 4 nhir in synodo
tho compareren, maer iss niet gecompareert. Iss darop ten andermael
geeiteert tegen 9 nhir dess andem dages tho compareren.
2. HefFt die E. E. Dode van Amsweer ein boeckschen per dn. prae-
sidera dem synodo overgeven, welckes titul iss: Klagende request, prae-
sen teert an die tafel der anwesende h. Staten uith den Omlanden.
Ditselvige boeck iss den heren broedern dess classis Loppersiimanae
overantwoordet om te doerlesen ende darvan den inholt dem synodo
tho refereren.
3. Sind erschenen D. D. deputati ad synodum nationalem Dordracenam,
alss D. CoRNEUüs HiLLENiTJS, D. Georgiüs Placius, D. Wolfgangus Agri-
coLA, D. WiQBOLDUs HoMEiu, met hacre olderlingen alss die E. licentiatus
Egbertts Halbes, die E. E. juncker Johan Rüfleer. Ende heft D. Hillenius
in dem name siner medegedeputeerden in goeder ordnung ende int korte
refereret ende gerepeteret die vorneemste stucken ende puncten , alss het
sick int verhandelent dess synodi thogedragen heft, sowel bij den
Remonstranten als van der kercken sijde, ende vorneemlick die liefl^cke
broderlicke eendrachticheit inter orthodoxos so ecclesiastike alss politike
int besonder under haer int gemeen under malcander, door welckes alle
vorfallende saken in die lehre van beide so iiithheemsche alss inlandische
thosamen ende die puncten, so die eutaxia ecclesiae angaen, van die
inlandische besonder met alle eendrachticheit ende broderlyke lievede
afgehandelt ende tot een loflick ende gewunschet einde volnbracht ende
iiithgeföret, darvor die Heer ewigliok sij gelovet, welckes het synodus
tegenwoordig met goeden benögen heft angehöret.
Sess. 8 antemeridiana 25 Junij.
1. Praemissis precibus, also D. HENmcus Rodolfi up die andere citatie,
an hem van synodo gedaen, niet erschenen iss, iss ten derdenmael ge-
citeert om 3 uhiren na dem middag tho compareren.
2. Sind up bovengemelte citatie die bockholder Johan Hamminge over
die matrimoniale saken met die beide oosters gecompareret , ende befun-
den, dat 2 paer volcks sind gecopuleert ahne einige vorgaende proclamatie
ter plaetze, daer sie wonachtig sind, het eene paer up het Sandt, het
ander tot Wyrum wonachtig, die doch ock na Godes woord ende der
kerckenordnung niet konen gecopulei-et worden.
Synodus verordnet, dat vorgemelte Hahminge sal geholden sijn die
371
instnictie van deser ordnung dem synodo aut deputatis te vertonen. Het
synodus aut deputati diiss doorgesehen hebbende, sullen daerin doen
naer behoer. Ende also dem synodo noch niet vertoent, sind geholden
die D. deputati hierin tho versehen.
3. Hebben die oosters gedoleert, dat ook uith die stadt vertrecken
sekere personen, die hier sind geproclameert ende gene attestatie van
haere proclamatie gefordert om dem prediger ter plaetze te vertonen.
Ordineert het synodus, dat die broedem beide in Stadt ende ümlanden
in desen haer conform solen verholden geen personen tho copuleren, sie
hebben dan thovom van die plaetze, daer sie wonen oder thuess horen,
sekere attestatie van haere proclamatie vertoent
4. Iss ock up dess synodi citatie erschenen Johan Wilckes, sieken-
troester in den Dam , ende iss hem vorgestelt sijn unformlicke procedeur
tot den predigampte, alss die in den 15 art. sess. 3 iss verhaelet, ende
darop sine verantwoordinge angehöret. Erstlick bekent hie opentlick
hierin sehr gepecceret tho hebben, ende datselve ten deele siner swack-
heithalven ende ten deele, dat hie al tho sehr gestoont hadde up sine
beropinge ende door raht ende ansprekent sommiger personen. Darop van
hem gefordert die personen naemhaftig tho maken, so heft hie under
allen D. Kltnckhamerum, p. tot Jams weer, genomineert
Dit het synodus verstaen ende up allen wel gelettet, res., dat hie Jan
Wilckes hier opentlick vor het synodus ende daernae ock vor die gemeente
in den Dam sal schultbekennung und afbiddunge doen ende den also
hem classi Dammonensi gantzlick submitteren. Ditselve hem vorgestelt
sijnde heft mit sonderlinge leedwesen sine schuit bekent ende dem
synodo umb vergiffenisse gebeden, ende belovet dessgelycken ock sulcke
confessie vor die gemeente in den Dam tho praesteren ende sick dem
classi gantz subjicieren ende hiernamaels vorsichtiger tho handelen. Darop
het synodus uilh mitlijden ende gratie legen sijn persoen hem sine feile
vergeven ende, wowol hie ein scherpere censeur verdienet, alss dat hie
wol gantzlicken hadde behöret gerejicieret te worden , so leth het synodus
dennoch berusten by die sententie, in den vorigen 15 art. sess. 3 vervatet.
5. Bij diissen belastet het synodus dem classi Dammonensi, dat sie
D. KuNCKHAMERUM ovcr vorbonoemde oorsake solen tho rede stellen ende
darna doen naer behoren.
Sess. 9 pomeridiana.
1. Fusis ad Deum precib. heft D. praeses vorgestelt, oft ock ein per-
soen, die sub censura steit, mag ad examen thogelaten worden.
Hes. synodus, quod non. Sal derenthalven dese regel van allen classen
24*
372
gcobserreret worden, dat niemand iinder e^nseur staende mag tot den
examen geadmitteert worden. Darover het classis Dam monensis hiertegen
gepecceert hebbende iss gecensureret worden.
2. Heft D. HiLLENiiJS die sententie over die V puncten, so up den
synodo nat. tot Dordrecht iss gepronuncieiet worden, item die kercken-
ordnung up hetselve synodus gecorrigeert , dem synodo vorgelesen.
Also nu mit diesen die D. deputati haer rapport dem synodo hebben
gedaen , beide van lasten dess synodi nat. ende ock provincialis , heft het
synodus haer bedancket voer haeren getrouwen flijthe ende arbeit, die
sie tot der ehre Godes ende erbouwinge siner kercken hebben angewendet.
3. Iss up vorscheiden citatien gecpmpareert D. Henricüs Rodolfi,
ende hem vorgestelt uith last dess synodi van D. assessore, woe dat
verscheiden dassen in erfaringe sind gekomen , alss solde hie die dassen
in den Omlanden opentlick van den predigstoel den 11 Aprilis hujus
anni gelaedeert hebben, indem dat sie die examina nicht lichtig solde
volfören, darher dan voel huijrlingen in der kercken tot den dienst
quamen. Daerup tho reden gestelt sijnde, heft hie sick verclaret.
Synodus sine verantwoordinge wel ingenomen ende up alles flitig und
rijpelick gelettet hebbende, befindet ende ordineert dennoch, dat hie hem
door sine vorgebrachte reden niet kan excuseren, maer veelmehr dat
solckes van hem iss geschiedt tot kleinachtinge der dassen, ock tegenss
die gewoenlicke ende gebruicklicke orden der kercke. Res. derhalven het
synodus, dat hie hier vor het synodus schultbekenninge sal doen ende
anloven hem henferner vor so unstiglicke und unbesunnen woorden te
wachten.
Dit hem van D. assessore vorgestelt sijnde, vermenende dat hie hem
hierna solde gereguleret hebben ende wederom met dem synodo gere-
conciliert tho worden, so heft liie hem nochtans boven vermöden der
synodale censeur niet underwerpen willen , maer iss met hevigen gemoete
vandaer gescheiden. Daerup liet synodus veroersaket iss die E. E. heren
borgemcisters daerover tho consuleren. Sind derenthalven van synodo
verordineert D. AramEAs Ptraetmaxnus , assessor, D. Wigboldus Homeri,
D. Bartholomaeus Billerbeke om an die E. E. borgemeisters tho gaen,
met haer van disse sake tho delibereren ende haer advyss tho horen.
Sess. 10 antemeri diana 26 Junij.
1. Finita precatione hebben D. assessor met bovengenoemde personen
sampt dem secretarie D. Henrico Schonenborch na haere last bij die E.
E. heren borgemeistern ende raeth, die sie vergadert funden, gegaen
ende der E. E. heren advyss ingebrocht, dat die E. E. heren • borgemèis-
37H
teren ende raeth [haer] i) laten welgef allen , wat het synodus in disse
sake gedecreteert hefft.
2. Iss D. Henricüs Rodolfi uitli last van den erb. raht avermaels
erschenen ende hem die bovenvermelte sententie vorgeholden. Darop heft
D. Hejntrïcub vam synode begeret, wat hio in disse sake tho voele gedaen
heft't, dat het synodus hem datselve wolde vergeven, ende angelovet
henferner vorsichtiger tho handelen ende verclaeret, dat hie up niemand
van den tegenwoordigen broeders etwass heft tho praetenderen.
3. Entlick sind in deputatos synodi erwelilet: D. Christophouüs Uch-
TEMANNÜS, D. GEOROnJS PlACIUS, D. AjS'DREAS StRAETMANNÜS , D. JOHANNES
LOLINOIUS.
4. Also die E. E. heren bovengenoempt dem synodo hebben getrou-
welick met raht ende daet bijgewoenet, sind die E. E. heren van D.
praeside hochlick bedanckt voer haere goede faveur, dem synodo bewesen.
5. Iss censura morum over die anwesene broeders geholden ende niet
censurabels vorgefallen, ende van D. praeside bedancket haeres tiytes
ende vermaent ferner in aller gottessfruchtigheit voort tho fahren.
Ende iss also met die dancksegginge tho öott het synodus in goeder
f rede ende enicheit beschloeten den 26 Juny anno 1619.
Berniiardus Tueodor. Nordanus, p. t. synodi praeses.
Andreas Straetmannus , p. t. assessor.
Samu>:l Smaltzitjs, p. t. synodi scriba.
HuBERTüs Brücherüs, ecclesiae Harens. et Noortlar. p.
Egbertus Halbes, ecclesiae Groning. senior.
HiDDO Lamberti Groothusius, in Farmsum pastor.
Reünehus WoLKius, pastor in Weiwaert manu prop.
Berxhardüs d'Indema, ecclesiastes in die beide Harcksteden m. propria.
Henricus HouBiNGitJs, v. d. m. in Zands.
Lambertus Henhicides, ecclesiastes in Post et Wittewienim.
Walraven 2), servns J. C. in ecclesia W. Emdana, p. propria.
WoLFOANGus Agkicola , p. iu Bodum.
JoHANNEs Alberti, p. iu Noortwolda.
B^vRTHOLOMAEUs BiLLERBEKE , p. iu Warffhuscn.
Petrus Crustcs, v. d. m. in Saxumhusen.
Adolfus Stückerüs, V. d. m. in Wetzingen.
JoHANNES LüBBFJiTi, pastor iu Orypskercke.
1) [haer]" aangevuld uit YY.
2) „Walraven" YY heeft „\V. Walraven".
874
Marcüs Marsman, v. d. m. in Wynim.
WiGBOLDTJS Homerus, pastor in Midwolda.
Rembertus Georgu, pastor ecclesiae Medanae testor.
Bernhardus Goldswerden, pastor in Blij ham ra. prop.
Dese acta synodalia sind van unss underg. deputatis synodi
mit dem originali gecollationeerl und darmit geljjcklüdende
befunden.
Actum Groningen den 19 Ang. 1619.
Christophorus Uchtemannus, prediger in Groningen.
Andreas Straetman, p. in Suitwolda.
Jo. LoEUNoros, p. in Noortbroeck 1).
Acta synodi provincialis , van dm eedlen eernvesten
heren Gedeputeerden der stadt Groningen ende Om-
melandepi uutligeschreveti^ ende in Appingadam gehol-
den op den 19^^^ Junij unnde volgende dagen anno
1620.
Sessio prima pomeridiana 19 Junij.
Sindt op desenn synodo uiith den respective classibus eerscheenen nhac-
volgende personenn:
ex classe Groningana:
D. CoRNEuus HiLLENiüs, p. in Groningen,
D. Christophorus Uchtemannus, p. in Groning. ,
der eerendtfeste imnd hoochgeleerde Egbertus Halbes , licentiatus unndo
amptman dess gerichtes, senior;
ex classe Dammonensi:
D. JoHANNES Laxtenius scnior, p. tot Holwqrda,
D. HiDDO Lamberti, p. toe Farmsnm,
D. Antonius Strombergius , p. toe Scharraer;
ex classe Loppersumana :
D. Henricus Houbingius, p. opt Sandt,
D. Joachimus Sorius, p. thoe Loppersum,
D. Lambertus Henricides, p. ten Post en Wittewirum;
ex classe Middelsturaana :
D. Andreas Straetm^vn, p. in Suidwolde,
1) Hierop laten YY en ZZ volgen „finis".
D. Wilhelmus Joannk, p. toe Hnisinga,
D. RuDOLPHüs OviNüius, p. toe Warifiim;
ex classe Eenerumana:
D. JoiiANNES ScHMALTZJus, p. tot Tinallinga,
D. Adolphüs Stükerüs, p. tot Wetzinga,
D. JusTiNüs Havenberoiijs , p. tot Saüwert;
ex classe Snithorrumana :
D. Samuel Schilvltziüs , p. toe Suidthorriim ,
D. JoHANNES ScnoNENBORCH , p. in Aedewort,
D. JoHANNES Haselbekius, p. in Tolbert ende Midwolde;
ex classe Oldamptina:
D. Gerharüus Assueri, p. thoe Suidbroek,
D. Bernhardus Goldsweerden, p. thoe Bleijham,
D. Henrïcüs a Freden, p. in Scheembda.
Hefft D. Andreas Straetmannus , assessor dess verledenn jaeres synodi ,
in absentia D. praesidis desen synodum mit dem gebede angevangen.
Sindt daerop die credentzbreve der classium oeverandtwoerdet , gelesen
ende geexaminieret wordenn, oifte daerinne oick eennige swaricheit
mochte weesenn.
Unde iss bevonden, dat eenige classes, alse te weeten Middelstumana
ennde Eenerumana, geenne genoechsame ratificatie der dingen, die in
synodo affgehandelet wordenn, haeren credentien hadden inverlivet, daer-
omme sie dan voermaenet sindt wordenn tot anderen tyden beter daerop
te letten.
Wat die personen anlanget, die op desen synodum sint gecommittieret
ende eerschenen, so iss vooreerst eennige consideratie gevallen oever die
persene Antonu Strombergii , oevermitz he onlangea sub censura gestanden.
Doch diewile die fratres classis Dammonensis verklaerenn, dat hie die
tijdt oever, de hie bij haer in haerem classe iss gewest, sick wel ende
stichtelick hebbe gedraegen, is he thoegelaeten worden.
Voortz is schwaricheit geraovieret oever die personen Adolphi Sttjkeri,
allse weleker ahm vorledenen sommer groete ergernisse begaen hadde
dorch prophanation des sabbaths, item Justini Havenberou, weleker
dorch sin onordentlick levent groete ergernisse solde geeven. Daerop dan
D. JoHANNES Schmaltziüs, wclckcr neffens hem uut dem classe Eenerumana
wass gecommittiert, verstanden, wat classis in solcken saeken mochte
gedaen hebben. Unnde diewijele diesulvige verklaeret in classe niet prae-
sent gewest te sijnn , allsse vann siilcken saekenn is gehandelet worden ,
so iss goetgeachtet haere classicale boeck te visitieren. Ende daermit die
synodus daerdoer niet te lange opgeholdenn wordt, helft men dree per-
37G
sonen, alse tho weten D. Corxeltuji Hillkxiüm, D. Wilhelmum JoHANias
unnde Johannem Schonenberg genouiinieret, welcker neifens D. Johannem
SciiMALTziuM dat classicale boeck doersien , ende wat dienaengaende daarvan
geschreeven an teekenen ende op negester versammelinge dem synodo
bekant maken solden, die sake so lannge differerende.
Iss men daerop veerner getreden tot election praesidis, assessoris ende
scribae deses synodi.
Ennde sint mit raeeslen stemmen naevolgende personen eligeret: in
praesidem D. Andreas Straetm annus , in assessorem ü. Christophorus
UcHTEMANNus, ende in scribam Johannes Schokenborch.
Iss vann D. praeside voergestellet worden, wie van denn broederenn
am kompstigenn Woensdage alhijer die predige solde doen. Alsoe dan
eenige daertegen gesproken hebben, iss entliken voer goet angesien, dat
jnen noch in die order, voermaels gemaeket, sal continueren, unnde sal
classis Suidhorrumana , an welcken die ordningo iss gekoemmen, die
voersehinge doen , dat jemant uut haeren middel die predige doen moego.
Iss daerop die vergaederinge gescheiden ende sal proximus conventus
mogen te acht ühren geholdenn wordenn.
Sessio secunda antimeridiana 20 Jun|j.
1. Fusis precibus iss ahnvenckelick proponeret, diewijle deputati sy-
nodi in vieitatione classium bevonden, dat eenige predigern suiraachtich
solden wesen in die bedienunge dess h. aventmaels, offte oeck noedich,
dat eenige dersolvigen solden ad synodum geciteert worden. Undc iss
voer goet angesiehen, dat men D. Berniiardu»! Joachimi unnde Petrum
Bernhardi, pastoren respective toe Hevenskes unnde Opwierda uut dem
classe Dammonensi , tegons morgen te 8 uliren tot den fine solde citeren ,
item D. Adolphum Empenium, pastorera toe Oldensyehl uut dem classe
Middelstumana , unde D. Adolphum vann Besten uut dem classe Eeneru-
mana tegen Donderdaege.
2. Sint op begeeren des synodi in die voergaederinge eerscheenen die
ghecommitteerden van denn E. E. heeren Gedeputeerden omme diesen
svnodo bv to woenen, alse toe weeten die E. E. Rudolff Wicherinoe
unde Bocco Awema.
3. Iss weder voergenoeraen die saecke Adolphi Stükeri unnde Justini
Havenbergii. Unnde hebben die daertoe gecommittierede broederen relation
gedaenn, woedat sie dat classicale boeck doergesiehenn hebbenn unnde
angaende die saeke Adolphi Stükeri niets geteekendt gevonden. Angacnde
overst JüSTiNUM Havenbergium iss anders niet genoteret, alsedat hie
:i77
suimachtich in syn bedieninge ware, dieselve bij wilen versnimmende ,
daeroever hie dan van dera classe to reden gestellet unde gecensureret ,
sünsten niet meer daérinne vindende.
4. Iss D. Adolpuüs Stukeiius ingevordert ende hem bekandt gemaeket
die 8waricheit, oever sine persene gevallen. Daerop he de sake verbalet
ende bekandt gemaket mit bekenninge siner schuit ende demoedige
affbiddinge dersulvigen, waerop dan die saeke in deliberatie genoemmen
ende groet ende swaer geaestimeret, also dat hem oick daeromme beheerde
sessie in dese vergaederinge geweigert te worden , gelijck oick die classis
sick swaerlicken daérinne verloipen , eenssdeels dat sie sulcke saecke niet
in acht genomen , sünder in haere classicale boeck mit stilleswigen voerby-
geghaen, anderdielss dat sie soedanige personen tot dese vergaederinge
hebben gesonden. Daeromme dan entliken nhae lange deliberatie goetge-
vonden, dat men uut dem classe Eenerumana sal verwittigen omme
tegens morgen middagh alhijr in sijnodo te erschienen den praesidem
und scribam classis unnde neifens dien dom. Bernhardüm SAGrrrARiUM,
pastorem toe Eenenim, omme mit diensülvigen van diese schwaricheiden
te handelen ende daernae daérinne te doen nae behoeren.
5. Die saeke Jüstixi belangende iss hie oick ingevordert ende hem
bekantgemaeket die schwaricheit oever hem vallende, waerop he tom
deele sine excuse gedhaen, meerendeels averst alles ontkennet hefft.
Doch die saeke is differeret, beth dat die voorgemelde personen uut
dem classe Eenerumana soellenn aengekoemen sijn omme alssdan voort
diesel ve aff te handelen ende daérinne tho disponieren, nha dat sie be-
vonden sal wordenn geschapen te sijnn.
Sessio tertia pomeridiana 20 Jun|j.
1. Nhae gedaenem gebede hefft men aengefangen die acta des voer-
leden jaeres synodi te resumeren.
Unnde iss voereerst voorgefallcnn die saecke, dat pundtgroet voer die
nhablivende weedmven der verstorven pastoren belangende, alwahr dan
deputati synodi seer claegachtigh sint oever die traecheit veler prcdigeren
in het contribueren derselver penningen. Unde is dienangaende voer
goet angesiehen, dat tegen anstaenden Bartholomaei sowel de restanten
van die voergh. jaeren allse die anderen haere penningen opbrengen soelenn
in handen D. UcuTEMiVXNi, deputati synodi, mit dissem bcdinge dat indien
jemant sulckes tegen voergess. tydt niet en dede, dessulvigen nhaemo
solde expungeret worden , unde solde diesülvige nha luidt der opgerichte-
den articulen van het beneficium versteecken wesenn. Unnde sal onder-
tusschen jeeder classis daerhenn arbeiden , dat goede order by haer moego
gestellet worden, daermit die penningen in tides opgebracht werdenn.
378
2. Veemer iss voergevaHen die saeke vann den duivelbanner in den
Dam. Daervan hefft classis Dammonensis dem synodo bekantgemaket,
dat sie meinen den enigen fundament unde bewijess te hebbenn omme
hem sine feiten te oeverbrengen , welckes sie dan oick toe geleegener
tijdt mit dem allereersten an den competentenn richter wolden laten
gelangen. Unde hebben in specie gementioneret van einen gesellen van
Norden, van welcken he den duivel solde gowilt hebben uitdriven, item
van groete untucht, soe hie mit ein maegedeken van elfT offte twalff
jahren hadde bedreeven.
3. Iss hierbij per occasionem gemoveret die groeuwelicke bloetschande
vann Jan Cuess tho Opwierda, die he mit syner steefdochter iss bedri-
vendende. Unde daermit doch sülcke grouwelen vuth dem lande gewehret
mochten werden, soellen disse saekenn vann den deputatis synodi denn
E. E. heren bekantgemaecket wordenn. Unnde hebbenn oick die ahnwe-
sendc heerenn beloevet mit allem eernst nhae voermoigen daerinne te
remedieren.
4. Anghaende artic. 9 sess. 2, dat doch impedieret moego werden,
dat geene studenten uuth diesser provincie in der Jesuiten scholen ge-
sonden worden, offtwell deputati synodi hyerinne haer devoir gedhaenn,
soe soellen nochtanss die kümpstige vordan daerumme by denn E. E.
heeren aenholden , daermit die heilsaeme placcaeten , hyerbevoeren daervan
gemaecket unnde gepublicieret, renoveret unde executeret moegen werden,
unde tot dien fine eenige exempelen hyervan hare E. E. bekantmaken.
5. Artic. 10 sess. 2 belangende, so wordt nochmailes den deputatis
synodi belastet in tides by denn E. E. heeren an te holdenn, dat die
vastelaventlopers ende bieren doer haere E. E. placcaten verhindert
mochten werdenn.
G. Belangende artic. 11 sess. 2 van die schandelicke misbruiken in
denn h. ehestandt, dat diesulvige afgeschaffet moegen werden, soe soellen
noch upt kumstige deputati synodi daerumme wyders by denn E. E.
heerenn anstaenn, ende daerthoe eenige enorme exempelen daervan den-
selvenn bekanntmaecken.
7. Artic. 12 sess. 2 van remotien der doetslageren vuth deeser provincie,
iss ten deele geremedieret. Sal averst noch veerner daeromtoe bij denn
E. E. warffesheeren , voersocht worden, dat die constitutien, in placcaten
hyervan • gemaecket unde publicieret , oick behoerlick executeert werden.
8. Die saeoke Aoolpui van Bestenn , daervan artic. 13 sess. 2 gedacht
379
wordt, wordt differeert tot sijner ahnkompst, alss hie orame in synodo
te compareren iss geciteret wordenn.
9. Anghaende die combinatie vann Warfum ende Solwert, artic. 14
sess. 2 gementioneret, wort ad notam genoemen omme tot sqner tijdt,
wanneer die saecke vann Jann Wilckenns, hoedemaecker in den Dam,
met welcker sie eennigermaten annex is , sall aifgedaenn worden , daerinno
wijders behoerlick te disponeren.
10. Wat averst die saecke van Jan Wilckens deit belangen, daervan
in volgenden artic. 15 unnde 1 sess. 4 gehandelet werdt, so iss he nae
luit der resolution dess synodi, allsse classis Dammonensis iss gevisitiert
wordenn, in praesentia deputatorum synodi in examine ter proeve gestellet
worden. Heflft averst niet genoechsaem koennen andtwoerden, doch ge-
lyckewol up veelvoldige intercession bij provisie ein jahr lang contimieret
ommo alse ein proponente sunder titel pastoris ende eennige administratio
der sacramenten sick te moegen exerceren ende alsdan de novo exami-
nieret te wordenn. Waerbij synodus idt laetet voerbliven, mit diesser
conditie dat die saecke nae expiratie van die vergunnede tijdt alsdann
absolutelicken sall affgedaenn worden, ontweeder tot anneminge (indien
hie duchtigh) oifte tot repudiatie (synde niet), sunder dat synodus opt
kumpstige meerder daermede sal bemoeijet wordenn.
11. Belangende voortz art. 2 sess. 4 vann die provocatie a senten tia
classis iss aifgehandelt , daerbij idt synodus dann laetet verbliven.
12. Angliaende artic. 3 sess. 4, alse thoe weetenn die examina pro-
fessonim theologiae, hebben deputati synodi relateert, dat sodanige nu
einn tydtlang heer niet gescheet synn, oeck vermoetlick in kumpstigen
niet geschien weerden, daerorame dan niet noedich solde wesen wyder
daerinne te doenn.
13. Artic. 4 sess. 4, dat Enum mit einem eigenen prediger versiehen
mochte werden, iss sülcx geschiet
14. Artic. 5 sess. 4, belangende dat niemandt vann denn collatoren tot
denn predigampte mochte beroepen werden, bevoer dat he testimonia
sijner bequaemheit oft'te vann D. D. professoribus offte van dem classe
voertoenet, is sülckx oick afgedhaen.
15. Ad artic. 6 sess. 4 vann die voergaederinge der Wederdoeperenn
int Oldampt te verhinderenn , sülckes iss einne algemeine claige dess
gantzenn ministerii, waerbij dann oick seer gedoleert ende geremonstreert
wordt, dat bij dese gelegentheit van tiden die Arminianismus daeronder
schuilen ènde in diesenh landen insluipen mochte, dat daerommo wol in
acht genoeraen wordenn ende doer den deputatis synodi angeholdenn,
dat daerinne geremedieret raoige worden.
16. Angaende art. 7 sess. 4 vann die resolutien der warifsheeren oever
die heiinmelicke copulation der Wedderdoeperen , hebben deputati synodi
dieselve noch niet koenen bekoemen. Soelen veemers daeroïnme anholden.
17. Wat belanget ai'tic. 9 sess. 4 vann het koepen ende verkoepenn der
stemmen der collatoren, item vann denn contracten, die sümmige coÜa-
toren ende kerckvoegedeh maken mit haeren pastoren, die sie heropen,
woe oick vann die prophanation des sabbaths ende alle onordeninge, so
op denn sabbathen geschiehen, van inhibitie om der Papisten boeken
niet te verkoipen ende wat dien aenkleevet, solckes is wederomme opt
nije vann den deputatis synodi denn Ê. E. heren geremonstreret , ende
wordt daerop eine heilsame resolutie verwachtet.
18. Articulus lO, dat niemandt sick eennige beroepinge offte dienst sal
anvaerden sunder consent dess classis , sulckes sal wel observeret wordenn.
19. Angaende artic. 11 vann het predigen unnde disputeren in die
classicale voergaederingen , artic. 12 vann ongedoopede personen niet to
copuleren, item het. judicium van die doepe, so vann denn vagabunden
ende ommeloependen paepenn in desen landen i) wordt gedaenn, welcke
puncten sint differeret wordenn, totdat men die resolution synodi natio-
nalis Dordracenae daervan mochte voerstaenn hebbenn , so iss D. Hillenius
daerop gevraeget, wat diennangaende in dem nationali synode ware be-
schlotenn, welcker dann heefft relateert, dat sulckes bij denn resolution
in voerigen synodis nationalibus daerover genoemen ware verbleven,
welcke resolutien dan alhijr sint insereert wordenn.
Vann het predigen in classibus.
In synodo Dordracena anno 1578, artic. 30.
Ein jegelick der dienaeren sal bij geboerte ein korte predicatie doen,
van de welcke die andere ordelen, ende tgeene tott verbeeteringe behoefft ,
vermaenen sullen.
In synodo Middelburgensi anno 1581, artic. 30; item Hagiensi anno
1586, artic. 38.
Die dienaer, die het in die voergaende classe opgelecht wass, sal ein
korte predicatie vut Godes woert dhoenn, van diewelcke die ander ordelen,
ende soe daer wat inne gebreecket, anwijesen sullen.
1) „in desi'n lauden" ontbi*ei.*kt in YY.
381
Vann denn copulationibus ongedoopeder pèrsonenn.
In synodo Hagiensi anno 1586 in quaest. partic. quaest. 9.
Offt men eenn gedoopte persene met een ongedoopte sai moegen trowen.
Antw. dat sulckes niet geraden en iss, diewyele die ongedoopte door ver-
Averpinge dess doops niet en kan gereekent worden int verbondt Godes te
zijn, ende oook sulck trouwen voer die gemeente onderworpen is groete
lasteringe.
Judidum vann die doepe der vagabunden ende ommel openden
papen in desen landen.
In synodo Middelburgensi anno 1581 in quaest. partic. 9 quaest. 73.
Wat men vann die doep der vagabundsehen papen lioudenn sall.
Antw. Indienn sie macht hebben omme te doepen volgende de regi'ilen
der Roomscher kerken, so sal die doepe bij haer bedient (hoewel se
vuth haer plaetsen verdreeven sijn) niet weederhalet worden, maer die
doepe van monnicken ende diergelycken , die geene macht hebben om te
doepen volgende derselver regulen, sal van geener weerden gehouden
worden.
20. Angaende artic. 13 sess. 4 van die altaren, sacramentzhuisen
unnde andere reliquien papatus, so noch in eenigen kercken gevonden
worden, iss relation gedaen, dat diesolvige ten deele aifgeschaifet sint,
ten deele noch soellen alfgeschaffet worden, wo dan insonderheit classi
int Oldampt belastet is wordenn by den E. E. heeren drosten vann
Wedde ende Westerwoldingerlandt an te holdenn, dat dat sacramentshuiss
tho Onstwedde moege destrueret wordenn.
21. Unnde angaende die affschaffinge der dantzschoellen artic. eodem
soelen nochmaels deputati synodi daerop anholden, unnde soelen daer-
nevens de predigeren unnde consistorien daemhae trachtenn, dat behoerlicke
censui-a moege geholden worden oever die ledematen der gemeinten , da
sick daerinne koemen te verloepen, nae inlioldt der synodale resolutie
synodi secundae Dordracenae anno 1578 in quaest. partic. quaest. 43,
welcke allso luidet.
Wat men doen sal, dien henlieden tot openbaerre dantzen begeeven.
Andtw. Overmitz die dantzingen gemeinlick eine lichtverdicheit , die
den christen niet en betaempt, medebrengen ende aenlockingen i) dess
vleeschliken lustes sijnn, ende daerbeneven denn godealigen ergerlick
insonderheit in tijdt van gemeene noden, soe sullen sie gestraffet worden,
die hem daertoe begeven, ende soe sie hartnackelick voortvhaerenn nha
1) „aenlockingen", verbeterd naar de acta Dordr. zelf. Onze cod. en ZZ hebben
„autei'kiugcn" YY heeft „aenBtreckingen".
382
verscheiden vermaningen, van de gemeenschap des aventmhailes afFge-
holden worden,
22. Wat art 1 sess. 5 iss angaende, dat deputati synodi mit denn
D. D. professoribus theologiae soldenn spreeken, daermit die studiosi
theologiae, welcke sick in concionando exerceren, haer wrat mochten
matigen in liaer habijt der kledinge, is sülckes van den deputatis synodi
gedaen ende oick daerinne geremedieret
23. Ad art 2 sess. 5 vann het wederdruckent Catechismi Heidelber-
gensis ende Confessionis Belgicae , refereret D. Hilleniüs daerinne versien
to synn van synodo nationali, ende dat die Confessio Bélgica aireede
wass gepurgeret a mendis typographids , die daerinne waren, ende ge-
drucket Die Catechismus mit die anhangennde liturgia waere oick al
revideret ende sulde eerster gelegentheit wel gedrflcket worden.
24. Ad artic. 3 sess. 6 vann die verhinderingen der corabinatien vann
iloorhusen mit Leenss, hcfft D. Joiiaiïnes Scuhaltzius refereret, dat D.
JoHANNES WoLPHius daer\"an wass afFgetreden, doch daerbeneven gedoleret,
dat onderdess die kerkendienst thoe Hoorhuisen bleeff vaceerende woe
oeck meede thoe Veerhuisen ende Suerdijck, dat doch mit eemst daer-
inne mochte versien worden. Hebben die ahnwesende heeren praesen teert
ende op sick genoemmen prima occasione tho huiss gekoemen zynde ahn
den coUatoren ende kerckvoigeden der vacerenden plaetzen te schriven,
dat sie inwendich ses weeken sick mit bequaeme predigeron soellen ver-
siehen, offte ahnders dat men hem eenige stellen soU: men solde man
op een klein memoriecedeltien hacr die vacerende kercken bckantmaeken.
Daerby dan veerner vann classe Suidhornimana oick gedacht is van die
vacerende plaetze tho Calepende.
25. Endtlickenn hefft D. praeses proponiert, diewijle geene gravamina
noch ingebracht waeren, offte niet goet waere, dat eenige personen ge-
nomineret worden, welcke die gravamina classium innemen, diesel ve
doersien ende behoerlicke order i) stellenn mochten tot minder moijte des
synodi. Unde sint daerthoe genomineret worden die E. R h. amptman
Egbertus Halbes, D. Joachimüs Sorius unde D. Samüel Schmaltzius.
26. Diewijle morgen geprediget sal worden, iss voer goet geachtet,
datt men voortz nhae gedaenne predicatie sick in die voergaederinge weed-
deromme sal laeten vinden.
Sessio quarta antemeridiana 21 Junij a concione.
1. Iss op gedaene citatie in synodo eerscheenen D. Bernhardus Joachimi,
ï) „behoerlicke order" YY hoeft „in behoorlicke forma".
383
pastoer tho Hevensches, endo iss hem voorgeholden die schwaricheit, tegens
hem gementioneret, toe weeten eenige onordentlickheit in sijn leevent
ende traecheit in bedeeninge des h. aventmaels. Daerop he voerklaeret,
dat he an voerledenn Paschen dat avontmael des Heeren hebbe geholden
mit anwinninge van eenige personen, soe toevoeren newerle gecommnni-
ceret, ende oeck oever veer weeken wederomme holden worde. Oock
vermeenet ende hoepet he sick also te dragen, dat geenne ergemisse
dorch hem mochte gegeeven worden. Daerop he dan eemstlick van dem
synodo voermhaenet is sick in alle fromicheit ende stichtinge te holden,
daermit geene dachten over hem mochten koemen.
2. Item iss oeck eerscheenen Petrus BEfumARoi , pastor toe Opwierda ,
denwelcken oeck voergeholden syne traechheit in bedieninge des h. avent-
mhails. Daerop hie sick verclaert, dat sulckes ahnn sijnen flijth ende i ver
niet hebbe gemangelet sunder an sijnen toehoerderen, welcke he niet
konde daerhen bewegen. Hadde nochtans voor ongeveer twee jahren een-
mhael dat avontmael des Heren geholden mit ongeveer vijeff offte sess
personen , so he hadde angewonnen. Nhaemaels hadde he sulckes wal voer
sick genoemen, doch was alletijedt doer den geringen tall der communi-
canten opgeholden worden. Welcke excusatie allso sie niet wel kan gelden,
80 is he daeromme eemstlick gestraffet worden ende vermanet in posterum
meerder iver ende flijth in dese saeke te gebruiken.
3. Iss hierbij per occasionem gehandelet van seekere ordeninge in die
bedieninge des h. aventmails te holdenn. Unnde angesiehen in synodis
nationalibus Dordracena secunda ende Hagiensi artic. 63 beschieten is,
dat men geen aventmahl des Heeren behoeret te holdenn an die plaetzen ,
daer geen forma van kerkelike regeringe is oifte geenn olderlingen ende
dyakenn, so iss daeromme geresolviert , dat voerall daeniae behoeret van
den predigeren getrachtet te wordenn, dat daer sulckes die gelegentheit
mitt sick bringet, alletijdt soedaenige forma van kerkelike regeringe mach
angestellet worden. Daer averst die gelegentheit sulckes niet mit sick
bringet, dat daer de twee oifte dree naest an malckander geseten predi-
gern sick vereenigen solden omme alsoe doer dien die forma vann kercke-
licke regeringe te repraesenteren , daermit alsoe mit gemeinen advijjs die
ledemaeten der kercken angenoemen ende geregeert moegen worden. Soellen
oeck alle classes flitigh daerop letten, dat die broederenn onder haer
sortierende flitich niett alleene in predigen , sunder oick in bedieninge des
h. aventmalss haer ampt verrichten omme also in visitatione classium
den deputatis synodi goeden bericht daervan te doenn.
Sessio quinta pomeridiana 21 Jun\}.
1. Post preces hebbenn die fratres classis Loppersumanae proponiert,
384
hoedat D. JÖhannes Vincentius einne vocatlon bekoemmen tot Lossdórp,'
ende dat sie wegen seekere oersakenn eenige swaricheit makedon den-
selven vulkoemelick te accepteren.
Welcke oersaken synodus voerstaen hebbende meenet, dat classis Lop-
persumana wel ende voersichtichlik daerinne gehandelet hebbe, ende
remitteret die saeke wederomme ad classem omme veerners daerinne te
doen, soealse sie stichtelick werden bevinden.
2. Iss oick veerner eerscheenen een man. van Scharmer , Claess Janss
genoemet, denwelcken syne f rouwe voer ongeveer twee jahren wass ont-
lopen , niet wetende waer dieselve moege syn gebleeven , begerende raedt
woe he sick hierinne soelle holden.
Synodus hefft hem geraeden, dat he sick an de politische overicheyt
ter plaetzenn sal vervoegen, opdat naè eisch der rechten mach mit flijth
hen ende weeder bij den vrunden nhaegevorschet worden , waer die
vrouwe sick moige verholdenn ende dat sie door ein proclama, ter plaetzenn
daer het behoeret, inge vordert worde omrae desen angaende alssdann by
den richter te doenn, gelyck nae rechten sal bevonden worden te behoerenn.
3. Voortz iss men getreden tot die gravamina dess voerleedenen synodi ,
ende angaende gravamen 1 vann die profanation des sabbaths, so iss sulckes
denn E. E. heerenn geremonstreert. Wordt oock noch seer daeroever ge-
doleret, daeromme noedich, dat deputati synodi vernaers daeromme by
die E. E. heeren anholdenn umme soevele moegelick sulcke profanatièn
wech te nemen.
4. Gravamen secundum belangende die conventiculen van allerleij
sectenn, dat die muchten affgeschaffet worden, iss daervan toevoeren in
dissenn actis eenigermaten gehandelt. Wordt oick noch upt kompstige
daeromme ahn to holdenn denn deputatis synodi belastet.
5. Angaende dat gravamen 4, dat die mandaten van denn bededaegenn
etc. mochten gedrucket ende tijdtlik vroe oevergesonden wordenn, so
Avordt noch seer geklaeget daeroever, dat sulckes niet en geschiet. In-
snnderheit claget classis int Oldampt, dat vann den laestvoerloden bede-
dach denn broederen daersulvest niet beveral die weete sij gedaenn , dat
oick in ganntz Westerwoldingerlandt diesulve niet sij angedienet oflFtc
geholden worden. Wordt daeromme deputatis synodi belastet hyeroever
nochmael eernstlick an te holden, woe dann insonderheit die predigern
der stadt Gronningen denn E. E. heerenn borgemei stèren ende raedt die^e
suimachticheit , onlanges int Oldampt ende Westerwoldingerlandt geboeret,
soelen bekandt maekenn, opdat in sulcken wichtigenn saekenn niet so
negligonter moege gehandelet wordenn.
3S5
6. Wat belangen deit dat punct van den olden predigem, diewelcke
wegenn olderdhoem ende andere toevallicheit hoerenn dienst niet behoerlick
koenen verrichten , dat dieselve mit noetdrofftigh onderholt mochtenn ver-
sorget wordenn , wordt noedich geachtet daeromme by denn E. E. heeren
Statenn deeser provincie op einnen gemeinen landtdach an te holden, dat
dieselvige, gelik in anderen provinciën ende insonderheit Frieslandt ge-
schiet, daerinne versiehen wollen, nae inholdt mede der nijelicks gerevi-
deerder kerkennordeninge artic. 13. Sindt oick specialia exempla soedaniger
personenn ingebracht, allsse Johannes ELmoius, pastor tot Nijekercken,
ende Macarius Lunsemawitüs , pastor toe Westerdij x home.
7. Belangende die onordeninge van het copuleren ongeproclameerder
personen, die van haere woonplaetzen an anderen oordenn daeromme
loopen, soe nehmmen die predigeren thoe Qronningen op sick daerinne
solcke order tho stellen , dat by liaer daerinne geene inconvenienten soelen
geboeren , woe dann oick die anderen predigeren samptlick daerinne goede
order ende opsicht te holden vermaenet worden.
8. Sindt veemer in dem synodo gelesenn wordenn de testimonia exa-
minum dergeener, die nijelicken tot het ministerium sint promoveret
worden, alse toe weetenn:
vann classe Oldamptina:
D. Hexrici Cisonis, welcker mit testimoniis academiae et ecclesiae
Groningensis voersiehenn inn het predigambt thoe Winschoeten iss gestellet;
D. Wesseu BoRGELoii), wclckcr langetydt schoelemeister tho Bellinge-
wolde gewest, unnde mit testimoniis der kercken daersulvest voersiehen
tho Oestwoldt is ad ministerium promovieret;
D. JouAXNis Fabricui , dess pastoris soene tho Onstwedde , oeck mit goe-
denn getnichenissen instrueret unnde in sij nes vaders plaitze promovieret;
D. GiSEBERTi KuOTNGii, mit testimoniis der kerckenn ende voegeden
dess fraterhüses tot Gronningen versiehenn, unde in die Beertha thom
predigher bestellet;
vann classe Loppersumana :
D. Lamberti Alberti 2) et Georgh Lioistae Groningensium , mit goeden
getnichenissen instrueret unnde toe Bemm unnde Westerembden pro-
movieret ;
D. Valentiki Cabeij, vann dem classe int Oldampt recommendieret
unnde thoe Loppersum promovieret;
1) „Borgeloi" in alle codd. De naam is „Dorgelo" volgens de predikantenlijst
van Bruchenis.
2) „Alberti" YY hwft „Abeli".
Acta syn, provinc. VIL 25
38G
D. Wesseli Soegelmanni, soe tho Wirdum schoelmeister gewesenn
imnde tho Enum im predigambte iss bestellet;
vann classe Middelstumana :
D. WicHERi Edema ende Lamberti Valesh Groningensium , tho Wes-
terwqdtwert unde Onderwerum gestellet;
vann classe Eenerumana:
D. JoHANNis ViNCENTH, mit getuichenlssenn D. Poliandri unnde SibrandiI)
LuBBERTi, item einness predigerss thoe Doerdrecht Danielis a Vihea2) voer-
siehenn, vann classe examinieret ende toe Siierdijck3) bestellet, nhaemaels
averst thoe Loessdorp onder dera classe Loppereumana tott einnen prediger
beroepenn.
Welcke testimonia dann alle samptlick van dem synodo sint approbieret
wordenn.
9. üiewijle oick bekent wordt, dat in dem cksse vann Oldampt sub
examine tegenwoordigh iss einner, Hermannus HncRONYMi a Vienna ge-
heetenn, wordenn die broederenn dess classis daersulvest eemstlick
voermhaenet op sine persene wel te lettenn, daerrait he ondüchtich be-
vonden wordende niet moege admittieret worden.
Sessio sexta antemeridiana 22 Junij.
1. Sindt op gedhaenne citation ex classe Eenerumana in synodo eer-
scheenen D. Allardüs a Besten, Gerhardus Stenius unnde Bernhardüs
SAorrTARrus, dewelcken sint angedienet wordenn die schwaricheiden , over
die personen Adolphi Stukeri unnde Justini Havenbergii gevallen , daerop
sie haere relation ende excusation gedhaenn.
Welcke vorstaen hebbende vermeent synodus, dat classis inn dieso
saeko haer devoir niet hebbe gedhaenn, dat oeck haere excusen, daer-
meede sie sick willen behelpen, haer niett koennen helpenn, daeroever
sie dan scharpelick censureret ende vermahnet sint wordenn henveerner
meerder iver in het censureren der culpabeler personen te gebruicken,
ende oock getrouwelicker dicselvige an te telkenen , woe oock mede voer-
sichtiger in het committeren dcrgeenner, de ad synodum gesonden wor-
den, te handelen, daermit soedaenige personen moegen gecommitterct
wordenn, de sunder verdacht ener opspraeck sindt.
2. Yoortz D. Stukerum belangende iss vann dem synodo geresolvieret ,
angesiehen sunsten geene fautcnn vann hem sint gehoeret, sunder dat
1) „SibraiuU" naar YY. Onze oocl. en ZZ Jiobl)en „Sibranti".
2) „Vinea" YY heeft „Vienna".
3) „Siicrdijck" ZZ heeft „Suderdijck".
387
he beide voer ende nae dien tijdt sick wel ende stichtelick hebbe ge-
draegen, dat hem die swaericheit sijnes valles van dem synodo voorge-
holdenn ende op syne schuldtbekenninge ende affbiddinge dersulvigen
sessio gegunnet sal worden, mitz dat he vastelick beloeve mitt denn
eersten in sijnc geineinte van die hilliginge des sabbathdages te leerenn,
ende sijne toehoerderen daerthoe te vennanen mit anmeldinge, dat idt
hem oeck leedt sy, dat he voermhaels sick daerinne hebbe voerlopen.
Welckcs alles dann D. Stukerüs gedhaenn ende meede vermeldet, dat
]iie all voert nae sijnen val soedaenige vermaninge an syne gemeente
gedhaen hebbe.
3. Anghaende D. Jüstinum, diewyle he die swaericheidenn oever
sijne persone moveret ontkennet, sal men sick daerop veemer infor-
meren, ende sall he oeck solange sick moeten diesser vergaederinge
entholdenn.
Soellen tot dien ende eenn depntatus synodi wth der stadt ende een
prediger wt dem classe Eenerumana, welcke tot sick nemen soelen denn
prediger toe Gronningen, onder welckes kluift sick sijne saekenn hebben
toegedraegen , mit denn eerstenn daerop inquireren omme alssdan veemer
te doen nae behoeren.
4. Iss oick op gedaenne citatie erscheenen Adolphus Empenius, den-
welcken voergeholden is worden , dat hie traech waere in die administratie
dess h. aventmalss. Daerop he bekennet, dat idt nu wel een jaer geledenn
sij, dat he des Heeren aevcndtmael niet hebbe geholden, biddende dat
men hem sulckes voergeeven wolde ende beloevende sick beeter in sijnen
denst te quiten. Doch hefFt geene genoechsaeme reden sijner traecheit
koennen inbrengen.
In betrachtinge dan dat oick andere swaricheiden oever hem vallen
van ongeregeld theit sijnes leevendes, soe hefFt synodus hem eemstlik
censurieret ende dem classi injungcret goede opsicht op hem to hebben,
dat he sick flitich in sinem denst ende stichtich in sinem wandel holde,
offte so he sick quam te verlopen, so sal classis geautorizeert wesen
omme nhae gelegendtheit sijner fauten te procederen tot afTsettinge van
sinen denst nae ordeninge der kercken.
5. Insgelicken iss erscheenen D. Adolphus van Besten, denwelckenn
oeck voergeholdenn is, dat he ein geniime tijdt dat aventmael des Heeren
niet hebbe geholden. Hefft daerop sine excuse gedhaenn , woe dat he wth
belastinge synodi in pleit stae mitt denn E. E. juncker Albekda, ende
daeromme oeck vermanet van eenigen fratribus classis sick daervan te
onthelden. Hadden averst onderdess die ledemaeten sijner gemeente mit
25*
388
den benaeberden predigern ende gemeinten communiceret Meenet synodus
dannoch, dat D. Adolphus der saeken niet genoechgedhaen hebbe, dan
ofTte he wel voer den politischen richter in pleit stonde, wanneer geene
andere oersaken vorhanden, hadde he dannoch aleffenwel koenen ende
behoerenn dat aventmael des Heren toe holden ofFte te bestellen, dat
jemant vann sijnen nabuiren in sijne plaetze ende gemeinte sulckes voer-
richtede. Welckes hem dan voergeholden ende daerthoe hemi) eernstlick
is vennaent worden.
Sessio septima pomeri diana 22 Junij.
1 . Iss dom. JusTixus Havenbergits erscheenen unde hefFt eennigermaten
bekennet, dat he ahm voerleedenen winter doer occasion van advocaten
ende anderenn , mit welcken he te doende hadde , well somtij des ein
mengel wijness gedronckenn, waerinne soe he sick verloepen, begeret
lie, dat men sulckes niet ten hoegesten weegenn sunder hem voorgeven
ende toe goede holden wolle. Welcke bekantenisse , alsoe sie niet sufficiant
en is bevonden, soe laetet idt synodus bliven by der voerige resolutie.
Doch diewijle he daernae absolutelicken bekennet hefft sick dyckwijlsa
grofflickenn ende swaerlicken verloepen n te hebben tot ergemisse vann
voelen, biddende omme vergiffenisse ende beloevende henfeemers sick
froemelick- ende stichtelick te draegen, iss die synodus vann ander ge-
voelen gewordenn ende wil voer desen die executie vann die voergaende
resolutie naelaeten, unnde iss he scherpelick oever sine voerige excessen
gecensureert , mit vermaeninge dat he sich hen veemer stichtelick ende
sunder opspraeke holde ende draege, daerop dan classis goede achtinge
sal hebben. Ende bij soeveerre he in het toekumpstige quame to verlopen,
sal men mit hem voortvahren nhae luidt van die voerige resolutie ende
het olde mit het 2) nije affdhoenn. Doch sal he voer diesen gelijckewell
geene sessie in diesse voergaederinge moegen hebbenn.
2. D. Adolphus van Besten hefft dem synodo voorgestelt, hoe dat
[liie]3) vüth belastingo dess synodi in pleit was geraden mitt dem E. E.
jüncker Alberda, streckende hem tot groete onkostinge. Voersocht daer-
omme assistentie orame dieselvige te moegen vuthvoeren.
Synodus andtwoordet geene andere assistentie hem te koennen doenn
alse , bijaldien he sulckes versoecken mochte , intercessie by den politischen
richter tot beter expeditie syner saeken. Dess sall classis flitichlich op
hem letten, dat he stichtelick syiien denst verwalte.
1) „hom" YY heeft „hie".
2) „het" YY heeft „hem".
8) „[iiiej" aangevuld uit YY.
389
Hyerna is men geb-eden tot die gravamina , van denn classibus ingebracht.
Gravamina classis Dammonensis.
3. Anghaende gravaraen 1 classis Dammonensis, rait welcken oever-
eenkümpt gravamen 5 classis Suidhomimanae , datt niemandt voergunnet
mochte wordenn te predigen, he sij dan ten minsten praeparatorie exa-
minieret, noch oeck sulckes sunder consent classis ende pastoris loei to
dhoenn, sülckes iss in voerigen synodis afFgedaenn, woe dan nae te sien
is ende angewesen wordt art. 10 sess. 4 anno 1619 ende art. 15 in die
nyess gerevideerde kerckenordeninge.
4. Wat averst anlanget dat particuliere exemplum, soe vann classe
Suidhorrumana verhaelet wordt toe Ferwert geschiet te sijnn , siet synodus
voor goet an, dat twee predigern vnth nhaemme dess synodi den juncker
daerselvest anspreecken ende hem die schwaricheidenn ende inconvenien-
ten, soe daerüth worden rysenn, remonstreren omme inkumpstigen van
soedaenne proceduren te supersederen , ofFte indien sulck voersoeck fruch-
teloess mochte wesenn, denn deputatis synodi tselvige an toe deenen,
daermit diesulvige mit denn E. E. heeren Gedeputeerden spreken moegen ,
woe hijerinne te remedieren. Daertoe sint nominiert D. Samüel Schmaltziüs
Unde JOHANNES SCHONENBORGH.
5. Gravamen 2 vann het recommenderen der persoenen tot den kercken-
dienst bij denn h. collatoren, ofFte niet raedtsam, dat sulckes niet vann
particuleren personen sunder van denn classibus gedaen muchte worden,
iss nae te sien in actis synodi anni 1617, alwaer daervan gehandelet iss
wordenn. Kan oick ahn diessen oerden niet wel practiseret worden.
6. Gravamen 3 vann onthilliginge dess sabbaths iss toe voerenn affge-
dhaen art. 17 sess. 3.
7. Grav. 4 vann den loeijen stareken bedelerenn te wehrenn, daerinno
hebbenn die E. E. heerenn Gedeputeerden haer devoir gedaen, weerden
oek wijder mit eernst doenn. Hijrbij averst iss gementioneret , offte niet
raedsam waere, dat tot dien fine die werckhuisen der stadt mochten
provincial gemaeket worden, waernha dan die predigern thoe Groningen
voornemen soelen, wat der E. E. heeren der stadt meeninge hijrinne sij.
8. Grav. 5, mit welcken oick oevereenkompt gravamen 6 classis Mid-
delstumanae , vann den conventiculen vann allerleye secten te weeren ,
daerinne iss oeck toevoeren geresol veert art. 15 sess. 3 unde art. 4 sess. 5.
9. Gravamen 6 vann het heimelicke doepen der vagabundische papen
in dissen landen, soelenn die exempla daervan den deputatis synodi be-
390
kandtgemaket worden om me mitt den E. E. heeren te communiceren,
unnde woe densulvigen toe weeren te delibereren.
10. Grav. 7 vann die ungclycke vutdeellinge der almoesen ahn den
caspelen der Ummelanden, soellen diegeenne, soe hijerinne toe doleren
liebben, sick bij den E. E. heeren gecommitteerden der Ommelanden
imde denn h. syndicum Gockinga moeten vervoegenn.
11. Gravamen 8, mit welcken accordiert gravamen 4 classis Suidt-
homimanae, vann het onordentlick toesamen loepen voeler personen in den
h. eehestant sunder voerlieergaende proclamatien ende copulatien, nnde
woe demsulvjgen thoo weeren , sal sulckes by den competenten richteren
moeten versocht wordenn. Ende soe diesel vige haer devoir hyerinne niet
en doen , sal men daeroever an denn E. E. heeren hoevetmannenn klagen ,
dat diesulvige die suimaehtige richtern daerthoe constringeren mochten.
12. Grav. 9, dat die weeduwen der pastoren mit een jaerlickes snb-
sidium vann de provincie versorget mochtenn wordenn.
Res. Diewqle geene algemeene ordeninge voerdesen daerinne iss go-
maeket, dat dan eine jedere weeduwe voer sick mit assistentie dess
classis by denn E. E. heren Statenn omme subsidium te erlangen sal
moeten anholden. Unnde iss hyerbij per occasionem gedacht, ofFte niet
raedtsaem ende practicabel, dat oock in den Ommelanden an bequaemer
plaetze een weeshuiss verordinieret mochte worden , welckes dan deputati
synodi soellen versoekenn.
13. Gravamen 10, dat ehelicke personen onderwijlen vann einander
loepenn ende sick sfilvest scheidenn, sal jegelick classis, consistorium
ende prediger sijnn beste daerinne bij sine respective overicheit doen ,
datt daerinne behoerlick voersiehen moege wordenn.
Gravamina classis Middelstumanae.
14. Gravamen 1, dat die acta synodalia mit den spoedigsten nhae
geholdenem synodo verveerdiget ende den classibus toegestellet moegen
worden , willen scriba ende deputati synodi daerhen arbeidenn , dat ocvor
een maent ongeveer nha geholdencn synodo die acta voerfecrdiget moegen
wesenn , unde moegen alssdan classes vann den deputatis synodi diesulvige
vorderen.
15. Grav. 2 van den copulatien nijer eehelüiden, die in privaten be-
huesingen mochten geschiehen, is in voerigen synodis resolvieret, dat
sülckes niet behoere te geschieden, daerbij idt dan oick noch blivet.
Unnde so eenige predigern sick liijerteegen mochten verloipen, soelen
diesulvige van den classibus daeroever toe reden gestellet unde gecensu-
reret worden.
391
16. Gra vamen 3 vann de private doepe, die in denn huiseren mochte
geschieden, iss daervan in der nu njjelicker gerevidierter kerckenorde-
nunghe art. 16 also resolveret: Hett verbündt Godes sal an den kinderen
der christenen rait den doop , so haest alss men die bedieninge desselven
hebben kan, besegelt wordenn ende dat in die oepenbaerre versammelinge ,
wanneher Godess woort geprediget wordt. Doch ter plaetzen daer niet
soeveele predicatien gedaen worden, sal menn einen seekeren dach der
weeken verordenen omme den doep extra ordinem te bedienen, so nooh-
tanss [dat] i) datselve sonder predicatie niet en geschiede.
17. Alsoe hierbij movieret iss die swaricheit, whoe men sick holdenn
sal, wanneer een oldt persone, in kranckheit offte doedessnoeden gesteldt ,
tott voersegelinge des voerbundes Godes ende siner verseeckeringe die
doepe begeeret, offte men niet solde moegen densul ven in private behue-
singe, daer nochtans eine vcrgaederinge versaramelt is, doepen.
Res. Angesiehen in synodo nationali resolveret is, dat men geene be-
dieninge der sacramenten buiten die vergaederinge der kercken sal holden,
soe kann diesse synodus daerin niet determineren. Sal daeromme voer
ein gravamen ad synodum nationalem remitteret wordenn.
18. Gravamen 4 vann den Papisten , die sick eersten heimelicken vann
denn papen offte inn haeren conventiculen hebbenn laeten copuleren,
daernae in facie ecclesiae koemmen omme vann onss gecopuleeret te
worden, wordt geantwordet, dat men datsulve behoere te dhoenn, dan
sulcke voerheergaende occulta copulatie voer geene copulatie te achtenn.
19. Grav. 5, dat men omme eine algemeine eheordeninge moege aen-
holden, achtet synodus lioochnoedich.
Sessie octava antemeri diana 23 Juny.
1. Fusis precibus iss menn voortgevahren die gravamina classium te
doersien.
Unnde belangende grav. 7 , dat het avondtmael dess Heeren oeverall in
denn Ommelanden op eine tijdt moege bedienet worden , sulckes kan van
weegenn voerscheiden ongelegen theid en niet well gepractiseeret worden.
2. Grav. 8 vann denn schoelmestern unnde kosteren, die tenn dantzo
spelen , mit densul ven sal men procederen nae die acta synodi dess jaeres
IGU, art. 11 sess. 8.
3. Gravamen 9 vann schoelmeistem unde kostern, die sick in pleit-
saekenn laeten gebrucken, soelen diesulvige oock daeromme gestraffet
worden nae eisch van saeken.
1) ,,[datj" aangevuld uit YY.
392
4. Gravaraen 10 vann het dantzen der ledematen der gemeinte iss
affgedaen in desem synode sess. 3 art. 21.
5. Grav. 11 vann affschaffinge der excessiven brüilofftenn , kindel-
beeren, wtingen etc. iss voermaels voersocht, ende sal men voortz daer-
omme anholdenn.
6. örav. 12 van den mandaten der bededagen gedrucket intides oever
te senden sint nae te sien die acta deses synodi sess. 5 art. 5.
Gravaraina classis Suithorrumanae.
7. Gravaroen 1, dat men moege aenholden omme ein stipendium pro
emeritis concionatoribus , iss aff^edaenn sess. 5 art. 6.
8. Gravamen 2 vann het copuleren ongedopeder personen iss aifge-
dhaen sess. 3 art. 19.
9. Gravamen 3, dat die schoelemeisters den kcrckendienst verwalten
ende ledematen sqn der kerken, iss niet meer alse billich.
10. Wat anlanget dat ein schoelmeister op den Ham ende Franssum
moege gestellet werdenn, sal sulches an den heeren gecommitteerden
van die cloostergoedem alsse collatoren van denn deputatis synodi ver-
socht worden.
11. Die onordeninge, die op Hemmelvaertzdach tho Sibaldebuiren ge-
pleget wordt angaende, beloeven die heeren, van den deputatis synodi
versocht sijnde, haer beste te doen om deselve te verhinderen.
12. Dat die duivelbannersche mitt nhamen Engel , so hen unnde heer
in denn lande ommeheerlopt ende insonderheit opt nije lanndt ende daer-
omtrent sick verholdt , vüth dem lande moge geweeret wordenn , wollenn
die E. E. heerenn soevoele moegelick die voersehinge doenn.
13. Veerner soe hefft D. Uchtemannus wth nhaeme deputatorum synodi
die reekeninge gedhaenn vann der weeduwen penningen, wat ontfangen,
vfitgegeven ende belecht is, nhae inholdt vann dat boeck, daerthoe ver-
ordineert.
14. Hefft oock D. JoHiVNNES Ulckenius, geweesene pastor tho Sidde-
buiren, ein request dem synodo laeten oeverandtwoerden , daerinne hie
groetelicx beklaeget sinen swaeren val, daeromme hie van sinen dienst is
gedeportieret , versoeckende dat hem weeder mochte toegelaten worden
orame bij gelegentheit tot denn predighampte gepromoveret te worden.
Synodus hefft wel mitliden mit liem, dan diewijele sijne daet oeveral
hijr bekandt ende in varscher memorie is, kann voer diesen niet goet
393
achtenn sulcke sine petition te accorderen , sunder sal he voernoch gedult
moeten diaegen.
15. Naemaelss hefft D. Uchtemajwtjs, assessor synodi, in absentia
D. praesidis ommegevraeget , offte oock jeniant noch wat hadde te pro-
poneren.
Daerop D. Hilleotus dem synodo voerhaelet de resolutien synodi
nationalis aengaende rationem catechizandi ex sess. 14 ende 17. welcke
daerinne bestaet:
1. dat een jeegelick prediger sonder eenich onderscheit ende exceptie
geholden sal sijn alle Sondaegen nae den middach den Catechisraum te
predigenn ende daerinne sick der kortheit ende klaerheit te bevlitigen,
ende ad captum niet alleene der volwassenenn sonder oeck der joeget te
accommoderen ;
2. dat he oick eenige private vergaederinge bewijlenn holde, in
welckenn he de jongen ankoemenden christenen in die fundamenten der
lehre onderwyse.
3. Unde daermit sülckes dess te bequamer geschieden moige, sal van
die magistraet versocht worden, dat sie tot dien fine wolden alle on-
ordeninge vann arbeiden, spelenn, doedenbegraven ende diergelycko
dingen, op Sondaegen gepleget, voerbieden;
4. woe oock die combinatien soevoele moegelick affschafFen;
5. ein mandaet an den predigem ende toehoerderenn omme den
Catechisraum te predigen ende te hoeren publiceren.
6. Dat oick deputati synodi in visitationibus flitich daerop lettenn,
offte sulcke order oeck geholdenn ende nhaegekoemen worde.
16. Vann denn schoelmeisteren sint oick in synodo nationali volgennde
conditien requiriert:
1. datt sie sijnn ledemaeten der öereformeerder kercken;
2. datt sie hebbenn goede getuichenissen vann suiverheit in lehre
ende levent;
3. dat sie wel geoefFent syn in der lehre des Catechismi omme dio
bequaemelick der joeget te moegen lehren;
4. datt sie denn Catechisraum ende Nederlandische Confessie mit haere
handen onderschriven , ende daernhae haere anbevohlene joeget te willen
onderwijsen beloven.
5. Daemha oeck classes arbeiden ende die schoelmeisters , onder haer
sortierende, voer sick ontbiedenn ende daerthoe vermaenen ende holdenn
soellenn.
17. Wat oock anlanget die manniere, woe die schoelmeisteren die
304
kinderen in dem Catechismo institueren soelenn, daervann sint volgende
conditiones gemaecket:
1. dat sie tot twee onderscheidene daegen inn der weeke denn Cate-
chismum haeren kinderen loeren;
2. dat sie niett alleenne daemha trachten, dat die kinderen denn
Catechismuni van buiten lehrenn, sundcm dat sie denselven oeck voer-
staen moegen.
3. ünde daermit sulckes trouwelicken geschiede, soelenn die pastores
geliolden wesen neffens einen olderling ende oock vuth de magistraet
jemandt, so idt die gelegentheit vorderen mochte, die schoeien te visi-
tieren, die joeget te examinieren ende alsoe te acueren in de kennisse
christlicker lehre ende godtsalicheit.
4. Woe oock die magistraet voersocht sal wordenn alle papistische
catechismos ende andere diergelycke boecken vut te munsteren ende,
dat dieselve niet mochten verkofft worden, te weeren.
18. Vann denn candidatis theologiae is oeck seeckere instructie ge-
maecket sess. 18, daernae de classes sick moegen regulei*en.
19. Anghaende die typographos iss oick goede ordeninge gestellet ses.
12, unnde hebbenn oick die heerenn Statenn Generael einn placcaet
daervan laeten drucken ende wtgeeven.
20. Daermit averst vann desen allen ende wat in synodo nationali
moer mach verhandelt wesenn , die classes goede kennisse hebben moegen ,
solide noedich wesenn, dat elcke classis voer sick einn exemplar der
acten mochte hebben. Unnde solen deputati synodi by denn heeren ge-
committierden der cloostergoederen voersoekenn, dat haer believen wolde
einen jegelickem classi ende den deputatis synodi mit ein soedaenich
exemplar te voereeren.
21. In die nijess gerevideerde kerckenordeninge iss oock goetgevonden ,
dat neffens die generale visitatie classium elcke classis haere kercken
behoere te visiteren nhae ahnwisinge art. 44.
22. Anghaende die onderlinge correspondentie der kerckenn ende
synoden deeser Voereen ichdenn Provinciën moet sulckes staenn tot naerder
versoeck van andere kercken, daer dann deputati synodi mit denn E. E.
heeren vorders van die saeke moegen delibereren.
Scssio nona pomeridiana 23 Junij.
1. Post preces iss swaericheit moveret, dat die gmvamina niet sint
alm die classes oevergesonden.
Daerop geresolveret , dat henveerner die classes daerop letten soelen,
395
dat sie haere gravamina ten minsten sess .weken voer dem synodo an
denn oordt, daer synodus sall geholdenn wordenn, oeversenden, opdat
sie vanndaer denn respective classibus toegeschieket moegen worden
om me daervan tydtlick te delibereren. Soe oeck oennige classes geeno
gravamina hebbenn, soellenn sie gelickfalls sulckes tijdtlick te weten
doen, daermeede die anderen doer haere stilleschwigent niet moegen
opgeholdenn wordenn.
2. Sal oeck elcke classis ein synodale boeck hebbenn, in welckem die
acta synodorum provincialium vergaedert ende in den classibus bewaert
worden.
3. Sint deputati synodi opgestaenn , opdat in haere absentie vernoemen
mochte worden, wat synodus vann haere acten ordelet. Ende hebbenn
die broederen samptlick verklaeret, dat sie niet anders vemiemen, also
dat sie haer devoir gedaen, doen haer oeck voer haeren flijth ende moeijte
bedancken.
4. Iss men daerop getreden tot die electie deputatorum synodi. Unde
sint neffens D. Uchtemannum ende Straetmanntjm geeligeret mit meesten
stemmen D. Henricüs HouBmoius ende D. Henricus a Freden.
5. Iss veerner censura morum vann denn ahnwesenden fratribus ge-
holdenn ende sonderlinge niet bevonden straffensweerdigh , alse alleeno
dat gedoleeret is worden , hoe die saeken , in synodo voorgefallen , solden
divulgeret worden. Daeroever dan die samptliche ahnwesende broederen
eernstlick vermaent sint worden , dat sie in kurapstiger tijdt voersichtiger
liandelen ende doch de saken in synodo voorvallende buiten denselven
niet divulgeren wolden , daer mit geene jalusije erwecket ende argernissen
moegen angerichtet wordenn.
6. Hijerop dann so iss entlickenn die synodus mit dancksegginge tho
Godt geeindiget. Unnde die ahnwesende heerenn , so deeser vergaederingo
bijgewoenet hebbenn, sindt haeres trouwes ende flijtes bedancket, mit
versoeck dat sie doch die affgehandelde saken sick woldenn laeten an-
bevohlen sijn, ende nae haeren besten vermoigen tott Godes eeren endo
stichtinge der kerckenn helpenn effectueren ende bevorderen.
7. Die ahnwesende broederen hebben oeck samptlick tot meerder ves-
tenisse diese acten mit eigenen handen ondergeschreeven.
Andreas Straetmannus , synodi praeses.
CmasToriioRus Uchtemannüs, ecclesiastes Groninganus, praesidis assessor.
JoiiANNES ScHONENBORCH , ecclcsiastes in Adewert, synodi scriba.
CoRNELius HiLLENius, scrvus Jcsu Christi in ecclesia Groningana,
. 396
JoHANNES Laxtenius, Qiinister ecclesiae in Holwijerda classis Dammonensis.
HiDDo Lamberti Groothusius, in Fermsum pastor.
Antonius Strombergius , pastor in Scharmer.
Henricüs Houbingius, V. d. ra. in Zandis.
JoACHiMus ZoRius, prcdigcr zu Loppersum.
Lambertüs Hewricides, Groning., predig. tenn Post ende Witte weerura.
WiLHELMrs JoHANNis, pastor in Husingen.
RoDOLPiius Ovmo, ecclesiae Warffumanae pastor.
Johannes Schmaltzics, pastor inn Tinallingha.
Adolphus Stukerüs, V. d. in Wetzingen adrainister.
Samtjel Schmaltziüs, pastor in Suidtliorrura.
JoHANNES Haselbekiüs, pastor inn Tolbert ende Midwolde.
Gerhardus Assiterides, pastor thoe Snidbroeck.
Bernhardits Goltsweebden , pastor in Blijhamb.
Henricüs a Freden, servus Jesu Christi in Scheembda m. pr.
Diese aota synodalia sint vann onnss ondergeschreven
depulatis gecollationeret unnde mit dem originali accorde-
rende erfunden.
Act Groningae am 11 July anno 1620.
Christophorus Uchtemannus, prediger in Groningen.
Henricüs Houbinoius, pastor upt Zant
Andreas Straetman, deputatus synodi.
Henricüs a Freden, pastor Scheemdanus l).
1) Hierop volgt in YY „Actonim Bynodaliuiu anni 1620 finis".
EEGISTER VAN PERSONEN.
A.
Abelij Leo, pred. te Loppersum, zie L. A. ab Equart.
Abeli, Sicco, (Sixtus A.) predikant te Ezinge, 41, 56, 100.
Abels, Popke, kerkvoogd te Wirdum, 324, 345—348.
Acronius, Joannes, predikant te Groningen, 41, 46, 51, 54, 56 — 58, 60,
68, 71, 81, 83, 93, 94, 98, 105, 107, 109, 110, 114, 118, 120,
124—126, 129, 130, 139, 141, 146, 147, 151, 152, 158, 164, 180,
186—191, 196.
Adolphi, Begnerus, pred. te Westerwytwerd, zie R. A. Empenius.
Adriani, Kempo, secretaris te Godlinze, 115.
Adriani, Sihrandti^, predikant te Losdorp, 1, 3, 12, 28, 29.
Adrianus, (Hadrianus) predikant te Godlinze, 1, 3.
Aemüius, Egherius, predikant te Leiden, 126.
Aefrarius, Egbertus, pred. te Groningen, zie E. Sickens.
Aetiusj Amoldtis, predikant te Uskwerd, 53, 57, 75, 82.
Aggens, Johannes, ouderling te Holwierde, 82, 98, 99, 125, 140.
Agnaeus, Bemardus Theodorici, pred. te Groningen, zie B. Theodorici.
Agricola, Wulfgangus, predikant te Garsthuizen, 12, 19, 34, 40, 83, 89,
98—100, Losdorp, 105-108, 116, 121, 124, 125, 140, 141, 145,
152, 164, 165, 181, 182, Bedum, 198, 199, 211—214, 219, 221,
231, 237, 246, 271, 272, 289, 290, 306, 307, 312, 315, 317, 319,
336, 338, 350, 351, 360—362, 370, 373.
Ailketis, Wyeri, (W. Ailken) ouderling te Winschoten, 291, 306.
Albarda, jonker Beynt, te 't Zand, lid der Staten van Groningen, 353, 359.
Alberda, jonker Regnerus, (Reiner Albarda) te Groningen, 141, 152, 232, 246.
Alberda, jonker Beint, te Spijk, 28, 41, 51, 65, 199, 212, 253—255, 258,
259, 262—265, 288, 300, 323, 332, 364, 387, 388.
AUm'ti, Gerardus, predikant te Zeerijp, 2.
Alberii, Johannes, predikant te Noordwolde, 213, 231, 361, 373.
Alberti, Lafnbertus, (L. Abeli) proponent, predikant te Bierum, 385.
39S
Alberti, Laureniius^ schoolmeester te Westerlee, 316.
Alberis^ Herman^ inwoner van Bedum, 176.
Aldegonde, Mamix van SL, zie op Marnix.
Allari^ Andrea^, (A. Alhart, Allert, Allardi) predikant te Eenrum, 1, 12,
17, 41, 51, 54, 56, 65, 83, 98, 121—123, 130, 131, 136.
Alma, Eilardus, ouderling in cl. Groningen, 12.
Alphonsins, Henricu^, predikant te Visvliet, 31 — 33.
Ahtorfius, dr., candidaat onder cl. Zuidhorn, 293, 320.
Amelingius, zie op A. Jansen.
Amswecr, Doede van, (D. v. Hamsweer) lid der Staten van Groningen,
2, 5, 12, 13, 20, 23, 30, 34, 37, 39, 41, 56, 60, 65, 66, 104, 149,
152, 155, 161, 197, 219, 244, 262, 278, 283, 284, 324, 329, 349, 370.
Andrcae, Bemardus, predikant te Ezinge, 183, 198, 199, 204, 212, 221,
232, 245—247, 253, 254, 259, 264, 270, 338, 341, 347, 348, 350,
352, 359, 360.
Angelocrator , Daniel, beroepen te Appingedam, 149.
Antonides, Ilcnrmts, professor te Franoker, 23.
Antonius, pred. te Groningen, zie A. Thomae.
Antonius, pred. te Rottum, zie A. Strombergius.
Antonius, N., pred. te Kolham, zie A. Schultetus.
Apeke, meister, koster te Appingedam, 199.
Aris, Allert j inwoner van Wirdnm, 324.
Arnheinis Melchior, predikant te Blijdenstein, 75.
Arnoldi, Evcrardus, predikant te Hornhuizen, 89, 102, 110.
Arnoldi, Johanncs, predikant in de Ommelanden, 7.
Arnoldi lihenanus, Ilennannus, pred. te Middelstum, zie H. A. Ti'eccius.
Amoldus, pred. te Groningen, zie A. M. Uthusiiis.
Amoldtis, pred. te Winsum, zie A. Reinbachius.
Artopaeus, Joanncs, examinandus, prediker te Winsum, 2, 3, 6, Wei-
werd, 116, 117, 137.
Artopaeus, Budolfus, predikant te Appingedam, 1, 3, 12, Delfzql, 369.
Assueri, (iabncl, (G. Assuerius) voorm. Karthuizer, 189, examinandus,
predikant te Breede, 293.
Assueri, Gerardus, (G. Assuerides) predikant te Zuidbroek, 213, 231,
232, 246, 375, 396.
Assiteri, Henricii^, (H. Aswerus) predikant te Emmen, 41, 50, Beerta,
100, 106.
AUena, Hkronymus, predikant te Baflo, 1, 12, 19, 21, 23, 25.
Ausoriiiis, Johanncs, predikant te Kantons, 28, 30.
Auwevia, jonker Bocco, (B. Awema, Auma) lid der Staten van Groningen,
182, 180, 212, 215, 247, 340, 376.
399
B.
Balthasar^ Melchior^ schoolmeester te Oterdum, 154, 167, examinandus,
215, predikant te Tolbert, 235, 251.
Banius, Henriciis^ predikant te Helium, 213, 231, 319, 336.
Bamda^ Wükm^ raadsheer te Groningen, 107, 165, 167, 232, 359.
Bariels^ Johan, inwoner van Bedum, 176.
Bartholdi^ Johannes, koster te Farmsum, 199.
Bartfiolomaei , Johannes^ predikant te Onderdendam (Onderwierura), 7, 25.
Batenborger^ inwoner van Oosterwytwerd, 209.
Baiting^ Roelof^ (R. Battinga) raadsheer te Groningen, 56, 107, 182, 186.
Bauwens^ Onno^ raadsheer te Groningen, 353.
Becius^ Johannes^ predikant te Dordrecht, 230.
Berger^ Joannes, prediker te Visvliet, 18.
Bernardi^ Petrus^ examinandus, predikant te Opwierde, 251, 274, 376, 383.
Bertlyng^ Johannes, secretaris van Appingedara, 345.
Berum, jonker Jiemmcri van^ inwoner van Holwierde, 93, 153, 161, 164.
Besten , Adolphus van^ (A. Besten) predikant te Hornhuizen, 81, 122,
Wehe, 132, 146, 153—155, 163, 165, 183, 198, 213, 231, 247,
270, 288, 294, 300, 323, 332, 333, 364, 376, 387, 388.
Besten^ Alardtis van^ predikant te Pietersburen , 153, 154, 163, 164,319,
336, 386.
Besten j Hermannus van^ predikant te Warf huizen, 12, 19, 21, 31, 41,
51, 55, 56, 98, 100, 106, 107, 124.
Bilandt^ Ishrandus^ predikant in cl. Eenrum, 16.
Billerbeke^ Barikolomeus ^ predikant te Warfhuizen, 183, 198, 199, 211,
212, 232, 246, 247, 249, 255, 270, 291, 306, 361, 362, 372, 373.
Boeckholtj Gerardus, predikant te Beerta, 213, 231.
Bogardus, Johannes^ predikant te Haarlem, 230.
Bogerman sr,^ Joannes^ predikant to Appingedam, 12, 19, 20,23,25,26.
Bokelniannus^ Uenricus^ predikant te Sauwerd, 1, 7, 8, Ruinen , 50, 74, 75.
Bokelmannus, Patroclus ^ predikant te Visvliet, 2, 4, examinandus, 7,8, 18.
Bommelius^ Evei'ardns^ onwettig prediker in de prov. Groningen, 7, 8.
Borgelo^ Wesselus^ pred. te Oostwold, zie W. Dorgelo.
Borgesius, Joachimus^ (J. Burgesius) predikant te Westerwy twerd , 291,
300, 306, 319, 336, 338—340, 352, 359, 360.
Borghei y Hermannus^ (H. Borgelius) predikant te Zuidbroek, 9, 57, 82.
Breda ^ Anton^ van^ ouderling te Appingedam, 329.
Bredewech^ Hermannus^ predikant te Schoonebeek, 57, 82.
Broersma^ Pabe^ (F. Broorsema) lid der Staten van Groningen, 47, 205, 271.
Broersma^ Taco, ouderling in cl. Middelstum, 12, 51.
4U0
Bruchenis, Hubertus^ predikant te Haren, 338, 351, 360, 373.
Bniensy Johannes, schoolmeester te Oldendorp, 168, Eritzuui, 205.
Brunsma, dr. Meüo^ lid der Staten van Groningen, 130.
Bulow, Jodocus, prediker te Vierhuizen, 335.
Bultenius, Ulricus, (üdalricus B.) predikant te Haren, 153, 165, 181, 182,
198, 213, 214, 231.
Bunger, llenricus^ schoolmeester te Oldehove, 195.
BuyiicenuH^ Hermannus, predikant te Leens, 83, 99, 113.
Buteriy Homerus, (Henricus B.) candidaat in cl. Oldambt, 293.
Buting, (Buiting) bediende van de synode, 211.
Byleveldt, Johan van, (niet Jochem B.) ouderling te Appingedam, 28, 41,
51, 56, 65, 100, 106.
C.
Cabelus, Valentinus, proponent, predikant te Loppersum, 385.
('afHjrius, Ererardus Joannis, predikant te Meppel , 57,75, 76, 82,83, 99.
Capelle, Marlimis, schoolmeester te Farmsum, 208, 235.
Chrisloffer, leproos te Appingedam, 299, 313.
Chriütophori , Hennannus, predikant te Aduard, 2, 7, 8, afgezet, 17,
Westerlee, 23, afgezet, 206, 234, onwettig te Jukwerd, 235, 245,
250, 273, 277, 294, 308, 320, 321.
Chnstophori, Joannes, predikant te Jukwerd, 2, 7, 8.
Christaphori , Joannes, predikant te Ulrum, 2.
Chrisiophori, JSicolaus, boekbinder te Groningen, 76.
Cies, Joannes, inwoner van Meedhuizen, zie J. Zijes.
Cies.s, Jan, (J. Cijess) inwoner van Opwierde, 378, misschien dezelfde
als J. Zijes.
Cisonis, Henncus, pred. to Winschoten, zie H. Siso.
Claesx, Hilck^, schoolmeester te Noordbroek, 142.
Clandt, jonker Edsart, lid der Staten van Groningen, 353.
Clandt, jonker Eilcke, (Ailcke C.) lid der Staten van Groningen, 125, 141.
Clandt, jonker Oerdi, (Gerrit C.) hoofdling te Scharmer, 196, 217, 245,
258, 203—265.
Clandt, jonker Johan, lid der Staten van Groningen, 82.
Clant, Joannes, predikant te Bedum, 1.
Clant, Nicolaus , predikant te Uithuizen, 1, 65, 98.
Clettingius, Joannes, predikant te Garmerwolde, 2, 7, 8, afgezet, 17.
Clinckhamerus , Tfieodorus, pred. to Tjamsweer, zie Th. Klinkhamer.
Cnipensw, Tido Danidls , pred. te Baflo, zie T. Danielis.
Coerd, inwoner van Bedum, 177.
Cohnius, Stephanus, pred. te Bourtango, zie S. Kohnius.
401
Conradi\ Bernardus^ examinandus, predikant te Leermens, 293.
Gonradi^ Joannes^ examinandus, predikant te Westernieland , 2, 3, 7, 8,
17, Sauwerd, 100, Eenrum, 129, 143, 154, 158, 160, 163, 185,
213, 231.
Corenpoert^ LudolphiLs^ pred. te Meeden, zie L. Korenpoert.
Comelesj inwoner van Grgpskerk, 314.
Comeliij Petrus^ lid der Staten van Groningen, 2.
Gomelii^ Pe/rws, predikant te Enkhuizen, 107.
Comelisj Frerick, inwoner van Marum, 321, 324.
Orevelius, Henricus, (H. Crevelt, Creveldius), predikant te Middelbert,
82, 99, 100, 104, 106, 247, 270, 271, 289.
Orusius^ Petrus^ predikant te Saaxumhuizen , 221, 272, 281, 289, 291,
306, 338, 340, 352, 360, 361, 373.
Ouiper^ Puawdy te Ezinge, zie P. Kuper.
Guperus ^ Johannes Sigefridus, predikant te Grijpskerk, 153, 165, 166,
179, 197.
D.
Danidis^ Bernardus^ pred. te Wetzinge, zie B. D. Eylshemius.
Danidis Gnipefisis, lido^ (ook T. D. van Dam) predikant te Baflo, 31,
33, 41, 51, 56, 57, 82, 89, 125, 134, 140, 141, 144, 166, 182.
Defoldianusj WicheruSj afgezet prediker in de prov. Groningen, 3.
Dericks^ JaUy geschrift van den Doopsgezinde, 268.
Deteri^ Henncits^ examinandus, predikant in het Oldambt, 9.
Doensy Ilarmen^ kerkvoogd te Pietersburen , 159, 163.
Doesborch , üdo van , onwettig prediker te Beerta , 46, 47, Finsterwolde, 235.
Doncker, Hermannusj (H. Dunckerus) gewezen predikant te üskwerd,
135, Wirdum, 324, 346.
Dorgeloj Wesselus^ (niet Borgelo) voorm. schoolmeester te Bellingwolde ,
predikant te Oostwold (Oldambt), 369, 385.
Dreckius , Hermannus , pred. te Middelstum , zie H. Treccius.
Drews, Jolian cfe, lid der Staten van Groningen, 340.
Dujes, Hermannus j schoolmeester in Fredewold, 4.
DuXj Gonradus^ inwoner der provincie Groningen, 18.
E.
Ebele, schipper te Wirdum, 299, 313.
Edema, Wicherusj proponent, predikant te Westerwijtwerd , 386.
Eeck^ Hinrick^ inwoner van Groningen, 208, 215.
Acta syn. provinc, VIL 26
402
Egberti^ Johannes^ predikant te Oostwold, 31, 33, Leermens, 100, 106,
141, 152, 199, 212, 213, 231, 247, 270.
Egberius^ pred. te Uiiwierde, zie E. Mengerinck.
Eggens^ EggeriJc, lid der Staten van Groningen, 57, 100.
Ehmens^ Duirt, ouderling te Appingedam, 329.
Ekel, Theodm-us, predikant te Wirdum, 28, 30, 34, 40.
Ekens ^ secretaris van Fredewold, 55.
Elema^ Seerp, ouderling in cl. Eennim, 100, 106.
Elingiusj Johannesj verdreven uit Bredemoor, 24, predikant te Nijkerk
c. a., 369, 385.
Eltkensy Eppe, kerkvoogd te Meeden, 272, 289.
Eltyesy Bemme, kerkvoogd te Eexta, 199.
Enimen, Joannes, prior van het klooster ter Apel, 92.
Emmius^ Ubho^ rector te Groningen, 21.
Ernpenius^ Adolphus^ (A. Hempenius) predikant te Oldezyl, 301, 302,
326, 376, 387.
Empeniusj Begnerus Adolphiy predikant te Westerwytwerd, 1, 12, 19,
27, 28, 30, 166, 176, 181.
Engel ^ duivelbanster in de prov. Groningen, 392.
Engelbertus^ laatste pastoor te Rottum, 98.
Engels^ Wyert, man van Wibbe Jacops, 26.
Enno^ graaf van Oostfriesland, 262, 278, 345.
Entens, Jacoh^ drost te Wedde, 86.
Equart^ Leo Abdi ab^ predikant te Loppersura, 1, 3, 12, 19 — 21, 23, 25,
27, 29, 41, 51, 54, 56, 60, 61, 65, 71, 82, 83, 89, 98, 99, overle-
den, 185, 267, 280.
Everhardi, Cornelius^ ouderling in cl. Middelstum, 41.
Eylers, Johan^ inwoner van Farmsum, 25.
Eylshemius, Bemardus Danielis^ (B. D. Edelshemius) predikant te Wet-
zinge, 34, 40, 55, Scheemda, 142, 152.
Eysens^ Teunis^ inwoner van Holwierde, 283.
Eysingha, Edo^ inwoner van Holwierde, 93.
F.
Fabricius sr. , Johannes^ predikant te Onstwedde, 369.
Fabricius jr., JoJiannes, proponent, predikant te Onstwedde, 385.
Fabricius y Maithius^ examinandus, predikant te Onstwedde, 274.
Faille^ Bemardus la^ predikant te 's Gravenhage, 41, 49.
Falck, Tfieodoricus y (Th. Falconius) onwettig prediker te Bourtange , 23, 24,
Falckiusj Everardu^^ pred. te Oldehove, zie E. Valckius,
40H
Feilo^ Fredericus^ pred. te Groningen, zie F. Ruardi.
Feitonis, Johannes^ predikant te ten Boer, 114.
Folckeri, Theodorus, (Th. Yolckeri) predikant te Schildwolde, 182, 199,
212, 271, 289.
Fratum^ Jolmn^ kerkvoogd te Leens, 159.
Freden, Henricus d, predikant te Scheemda, 30 noot 1, 247, 272, 289,
375, 395, 396.
F'eiHcx^ Pieter, inwoner van Onderdendam, 299, 313.
Fridei-ici^ AntoniuSy (A. Fridericus, A. F. Leerius) predikant te (Jarrels-
weer, 324, 346, 349.
Friderici^ Ileinsiu^, predikant te Opende, 320.
Friderici, Johannes, predikant te Onstwedde, 348.
Froma, Engelbertus, (E. From) ouderling in cl. Groningen, 98.
Froma^ Jacob de, ouderling in cl. Aduard, 22.
F'oma^ jonkvr. van^ coUatrice van Wirdum, 324, 346.
G.
Oayckema, jonker, 168.
Gayckemaj jonker AWeri, (AUert G.) coUator van Oldehove, 47, 79, 107.
Oelliusj Sixiinus^ predikant in de provincie Groningen, 215.
Georgii, Gerardus, predikant te Westerbork, 84, 85.
Georgii, Bembertus, predikant te Meeden, 232, 246, 247, 270, 361, 374.
Georgii, Wibrandus^ predikant te Warfum, 1, 12, 30, 33, 47, 51, 65,98,
100, 106, 125, 127, 139—141, 143, 151, 152, 158.
Gerardiy Bemhardus^ candidaat, 282.
Gerardi, Wilhelmus, proponent, predikant te Üithuizermeeden , 274.
Gerbrants, Woller, schoolmeester te Borgsweer, 316.
Gerrits, Siger, inwoner van Zuidhom, 213, 218.
Giseberts, Wybe, inwoner van Appingedam, 184, 199, 208.
Gockinga, jonker dr. Scato, lid der Staten van Groningen, 9, 353, 354,
358, 390.
GoUsweerden, Bemardus, predikant te Blijham, 247, 252, 270, 361, 374,
375, 396.
GoUxius, Caspar, (C. Goldius) predikant in Oostfriesland, beroepen te
Godlinze, 143, 146, 166, 174, 185—187.
Gomarus, Franciscus, professor te Groningen, 339, 340, 353.'
Grafia, Joannes Merwyck de, pred. te Holwierde, zie J. Merwijck.
Grevinchoven , Gaspar, predikant te Rotterdam, 57, 83.
Grevinck, Edxard, vader van een theol. stud., 127.
Groethusanus , Hiddo Lamberli, pred. te Farmsum, zie H. Lamberti.
20*
404
Qruys , burgemeester van Appingedam , 346 — 348.
Onajss^ jonker Roelof^ lid der Staten van Groningen, 82.
Oulielmi^ Albertus, pred. te üithuizermeeden , zie A. Wilhelmi.
H.
JIculrianus, pred. te Godlinze, zie Adrianus.
Hajanü^ Johannesy schoolmeester in Reiderland, 207.
Ilalhes, j. u. licent. Egbertus, ouderling te Groningen, 125, 141, 144, 152,
165, 181, 182, 198, 199, 211, 271, 289, 290, 306, 318, 340, 350,
352, 360, 370, 373, 374, 382.
Hamminge^ Johan, boekhouder der huwelijken, 370.
Hammonius^ AWertus, (A. Hammo) predikant te Siddeburen, 30, 33,
Bierum, 115, 116.
Hamsweer^ Doede van^ lid der Staten van Groningen, zie D. v. Arasweer.
Hanling^ Lefferhis^ examinandus, beroepen te Leens, 253 — 255, 262 — 265,
predikant te Spijk, 274.
Harmens ^ Gert, ouderling te Appingedam, 329.
Haselbeekius , Johannes, (J. Hasenbekius) examinandus, predikant te Tol-
bert, 274, 318, 375, 396.
Havenbergius ^ Justinus, predikant te Onstwedde, 213, 232, 245, 246,
Sauwerd , 272, 289, 375—377, 386 - 388.
Haijesx, Popho^ ouderling in cl. Oldambt, 83, 98.
Heines, Heine, collator te Saaxum, 205.
Helprich, Popco, ouderling in cl. Aduard, 57.
Helt, Sebastianus, predikant in de prov. Utrecht, 17.
Hempenitis, Adolphus, pred. te Oldenzyl, zie A. Enipenius.
Hempenius, Regnertts, pred. te Wester wijt werd, zie R. Empenius.
Hemse, Rudolphus, predikant te Spijk, 2.
Henriet j JoJiannes, predikant te Woltersum, 137.
Henricij Volckenis, predikant in Humsterland, 138.
Henricides, Lambertus, (L. Henrici, Groninganus) predikant te Wittewie-
rum en ten Post, 125, 126, 140, 153, 164, 182, 198, 213, 231,
282, 291, 298, 306, 319, 336, 361, 373, 374, 396.
Henricus, koster te Siddeburen, 206.
Herens, Upeke, ouderling in cl. Oldambt, 21.
Heringha, jonker Eppo, collator van Zuidwolde, 93.
Hermanni, Sebastianus, predikant te Meeden, 21, 27, 31, 33, 57, 58,
Eexta, 65, 71, 82, 142, 144, 145, 151, 152, 164.
Hcrmannus , predikant te ülrum , 8.
Herwagius, Borcfiard, schoolmeester te Noord wolde, 101.
405
Hertvagius^ Johannes^ predikant te Termunten, 76.
Hiddingius^ Qerardus^ (G. Hedingius) examinandus, predikant te Stits-
werd, 2, 7, 8, 34, 40, 75, 77, 78.
Ilillenius, Cwnelius, predikant te Groningen, 212, 213, 215, 219, 221,
229, 231, 232, 245, 246, 252—254, 256, 263, 264, 290, 291, 305—
307, 312, 315, 317—319, 321, 324, 329, 335, 336, 338, 339, 350—
352, 360, 362, 366, 370, 372, 374, 376, 380, 382, 393, 395.
Hoendricx, Sweer, (S. Henderickx), inwoner van Wehe, 323, 324, 364.
llomertis, Wigboldus, (W. Homeri) predikant te Midwolda (Oldambt) , 21,
41, 51, 54, 56, 57, 81, 98, 108, 124, 153, 183, 197, 198, 291, 300,
300, 307, 319, 336, 338, 352, 359—361, 370^ 372, 374.
Uommius^ Festus^ predikant te Leiden, 229, 230.
Hoomburch^ Johannes, (J. Homeburgh) examinandus, later predikant te
Sebaldeburen , 293, 295, 320.
Iloamkens^ Qerdt^ (G. Hörenkens, Hoenikens) lid der Staten van Gro-
ningen, 34, 41, 213, 231, 290, 307, 362.
Hoomkens, Lamhert ^ (L. Hörentiens) raadsheer te Groningen, 20 — 22,
41, 51, 54, 56, 100, 104, 106, 125, 128, 138, 141, 152, 198, 201,
211, 212, 215.
HoomkefiSj Ludovicus^ (L. Hoerenkens) ouderling te Groningen, 12, 65.
Houbingius^ Amoldus, (A. Hubingius) predikant te Wirdum, 345—349,
358, 359, 369.
Iloubingius ^ Henricus^ (H. Hobingius) predikant te 't Zandt, 21, 41, 51,
56-58, 61, 65, 98, 120, 125, 127, 130, 131, 140, 182, 198, 361,
373, 374, 395, 396.
Hovelj Johan Qerriisx^ een libertijn of vrijgeest, 275.
Huissman^ J., rentmeester van Groningen, 268.
Hulshusch^ Daniël^ vroeger schoolmeester, predikant te Oostwold, 236, 251.
Husingius^ Alberltis^ examinandus, 250, 251, 273, predikant te Zande-
weer, 274.
I.
Jlberiy Fredericus^ schoolmeester te Oostum, 185, 187, 189, 192.
Ilberi^ Hayo, predikant te Garnwerd, 142, 144, 152, 166.
Indemaj Bemardus de, predikant te Harkstede, 321, 324, 325, 361, 373.
Isselmuidenj Ernst van, lid der Staten van Groningen, 107, 176, 178,
290, 300.
J.
Jac^b, zijlvester te Thesinge, 287.
Jacobs, Ecert, lidmaat te Bedum, 176.
40G
Jacops, Wibbe, van haar man gescheidene vrouw, 26.
Janiculi, Jacohus^ predikant te Saaxura, 205, 210, 215, 225, 237, 255,
Noorddijk, 275.
Jansen^ Ameling, misschien inwoner van Dockum, 16, 47.
Jansen. Drewes^ inwoner van Warf huizen, 163.
Jansx, Claes, Doopsgezind schoolmeester te Maarslag, 233, 249.
Jansx^ GJaes^ inwoner van Scharmer, 384.
Jansx^ Lubbert^ ouderling in cl. Aduard, 65.
Jansx, Peter ^ ouderling in cl. Zuidhorn, 100, 106.
Jantjen, weduwe te Huizinge, 299.
Jarghes^ Koppen^ rentmeester van Groningen, 188, 319, 336.
Jensema, jonker Allard^ coUator van Oldehove, 47, 79.
Jensema, jonker HiddOj lid der Staten van Groningen, 165, 167, 198,
201, 208.
Jensema^ jonker Bemdt^ lid der Staten van Groningen, 353.
Joachimij Beinardus^ predikant te Heveskes, 376, 382.
Joannis, Everardus^ pred. te Meppel, zie E. J. Campius.
Johannis^ Oerardus, predikant te Noordhorn, 199, 212, 213, 216, 231,
272, 291, 306, 319, 325, 329, 336.
Johannis^ Henricus^ predikant te Woltersum, 118, 144, 155, 173, 174,
267, 280.
Johannisj JoJiannes^ (J. Jansz) examinandus, predikant te Wagenborgen,
9, 41, 51, 56, 153, 165, 183, 185, 198—200, 211—213.
Jofiannis^ Nicolaus, predikant te Grijpskerk, 47.
Johannis, Wilhelmus, predikant te Kropswolde, 41, 56. Vermoedeliijk
dezelfde als de volgende.
Johannis , Wilhelmus , (ook W. J. Beckeringh) predikant te Huizinge , 1 53,
165, 199, 212, 247, 270, 291, 306, 375, 376, 396.
Johannis, Wilhelmus, examinandus, predikant te Nuis, 274.
Joris, David, geschriften van, 44.
Julsing, J,, secretaris van Groningen, 35, 47, 366.
K.
Kempo, wever te Visvliet, 299, 313.
Kerkman, Mariinus. verarmd predikant, 368.
Klinckhajner , Theodorus, (T. Clinckhamerus) predikant te Tjamsweer, 1,
13, 19, 20, 27—29, 41, 51, 50, 57, GO, 81, 98, 104, 107, 116, 120,
124, 125, 132, 140, 141, 144, 152, 229, 290, 306, 371.
Knyphusanus , Nicolaus Petri, pred. te Vis vliet, zie N. Petri.
Kohnius, Stephanus, (S. Cohnius) predikant te Bourtange, 318,320,330,
338, 352, 360, 362.
407
Karenpoeri^ Ludolphits^ predikant te Uithuizerraeeden, 2.
Kosterus ^ Franciscus^ geschrift van den Jesuiet, 272.
Krabbe^ Oerryt, lid der Staten van Groningen, 100.
Ktmingius^ Gishertus^ proponent, predikant te Beerta, 385.
Kuper^ Marien^ afgezet prediker in prov. Groningen, 6, 47.
Kuper, Pauwei j (P. Cuiper) inwoner van Ezinge, 204, 214.
L.
La^nhertiy Hiddo, (H. L. Groethusanus) predikant te Farmsum, 65, 110,
141, 146, 152, 153, 164, 177, 198, 199, 211, 247, 270, 361, 373,
374, 396.
Jjampadius^ Jlf., predikant en professor te Bremen, 281.
Langen^ Lucas van^ (L. Langius) predikant te Diever, 83, 99.
Laxtenius sr., Joannes^ (J. Laxten, Lachtenius) predikant te Siddeburen,
2, 9, 29, Holwierde, 82, 99, 100, 106, 153, 164, 165, 181, 232,
246, 271, 289, 324, 374, 396.
Laxtenius jr. , Joannes , predikant te Uitwierde , 321, 324, 325, 331, 364, 365.
Lewe^ Eghert^ (Ecbart L.) collator van Vierhuizen, 40.
Lewensy Hendrick, (H. Lewertt) ouderling in cl. Aduard, 41, 51.
Lewens, jonker Johan, collator van Ulrum, 91.
Ligista, Oeorgius, proponent, predikant te Westereraden, 385.
Lingen^ Johan van^ inwoner van Marsiim, 321, 324.
Lohius, Ludovicus^ voorm. priester, prediker in het Oldambt, 9.
Lolingius, Oerardus^ examinandus, predikant te Wagenborgen, 236, 251.
Lolingius sr., Johannes, (J. Loelingius) predikant te Noordbroek, 82, 83,
99, 100, 105, 106, 119, 124, 142, 143, 145, 155, 165, 180, 181,
183, 198, 221, 319, 335, 336, 338, 350, 352, 360, 373, 374.
Lolles^ Krijn ^ schoenmaker te Baflo, 121, 122.
Lomeyerus^ Albertus, predikant te Stedum, 21, 27, 65, 98, Aduard, 107,
108, 113, 121, 124, 125, 128, 139, 140, 147, 151, 177.
Lomeyerus , Oodefridus , predikant te Uskwerd , 160, 181, 271, 289, 319, 336.
Louwcns^ Hindrickj inwoner van Zuidhom, 213, 218.
Lubberti, Johannes, predikant te Grijpskerk, 247, 270, 272, 289, 338,
352, 353, 361, 373.
Lubbertus, Sibrandus^ professor te Franeker, 5, 235, 386.
Lucanus^ Petrus^ onwettig predikant te Bedura, 146, 155, 161, 176 —
178, afgezet, 190, 191, 195, 196.
Ludoviei, Eilardus ^ (E. Lodovicus) predikant te Garmerwolde, 30, 34,
57, 81.
Luithicns^ Frederick^ schrijver der Staten van Groningen, 312.
408
Lunsemannus^ MacarktSj predikant te Westerdqkshom , 385.
ÏMynchuisen^ Dooke, (D. Luninckhiiisen) oaderling te Appingedam, 329.
LydiuSj Balthasar, predikant te Dordrecht, 142.
Lydiusy MartinuSy professor te Franeker, 5, 8, 9, 236.
Maneel, (Manniel) jonkvrouwen, collatrices van Oodlinze, 115.
Maneelj jonkvr. Catharina, collatrice van Godlinze, 146.
Manninga^ Emereniiana, weduwe van Senoy, 38.
Mamix van St, Aldegonde, Philips^ geschriften van, 33, 222, 237, 252,
274, 294.
Marsman j (Stadensis) Mareusj examinandus, 208, 210, 215, predikant te
Wierum, 235, 319, 336, 361, 374.
Martinessey jonker WtUetn van^ collator van Mensingeweer, 146.
Martini^ Amoldus, pred. te Groningen, zie A. M. üthusius.
Martinus^ onwettig prediker in Hoogkerk, 2, misschien dezelfde als
Marten Kuper.
Mariinus^ Johannes^ predikant te Groningen, 30, noot
Mattkei^ Alberius, schoolmeester te Wei werd, 84, 91, 109.
Meckema^ jonker Julius van, lid der Staten van Groningen, 353, 368.
Meckema, jonker Phüippus van, lid der Staten van Groningen, 12, 30, 78, 79.
Medanu^, Alhertus, pred. te üithuizermeeden , zie A. Wilhelmi.
Meinardij Henricus, onwettig prediker te Nyeveen (Dr.), 72, Tolbert,
183, 185—188, den Ham, 199, 207, 225, 229, 237, 265.
Meinardi, Petrus, examinandus, predikant te Finsterwolde , 293.
MeiniXy Luerdus, examinandus, 215, 228, predikant te Lutjegast, 235, 238.
Mengerinck, Egherlus, voorm. priester, predikant te Uitwierde, 2,9, 137,
250, gestorven, 324.
Mensing, Johannes, (J. Mentzingius) predikant te Onstwedde, 12, 19,
41, 51, 57, 100.
Mepsche, jonker de, redger te Loppersum, 286.
Mepsche, jonker Johan de, lid der Staten van Groningen, 353.
Mepsche , jonker Rudolf de , collator van Uskwerd , 25, 238.
Meranus, Johannes, prediker te Kolderveen, 73.
Merwyck de Grafin , Joannes , voorm. priester , predikant te Holwierde , 2, 9.
Meyer, Hermannus, examinandus, predikant te ter Apel, 274.
Meyer, Joamies , predikant te Noorddij k, 2.
Meijer, Martimis, (M. Meyerus) schoolmeester te Farmsum, 218, predi-
kant te Westerbroek, 234, 290, 306, 319, 336.
Meijnardi, Wiardus, secretaris der Staten van Groningen, 307, 353.
409
Molanus^ Joannes^ (J. ter Muien) predikant te Tinalliuge , 2, 12, 34, 40, 83, 99.
Mullencs, Hennanntts^ voorm. priester, predikant te Farmsum, 2, 9.
Mylius^ Petrus^ afgezet prediker in de prov. Groningen, 6.
N.
K^ Joannes, predikant te Woltersum, 2.
Nansum^ jonker Wüke iho^ ouderiing in cl. Appingedam, 57, 81.
Nassau^ Willem Lodewijk graaf van, 5, 8 — 14, 16, 19, 21, 31, 33, 35,
37, 38, 42, 44, 46, 50, 52, 53, 58, 66, 73, 74, 94, 97, 101, 100,
109, 124, 128, 138, 141, 148, 152, 164, 165, 172, 180—182, 191,
193, 202, 209, 237, 239, 252, 267, 318.
Neitx, Samuel, (S. Neytz) predikant te Zuidbroek, 125, 128, 134, 136,
140, 153, 166, 181.
Mcasius^ Frans ^ zoon van Joh. te Middelstum, 175.
Nicasius, Hessel, predikant te ülrum, 125, 140, 166, 182, 199, 212, 232, 246.
NicasiuSy Johannes^ predikant te Middelstum, 1, 7, 12, 19—21, 23, 27,
30, 32, 33, 41, 51, 54, 56, 65, 83, 98—100, 106, 107, 117, 118,
120—122, 124, 126, 139, 141, 144, 145, 151, 152, 166, 175, 226,
Bourtange, 272, 289, 291, 306.
Nkolai, Anioniibs^ examinandus, afgewezen, 18.
Nordanus^ Bernardus Theodorici^ pred. te Groningen, zie B. Theodorici.
Northoom^ Johan^ burgemeester van Groningen, 352.
O.
Ockens, Abbe, wever te Aduard, 216.
Olchers^ Jolian^ ouderling in cl. Appingedam, 20.
Oranje^ Maurits prins van, 37.
Oltens, Sinoca^ Oostfriesch schoolmeester, 221.
Ovingius^ Rudolfus^ (R. Oving) proponent, predikant te Warfum, 369,
375, 396.
P.
Pantxer^ jonker Sicke^ collator van Vierhuizen, 39, 40.
Papenbergj Johannes^ schoolmeester te Scheemda, 200.
Pauel^ linnen wever te Marum, 299, 313.
Peters^ Oale^ ouderling in cl. Middelstum, 21.
Peters y Harcke^ inwoner van Marsum, 321.
Peters^ Johan^ lidmaat te Bedum, 178.
Peters, Johan, ouderling te Bedum, 178.
410
Peters^ Tiarcke^ inwoner van Uskwerd, 227.
Peters^ Willem, inwoner van Marsum, 321.
Petri, Henricus, predikant te Haren, 2, Beilen, 49.
Petri Knyphusaniis , Nicolans, predikant te Visvliet, 125, 142, 152, 166,
183, 198, 247, 270, 293.
Petri, Theodoricm, predikant te Oldehove, 47, 79 — 81, Zuidwolde, 93,
100, lOG, 136, 155, 161.
Philaeus, Simon Johannis, predikant te Helium, 1, Slochteren, 12,
Haren, 20, 23, 26, Delmuden, 42—46, 48.
Phüippti^ in de Sleutel, inwoner van Groningen, 299.
Piccardl, Gualterus, predikant te Loppei-sum, 30, noot 1.
Piscator, Joannes, te Herborn, 95, 96, 139.
Pitxenius, Johannes, predikant te Saaxum, 369.
Placius, Oeorgius, predikant te Appingedam, 165, 181—183, 197, 198,
206, 212, 213, 219, 225, 229, 231, 232, 246, 247, 270, 281, 289—
291, 295, 300, 301, 305, 306, 319, 335-339, 350—352, 360, 370.
Plaggemeyer , inwoner van Midwolde, 299, 313.
Polyander, Johannes, professor te Leiden, 386.
Pomeranu^, Jacohtis Lambertus, voorm. Duitsch predikant, 281, school-
meester te Zandeweer 283.
Pomeranus, Joach. Saspe, rector te Appingedam, zie J. Saspe.
Popkens, Tammo, ouderling te Loppersum, 83, 98, 99.
Post, Johan Eengers ten, lid der Gron. Staten, zie op Rengers.
Praetoriu^, Abel, predikant te Zandeweer, 141, 154.
R.
Pavefisperger , dr. Hermannus, professor te Groningen, 293, 302, 303,
326, 335, 367.
Padeus, Johannes, boekdrukker, 239.
Pegneri, Adolphus, predikant te Bedum, 113.
Reiribachius , Amoldus^ (A. Rembachius, Wintzeraius) predikant te Be-
dum, 16, Winsum, 98, 134, 141, 144, 152, 153, 165.
Pcfieman, Carolus, examinandus, predikant te Krewerd, 251, 274.
Reneman, Cornelius, (C. Rheneman) predikant te Krewerd, 2, 199, 212,
213, 231.
Reneman, Hermannus, predikant in cl. Loppersum, 25.
Rengers^ Edxard, lid der Staten van Groningen, 232.
Rengers, Jofian, ouderling te Helium, 141, 152.
Rengers ten Post, jonker Johan, lid der Staten van Groningen, 13, 20,
22, 47,
411
Bengers, Eembt^ lid der Staten van Groningen, 362.
Rennechenis^ Hermannus^ voormalig professor te Leiden, 43.
Bensen^ Conradus van, redger te Delfzijl, 30, 245, 273, 320.
Eeifncrs, Johan, inwoner van Krewerd, 283.
Beythfeldt, Nicolau^, ouderling in cl. Middelstum, 12.
Rhenanus, Hermannvs Aitioldi, pred. te Middelstum, zie H. A. Treccius.
Rhodius, Wesseliis^ (W. Rhoden, Rodius) predikant te Oldezijl, 1, 30,
33, Kantens, 98, 107, 108, 124, 153, 165, 213, 231, 232, 246,
291, 306.
lüngelius, Joannes, predikant in Bourtange, 125, 135, 136, gestorven , 206.
Ripperda , jonker Balthasar , collator van Tjamswecr , 120, 132, 133, 234, 250.
Ripperda, jonker Carolus Victor, collator van Juk werd, 273, 320.
Ripperda, jonker Joachim, collator van Farmsum, 25, 29, 91, 109 — 111,
110, 117, 241.
Ripperda toe Farmsum, jonker Johan, collator van Meedhuizen, 85.
Rüskens, redger te Middelstum, 265.
Ritskens, Willem, inwoner van Doezum, 300, 314.
Rodolphi Stadensis, Henriacs, proponent, 191, predikïint te Groningen,
369, 370, 372, 373.
Roggius, Johannes, predikant te Hoorn, 83.
Roland, Leiinus, predikant te Kolham, 135.
Romher ts, Jacob, ouderling te Delfzijl, 12.
Romke, inwoner van Grijpskerk, 299, 314.
Roverius, Eilardus, predikant te Bierum, 320.
Ruurdi, Fredericiis Feito, (Feito Riords, F. R. Sijrura) predikant te Gro-
ningen, 1, 4, 12, 18.
Riiffelaer, jonker Johan, (J. Ruyffelaert, Rulleer) ouderling te Stedum,
338, 350, 352, 360, 370.
S.
Sadckr, Michael, geschrift van, 239.
Sagittarius, Bcmardus, examinandus, predikant te Andel, 235, Eenrum,
282, 292, 297, 319, 336, 338, 347, 348, 352, 360, 377, 386.
Sant, Assuerus, redger te Eenrum, 121.
Saspe Pomeranus, Joachimus, rector te Appingedam, 28.
Scepelüius, mag. Petnis, predikant te Wedde, 16, 104, 175, 199, 206,
212, 252.
Schaffer, Nicolaus, ouderling in cl. Middelstum, 12.
SchcUlebiter , inwoner van do Waarden, 314.
Scheppervs, Theodonis, predikant te Ranum, 114.
412
Schipper, Philippua^ schoolmeester te Scharmer, 213, 216.
Schmallxius^ Johannes^ (J. Smaltzius) predikant te Tinallinge, 141, 152,
218, 232, 246, 247, 270, 271, 289, 319, 336, 338, 352, 360, 375,
376, 382, 396.
Sehnwlixma^ Samtiel, (S. Smaltzius) predikant te Wetzinge, 166, 181,
199, 212, 213, 231, 245, 246, 252, Zuidhom, 361, 373, 375, 382,
389, 396.
Schonenborch ^ Henricus^ secretaris van Groningen, 372.
Schonenborch ^ Johannes^ (J. Schonenberg, Schönenbergius) predikant te
Aduard, 170, 183, 198, 213, 216, 231, 232, 246, 272, 289, 291,
306, 307, 312, 315, 317--319, 335, 336, 351, 375, 376, 389, 395.
Schranckenmuller ^ Johannes, (J. Schranckenmollerus) predikant te Schar-
mer, 213, 216, 232, 241, 246, 247.
Schrantz^ Bartolomeus, onwettig prediker in de provincie Groningen, 171.
Schroderus^ Johannes, predikant te Beilen, 75, 76, 83, 99, Westeremden ,
107, 124, 143, 153, 164—166, 180, 181, Hoogkerk, 212, 213, 231,
232, 246.
SchuÜeius, Anionius^ voorm. schoolmeester, predikant te Kolham, 300.
Sebastiani, Hermanmis^ predikant te Garmerwolde, 235, 247.
Sebens, Luwert^ ouderling in cl. Oldambt, 12.
Senoy^ weduwe Emerentiana van, zie E. Manninga.
Seumngius, Tobias, (T. Susingius) predikant te Delfzijl, 68, 86, 107, 118,
121, 124, 125, 128, 140, 221, 247, 260.
Sibrandi, Adrianus, predikant te Godlinze, 115.
Sibrandus, predikant te Garsthuizen, overleden, 350, misschien dezelfde
als S. Adriani.
SibranduSj pred. te Losdorp, zie S. Adriani.
Sickema, j. u. doet. Sibrandus, secretaris van Hasselt, 26.
Sickens, Egbertus, (ook E. S. Aèrarius) predikant te Groningen, 1. 4, 5,
9, Zandeweer, 57.
Sickenge, jonker Johan, coUator van üithuizermeeden , 113, 161.
Sielniannus ^ Tkomas^ pred. incl. Eenrum, 1 2, dezelfde als T. Stalmannus.
Sigers, Siger^ 146, lid der Staten van Groningen, 353.
Simons^ Johan, twee Jesuieten van denzelfden naam in de prov. Gronin-
gen, 287.
Siso , Hcnricus , (H. Cisonis) proponent , predikant te Winschoten , 369, 385.
Sluwer t^ inwoner van de Waarden, 314.
Slurp ^ Lubbert, (L. Slow) duivelbanner te Wirdummertil, 286.
Sögelman, Wessel, (W. Soogelmannus) schoolmeester te Wirdum, 365,
predikant te Eenum, 380.
Speenhoven, Johannes, (J. Spinhovius) predikant te Utrecht, 206.
413
Sprengerus^ Joannes, predikant te Hiiizinge, 1, Noordbroek. 12, 19, 23,
Appingedam, 30, 33, 41, 51, 54, 56—58, 65, 78, 79, 81, 82, 98—
100, 105-108, 115, 117, 118, 121, 124, 137, Opwierde, 164.
Stadefisis^ Marcus, proponent, zie M. Marsman.
Stad, Egbertus, predikant te Stedum, 30, 32, 33, 100, 106, 107, 124.
Stalitis, HenrictiSy examinandus, predikant te ten Boer, 320.
Stalmannus, Thomas, (T. Stelmannus, Sielraannus) predikant te (Jarnwerd,
1, 12, 19, 22, 34, 40, 57, 82, 83, 98.
Starkenborch , jonker Albert van, heerschap te Wetsinge, 55, 334, 351.
Starkenhorch , jonker Johan Tjaerda van, lid der Staten van Groningen,
9, 11.
Stechmannus , Hermannus, predikant te Groningen, 60, 98, 105, 121, 125,
140, 155, 189.
Steenwyck, jonker Johan van, zie J. de Vos van St
Stellingwerf, Nicolaus van, onwettig prediker te Meeden, 47, 105.
Stenius, Oerardus, predikant te Baflo, 290—292, 306, 386.
Stephani, Wilhelmus, hof prediker te Brandenburg, 190, 191.
Stoverius Breraensis, Jofiannes, predikant te Bierum, 173, 232, 246,
291, 306.
Straetman, Andreas, (A. Strateman, Stratemannus) predikant te Saaxum-
huizen, 21, 27, 30, 31, 33, 57, 58, 65, 107, 108, 121, 122, 125,
132, 146, 151, Zuidwolde, 180, 182, 189, 197, 198, 218, 247,249,
255, 259, 263, 270, 338, 340, 351, 352, 359-361, 372—376, 395, 396.
Strat&tnan, Joachiimis, predikant in cl. Eenrum, 28, 29.
Stroinbergius , Antonius , (A. Strömberg) predikant te Rottum , 41, 46, 56,
83, 99, 125, 140, 155, 166, 179, 181, 182, 198, 271, 280, 289, 305,
315, 327, 328, 366, 374, 375, 396.
Stronibergius , Henricus , gedicht van, 118.
Stuckerm, Adolfus, predikant te Wetzinge, 361, 373, 375—377, 386,
387, 396.
Suillarensis , Henricus, examinandus, predikant in de prov. Groningen, 7, 8.
Suioris, Rodolphus, predikant te Meeden, overleden, 105.
Swarte, Henricus, examinandus, predikant in het Oldambt, 9.
Sywerdes, Thryne, inwoonster van Holwierde, 283.
T.
Tamminga, jonker Onno, (ünno T.) collator van Bellingeweer , 115, 134,
144, 155, 169.
Takens, Snet, ouderling in cl. Groningen, 82, 99.
Taxites, Micha'èl, (M. Toxites) predikant in cl. Zuidhorn, 19, 28, 29.
414
Terwoldt^ Henriais, koster te Siddeburen , 199.
Theodori, Titm, (T. Theodorici) predikant te Slochteren, 165, 181, 247,
270, 338, 352, 3G0.
Theodorici Nordanus, Bemardus, (ook B. T. Agnaeus) predikant te üs-
kwerd, 1, Groningen, 30, 31, 51, 55, 57, 65, 82, 99, 105, 120,
121, 125, 128, 140, 145, 151—153, 164—166, 181, 197, 211, 253,
264, 339, 359—361, 373.
Theodoricfts ^ Oostfriesch predikant, 254.
Theophili Hermannus^ (H. Theophilus) predikant te Hoogkerk, 28, 30,
34, 40, 83, 98—100, 106—108, 123—126, 139, 140, 153, 105,
166, 181, overleden, 185.
Thomae^ Antmiius^ predikant te Groningen, 1, 9.
Thomae^ Daniel ^ predikant te Zeerijp, 34, 40, 57, 73, 74, 81, 117.
Tiarda^ E., lid der Staten van Groningen, 312.
Tikkirigius, Alexander^ prediker, schoolmeester te Kloosterburen, 17, 25.
Tjallingii^ Dominicus^ (D. Tinallingius) predikant te Vierhuizen, 2, 28,
30, 34, 40, 57, 65, 82, 121, 125, 134, 144.
IVeccius^ Arnoldti^ Herma?ini^ (A. H. Treckius) cand. theol. te Middel-
stum, 334, 335.
TVeccius, Hennannvs Arnoldi, (H. Dreckius, H. A. Rhenanus) predikant
te Middelstnm, 190, 195, 196, 226, 232, 237, 247, 255, 265, 270,
282, 298, 305, 347, 348.
U.
Uhhena^ jonker Willem^ lid der Staten van Groningen, 311, 320, 326.
Ubhius^ rector te Groningen, zie ü. Emmius.
Uchtman , Chrisiophorus , (C. üchteraannus) predikant te Groningen , 182,
183, 198, 199, 211, 212, 247, 270—272, 289, 291, 294—296, 305,
351, 359, 373, 374, 376, 377, 392, 393, 395, 396.
Uchtman, Johannes, (J. Uchtemannus) examinandus, 215.
Ulkenius, Jofiannes, predikant te Siddeburen, 251, 290, 306, afgezet, 392.
Uth den Bogart, Johannes^ zie J. Wtenbogaert.
Ulhusiv^, Ar noldus Martini, predikant te Groningen, 1, 5, 9, 12, 19,
20, 27, 65, 76, 98, 100, 106, 107, 113, 124, 164.
V.
Valcke, Herman, ouderling in cl. Zuidhorn, 34.
Valcke, Joost, lid der Staten van Groningen, 320.
Valckius, Everardus, (E. Valck, Falckius, niet Gerardus V.) examinan-
dus, predikant te 01de en Nijehove, 235, 291, 306, 338,352,360.
415
Valesius^ Johannes^ pred. te Bovenkarspel , zie J. Wallesius.
Valesiiis, Lambertus, (L. Woelesius) predikant te Onderdendam , 386.
Vallensis, Uübrandns^ predikant te Zalk, 259.
Vetia^ Gerryt de, (G. de Veen) proviandmeester te Delfzyl, 182, 197, 198.
Verlagius^ Heino, predikant in cl. Oldampt, 65.
Vinckelius^ Jesred^ predikant te Orootegast, 41, 51, 54, 56 — 58, 82, Lop-
persum, 118, 137, 165, 181, 182, 198, 271, 289, 306.
Verruiius^ Gerlaciis^ rentmeester van Groningen, 176, 178, 296, 322,
346, 348, 358, 363.
Vienna, Hermannns Eieronymi d, examinandus in cl. Oldambt, 386.
Vinceniius^ Johamies^ proponent, predikant te Losdorp, 384, 386.
Vinea, Daniel a, predikant te Dordrecht, 386.
Vüns^ Johannes^ predikant te Qarsthuizen, 350, 351.
Volcken^ Tlieodorus^ pred. te Schild welde , zie T. Folckeri.
Vos van Steenwyk^ jonker Johan cfo, collator van Emmen, 74.
Vreden, Henricus d, pred. te Scheemda, zie H. a Freden.
W.
Walles^ius, Joannes^ (J. Valesius) predikant te Bovenkarspel, 41, 51, 57,
126, 135, 142.
Walpaerit^ Dooke^ inwoner van Noorddijk, 321.
Walraven^ Wilhelrmis^ predikant te Noorddijk, 199, 211, Westerembden,
232, 246, 247, 270-272, 289, 319, 336, 338, 341, 346, 350, 352,
360, 361, 373.
Wattens^ Ritxe, schoolmeester te Zuidhom, 213, 218, 236, 251.
Waixe^ Lifthen, inwoner van de Waarden, 314.
WeemJwff, Oerardm, predikant te Winschoten, 2, 65, 83, 98, 99, 125,
130, 134, 146.
Weert, (Wierdt) timmerman te Appingedam, 299.
WeertSy Peter, (P. Wierdtz) inwoner van Appingedam, 299.
Wemenis, Joachimus, (J. Warnerus) predikant te Groningen, 1, 7, 19,
21, 30, 31, 33, 71, 76, 98, 108, 127.
Westerwold, Lucas, (L. Westerwoldensis) predikant te Eppenhuizen, 2,
34, 40, 76.
Wichering, Johan, lid der Staten van Groningen, 247.
Wichering, Riidolphis, (Roelof Wicheringe) raadsheer te Groningen, 153,
157, 164, 247, 270, 271, 353, 376.
Widmarus, Lticas, (L. Widemarius) predikant te Oterdum, 90, 116,
Zeerijp, 199, 212, 247, 267, 270, 271, 280, 289, 298.
Wilckcs, Jan, ziekentrooster te Appingedam, 364, 365, 371, 379.
416
Wilech^ Anionius^ examinandus, predikant te Scharmer, 29B, 295.
Wühelmi, Albertus^ (A. Gulielmi, A. Medanus) predikant te üithuizer-
meeden, 21, 27, 34, 40, 57, 58, 82, 83, 99, 107, 109, 110, 113,
115, 116, 121, 124, 125, 127, 130, 140, 153, 161, 164, 182, 184,
198, 199, 212, 232, 246.
Wilhdmi, Oerardua^ predikant in cl. Middelstum, 28, 29.
Wilhelmij Gerardus^ predikant te Zoutkamp, 2.
WillemsXj Aart^ inwoner van de Waarden, 314.
Winshemius^ dr. Andreas^ inwoner van Leens, 262, 264, raadsheer te
Groningen, 353, 356, 358.
Wintxemius^ Arnoldu^s^ pred. te Winsum, zie A. Reinbachius.
Wippingius^ lioberius^ predikant te Aduard, 22, 23, 27, 31, 33, 51, 55,
05, 83, 89, 98, Zuidhom, 107, 109, 110, 115, 121, 122, 124, 141,
142, 152, 153, 164, 199, 212, 213, 218.
WirichiuSj Johannes^ predikant te Tolbert, 55, 79, Zuidlaren, 83, 99.
Wolfiius^ Johannes, (J. Wulfius) proponent , 131, 132, predikant te Leens,
368, 382.
Wolfius^ Regjienis^ (Reinerus Wulfius) conrector te Appingedam, 225,
predikant te Solwerd, 234, 271, 289, Weiwerd, 319, 336, 338,
352, 360, 361, 373.
Wolsten ^ Frederiais de, predikant te Leermens, 2.
Worms^ Hermannus, fiscaal in Gn-ningen, 105.
Wtenbogaert, Joannes, de hof prediker, 32, 37, 49.
Wulfgangus N., predikant te Delfzijl, 2, misschien dezelfde als W. Agricola.
Wvlfius, Zachariasj (Z. Wolf) onwettig prediker te Emmen, 74.
Wyffetinge, Johan, burgemeester van Groningen, 352.
Wynkenius, Johannes, examinandus, predikant te Borgsweer, 236, 251.
Y.
IJselmuden , Ernst van , lid der Staten van Groningen , zie E. v. Isselmuden.
Z.
Zoor, Joachinms, (J. Zoer, Sorius) predikant te Anlo, 41, 50, 57, 76, 82,
Loppersum, 141, 152, 153, 164, 213, 215, 221, 231,232,246,319,
325, 329, 336, 338, 352, 360, 374, 382, 396.
Zuitlaraeus . Henricus , predikant te Adorp , 183 , 198, zie H. Suitlarensis.
Zyes, Johannes, inwoner van Meedhuizen, 299, 313, zie ook op Jan Cies.
REGISTER VAN PLAATSNAMEN.
Adorp, 183.
Aduard, 2, 17, 22, 23, 27, 28, 29, 30, 31, 33, 41, 51, 57, 65, 82, 83, 86,
98, 104, 107, 108, 121, 124, 125, 128, 135, 139, 140, 142, 144,
151,' 153, 166, 170, 171, 183, 199, 216, 231, 246, 272, 289, 291,
306, 318, 319, 336, 375, 395.
Altona, 208.
Amsterdam, 18, 120, 126.
Andel (den), 66, 160, 218, 235, 282.
Anloo, 41, 57, 82.
Appingedara, 1, 2, 3, 11, 12, 19, 20, 23, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 33,
34, 38, 39, 40, 41, 51, 52, 56, 57, 60, 65, 76, 77, 78, 82, 84, 86,
88, 94, 96, 98, 100, 103, 105, 106, 107, 108, 116, 119, 125, 132,
134, 136, 137, 140, 141, 144, 146, 149, 151, 153, 157, 165, 167,
170, 174, 180, 181, 182, 184, 194, 197, 198, 199, 204, 206, 207,
208, 212, 213, 215, 217, 222, 223, 225, 227, 228, 231, 232, 234,
235, 236, 241, 244, 245, 246, 247, 249, 251, 256, 261, 265, 266,
270, 271, 272, 273, 274, 275, 277, 278, 279, 281, 283, 286, 289,
290, 291, 293, 295, 296, 297, 298, 299, 306, 311, 313, 318, 319,
322, 325, 329, 332, 336, 337, 338, 345, 351, 361, 362, 363, 364,
365, 367, 371, 372, 374, 375, 376, 378, 379, 389, 396.
Bafloo, 1, 3, 12, 16, 19, 21, 23, 27, 30, 31, 33, 38, 56, 66, 82, 87, 89,
105, 107, 110, 113, 121, 122, 123, 125, 129, 140, 141, 160, 166,
182, 218, 290, 291, 306.
Bedum, 1, 16, 98, 110, 113, 131, 146, 155, 166, 176, 177, 178, 190, 198,
199, 210, 211, 212, 231, 271, 272, 286, 289, 306, 315, 317, 319,
336, 338, 351, 361, 373.
Beerta, 46, 47, lOü, 231, 385.
Beilen, 44, 45, 49, 75, 99.
Bellingeweer, 66, 115, 144, 160.
Bellingwolde , 134, 205, 385.
Aeta syn, provinc. VIL 27
418
Bierum, 103, 115, 173, 215, 246, 291, 306, 320, 385.
Blijdenstein , zie Ruinerwold.
Blijham, 209, 225, 247, 270, 361, 374, 375, 396.
Borgsweer, 103, 236, 251, 316.
Bourtange, 125, 206, 272, 289, 291, 318, 319, 320, 336, 338, 352, 360.
Bovencarspel , 41, 57, 126, 142.
Brandenburg, 190, 191, 196.
Bredermoer (Oost-Friesl.) , 24.
Breede, 65, 87, 233, 293.
Bremen, 215, 281, 283.
Calepende, zie Opende.
Critzum, 205.
Dauphiné, 95.
Delft, 33, 229, 359.
Delfzijl, 2, 12, 68, 86, lOV, 124, 125, 137, 140, 197, 245, 247, 260, 369.
Delmuden, zie Qenemuiden.
Deventer, 171.
Diever, 99.
Doezum, 300, 314.
Dokkum, 48.
Dordrecht, 142, 241, 304, 339, 359, 362, 370, 372, 380, 381, 383, 386.
Drente, 5, 19, 41, 43, 44, 45, 46, 48, 49, 51, 57, 70, 71, 72, 73, 75, 76,
77, 82, 84, 94, 97, 99, 101, 109, 130.
Duitschland, 95.
Dijkshom, 195, 201, 385.
Eelde, 119.
Eelswerd (bij Rottum), 125.
Eenrum, 1, 12, 16, 18, 19, 27, 28, 29, 30, 34, 35, 39, 40, 41, 42, 51,
52, 54, 56, 57, 58, 65, 75, 82, 83, 86, 89, 98, 100, 102, 108, 114,
121, 122, 129, 130, 131, 141, 143, 144, 146, 152, 153, 154, 160,
166, 183, 185, 199, 213, 221, 223, 228, 231, 232, 233, 235, 241,
243, 247, 248, 250, 251, 253, 255, 257, 258, 260, 263, 268, 271,
273, 282, 288, 291, 294, 297, 300, 319, 324, 332, 334, 335, 336,
338, 344, 351, 352,' 3^0, 361, 368, 375, 376, 377, 386, 387.
Eenum, 233, 248, 286, 287, 303, 310, 311, 326, 365, 379, 386.
Eexta, 82, 142, 145, 151, 152, 164, 199.
Einden, 74, 143, 168, 171, 174, 186, 236, 253, 254, 262, 263, 265, 278,
285, 333.
Emmen, 41, 74, 82, 83.
Engeland, 95.
Enkhuizen, 108.
419
Eppenhuizen, 2, 40, 76, 177, 195, 201.
Ezinge, 5G, 100, 112, 160, 171, 183, 199, 204, 212, 214, 232, 245, 246,
247, 270, 338, 352.
Farmsum, 2, 25, 29, 32, 76, 103, 110, 111, 113, 117, 118, 141, 146, 153,
164, 168, 177, 198, 199, 208, 211, 218, 241, 247, 270, 276, 361,
373, 374, 396.
Feerwerd, 112, 160, 389.
Finsterwolde , 236, 293.
Fivelingo, 362.
Franeker, 5, 188, 206, 235, 299, 313.
Frankrijk, 94, 95, 96, 97.
Fransum, 112, 199, 392.
Friesland, 5, 48, 72, 76, 137, 148, 188, 206, 268, 280, 297, 313, 333,
336, 385.
Friesland (Oost-), 171, 176, 221, 254, 261, 262, 278, 345.
Gap (Frankrijk), 95.
Qarmerwolde, 2, 33, 81, 235, 247.
Garnwerd, 1, 17, 22, 40, 82, 142, 152, 160, 166.
Garrelsweer, 233, 248, 324, 326, 346, 349.
Garshuizen, 34, 40, 99, 342, 350, 351.
Geneniuiden (Delmuden?), 45.
Godünze, 1, 3, 115, 128, 135, 143, 146, 174, 186, 187.
Gerecht (het), 104, 247, 271, 277, 317.
's Gravenhage, 32, 39, 41, 62,68,88,91,175,230,304,343, 380,381,383.
Groningen, 1, 4, 5, 9, 11, 12, 19, 20, 21, 23, 24, 27, 30, 31, 33, 34, 38,
39, 40, 41, 44, 46, 47, 48, 50, 51, 52, 55, 56, 57, 58, 61, 65, 67,
68, 70, 72, 73, 75, 76, 77, 78, 79, 81, 82, 86, 92, 98, 99, 100,
103, 105, 106, 107, 108, 109, 114, 119, 120, 121, 123, 124, 125,
126, 129, 139, 140, 141, 143, 144, 145, 146, 151, 152, 153, 155,
157, 158, 159, 162, 164, 165, 168, 170, 171, 173, 177, 180, 182,
186, 187, 188, 189, 190, 194, 197, 198, 199, 201, 206, 208, 209,
211, 212, 213, 215, 220, 221, 222, 223, 224, 226, 227, 228, 231,
232, 234, 238, 239, 241, 242, 243, 244, 245, 246, 247, 253, 255,
257, 258, 259, 260, 268, 270, 271, 272, 274, 275, 277, 278, 279,
280, 282, 289, 290, 291, 297, 299, 302, 306, 307, 312, 315, 316,
317, 319, 321, 322, 326, 327, 330, 335, 336, 337, 338, 339, 346,
351, 352, 359, 360, 362, 365, 367, 369, 371, 373, 374, 384, 385,
386, 387, 389, 395, 396.
Grootegast, 56, 82.
Grijpskerk, 47, 111, 132, 153, 165, 166, 179, 247, 270, 272, 299, 313,
314, 338, 352, 353, 361, 373.
27'
420
Giüik, 190, 191.
Hage (Oost-Friesl.) , 261.
Ham, 68, 88, 180, 199, 392.
Haren , 2, 20, 153, 165, 181, 182, 195, 1T)8, 201, 213, 231, 338, 351, 360, 373.
Harkstede, 196, 215, 217, 321, 324, 361, 373.
Hasselt, 25, 26.
Helium, 1, 152, 213, 231, 319, 336.
Heveskes, 376, 383.
Holland, 33, 42, 76, 84, 89, 95, 97, 98, 124, 126, 148, 151, 189, 190,
231, 335, 364.
Holland (Noord-), 41, 45, 51, 57, 59, 68, 77, 83, 107, 126, 135, 140, 142,
148, 153, 164, 166.
Holland (Zuid-), 32, 41, 45, 57, 59, 68, 77, 83, 91, 120, 126, 140, 142,
148, 151, 153, 166.
Holstein, 179.
Holwierde, 2, 49, 93, 99, 100, 103, 106, 153, 164, 165, 181, 246, 271,
276, 283, 289, 309, 324, 374, 396.
Hoogkerk, 2, 34, 99, 100, 106, 107, 108, 123, 125, 140, 185, 212,
231, 246.
Hoorn, 83.
Hornhuizen, 81, 89, 102, 110, 155, 350, 368, 382.
Huizinge, 1, 153, 165, 199, 212, 247, 270, 291, 299, 306, 375, 396.
Humsterland, 135, 138.
Hunsingo, 362.
Itzehoe, 177.
Joure, 188.
Juk werd, 2, 234, 235, 245, 250, 273, 308, 320.
Kantens, 76, 107, 124, 153, 231, 246, 291, 306.
Klooster ter Apel, 33, 36, 53, 92, 274.
Kloosterburen, 22, 25, 28, 132.
Kolderveen, 73.
Kolham, 119, 135, 185, 194, 202, 204, 223, 300.
KoUum, 47, 137, 314.
Krewerd, 2, 76, 199, 212, 213, 231, 251, 274, 283.
Kropswolde, 56, 135.
Lagemeden, 309.
Lange wold, 311.
Lanum (Oost-Friesl.) , 254.
Leegkerk, 34, 99, 100, 107,108,124,125,153,166,181,185,212,231,246.
Leens, 77, 99, 159, 160, 161, 253, 254, 258, 259, 262, 264, 274, 299,
313, 368, 382.
421
Leermens, 2, 100, 106, 127, UI, 199, 212, 231, 233, 247, 248, 270, 282,
286, 293.
Leeuwarden, 225, 229.
Leiden, 126, 148, 190, 229.
Loppersum, 1, 2, 3, 12, 19, 20, 21, 23, 25, 27, 28, 29, 30, 33, 34, 39,
40, 41, 51, 54, 56, 57, 61, 65, 73, 83, 86, 98, 99, 100, 103, 104,
106, 107, 108, 112, 116, 117, 118, 121, 125, 131, 140, 141, 144,
152, 153, 164, 165, 167, 170, 173, 174, 181, 182, 185, 187, 199,
213, 215, 224, 226, 228, 231, 232, 235, 236, 237, 238, 241, 243,
244, 246, 247, 248, 257, 266, 271, 274, 276, 279, 282, 286, 287,
289, 291, 293, 296, 298, 300, 303, 306, 310, 311, 315, 319, 320,
326, 331, 336, 338, 342, 346, 349, 350, 352, 360, 361, 365, 370,
374, 383, 384, 385, 386, 396.
Losdoi;p, 1, 3, 100, 106, 107, 108, 124, 125, 140, 141, 145, 152, 164,
165, 181, 185, 186, 187, 384, 386.
Lutjegast, 193, 235.
Maarhuizen, 160.
Maarslag, 223, 233, 246, 249.
Mariënhave (Oost-Friesl.) , 261, 278.
Marne (de), 35.
Marsum, 204, 215, 234, 311, 321, 324, 325, 331, 364.
Marum, 299, 313.
Meeden, 2, 21, 33, 40, 47, 99, 105, 124, 125, 140, 153, 161, 164, 182,
184, 198, 199, 212, 246, 247, 270, 272, 361, 374.
Meedhiüzen, 60, 85, 101, 110, 299, 313.
Menkeweer, 195, 201, 227.
Mensingeweer , 114, 132, 146, 155, 160.
Meppel, 45, 57, 73, 75, 82, 83.
Middelbert, 100, 101, 104, 106, 270.
Middelburg, 215, 333, 344, 380, 381.
Middelstum, 1, 3, 12, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 23, 27, 28, 29, 30, 33, 34,
37, 39, 40, 41, 43, 49, 51, 56, 57, 65, 72, 76, 77, 79, 82, 83, 86,
89, 98, 99, 100, 102, 106, 107, 108, 112, 116, 120, 121, 122, 125,
126, 140, 141, 144, 145, 152, 153, 166, 175, 176, 182, 190, 191,
195, 196, 199, 213, 215, 216, 223, 226, 232, 237, 241, 242, 247,
250, 251, 257, 260, 265, 270, 271, 273, 274, 276, 282, 291, 298,
296, 298, 301, 304, 305, 315, 319, 326, 327, 328, 332, 334, 338,
339, 344, 361, 374, 376, 386, 389, 390.
Midwolde (Oldambt), 21, 56, 154 183, 197, 198, 291, 306, 319, 336,
338, 352, 360, 361, 374.
Midwolde (gem. Leek), 299, 313, 375, 396.
422
Munster, 207, 344, 347.
Neermoer (Oost-FriesL) , 174.
Niehove, 13r), 235, 291, 306, 338, 352, 3G0.
Niekerk (gem. Oldekerk), 2, 385.
Niekerk (gem. Ulnim), 91, 160, 249.
Noordbroek, 100, 106, 119, 124, 142, 145, 166, 180, 181, 183, 198, 215,
225, 237, 319, 336, 338, 352, 360, 374.
Noorddijk, 2, 199, 211, 275, 321.
Noordhom, 111, 132, 199, 212, 216, 231, 272, 291, 306, 319, 336.
Noordlaren, 201, 373.
Noordwolde, 67, 92, 97, 101, 231, 361, 373.
Norden, 378.
Nuis, 274, 367.
Nyeveen, 72.
Obergum, 28, 160, 288.
Oldambt, 4, 9, 12, 19, 21, 23, 27, 30, 31, 33, 34, 35, 40, 41, 46, 47
51, 54, 57, 65, 76, 82, 83, 86, 92, 98, 99, 100, 102, 103, 104
105, 108, 109, 119, 121, 124, 125, 1.36, 140, 142, 144, 145, 151
153, 166, 180, 183, 191, 199, 200, 207, 213, 221, 225, 226, 232
235, 236, 243, 244, 245, 247, 252, 256, 258, 268, 272, 273, 274
277, 280, 291, 293, 297, 304, 315, 316, 317, 318, 319, 320, 327
333, 338, 345, 359, 361, 366, 375, 379, 381, 384, 385, 386.
Oldehove, 47, 48, 79, 80, 81, 195, 235, 291, 306, 338, 352, 360.
Oldekerk, 17, 111, 155.
Oldeklooster, 103.
Oldendorp (Oost-Friesl.) , 168.
Oldenzijl, 1, 33, 112, 203, 240, 256, 3(H, 326, 376.
Oldesumergast (Oost-Fnesl.) , 146.
Ommelanden, 105, 109, 124, 130, 131, 132, 136, 138, 144, 145, 162,
169, 172, 191, 192, 224, 239, 242, 255, 256, 257, 269, 282, 285,
311, 312, 313, 315, 316, 332, 359, 367, 369, 370, 372, 390.
Onderdendam (Onderwierum) , 25, 299, 313, 386.
Onstwedde, 56, 100, 136, 245, 246, 274, 348, 367, 369, 381, 385.
Oosterlee, 24.
Oostemieland , 112.
Oosterwierum , 154.
Oosterwij t werd, 166, 209, 233, 248.
Oostum, 160, 1JS5, 187.
Oostwolde (Oldambt), 33, 236, 251, 369, 385.
Opende (Calcpende), 320, 367, 382.
Opwierde, 60, 85, 132, 164, 251, 274, 311, 376, 378, 383.
423
Oterdiim, 67, 90, 103, 110, 134, 144, 154, 167, 169, 194, 200.
Oudezijl, zie Oldenzijl.
Overqsel, 259.
Pfaltz (de), 171.
Pietersburen , 153, 159, 160, 161, 163, 164, 319, 336.
Ranum, 11.3, 160.
Reiderland, 205, 207.
Renen (Munster), 347.
Rochelle (Ia), 95.
Roermond, 189.
Rolde, 82, 83.
Rotterdam, 57, 83.
Rottum, 41, 56, 92, 98, 99, 102, 125, 140, 166, 181, 182, 185, 195, 198,
200, 227, 243, 257, 271, 277, 280, 305, 315, 327, 328.
Ruinen, 75.
Ruinerwold (of Blijdenstein), 75.
Saaxum, 135, 160, 171, 188, 205, 210, 225, 311, 369.
Saaxumhuizen , 21, 107, 124, 146, 160, 185, 187, 192, 272, 289, 291,
306, 338, 352, 360, 361, 373.
Sauwerd, 1, 100, 272, 375.
Scharmer, 103, 104, 213, 216, 217, 232, 244, 246, 247, 258, 263, 264,
265, 293, 295, 374, 384, 396.
Scheemda, 142, 152, 200, 247, 272, 375, 396.
Schildwolde, 182, 199, 212, 271, 289.
Schoonebeek , 57, 82.
Schotland, 95.
Sebaldeburen , 111, 311, 392.
SeUingo, 134, 136.
Siddeburen, 2, 26, 33, 134, 144, 190, 206, 235, 251, 290, 306,333,367,392.
Slochteren, 26, 165, 181, 247, 270, 338, 352, 360.
Solwerd, 204, 215, 234, 271, 289, 311, 325, 364, 365, 379.
Spijk, 2, 112, 155, 274, 288, 300, 323, 332.
Stedura, 21, 33, 100, 106, 107, 124, 338.
Steinfurt, 190.
Stitswerd, 2, 40, 75, 77.
Ten Boer, 22, 28, 114, 226, 227, 287, .300, 320.
Ten Post, 164, 198, 231, 291, 306, 336, 373, 374, 396.
Termunten, 76, 154.
Thesinge, 25, 53, 68, 224, 287, 300, 360.
Tinallingen, 2, 40, 103, 141, 152, 155, 227, 246, 247, 270, 271, 319,
336, 338, 352, 360, 375, .396.
424
Tjamsweer, 1, 3, 20, 27, 56, 81, 104, 120, 125, 132, 140, 141, 290,
306, 371.
Tolbert, 55, 79, 150, 183, 187, 188, 235, 274, 318, 375, 396.
Toomwerd, 65, 86.
Uithuizen, 1, 68, 155.
Uithuizermeeden, 21, 77, 90, 97, 107, 113, 182, 210, 274.
Uitwierde, 2, 134, 137, 223, 250, 311, 324, 325.
Ulrum, 2, 8, 91, 125, 140, 160, 166, 182, 199, 212, 246, 249.
Uskwerd, 1, 25, 75, 82, 103, 134, 135, 149, 166, 181, 227, 258, 271,
319, 336.
Utrecht, 17, 206.
Vierhuizen, 2, 28, 39, 40, 67, 82, 125, 155, 160, 273, 335, 382.
Visvliet, 2, 18, 33, 67, 125, 142, 152, 166, 183, 247, 270, 299, 313.
Vlagtwedde, 136, 209.
Vliedorp, 91, 160, 249.
Vredewold, 4, 55, 111, 160, 171, 233, 248, 273, 313.
Wagenborgen, 56, 15.3, 165, 183, 185, 199, 200, 211, 212, 213, 236,251.
Warfum, 1, 33, 36, 47, 53, 65, 87, 100, 102, 106, 125, 141, 143, 151
158, 369, 375, 379, 396.
Warfhuizen, 21, 56, 100, 106, 107, 124, 155, 163, 183, 198, 199, 211,
212, 246, 247, 270, 291, 306, 361, 373.
Wedde, 19, 53, 103, 104, 175, 199, 206, 209, 212, 225, 252, 381.
Wehe, 132, 153, 165, 183, 198, 231, 247, 270, 288, 294, 323.
Weiwerd, 84, 86, 91, 101, 109, 110, 116, 117, 137, 319, 336, 338, 352,
360, 361, 373.
Westerbork, 84.
Westerbroek, 234, 290, 306, 319, 336.
Westerdij kshom, zie Dijkshorn.
Westeremden, 28, 107, 124, 143, 153, 104, 165, 166, 180, 181, 246,247,
270, 271, 272, 289, 319, 336, 338, 352, 360, 361, 373, 385.
WesterkwarUer (of Overdiep), 19, 20, 27, 55, 111, 132, 161, 195, 299,
307, 313.
Westerland, 97.
Westerlee, 24, 200, 273, 316,
Westeraieland , 2, 146, 160.
Westerwolde, 53, 86, 134, 136, 180, 207, 209, 226, 381, 384.
Westerwijtwerd, 1, 27, 60, 166, 181, 291, 306, 319, 336, 338, 339, 352,
360, 3RG.
Wetsinge, 40, 55, 68, 02, 166, 181, 199, 212, 231, 245, 334, 361, 373,
375, 396.
Wierum, 235, 319, 336, 361, 370, 374.
425
Winschoten, 2, 99, 125, 291, 306, 369, 385.
Winsum, 3, 38, 134, 141, 144, 153, 155, 160, 165, 169, 288.
Wirdum, 30, 40, 227, 280, 299, 313, 324, 326, 345, 346, 347, 348, 349,
358, 359, 365, 369, 386.
Wittewierum, 22, 28, 33, 36, 125, 140, 153, 164, 182, 231, 282, 291,
298, 306, 319, 336, 361, 373, 374, 396.
Woldendorp, 89, 114.
Woltersura, 2, 29, 118, 137, 144, 155, 168, 173, 267, 280.
Wijtwerd, 33(?), 36, 53, 66, 75, 76, 87, 102, 109, 114, 135.
Zalk, 259.
Zandeweer, 103, 141, 154, 250, 274, 283.
Zandt ('t), 21, 56, 125, 131, 182, 359, 361, 370, 373, 374, 396.
Zeeryp, 2, 40, 81, 117, 199, 212, 227, 236. 247, 267, 270, 271, 298,
310, 326.
Zoutkamp, 2.
Zuidbroek, 82, 125, 140, 166, 181, 228, 231, 246, 375, 396.
Zuidhorn, 19, 30, 34, 40, 50, 100, 107, 122, 141, 142, 152, 153, 164,
183, 188, 193, 197, 199, 204, 213, 215, 218, 221, 228, 232, 233,
235, 236, 243, 247, 251, 258, 268, 272, 274, 277, 280, 291, 293,
295, 297, 307, 311, 318, 319, 320, 333, 338, 345, 361, 369, 375,
376, 382, 389, 390, 392, 396.
Zuidlaren, 99.
Zuidwolde (Gr.), 60, 93, 100, 106, 136, 155, 161, 180, 182, 197, 198,
247, 270, 338, 352, 360, 361, 374.
Zuurdijk, 160, 249, 382, 386.
Zwitserland, 95.
REGISTER VAN ZAKEN.
A.
Ahten, 133.
Academie^ te Leiden, 148, 190; — suspecte, 190, 221; — te Steinfurt,
190; — te Franeker, 206; — academische testimonia, 227, 235,
237; — te Groningen, 274, 326, 327; — Jezuitische academiën,
285, 309, 322, 363, 378; — curatoren, 302, 303, 310; — acade-
mische examens , 302 , 303 , 309, 326 ; — dwalingen uitgaande van
de, 304.
Advocate?i, 59, 134, 207, 324, 388.
Altaren, 11, 86, 333, 367, 381.
Armen, 16, 52, UI, 116, 117, 139, 149, 156, 169, 196, 237; — armen-
ordening, 15, 23, 29, 37, 42; — bedelaars, 15, 37, 67, 285, 298,
323, 389; — armengoederen, 37, 93; — armengelden, 53, 134,
136, 197; — subsidie aan diakenen ten behoeve der, 224; — ieder
kerspel onderhoude zijn eigen, 225; — ongelijke bedeeling der, 390.
Armvoogden, 43.
Avondmaal, bij beurten in verschillende dorpen, 6; — aansporing tot het
houden van het, 63, 64, 67, 87; — ceremoniën bij het, 64, 87,
276; — iemand afhouden van 't, 67, 139, 382; — misbruiken by het,
68; — formulier, 87; — nalatigheid in het bedienen van het, 128,
376, 383, 387; — naar de instelling van Christus te bedienen,
145; — op Paschen en Pinksteren, 162, 171, 173, 174; — of
doodslagers mogen worden toegelaten tot het, 163; — hoe vaak
te bedienen, 202; — in eene andere gemeente te genieten, 203,
214; — wijze van bedienen van het, 383; — wanneer te bedie-
nen, 891.
B.
Bnyijnen, 18, 53, 156.
Ikgravenls, 13, 37, 43, 113, 150, 226, .393.
427
Bibliotheek te Groningen, 209.
Doeken^ van David Jorisz,, 44, 159; — lasterschriften van Simox Philaeus
e. a. , 48 ; — een boek van Joh. Acronius , 84 , 93 ; — Henr. Strom-
BERGiiJs: Carmen de quadripartito anno etc, 118; — een geschrift
van Alb. Lomeijerus tegen de Mennonieten, 128, 140; — Weg-
bereider up die verbetering van die Nederiandissche bibel (door
W. Baudartius), 139; — Bijbel van Piscator, 139; — abc- boeken
„darinne die korten tein gebaden sthaen", 3 58; — liet „Wunder-
boeck" (van David Jorisz.), 159; — van Dodo van Amsweer, 219,
283, 325, 329, 349, 370; — Catechismus van Aldeqonde, 237, 252,
274. 294; — een geschrift van Michaél Sadeler, 239; — boeken
van Jan Dericks, 268; — Annotatiën FRANcisa Kosteri over het
N. Test. , 272 ; — Theses pro et contra van de Gereformeerden en
Arminianen, 321 ; — Dodo van Amsweer , Klagende request enz. , 370.
BoeJcencen^uur ^ het dnikken en verkoopen van verkeerde boeken tegen te
gaan, l5, 44, 59, 84, 243, 257, 268, 310, 330, 366, 380, 394; —
visiteeren van geschriften, 128, 151, 211, 219, 224, 302; — ket-
tersche boeken niet te dulden, 158; — veriof tot drukken vereischt,
239; — Menniste boeken, 243, 322; — professoren te Groningen
in zake, 330; — Papistische boeken, 332, 366, 380.
Bruiloften, 343, 392.
Bijbel j vertaling van den, 33, 139; — N. Test. in de scholen te gebrui-
ken, 64; — van Piscator, 139.
Candtdaten, 26G, 279, 282, 297, 298, 303, 304, 309, 326, 394.
Catechismus van Aldegonde, 237, 252, 274, 294; — papistische, 394.
Catecimmus (Heidelbergsche) ^ 341: — vertaling van den, 33, 43, 44; —
overal te leeren, 43, 44, 64; — predikatiën uit den, 62, 202, 210,
222, 393 ; — in de scholen te leeren , 64, 158, 222, 393 ; — revisie
van den, 120, 127, 142; — iedere classis zal een exemplaar heb-
ben van den, 142, 220; — onderteekening van den, 142, 219, 220,
229, 236, 292, 393 ; — iedere gemeente zal een exemplaar hebben
van den, 154; — voorlezing van den, 222; — instemming met
den, 230; — texten aan den kant van den, 335; — herdruk van
den, 367, 382.
Catechizeeren , 222, 393, 394.
Classes, vergadering der, 3. 6, 19, 24, 45, 135, 139, 149, 315, 329, 332,
338; — onkosten der, 3, 10, 15, 24, 38, 47, 54, 103, 136, 149,
151, 156, 169, 193, 207, 228, 351; — moderamen, 6; — tijd en
428
plaats, 15: — classicaal boek (acta), 32, 36, 42, 51, 133, 137, 139,
145, 163, 206, 338, 375, 376, 377; — toezicht over de, 32, 59,
70, 120, 144, 147, 155, 169; — gehoorzaamheid aan de, 53; — niet
klappen uit de class. vergaderingen, 54; — depatati classis, 58,
243, 318; — haar plicht niet doende, 59; — predikatiën in de
class. vergadering, 62, 216, 331, 367, 380; — zwarigheden in de,
71; — een „zwakke" classis, 75; — een classis bestraft, 79, 122,
134, 151, 228, 235, 266, 349, 377, 386; — classicale quota, 112.
123; — gift der, 118; — Ned. Geloofsbel. en Heid. Catech. in
de, 142; — tot oefening van tucht vermaand, 164, 178, 386; —
nieuwe classis, 180; — exercitia disputationum , 216, 285, 331,
367, 380; — zwagerschap enz. tusschen leden der, 258, 278,
296; — stemmen in de, 259; — theol. professoren in de verga-
ringen der, 338; — toezicht hebbende («ver de schoolmeesters, 393.
Collatwen, 13, 16, 28, 31, 32, 36, 40, 47, 78, 80, 84, 91, 93, 94, 101,
102, 104, UI, 112, 115, 127, 129, 130, 143, 147, 150, 155, 157,
159, 162, 163, 166, 178, 184, 186, 187, 188, 192, 205, 228, 238,
239, 243, 249, 250, 253, 255, 257, 267, 273, 274, 281, 283, 284,
287, 297, 303, 304, 309, 310, 311, 320, 324, 326, 329, 330, 345,
346, 348, 349, 351, 358, 365, 366, 379, 380, 382, 389, 392.
Collecte, 113, 275, 321, 362.
Conrector, 225.
Con-cspondentic , 59, 394; — met Z.-HolL, 32, 39, 41, 42, 57, 71, 83,
120, 126, 142, 151, 153; — met N.-HolL, 57, 83, 107, 126, 135,
142, 153, 164, 359; — overzending der acta syn., 68, 89, 140; —
met Frankrijk, 94; — met Drente, 101, 109.
Danscfi, 10, 64, 75, 77, 134, 194, 200, 269, 304, 310, 317, 334, 343, 357,
307, 381, 391, 392.
Dansscholen, 367, 381.
Diakenen, 26, 62, 383; — aan te stellen, 6; — rechten der, 53, 93; —
onderzoek naar 't gedrag enz. van , 63 ; — verkiezing van , 63 ; —
klachten over, 111, 117, 118; — afzetting van, 117, 118; — die
te veel armen hebben, 224; — die geen lidmaat der gemeente
zijn, 226, 208; — onwillige, 226; — die verachters der reb'gie
zijn, 268.
Jfisripline, trappen van, 45; — te oefenen, 64, 287; — censuur over
hen, die de censuur niet executeeren, 155, 156; — schuldbelij-
denis voor de gemeente, 197; — wijze van procedeeren by de,
298, i\02; — censuur over dansere, 334.
429
Doodslagers, 24, 163, 288, 299, 300, 312, 313, 314, 323, 364, 378.
Doop^ kinderdoop te bevorderen, 10; — waar en wanneer te bedienen,
13, 43, 67, 203 ; — uitstellen van den , 38, 88 ; — ceremoniën bij
den, 64; — niet zonder predikatie te bedienen, 88; — minder
eerbiedig bediend, 103; — huisdoop, 128, 143, 154, 167, 391; —
kinderdoop bevolen, 132, 203, 344; — naar de instelling van
Christus te bedienen, 145; — verachting van den kinderdoop,
150; — noodzaken tot den, 162; — van kinderen van in concu-
binaat levenden, 172; — van kinderen der Mennonieten, 203,
267; — van bejaarden, 203, 218; — nalaten van den kinderdoop,
266, 279, 296 ; — door priesters , 333, 344, 367, 380, 381 ; — door
monniken, 333, 381; — der Mennonieten, 343; — personen, die
niet weten of zij gedoopt zijn , 344 ; — boete voor hen , die hunne
kinderen niet laten doopen, 344.
Dronkenschap, 8, 10, 17, 46, 64, 73, 75, 76, 77, 80, 109, 115, 116, 118,
122, 123, 128, 137, 138, 139, 163, 164, 173, 181, 269, 334, 388.
Duivelbanners , 173, 227, 241, 256, 261, 275, 286,295,322,363,378,392.
F.
Feestdagen, 37, 162, 171, 242, 317, 343.
Fraierhuis te Groningen, 113, 242, 257, 276, 296.
Oanxetrekken , 16.
Gasthuis, 299.
OasthuÜToogden , 97, 192.
Geloofsbelijdenis, der Qeref. kerk van Frankrijk, 95, 97.
Geloofsbelydenis (Nederlandsche) , 341; — aan de kerken in Frankrijk te
zenden, 96; — revisie van de, 120, 127, 142; — iedere classis
zal een exemplaar hebben van de, 142, 220; — onderteekening
van de , 142, 219, 220, 229, 236, 252, 274, 292, 294, 393 ; — iedere
gemeente zal een exemplaar hebben van de, 154; — instemming
met de, 230; — texten aan den kant van de, 335; — herdruk
van de, 367, 382; — in de scholen te leeren, 393.
Gemeente, stichting van gemeenten, 29, 63; — vacante gemeenten, 29,
111, 112, 132, 150, 172, 249. 284, 382; — combinatie van gemeen-
ten, 31, 36, 38, 50, 60, 65, 66, 75, 85, 86, 87, 101, 103, 110, 112,
114, 132, 135, 146, 148, 160, 171, 196, 201, 204, 214, 215, 224,
233, 248, 249, 286, 287, 300, 311, 325, 326, 364, 368, 379, 382,
393; — visitatie der gemeenten, 51, 61, 62, 70, 79, 86, 87, 98,
430
101. 109, 222. 248. 2(;7. 275. 280: — waar geen kerkeraad is.
G2 : — hiiisbezriek , 08. 242 : — ziekenbezoek , 63 : — arme gemeen-
ten. 135. 249; — l»edroefde toestand eener, ISO: — slecht l)e-
diende, 185; — schuldbelijdenis vcmh de, 197.
Goederen, praebenden, 4, 14, 22, 35, 36, 53, 64, 127, 135, 184, 210. 224,
227, 237, 238, 255, 344; — vicarie-, 4, 22, 28, 35, 53, 64. 67, 77,
99. 104, 112, 113, 115, 120, 132, 151, 172, 180, 194, 196. 2(X»,
224, 227, 237, 252, 274, 279. 280, 344, 346, 362; — kerke-, 4.
10, 11, 14, 22, 28, 31, 35, 38, 39, 54, 64, 66, 77, 115, 134, 136,
192, 200, 210, 252, 284, 316, 321, 343, 357, 362; — leenen, 11.
15, 28. 29, 136, 146, 192, 200; — proostdyen, 14, 22, 25, 29, 31,
35, 52, 58, 83, 101, 108, 109, 111, 112, 113, 133, 134, 149, 161,
171, 194, 197, 200, 201, 258, 263, 283, 349; — pastorie-, 15, 22,
38, 52, 67, 77, 132, 146, 166, 172, 192, 193, 194, 196, 200, 209,
213, 224, 237, 249, 252, 284, 287, 330, 362; — kosterij, 17, 49,
52, 362; — commissarissen der, 35; — armen-, 37, 93; — kloos-
ter-, 52, 102, 105, 106, 170, 195, 200, 227, 243, 252, 258, 296,
300, 322, 346, 350, 392, 394; — rekening der, 67, 134, 136,
163; — geestelijke, 67, 92, 102, 105, 156, 162, 184, 237, 252,
267, 274, 278, 279, 280, 294, 297, 343, 349, 357; — politieke,
77 ; — register van, 224, 237, 267, 274, 295, 362; — calenden, 362.
GHetmannen, 103, 288, 311, 314.
H.
Hanesmijten^ 16.
Heidens^ 21.
Heilige dagen ^ 109, 112.
Hemelvaartsdag^ 311, 392.
Herbergen, 29, 173, 183.
Hoofdmannen, 38, 102, 163, 228, 253, 254, 259, 202, 263, 264, 260, 278,
281, 283. 288, 300, 323, 347, 348, 364, 390.
Huwelijk, profanatie van het, 4; — waar en wanneer te sluiten, 13, 53,
136, 137, 102. 204, 288; — misbruiken enz., 13, 77, 85, 111, 133,
193, 200, 279, 285, 280, 298, 312, 323, 357, 363, 378 ; — afkondi-
gingen, 15, 50, 53, 01, 77, 85, 113, 136, 143, 150, 162, 214, 227,
200, 266, 288, 297, 310, 309, 370, 371, 385, 390; — casus matri-
raoniales, 18, 85, 209, 215, 223, 209, 285, 299 ; — huwelyks-orde-
ning, 18, 85, 104, 112, 133, 144, 155, 102, 168, 193, 227, 266,
279, 285, 286, 296, 33U, 343, 357, 391 ; — echtscheiding, 26, 134,
299, 323; — van ongedoopten, 38, 53, 77, 85, 112, 150, 102, 171,
203, 218, 207, 208, 280, 297, 333, 336, 345, 367, 369, 380, 381,
431
392; — concubinaat, 38, 85, 172, 21G, 266, 278, 299, 313, 390; —
onwettig gesloten, 38: — rechters in huwelijks-zaken, 50, 85; —
onordelykheden bij de sluiting van 't, 50, 92, 102, 180, 193, 203,
281, 323; — der Mennonieten, 58, 113, 150, 162, 171, 223, 227,
261, 267, 278, 279, 288, 305, 310, 327, 345, 366,-380; — cere-
moniën bij het, 64; — verboden graden, 85, 265, 269, 299, 313; —
overspel, 117, 143, 299, 313, 323; — buitenlands gesloten, 171,
261, 278, 345; — bij Lutherschen, 171; — bij Papisten, 171, 344,
391; — testimonium copulationis , 177; — moedwillige verlating,
184, 199, 208, 216, 283, 299, 313, 384, 390; — van een voorma-
ligen monnik , 189 ; — op kerkhoven gesloten , 223 ; — zonder con-
sent der ouders, 260; — verboden omgang vóór het, 265; —
hoererij, 300; — bloedschande , 313, 323, 378; — overtrouwen bij
priesters, 344; — boekhouder van de matrimoniale zaken, 369,
370; — in private huizen gesloten, 390; — eerst gesloten in de con-
venticulen der Papisten, daarna nog eens in de Geref. kerk, 391.
I.
Idioten, 98, 304.
Jezuiten, 158, 164, 184, 272, 285, 287, 298, 309, 322, 363, 378.
Joden, 204, 223.
Jus gladii, 78.
Jm patronatus, 49, 93, 97.
K.
Kaatsen, 1.33, 154.
Kerkenordeniny , onderteekening der, 3, 5, 8, 9, 64, 159; — van de over-
heid, 3, 5; — bezwaren tegen de, 13; — te onderhouden, 23,
134, 144, 151 ; — een exemplaar er van zal zijn in de vergadering
van den kerkeraad, 64; — in de synode te lezen, 172; — appro-
batie van de, 202, 214; — op nieuw te drukken, 229, 238; —
der nationale synode, 343, 355, 356, 362, 367, 372, 394.
Kerkeraad, 62; — gemeenten zonder, 62; — vergaderingen van den, 63,
64; — kerkenboek (acta), 64; — een exemplaar van de kerken-
ordening zal zijn in den, 64; — in zake predikantsberoeping ,
149; — Ned. Geloof sbel. en Heid. Catechismus in den, 154.
Kerkgebouwen, 10, 16, 22, 28, 37, 40, 53, 67, 89, 91, 134, 144, 154, 161,
163, 167, 109, 105, 227, 243, 257, 277.
432
Kerkhoven, 10, 13, 16, 37, 133, 154, 157, 223.
Kerkvoogden, 4, 10, 14, 17, 22, 26, 28, 37, 39, 40, 49, 60, 65, 85, 89, 97,
114, 136, 142, 159, 161, 162, 163, 166, 170, 172, 175, 192, 193,
209, 226, 244, 249, 258, 267, 268, 277, 287, 324, 330, 344, 366,
380, 382.
Kermissen, 87, 102, 109, 311.
Kindeüneren , 392.
Klokluiden enz., 13, 180, 195, 201, 226, 227.
Kloosters, 18, 92, 133, 287.
Kosters, 4, 14, 24, 27, 44, 49, 58, 59, 60, 77, 85, 86, 90, 97, 101, 104,
134, 138, 144, 155, 158, 159, 160, 168, 170, 177, 178, 192, 194,
195, 200, 201, 206, 209, 228, 243, 258, 278, 296, 322, 369, 371, 391.
KroegJiouders , 27, 44, 256.
Lasteraars, 4; — van predikanten, 54; — van de Geref. religie, 98.
Leedbieren, 24, 28, 242, 257, 295, 330, 343, 357.
Leei', waken voor de zuiverheid der, 43, 222, 272, 354, 356; — der
Mennonieten, 58, 133, 224, 241, 242, 268, 280; — onderzoeknaar
de, 62, 63; — onzuiverheid in de, 95, 204, 219; — op de nat
syn. te handelen over de, 120; — dwalingen te Leiden enz. in
de, 148, 190, 304; — bij de examina te letten op de, 221; —
strijdige punten der, 221, 341; — verdediging der, 221.
Legerdienst, 68, 89.
Libertijn, 275.
Liturgie, 382.
Loteryen, 228, 331, 368.
Lutherschen, 46, 70, 171, 345.
Lijkpredikatiën , 13, 43, 54, 113, 150, 157, 202, 228.
M.
Meiavondspelen , 38, 102, 113, 203, 281.
Melaatsdien , 299, 313.
Mennonieten, 108, 157; — toenemen der, 4; — vergaderingen der, 10,
14, 29, 31, 36, 43, 58, 83, 114, 158, 161, 164, 170, 191, 204, 226,
233, 241, 268, 276, 295, 304, 309, 316, 327, 343, 357, 366, 368,
379, 384, 389: — Menniste schoolmeesters, 15, 36, 97, 223, 233,
249; — in zake armenzorg, 16, 53; — op pastorie- en schoollanden
huizen van, 52, 193, 200, 213, 227, 242, 257, 276, 296; -- huwe-
433
Ujken der, 58, 113, 150, 162, 171, 223, 227, 261, 267, 278, 279,
288, 305, 310, 327, 345, 366, 380; — echtscheiding bij de, 58; —
leer der, 58, 133, 224, 241, 242, 268, 280; — strijd met, 64; —
onordelijkheden der, 65, 101, 111, 133, 150; — „schrecklicke exem-
pelen" bij de, 83; — geschrift tegen de, 128; — ontheiliging van
den Sabbat door, 149, 193; — verachting van den kinderdoop,
150; — placcaat tegen de, 158, 170, 173, 241, 256; — geen erger-
nis te geven aan, 174, 266, 337; — afvalligen tot de, 197; —
gedwongen hunne kinderen te laten doopen, 203, 267; — boekon
van, 243, 268, 280, 322; — doop der, 343; — Arminiaansche
gevoelens onder de, 379.
Monniken, 18, 156, 189, 333, 347, 381.
O.
Ontvangers, 38, 58, 134, 160.
Organisten, 27.
Orgels, 6.
Ouderlingen , 26, 62, 86, 104, 383 ; — aan te stellen , 6 ; — in de synode ,
35, 41, 42, 58, 140, 359 ; — predikanten in plaats van , 41, 42 ; —
bij de visitatie der gemeenten , 62 ; — onderzoek naar 't gedrag
enz. der, 63; — verkiezing van, 63; — de classicale vergaderin-
gen bijwonende, 328, 329; — ter nat. synode, 359.
Overheid, kerkenordening der, 3, 5; — in zake de synode, 4, 5, 124; —
verzoeken aan de, 10, 15, 16, 19, 21, 22, 23, 24, 32, 33, 34, 36,
37, 38, 39, 40, 42, 44, 49, 54, 57, 58, 59, 60, 65, 67, 68, 71, 77,
81, 83, 84, 85, 86, 89, 91, 92, 97, 98, 99, 102, 103, 104, 109, 111,
112, 113, 114, 119, 123, 124, 132, 133, 134, 135, 139, 148, 149,
156, 158, 159, 160, 167, 168, 169, 170, 171, 175, 180, 184, 191,
192, 194, 195, 196, 200, 201, 202, 203, 204, 205, 207, 209, -221,
223, 224, 225, 226, 227, 228, 233, 237, 241, 242, 243, 244, 245,
248, 252, 259, 261, 263, 266, 268, 269, 273, 277, 278, 279, 281,
284, 285, 288, 294, 205, 296, 303, 304, 307, 312, 316, 322, 323,
327, 330, 332, 334, 344, 345, 347, 351, 357, 363, 366, 367, 369,
372, 378, 380, 381, 384, 385, 389, 390, 391, 393; — in zake af-
zetting van predikanten, 17, 159; — in zake combinatie van ge-
meenten, 31; — in zake verplaatsing van predikanten, 32; — in
zake predikantsberoeping enz., 78, 92, 93, 105, 149, 174, 186; —
vermaning aan de predikanten door de, 181, 211; — audiëntie bij
de, 184; — klagende over predikanten, 264, 265; — „sogammen
unde voormunderen der kercken und kerckenguderen", 284; —
Acta syn. prwine. VIL 28
434
Viezwaren tegen synodale resohitiên bij de, 353; — predikanten
zich niet te bemoeien met zaken der, 355: — toezicht over de
scholen door de, 394.
P.
Papvfteri, superstitiên der, 1, 344; — papistische kosters, 4, 155, 16S-
192; — ceremoniën der, 10, 19; — papistische schoolmeesters, 15,
30, 97, 155, 1G8; — strijd met, 64; — vergaderingen der, 1.5S,
159, 101, 104, 170, 191, 204, 241, 285, 298, 309, 343, 357, 368,
384, 389, 391; — placcaat tegen de, 170; — huwel^ken bg, 171,
344, 391; — geen ergernis te geven aan, 174; — afvalligen tot
de. 197; — lijkpredikatiën over, 202; — verbreiding van de dwa-
lingen der, 224; — Papistische boeken, 332, 366, 380; — overblqf-
selen van het Pausdom, 333, 367, 381; — papistische catechis-
mussen, 394.
Paschen, 159, 102, 171, 173, 203, 383.
IHnksteren, 102, 171, 203.
Praeceptoren, 304, 327.
JWxliJcanterij voorheen priesters enz., 2, 3, 9, 14, 70, 189; — examen,
2, 3, 4, O, 7, 9, 14, 17, 18, 66, 68, 71, 72, 73, 74, 75, 76, 90, 94,
110, 128, 145, 147, 189, 191, 192, 206, 208, 209, 210, 215, 221,
225, 228, 236, 243, 250, 251, 252, 253, 254, 262, 264, 273, 274,
293, 303, 325, 326, 364, 365, 369, 371, 372, 379, 385, 386, 389; —
afzetting van, 2, 3, 6, 8, 17, 23, 32, 66, 79, 80, 102, 121, 122,
138, 170, 174, 183, 188, 190, 235, 250, 263, 392; — suspensie
van, 3, 7, 8, 16, 73, 75, 77, 80, 97, 113, 116, 117, 118, 137, 138,
155, 179, 195, 207, 283, 301, 305; — twist enz. van en met, 3,
44, 48, 55, 80, 81, 89, 122, 123, 166, 176, 213, 216, 217, 218,
225, 229, 245, 258, 264, 265, 346; — beroeping van, 3, 10, 13,
00, 01, 00, 70, 78, 93, 104, 128, 129, 130, 143, 140, 148, 150, 160,
174, 180, 205, 284, 821, 324, 325, 320, 347, 348, 349, 350, 356,
358, 366, 307, 384; — woningen der, 4, 10, 39, 53, 130, 209,
220; — beschuldigingen enz. tegen, 4, 8, 17, 32, 44, 63, 74, 80,
110, 115, 110, 117, 118, 121, 122, 137, 142, 108, 173, 170, 178,
179, 187, 235, 247, 255, 205, 275, 288, 300, 323, 327, 332, 334,
3S3; — ondertoekening der kerkenordening door, .5, O, 8, 9, 159; —
ood der, 5, O, 8, 9; — die hunne gemeenten verlaten, 5, 174; —
gehoorzaamheid verschuldigd aan de overheid, 5; — onbekwaam
tot den dienst, O, 47, 77, 110, 128, 192; — een predikant weer
kuiper geworden , O ; — schoolmeester geworden , 7, 17 ; — emeriti ,
4S5
7, 77, 97, 114, 115, 134, 243, 258, 277, 3G9, 385, 392; -- dron-
kenschap van, 8, 46, 73, 75, 76, 77, 80, 115, 116, 118, 122, 123,
128, 137, 138, 173, 181; — schuldbekentenis door, 8, 18, 26, 75,
122, 123, 129, 138, 196, 206, 327, 372, 373, 377, 387 ; — attesta-
tiën aan, 8, 26, 32, 70, 73, 81, 84, 104, 150, 170, 173, 175, 177,
190, 197, 320, 362; — onderhoud der, 10, 11, 16, 24, 25, 29, 47,
49, 52, 53, 60, 75, 77, 84, 89, 91, 98, 103, 104, 113, 120, 132,
134, 135, 136, 144, 146, 149, 154, 155, 169, 172, 175, 180, 193,
195, 201, 202, 209, 224, 225, 226, 248, 252, 280, 287, 311, 326,
346, 347, 348; — weduwen en weezen der, 11, 66, 87, 97, 102,
103, 104, 105, 109, 112, 113, 133, 136, 138, 163, 172, 185, 206,
218, 240, 256, 258, 275, 295, 321, 350, 363, 377, 390, 392; —
censuur enz. over, 14, 44, 52, 59, 76, 81, 118, 122, 147, 181, 222,
260, 369; — belastingen op te brengen, 16, 49, 77, 91, 134; —
ingedrongen in den dienst, 17, 72, 74, 129, 147, 185, 188, 253,
264, 282, 293, 300, 308, 309, 331, 335, 345, 380; — gehoorzaam-
heid weigerende aan classis of synode, 18, 76, 84, 86, 102, 161,
207, 243, 294, 308, 320; — aan te steUen, 19, 28, 29, 33, 36, 49,
53, 66, 68, 91, 92, 112, 114, 150, 161, 167, 171, 178, 185, 188,
196, 201, 202, 209, 224, 232, 234, 248, 273, 286, 287, 303, 310,
311, 326, 365, 379, 382; — niet aangenomen, 23, 146, 192, 210,
234; — gerehabiliteerd, 23, 73, 75, 301; — verdreven, 24; —
armoede van, 24, 129, 135, 156, 169, 175, 368; — verplaatsing
van, 25, 29, 32, 48, 55, 81, 93, 97, 131, 161, 175, 259, 328; —
dimissie aan, 25, 26, 32, 79, 84; — proef predikatie van een predi-
kant, 29, 129, 254, 263, 265; — geen schatbeurders , 33, 42, 58; —
in processen, 38, 54, 137, 179, 294, 300, 323, 332, 364, 388; —
in plaats van ouderlingen, 41, 42; — geldelijke boete opgelegd
aan, 45, 196; — voorheen Luthersch, 46, 70; — zullen de op-
brengsten der kosterij -goederen niet genieten , 49 ; — dienst doende
in een andere classis, 53; — belasterde enz., 54, 163, 369, 370,
372; — zullen geen bijbaantjes hebben, 59; — de jongen zullen
de ouden eeren , 62 ; — onderzoek naar leer en leven der , 62, 63,
75, 145, 290; — zullen het avondmaal bijwonen, 63; — leger-
predikanten, 68, 89; — reconciliatie, 72, 138, 174, 225, 229, 273,
277, 301, 327, 349, 358, 359; — dansen door, 75, 77; — boek-
binder, die predikant wil worden, 76; — koeien van een. predi-
kant, 79; — bij provisie toegelaten, 89, 346, 349, 379; — onge-
studeerde, 98, 304; — voogdij schappen door, 98; — investituurgeld
geëischt van , 103 ; — kranke , 105 ; — tot studeeren aangespoord ,
110, 144; — kindergeld voor, 112, 200; — treurige toestanden in
436
Drente onder de , 130 ; — beslag gelegd op meubelen van , 130 ; —
een plaatsing verzoekende, 131, 189; — vechtende, 137; — on-
wettige handeling van, 147 ; — vragen aan aanstaande, 147, 148: —
bij provisie toegelaten, 150, 157; — waarschuwing tegen, 171,
190, 275; — door de classis te handhaven, 172; — schandelijk
leven, 173, 178, 180, 206, 308, 375, 383, 387, 388; — afstand
doende van den dienst, 175, 254, 265; — infonnatién naar, 177; —
schulden hebbende, 186; — gebannen, 206, 245, 273, 277; —
adjunct-, 210, 280, 288; — onderteekening van Confessie en Cate-
chismus door, 219, 229; — bevestiging, 239, 255, 275, 295; —
kinderen van, 242, 257, 267, 280, 332; — zwagerschap van, 260,
278, 296; — zullen het dansen tegengaan, 334, 381; — door
priesters benadeeld, 347, 348; — zich niet te bemoeien met zaken
(Ier overheid , 355 ; — vroeger ziekentrooster , 364, 365, 37 1 ; —
voor huurlingen uitgemaakt, 372; — een sabbatschendend predi-
kant, 375, 387; — nalatig in de bediening van het avondmaal,
376, 383, 387; — nalatig in den dienst, 377.
J^'eilikaiiën ., slecht bezocht, 6; — gezang bij de, 13; — in de synode, 27,
51, 71, 167, 186, 254, 272, 281, 319, 339, 361, 376, 382; — proef-,
29, 129, 191, 254, 263, 265; — rondloopen enz. op de kerkhoven
tijdens de, 37; — geen gelden innen vóór of tijdens de, 38; —
in de week, 62; — in de classicale vergadering, 62, 216, 331,
367, 380; — uit den Catechismus, 62, 216, 222, 393; — examen-
preek, 70; — verhindering der, 87, 180, 193, 203, 228, 299, 308,
317, 323; — gebeden vóór en na de, 88; — over het lijden des
Heeren, 102; — arbeiden tijdens de, 133; — tweemaal prediken ,
162, 171, 240; — door een onbevoegd persoon, 334.
Priesters, predikant geworden, 2, 3, 9, 14, 70; — lasteringen der, 4,
98; — eed van getrouw^heid door, 10; — te bannen, 10, 14; —
af te zetten, 19; — die het evangelie tegenstaan, 31; — geen
redgers, 50; — een prior, 92; — priester te Appingedara, 119,
194, 204, 223; — de mis nog bedienende, 287; — doop door,
333, 344, 367, 380, 381; — vagabondeerende , 333, 344, 380,381,
389; — huwelijken gesloten door, 344; — herdoop door, 344; —
een predikant benadeelende , 347, 348.
Procureurs . 59.
Po fessoren. in de synode, 5, 339, 340, 362; - te Franeker, 5, 206,
235; — testimonia van, 227, 235, 238, 309, 326, 366, 379; — te
Bremen, 281; — examen door, 302, 303, 326, 379; — boeken
van, 303; — onderteekenen de formula unionis, 304, 327; — te
Groningen, 326, 330; — in zake boekencensuur, 330; — in de
437
classicale vergaderingen, 339; — toezicht op studenten door,
367, 382.
Proosten, 31, 35, 42, 52, 133.
Proponent, 379.
Psalmen, vertaling van de, 33; — in de scholen te leeren, 64.
Bechtspraak, 29.
Rectoren, 28, 227.
Redgers, 61, 64, 86, 103, 143, 159, 203, 241, 261, 265, 266, 273, 276,
279, 281, 283, 286, 299, 308, 311, 313, 314, 320, 344, 368.
Reductie van Groningen en Ommelanden, 329.
Remonstranten, 370; — dwalingen der Arminianen, 190, 379; — confe-
rentie met de, 229; — gevoelen gevraagd der, 230; — vijf arti-
kelen der, 230, 252, 274, 294, 321, 341, 353, 354, 356, 372; —
weerlegging van de, 236; — Arminiaansche gevoelens onder de
Mennisten, 379.
Rentmeester, 268, 296, 322, 346, 358, 363.
S.
Sabbat, 23; — ontheiliging van den, 10, 16, 29, 36, 44, 67, 87, 102,
109, 111, 112, 133, 143, 149, 154, 173, 193, 242, 257, 261, 269,
276, 278, 286, 295, 299, 308, 317, 323, 330, 331, 345, 366, 368,
375, 380, 384, 387, 389, 393.
SacramerUshuixen , 86, 381.
— welke boeken
— Heid. Catech.
— Catechismus
— der Jezuiten ,
Scholen, reformatie der, 11; — op te richten, 15, 161
te gebruiken in de, 64; — te onderhouden, 161
in de scholen, 222; — schooltoezicht, 222, 394
van Aldegonde in de, 237, 294; — triviale, 237
298; — latijnsche, 304, 327.
Schoolmeesters, onbekwame, 4, 59, 316; — zullen geen bijbellezing hou-
den, 4; — vroeger predikant, 7, 17, 283; — eed der, 11, 14; —
aanstellen van, 15, 61, 311, 392; — Menniste, 15, 36, 97, 223,
233, 249; — Papistische, 15, 36, 97, 155, 168; — afzetting van,
15, 49, 59, 91, 97, 109, 110, 116, 139, 142; — klachten van, 17; —
onderhoud der, 24, 25, 52, 92, 102, 103, 195, 200, 201, 210, 240,
245, 258, 278, 296, 316, 322, 363; — die predikant wiUen worden,
25, 185, 187, 205, 208, 215, 218, 236, 300, 365; — verplaatsing
van, 25, 217; — geen schatbeurders , 36, 44, 58, 160; — geen
43S
kroeghouders, 44; — moeten leden der kerk zijn, 49, 60, 85, 90,
92, 97, 134, 154, 159, 170, 218, 392, 393; — onkundig in de leer .
59 ; — v^anden der zuivere leer , 59 : — toezicht over de , 59, 60,
G4, 72, 84; — zullen de kerkenordening onderteekenen, 04; —
moeten „gude fundamenta der religiën" hebben, 84; — in twist
levende, 84, 213, 216, 217, 218; — attestatiên aan, 101, 245, 363,
393; — bijbaantjes, 104, 391; — ongebonden leven, 138, 139,
144; — beboet, 139; — welke boeken te gebruiken, 158; — ge-
vluchte, 167; — een schooldienst vragende, 168, 200, 207, 221; —
jaarlijks tweemaal voor de classis te verschijnen, 178; — mogen
niet bij danspaiüjen spelen, 194, 391; — zullen den Catecliismus
onderwijzen, 222, 393, 394; — onwettig aangesteld, 228, 249,
258; — behoefte aan een schoolmeester, 321; — onderteekenen
der formula unionis door, 327; — kerkedienst doende, 392; —
toezicht door de classes over de, 393.
Sekten^ 111.
Simonie, 185, 187, 281, 297, 329, 330, 366, 380.
Spelen, 109, 154, 200, 391, 393.
Studenten, 113; — uit de kerkegoederen studeerende, 11, 53,61, 86, 127,
184, 227, 279; — hun aantal te vermeerderen, 148, 156; — arme,
156, 169; ^ zonen van predikanten, 184; — toezicht op, 190; —
proef predikatie van, 191; — examen van, 206, 326; — alumni,
221, 237, 238, 255, 363; — inspector over de, 280; — op Jezuï-
tische academiën, 285, 309, 322, 363, 378; — te Groningen, 335; —
zich oefenende in 't prediken, 335, 367, 382; — kleeding der, 335,
367, 382.
Sipwde, afvaardiging ter, 1, 5, 12, 20, 28, 30, 34, 41, 42, 49, 57, 100,
125, 139, 141, 153, 154, 165, 169, 182, 184, 199, 213, 232, 247,
271, 290, 318, 338, 360, 374, 375; — commissarissen-politiek, 2,
5, 12, 20, 57, 84, 101, 108, 141, 164, 167, 168, 173, 186, 201,
214, 215, 271, 290, 318, 320, 339, 340, 352, 362; — gravamina,
4, 19, 35, 39, 43, 49, 52, 61, 66, 68, 72, 87, 102, 108, 120, 126,
128, 135, 139, 151, 153, 157, 166, 170, 172, 199, 214, 223, 225,
272, 354, 355, 356, 357, 382, 394, 395; — tijd en plaats, 4, .5,
11, 16, 20, 21, 22, 34, 39, 50, 55, 68, 157, 170, 244, 339,376; —
professoren in de, 5, 339, 340, 362; — moderamen, 5, 12; —
synodaal boek (acta), 13, 30, 51, 68, 88, 123, 245, 353, 390, 395; —
besluiten der, 13, 16, 55, 1.34, 144, 353, 356; — nationale, 18, 68,
88, 119, 120, 126, 134, 135, 139, 141, 189, 241, 329, 340, 341,
343, 349, 350, 353, 354, 355, 356, 357, 358, 359, 364, 367, 370,
380, 394; - deputaten der, 19, 33, ^13, 65, 70, 71, 87, 126, 137,
439
142, 145, 153, 158, 164, 1G7, 170, 174, 180, 194, 209, 211, 214,
223, 224, 228, 234, 235, 250, 267, 269, 279, 300, 302, 315, 326,
334, 351, 362, 365, 395; — afwezige leden der, 20, 27, 34, 40,
61, 119, 127, 135, 140, 145, 157, 293, 320, 353; — geldelijke
ondersteuning verleend door de, 23, 24, 43, 205, 368; — predi-
katiên in de, 27, 51, 71, 167, 186, 254, 263, 265, 272, 281, 319,
339, 361, 376, 382; — stemmen in de, 31; — ouderlingen in de ,
35, 41, 42, 58, 140; — onkosten der, 40, 54, 58, 71, 99, 102, 103,
108, 112, 123, 126, 151, 157, 158, 170,183,228,315,350,351; —
logies voor de leden der, 42, 51, 126, 183; — niet klappen uit
de, 54, 395; — synodale maaltijd, 55, 58; — korter en minder
kostbaar te doen zijn, 72; — vertrek uit de, 119, 208; — behan-
deling van zaken, 128, 139; — geen twee broeders lid der,
154; — tijdig komen in de, 170, 293, 320; — kerkenordening te
lezen in de, 172; — archief der, 209, 224; — buitengewone,
337, 350, 352; — particularia , 350, 357.
V.
Vaslenavotid , 16, 38, 102, 113, 227, 269, 280, 297, 311, 317, 322, 363,
369, 378.
Vast- m bed^dagen, 16, 36, 44, 109, 239, 255, 275, 295, 308, 317, 368,
384, 392.
Vechter ij, 46, 137.
Visüat(yren, 62, 63, 64, 65, 79, 87, 139, 144, 155, 164, 194, 222, 226,
267, 297, 307.
Volmackten, 324, 345, 346, 347, 348.
Vorsiianen^ 341.
Vrydag ((toede), 88.
W.
Waarzeggers enz., 68, 88, 119, 149, 156, 173, 180, 194, 204, 223, 227.
Warschop])en ^ 61, 92.
Weeshuis, 390.
Wrrkhmxrn, 389.
Woeker, 204.
Wtjwaler, 68.
Z.
Ziekentrooster, 364, 365, 371.
CORRIGENDA.
Op hl. 140 reg. 2 v. o. staat: Nicasus, moet zijn: NicAsros.
» » 271 » 1 V. b. » onsen welgeborenen genadigen , moet zijn:
den welgeborenen, onsen genadigen.
» » 272 » 17 V. o. » [doen], moet zijn: verwahren.
» » 273 moet bij noot 1 gevoegd worden: Duplicaat-acte heeft ^ex
classe Enerumana" en daarboven geschreven »Middel8tumana".
» » 274 reg. 9 v. o. staat: [mentie], moet zijn: rede.
» » 275 » 4 V. b. » [soeckt], moet zijn: versochte.
» » 279 onderste reg. » die studenten op eenige propende stude-
rende mogen , moet z^n : der studenten
op eenige prebende studerende nahmen
mogen.
» [probatis antea] , moet zqn : probati autoris.
» onsen genedigen und wolgeboomen, moet
zijn: den wolgeborenen, unsen genedigen.
» CiBs, moet zqn: Cies.
» vlytich end wel, moet zijn: wel vlytich.
» » 303 » 17 v. o. » niet [een], moet zijn: niemant.
» [sullen], moet zqn: dat
» C. HOERNKENS, mOCt ZQU : G. HOERNEENS.
285 reg.
2 V.
b.
290 »
1 V.
b.
299 »
4 V.
b.
301 »
13 V.
b.
303 »
17 V.
0.
» »
3 V.
0.
307 V
IG V.
0.
INHOUD.
Voorbericht pag. v — xii
Handelingen der provinciale synode te:
Groningen 14—17 Juli 1595, XX (YY, ZZ) pag. 1
Groningen 11—14 Mei 1596 » 5
Groningen 4 — 14 April 1597 » 11
Appingedam 25—28 April 1598 » 20
Loppersum 16 April e. v. 1599 » 27
Middelstum 23, 24 Juni 1600 » 30
Eenrura 21—23 April 1601 » 34
Groningen 31 Mei — 5 Juni, 14 — 17 Juni 1602 » 41
Groningen 2—12 Mei 1603 » 56
Appingedam 8—14 Mei 1604 » 82
Groningen 6 Mei e. v. 1605 » lUO
Groningen 6—10, 13, 14 Mei 1606 .106
Groningen 4—11 Mei 1607 ^ 124
Appingedam 25—29 April 1608 v 141
Groningen 8—11 Mei 1609 > 152
Appingedam 8—12 Mei 1610 > 165
Groningen 20—25 Mei 1611 :> 182
Appingedam 4—8 Mei 1012 198
Groningen 3—8 Mei 1613 - 212
Appingedam 16—20 Mei 1614 232
Groningen 8—13 Mei 1615 246
Appingedam 13—16 Mei 1616 271
442
Groningen 6—9 Mei 1617 pag. 290
Commissie voor de visitatoren der classis Zuidhorn, XX*. . » 307
Remonstrantien aan de Staten met de apostillen » 307
Rapport der deputaten over eenige disorders » 312
Verzoek der deputaten om vergoeding van kosten etc. . . . » 315
Remonstrantie der deputaten aan de overheid van Groningen. » 316
Appingedam 4—8 Mei 1618 » 318
Missive der deputaten aan de synode van Friesland XX* . . » 336
Groningen (extraord.) 7 — 10 September 1618 » 337
Groningen (extraord.) 23 — 25 September 1618 » 352
Groningen 21—26 Juni 1619 » 360
Appingedam 19—23 Juni 1620 » 374
Register van personen » 397
» » plaatsnamen » 416
» » zaken » 426
Corrigenda » 440
APP-SOlO l iO
JUN011903
stp^^-iaaa-
1
3 2044 020 693 370
*f^*utW-^ i^ft- ^ S%'^ ■ **»J*»* «^diafc
-• * I»- g
éj^
ii
-*